aardse planeten - dwergplaneten - gasreuzen - planetoïden - kometen en meteorieten - overige
In deze rubriek worden naast de planetoïden van de planetoïdengordel, de diverse aardscheerders (planetoïden die de aarde dicht kunnen naderen) behandeld. Voor Ceres verwijzen we naar de rubriek 'dwergplaneten'. Voor een overzicht van naar Nederlanders genoemde planetoïden, zie hier.
30 december 2011
Op aarde worden relatief veel meteorieten gevonden die qua samenstelling op de grote planetoïde Vesta lijken. Wetenschappers vermoeden dat die meteorieten afkomstig zijn uit de directe omgeving van de meer dan twintig kilometer hoge berg die de NASA-ruimtesonde Dawn eerder dit jaar aan de zuidpool van Vesta heeft ontdekt. De berg is ontstaan door de 'terugslag' van een botsing met een kleiner object. Bij deze botsing ontstond ook een kolossaal inslagbekken, en werden ontelbare brokstukjes van Vesta de ruimte in geblazen. Waarschijnlijk zijn de Vesta-meteorieten die op aarde worden aangetroffen bij deze ene gebeurtenis ontstaan. Als dat zo is, zouden de meteorieten qua samenstelling moeten lijken op het bodemmateriaal in de omgeving van de berg. Of dat inderdaad zo is, zal uit nader mineralogisch onderzoek met Dawn moeten blijken. Een andere manier om de bron van de Vesta-meteorieten te onderzoeken, is het vaststellen van de leeftijd van het grote inslagbekken op de planetoïde. Anders dan elders op Vesta zijn ter plaatse opvallend weinig kleinere kraters van latere datum te zien. Door dit aantal kraters te tellen, kan een schatting worden gemaakt van de leeftijd van het oppervlak. Als de leeftijd van het inslagbekken overeenkomt met de door radiometrische datering bepaalde leeftijd van de Vesta-meteorieten, zou dat een sterke aanwijzing zijn dat er een direct verband tussen beide bestaat.
Meer informatie:
Space Mountain Produces Terrestrial Meteorites
21 december 2011
De Amerikaanse ruimtesonde Dawn heeft de eerste beelden van de planetoïde Vesta overgeseind, die zij vanuit haar nieuwe, lage omloopbaan heeft gemaakt. De beelden laten het bespikkelde en kraterrijke oppervlak van Vesta gedetailleerder zien dan ooit. De nieuwe opnamen, die zijn gemaakt vanaf een hoogte van ongeveer 190 kilometer, zijn eigenlijk een beetje bijzaak. De tien weken die Dawn in haar lage omloopbaan verblijft zullen vooral worden gebruikt om metingen te verrichten aan de minerale samenstelling van het oppervlak (met behulp van de Gamma Ray and Neutron Detector van de ruimtesonde), en aan de inwendige structuur van Vesta (door middel van precieze zwaartekrachtsmetingen). Dawn zal tot eind februari 2012 weer in een hogere omloopbaan worden gebracht, en in juli 2012 richting dwergplaneet Ceres vertrekken.
Meer informatie:
Dawn Obtains First Low Altitude Images of Vesta
18 december 2011
De Amerikaanse ruimtesonde Deep Impact heeft op 24 november een koerscorrectie uitgevoerd ter voorbereiding op een mogelijk toekomstig bezoek aan een kleine planetoïde. Na een tweede koerscorrectie, in oktober 2012, is de baan van Deep Impact rond de zon zo veranderd dat hij in januari 2020 met hoge snelheid en op relatief kleine afstand langs planetoïde 2002 GT vliegt - een rotsblok met een middellijn van iets minder dan een kilometer, die met gepaste regelmaat in de buurt van de aarde komt.
Deep Impact schoot in juli 2005 een projectiel af op de kern van komeet Tempel 1, en vloog in november 2010 op kleine afstand langs komeet Hartley 2. De ruimtesonde heeft nog een klein beetje brandstof over - mogelijk net genoeg voor de twee koerscorrecties die nodig zijn voor een bezoek aan 2002 GT. NASA heeft overigens nog geen budget vrijgemaakt voor een nieuwe verlenging van de missie.
Artikel op spaceflightnow.com (Engelstalig)
Dit nieuwsbericht is toegevoegd door Govert Schilling - allesoversterrenkunde.nl
12 december 2011
De Amerikaanse ruimtesonde Dawn is met succes in een lage omloopbaan rond de grote planetoïde Vesta gemanoeuvreerd. Dawn werd in 2007 gelanceerd en kwam op 15 juli 2011 aan in een baan rond Vesta. De afgelopen tijd bevond hij zich op een gemiddelde hoogte van 680 kilometer boven het pokdalige oppervlak van het hemellichaam; de komende tien weken bedraagt de gemiddelde hoogte slechts 210 kilometer.
In deze Low Altitude Mapping Orbit zullen vooral veel metingen worden verricht aan de elementaire samenstelling van het oppervlak (met behulp van de Gamma Ray and Neutron Detector van de ruimtesonde), en aan de inwendige structuur (door middel van precieze zwaartekrachtsmetingen). De camera's van Dawn zullen incidenteel ook gebruikt kunnen worden om detailopnamen te maken van bepaalde delen van het oppervlak.
Eind februari wordt Dawn weer in de hogere omloopbaan gebracht. Tegen die tijd wordt ook het noordelijk halfrond van Vesta door de zon beschenen - tot nu toe was dat onzichtbaar. In juli 2012 vertrekt Dawn richting dwergplaneet Ceres, het grootste hemellichaam in de planetoïdengordel. Daar zal de succesvolle ruimtesonde in februari 2015 aankomen.
Overigens zijn wetenschappers van het Dawn-project van mening dat Vesta vanwege zijn gelaagde structuur en 'planetaire' eigenschappen niet geklassificeerd zou moeten worden als planetoïde, maar eerder als protoplaneet, dwergplaneet of zelfs als kleinste aardse planeet in het zonnestelsel.
Meer informatie:
NASA's Dawn Spirals Down to Lowest Orbit
Dawn
Artikel over de klassificatie van Vesta (Engelstalig)
Dit nieuwsbericht is toegevoegd door Govert Schilling - allesoversterrenkunde.nl
9 december 2011
In het zuidpoolgebied van de grote planetoïde Vesta zijn 'aardverschuivingen' ontdekt, die doen vermoeden dat het oppervlak van Vesta bedekt wordt door een laag poreus materiaal. NASA's ruimtesonde Dawn fotografeerde relatief jonge inslagkraters in het zuidpoolgebied. De linkerversie van de foto toont een combinatie van beelden gemaakt op nabij-infrarode golflengten;in de rechter versie zijn verschillende kleuren gebruikt om verschillende soorten gesteente en mineralen weer te geven. Duidelijk is te zien dat zich materiaal over het oppervlak van Vesta heeft verplaatst.
Meer informatie:
Fresh impact craters on asteroid Vesta
Dawn
Dit nieuwsbericht is toegevoegd door Govert Schilling - allesoversterrenkunde.nl
5 december 2011
Voor het menselijk oog is Vesta een grijs, kleurloos hemellichaam. Maar de Amerikaanse ruimtesonde Dawn toont de ca. 500 kilometer grote planetoïde in opvallende kleuren. Het gaat hier om zogeheten 'valse kleuren', die verkregen zijn door het 'inkleuren' van opnamen in verschillende specifieke golflengtegebieden. Op die manier brengt Dawn de grote variatie in oppervlaktesamenstelling van Vesta in beeld - elke afzonderlijke kleur komt overeen met een bepaald type mineraal.
De nieuwe metingen zijn maandag gepresenteerd tijdens de najaarsbijeenkomst van de American Geophysical Union in San Francisco. Er blijkt een verband te bestaan tussen de samenstelling van het oppervlaktemateriaal en de topografie. Dat bevestigt het beeld dat Vesta een 'gedifferentieerd' hemellichaam is, met een gelaagde inwendige structuur: dankzij zware kosmische inslagen zijn ook diepere lagen zichtbaar op de hellingen en bodems van de resulterende inslagkraters.
Vesta blijkt rijk te zijn aan het mineraal pyroxeen. Het oppervlak bestaat uit een mix van snel afgekoelde oppervlaktegesteenten en materiaal van grotere diepte dat minder snel is afgekoeld. Vanwege zijn gelaagde structuur kan Vesta beter beschreven worden als een protoplaneet (volgens sommige onderzoekers gaat het zelfs om de kleinste 'aardse planeet') dan als een planetoïde.
Meer informatie:
New NASA Dawn Visuals Show Vesta's 'Color Palette'
Dawn
Dit nieuwsbericht is toegevoegd door Govert Schilling - allesoversterrenkunde.nl
1 december 2011
NASA heeft een 3D-filmpje gemaakt van de planetoïde Vesta. Het filmpje is gebaseerd op de gedetailleerde beelden die de om Vesta cirkelende ruimtesonde Dawn in juli en augustus heeft gemaakt. Om het 3D-effect te zien, moet een brilletje met een rood en een blauw 'glas' worden opgezet. De beelden zijn verkregen toen Dawn nog bezig was om Vesta te naderen en tijdens zijn eerste rondjes om de planetoïde. Het anderhalve minuut durende filmpje geeft een overzicht van het complete oppervlak, met als hoogtepunt de reusachtige, 25 kilometer hoge berg aan de zuidkant van Vesta.
Meer informatie:
Dawn Soars Over Asteroid Vesta in 3-D
Vesta-video
21 november 2011
Morgan Rehnberg, een student van Beloit College in Wisconsin, heeft een computerprogramma geschreven dat door sterrenkundigen van het National Optical Astronomy Observatory (NOAO) in Tucson, Arizona, met succes is ingezet voor het opsporen van zogeheten 'aardscheerders' - planetoïden die de aarde op kleine afstand kunnen naderen.
Sterrenkundigen beschikken wel over verschillende softwarepakketten om op fotoreeksen te zoeken naar zwakke, bewegende lichtstipjes, maar omdat aardscheerders zo snel van positie veranderen, voldoen de meeste standaardprogramma's niet goed. In het kader van het Research Experience for Undergraduates-programma van NOAO heeft Rehnberg tijdens een zomerstage het computerprogramma PhAst geschreven (Photometry and Astrometry), waarmee zeer nauwkeurig posities en helderheden van bewegende objecten bepaald kunnen worden.
Het programma is met succes uitgetest op de bekende aardscheerder NEO2008 QT3; in de toekomst zal het vermoedelijk ook gebruikt kunnen worden voor het opsporen van onbekende planetoïden.
Meer informatie:
Student's Work Helps to Detect Near Earth Asteroids
PhAst-software
Dit nieuwsbericht is toegevoegd door Govert Schilling - allesoversterrenkunde.nl
16 november 2011
De planetoïde 2005 YU55, die op 9 november op een afstand van slechts ongeveer 325.000 kilometer langs de aarde scheerde, is iets kleiner dan gedacht. Dat blijkt uit waarnemingen met de Europese infraroodsatelliet Herschel. Waarschijnlijk is het object een tamelijk losse opeenhoping van puin.
De Herschel-waarnemingen vonden pas plaats op 10 november, toen de planetoïde iets meer dan 800 duizend kilometer van de satelliet verwijderd was. De beelden laten zien dat 2005 YU55 een middellijn van 310 tot 340 meter heeft, wat beduidend minder is dan de eerdere schatting van 400 meter die gebaseerd was op radarwaarnemingen die vorig jaar door NASA zijn gedaan. Hoe dan ook was het voor het eerst dat Herschel op zo'n klein object werd gericht.
Uit de infraroodwaarnemingen blijkt ook dat het albedo (lichtweerkaatsend vermogen) van 2005 YU55 slechts zes procent bedraagt. Het oppervlak van de planetoïde is dus zeer donker, wat erop wijst dat hij veel koolstofhoudend materiaal bevat. Echt verrassend is dat niet, want ongeveer driekwart van alle planetoïden behoort tot de koolstofrijke C-klasse.
Uit het eveneens gemeten temperatuurverloop over het oppervlak van 2005 YU55 kan worden geconcludeerd dat de planetoïde waarschijnlijk een losse opeenhoping van kleinere brokken gesteente is. Mogelijk vertoont hij sterke overeenkomsten met de planetoïde Itokawa, die enkele jaren geleden van dichtbij is bekeken door de Japanse ruimtesonde Hayabusa.
Meer informatie:
2005 YU55 gleicht einer rasenden Geröllhalde
Op basis van radaropnamen die nog vóór het moment van dichtste nadering zijn gemaakt, hebben onderzoekers van NASA een nieuw filmpje samengesteld van de 400 meter grote planetoïde 2005 YU55, die in de nacht van 8 op 9 november op 'slechts' 325.000 kilometer afstand langs de aarde vloog. Het filmpje bestaat uit 28 beeldjes; voor elke afzonderlijke radar-'foto' werd de aardscheerder gedurende ca. 20 minuten waargenomen met de 70-meter radioschotel van Goldstone in Californië. 2005 YU55 bevond zich op het moment van de waarnemingen (7 november) nog op 1,4 miljoen kilometer afstand van de aarde. Op de verschillende beelden zijn details van vier meter groot te onderscheiden. De rotatie van de steenklomp wordt versneld weergegeven; de werkelijke rotatietijd van de planetoïde bedraagt ongeveer 18 uur.
Meer informatie:
NASA Releases Updated Radar Movie of Asteroid 2005 YU55
Radarfilmpje van 2005 YU55
Dit nieuwsbericht is toegevoegd door Govert Schilling - allesoversterrenkunde.nl
11 november 2011
Nieuwe waarnemingen wijzen erop dat de planetoïde Lutetia een overgebleven restant is van het oermateriaal waaruit ook de aarde, Venus en Mercurius zijn ontstaan. Dat blijkt uit gegevens die zijn verzameld met de Europese ruimtesonde Rosetta, de Europese New Technology Telescope en infraroodtelescopen van NASA. Deze gegevens laten zien dat de planetoïde sterke overeenkomsten vertoont met een zeldzaam soort meteorieten dat op aarde wordt gevonden, en waarvan wordt gedacht dat ze in het binnenste deel van het zonnestelsel zijn ontstaan. Astronomen van Franse en Noord-Amerikaanse universiteiten hebben nauwkeurig onderzoek gedaan naar het zonlicht dat Lutetia weerkaatst. Door dit weerkaatste licht in zijn verschillende golflengten te ontleden en het resulterende spectrum te vergelijken met dat van verschillende soorten meteorieten, kon worden vastgesteld dat Lutetia uit hetzelfde materiaal bestaat als zogeheten enstatietchondrieten. Van deze meteorieten is bekend dat hun oorsprong teruggaat tot de begintijd van het zonnestelsel. Vermoed wordt dat zij dicht in de buurt van de zon zijn ontstaan en een belangrijke rol hebben gespeeld bij de vorming van de rotsachtige binnenplaneten. Lutetia lijkt dus niet te zijn ontstaan in de planetoïdengordel tussen Mars en Jupiter, waar zij nu deel van uitmaakt, maar veel dichter bij de zon. Hoe de ongeveer honderd kilometer planetoïde op haar huidige locatie is terechtgekomen, is nog onduidelijk. Wellicht is zij uit het binnenste deel van het jonge zonnestelsel geslingerd nadat zij vlak langs een van de planeten is gescheerd. Ook een ontmoeting met de jonge planeet Jupiter, die bezig was naar zijn huidige, wijdere baan te migreren, kan de 'verhuizing' van Lutetia verklaren.
Meer informatie:
Lutetia: een zeldzaam overblijfsel van de geboorte van de aarde
8 november 2011
NASA heeft een klein filmpje samengesteld uit de radaropnamen die de radioschotel in Goldstone, Californië, dinsdag van de naderende planetoïde 2005 YU55 heeft gemaakt. Op het moment van de opnamen bevond het ongeveer vierhonderd meter grote object zich nog op een afstand van 1,4 miljoen kilometer. De afgelopen nacht de 2005 YU55 de aarde op een afstand van ongeveer 330.000 kilometer gepasseerd. De ruimterots volgt een baan om de zon die hem regelmatig in de buurt van onze planeet brengt. Maar zo dichtbij als afgelopen nacht komt hij de komende tweehonderd jaar niet meer.
Meer informatie:
NASA Releases Radar Movie of Asteroid 2005 YU55
NASA Releases Updated Radar Movie of Asteroid 2005 YU55
8 november 2011
In de nacht van dinsdag 8 op woensdag 9 november vliegt de 400 meter grote planetoïde 2005 YU55 op een afstand van slechts 325.000 kilometer langs de aarde. De kleinste afstand wordt bereikt om 00.28 uur. Eerder die avond is het kosmische rotsblok ook vanuit Nederland aan de sterrenhemel te zien, maar daarvoor is wel een flinke telescoop nodig. Ook moet je precies weten waar je moet kijken - de planetoïde verplaatst zich met hoge snelheid aan de hemel, en passeert in de loop van enkele uren verschillende sterrenbeelden. Rond 23.30 uur Nederlandse tijd passeert hij aan de hemel iets ten zuiden van de ster Altaïr in het sterrenbeeld Arend.
Om de aardscheerder te zien is een telescoop met een spiegelmiddellijn van minstens 15 tot 20 centimeter nodig. Op de website van het Amerikaanse maandblad Sky & Telescope zijn gedetailleerde zoekkaartjes beschikbaar, die nauwkeurig aangeven hoe 2005 YU55 zich aan de hemel verplaatst.
2005 YU55 werd zes jaar geleden ontdekt door Bob McMillan van het Spacewatch-project in Arizona. De scheervlucht van het kosmische rotsblok levert geen risico op voor de aarde.
Meer informatie:
Watch Mini-Asteroid 2005 YU55 Buzz Earth
Achtergrondartikel over 2005 YU55 (Universiteit van Arizona)
Dit nieuwsbericht is toegevoegd door Govert Schilling - allesoversterrenkunde.nl
27 oktober 2011
Op 10 juli 2010 vloog de Europese ruimtesonde Rosetta langs de planetoïde Lutetia - op dat moment de grootste planetoïde ooit die van nabij was bekeken. De foto's die bij die gelegenheid zijn gemaakt, tonen een gehavend oppervlak met talrijke barsten en kraters. Een uitgebreide analyse van Rosetta's scheervlucht wijst uit dat onder dat oppervlak wellicht een gesmolten metaalkern schuilt (Science, 28 oktober). De meeste planetoïden die in de gordel tussen de banen van de planeten Mars en Jupiter om de zon cirkelen, zijn klein en licht. In de loop van de miljarden jaren zijn zij bij zoveel botsingen betrokken geweest, dat ze in een poreuze ratjetoe van gesteenten en metalen zijn veranderd. Maar de ongeveer honderd kilometer grote planetoïde Lutetia is anders: haar gemiddelde dichtheid blijkt 3,4 gram per kubieke centimeter te bedragen - groter dan die van de meeste andere planetoïden. Dat zou niet zo gek zijn als haar oppervlak er niet zo verbrokkeld uit zou zien. Om haar dichtheid te kunnen verklaren, moet Lutetia haast wel een metalen hart hebben. Dat kan erop wijzen dat zij een fossiele 'planetesimaal' is: één van de bouwstenen waarvan de meeste meer dan vier miljard jaar geleden tot planeten zijn samengeklonterd. Op de een of andere manier lijkt Lutetia erin te zijn geslaagd om genoeg materiaal te verzamelen om een metalen kern te ontwikkelen, en de ergste botsingen met soortgenoten te ontwijken.
Meer informatie:
Battered Asteroid May Have Warm Core
Primal rock in space
Asteroid Lutetia: postcard from the past
26 oktober 2011
Op 8 november zijn de ogen van veel astronomen gericht op een vierhonderd meter groot rotsblok, dat op een afstand van iets meer dan 300 duizend kilometer langs de aarde scheert. De planetoïde, die de aanduiding 2005 YU55 draagt, vormt geen enkele bedreiging voor onze planeet - ook in de nabije toekomst niet. De baan die 2005 YU55 om de zon volgt, is heel goed bekend. Hoewel deze baan hem regelmatig in de buurt van de aarde brengt (en van Venus en Mars trouwens), zal de planetoïde in geen tweehonderd jaar meer zo dichtbij komen als nu. De passage van het object zal worden gevolgd door radarsystemen van NASA en door de grote Arecibo-radiotelescoop op Puerto Rico. Met deze systemen zal de planetoïde met radiogolven worden bestookt die, na weerkaatsing aan zijn oppervlak, weer op aarde worden opgevangen. De radarecho's worden gebruikt om onder meer de exacte grootte en vorm van de planetoïde vast te stellen. De laatste keer dat een fors object zo dicht langs de aarde scheerde, was in 1976. Die passage ging echter ongemerkt voorbij, omdat de bewuste planetoïde pas in 2010 werd ontdekt. Pas in 2028 komt er opnieuw een enkele honderden meters grote planetoïde in de buurt van de aarde.
Meer informatie:
NASA in Final Preparations for Nov. 8 Asteroid Flyby
12 oktober 2011
Voor het eerst is bij waarnemingen die worden gecoördineerd door het Europese Space Situational Awareness-programma (SSA) een planetoïde opgespoord die tot de aardscheerders kan worden gerekend. De 'ruimtesteen' is gevonden door een team van vrijwilligers dat in september vier nachten gebruik mocht maken van de 1-meter telescoop van het Europese ruimteagentschap op het Canarische eiland Tenerife. Met deze telescoop wordt een geautomatiseerd waarnemingsprogramma afgewerkt, maar de verdachte objecten die op de vele opnamen te zien zijn, moeten wel door menselijke 'waarnemers' - in dit geval een team van twintig vrijwilligers - worden beoordeeld. De nieuwe aardscheerder, die de voorlopige aanduiding 2011 SF108 heeft gekregen, werd opgemerkt door de Duitse amateur-astronoom Rainer Kracht, een gepensioneerd onderwijzer die al 45 andere planetoïden heeft opgespoord. Daarnaast heeft Kracht meer dan 250 kometen gevonden op beelden van de zonnesatelliet SOHO, wat zelfs heeft geresulteerd in de ontdekking van een naar hem genoemde familie van kleine kometen. Het SSA-programma is een bescheiden Europese bijdrage aan het opsporen van 'potentieel gevaarlijke' planetoïden - een tak van onderzoek die zich vooral in de VS afspeelt. Een bedreiging voor onze planeet vormt 2011 SF108 overigens niet: dichterbij dan dertig miljoen kilometer komt hij niet.
Meer informatie:
Amateur skywatchers help space hazards team
10 oktober 2011
De Amerikaanse ruimtesonde Dawn heeft de afgelopen maanden stereoscopische metingen verricht aan de grote planetoïde Vesta. Op basis daarvan is een gedetailleerd 3D-model van het hemellichaam gecreëerd, dat vervolgens vanuit elke gewenste hoek bekeken kan worden. NASA heeft nu een perspectivisch beeld vrijgegeven van de ca. 20 kilometer hoge berg aan de zuidpool van Vesta, gemaakt op basis van dit 3D-model. Daarbij is de kromming van de planetoïde kunstmatig 'weggewerkt', anders zou er (vanwege de relatief kleine middellijn van Vesta: gemiddeld 530 kilometer) veel minder van het oppervlak zichtbaar zijn. De (nog naamloze) berg is na de grote schildvulkanen op Mars de hoogste berg in het zonnestelsel. Hij ligt vrijwel midden in het grote inslagbekken Rheasilvia, maar planeetdeskundigen weten niet zeker of het om een zogeheten 'centrale berg' gaat, zoals ze ook in grotere maankraters voorkomen. De verticale schaal op deze 'foto' is overigens anderhalf maal zo groot als de horizontale schaal.
Meer informatie:
Oblique View of Vesta's South Polar Region
Dawn
Dit nieuwsbericht is toegevoegd door Govert Schilling - allesoversterrenkunde.nl
7 oktober 2011
Op 12 december 2010 werd bij toeval ontdekt dat de planetoïde Scheila een opmerkelijke uitbarsting vertoonde, waarbij hij een komeetachtige staart ontwikkelde. Modelberekeningen door een internationaal team van wetenschappers bevestigen het vermoeden dat Scheila bij een botsing betrokken is geweest. Planetoïden zijn kleine rotsachtige hemellichamen, waarvan de meeste tussen de banen van de planeten Mars en Jupiter om de zon cirkelen. Kometen daarentegen bestaan voor een groot deel uit ijs en volgen zeer langgerekte banen die tot aan de randen van het zonnestelsel reiken. Dat een planetoïde zich plotseling als een komeet gedraagt, is dus vrij opmerkelijk. De nieuwe berekeningen laten zien dat de ontwikkeling van de 'staart' van Scheila zich het best laat begrijpen als deze 110 kilometer grote planetoïde tussen 24 en 30 november 2010 in botsing is gekomen met een slechts 36 meter grote soortgenoot. Anders dan bij een komeet bestond de staart dus niet uit stofdeeltjes die door de (plotselinge) verdamping van ijs waren vrijgekomen, maar uit opstuivend puin.
Meer informatie:
The cause of asteroid Scheila's outburst
7 oktober 2011
Brokstukken van de Almahata Sitta-meteoriet, die enkele jaren geleden in Soedan neerplofte, vertonen kenmerken van drie soorten planetoïden - zowel 'primitieve' als verder geëvolueerde. Deze ontdekking wijst erop dat het moederlichaam van de meteoriet, de kleine planetoïde 2008 TC die op 7 oktober 2008 in botsing kwam met de aarde, een samenraapsel van planetoïdenmateriaal is. Hij bestond waarschijnlijk uit brokstukken die vrijkwamen bij twee opeenvolgende botsingen in de planetoïdengordel tussen de banen van Mars en Jupiter. Zeventig tot tachtig procent van de brokstukken van de Almahata Sitta-meteoriet bestaat uit 'primitief' materiaal - gesteenten van planetoïden die sinds de geboorte van het zonnestelsel relatief weinig verandering hebben ondergaan. Zulke planetoïden zijn rijk aan waterhoudende en organische materialen. Veel andere planetoïden hebben door verhitting, waarschijnlijk door het verval van radioactieve elementen, allerlei veranderingen ondergaan.
Meer informatie:
Almahata Sitta Meteorites Could Come From Triple Asteroid Mash-Up
6 oktober 2011
In 2009 ontdekten astronomen dat de 156 kilometer grote planetoïde Minerva twee maantjes met afmetingen van slechts enkele kilometers heeft. Uit een waarnemingen met verschillende telescopen blijkt dat dit niet het enige bijzondere kenmerk van Minerva is. Ze is ongewoon bolvormig voor een planetoïde van deze omvang en heeft mogelijk een unieke structuur. Dit voorjaar zijn met de grote Keck-telescoop op Hawaï en een kleine geautomatiseerde telescoop in Arizona metingen verricht om de banen van de beide maantjes nauwkeurig vast te stellen. Om de precieze vorm van Minerva te bepalen, is een analyse gemaakt van opnamen die de afgelopen dertig jaar van de planetoïde zijn gemaakt, en van Amerikaanse amateurwaarnemingen die op 24 december vorig jaar zijn gedaan toen Minerva een ster bedekte. Uit die analyse blijkt dat Minerva een dichtheid van 1,9 gram per kubieke centimeter heeft. Dat wijst erop dat zij nogal poreus is: dertig procent van haar inwendige bestaat uit lege ruimte. Toch kan die losse opbouw niet de oorzaak zijn van haar ronde vorm: sommige andere planetoïden met één of meer manen hebben een nog geringere dichtheid en zijn desondanks veel onregelmatiger van vorm.
Meer informatie:
The Secrets of Asteroid Minerva and its Two Moons
5 oktober 2011
Het lijkt een mal idee. Stuur een robot de ruimte in, pak een planetoïde en breng deze in een baan om de aarde. Toch is dat het scenario dat wetenschappers en technici hebben besproken tijdens een vierdaagse bijeenkomst die vorige week plaatsvond in het California Institute of Technology. Volgens de deelnemende wetenschappers is het plan al met de huidige technologie uitvoerbaar, en kan het binnen tien jaar worden gerealiseerd. De robotsonde zou zich met magneten of speciale haken aan een planetoïde kunnen vastmaken, en deze op zonne-energie in de juiste baan kunnen manoeuvreren. Volgens NASA zijn er enkele tienduizenden forse planetoïden die op deze manier verplaatst zouden kunnen worden. Naast veel wetenschappelijke informatie bevatten planetoïden ook de nodige grondstoffen. In een klein exemplaar zit al ruwweg dertig keer zoveel metaal als de totale productie van alle mijnen op aarde bij elkaar, wat naar schatting 70 biljoen (zeventigduizend miljard) dollar zou opleveren. Daar gaat dan wel een miljardeninvestering aan vooraf.
Meer informatie:
The Plan to Bring an Asteroid to Earth
3 oktober 2011
De grote planetoïde Vesta is een verbazingwekkend veelzijdige wereld. Dat blijkt uit de eerste wetenschappelijke waarnemingen van de Amerikaanse ruimtesonde Dawn, die vandaag gepresenteerd zijn op een groot internationaal planeetonderzoekscongres in Nantes. Dawn kam in juli aan in een baan rond de planetoïde, en heeft het ca. 500 km grote hemellichaam in augustus vanaf gemiddeld 2700 kilometer afstand waargenomen.
Uit metingen aan volume en massa kon de gemiddelde dichtheid van Vesta worden afgeleid, waaruit blijkt dat de planetoïde een ijzerkern met een middellijn van ca. 230 kilometer moet hebben. De mineralogische samenstelling van het oppervlak vertoont een grote variëteit, vooral in de directe omgeving van inslagkraters, waar vermoedelijk materiaal uit de mantel aan het oppervlak is gekomen. De ware aard van extreem donkere en relatief heldere gebieden op Vesta is nog niet achterhaald.
Vesta vertoont ook een groot verschil in kraterdichtheid tussen het noordelijk en het zuidelijk halfrond. Sommige delen van het zuidelijk halfrond lijken minder dan twee miljard jaar oud, terwijl het noordelijk halfrond - op basis van kratertellingen - gedateerd wordt op ca. vier miljard jaar. Vermoedelijk is een groot deel van het zuidelijk halfrond bedolven geraakt onder materiaal dat werd weggeworpen bij de vorming van het kolossale inslagbekken aan de zuidpool van het hemellichaam.
Vrijwel in het midden van dit zuidpoolbekken ligt een gigantische berg met een middellijn van ca. 200 kilometer en een hoogte van ongeveer 20 kilometer. Onduidelijk is of het hier om een 'normale' centrale berg van een inslagkrater gaat, zoals ze ook in o.a. maankraters voorkomen. Rond de evenaar van Vesta liggen uitgestrekte stelsels van groeven, gecnetreerd rond het inslagbekken. Het oppervlak van de planetoïde blijkt veel ruwer te zijn dan verwacht.
Enkele opvallende kraters op Vesta zijn inmiddels genoemd naar de zogeheten Vestaalse maagden uit de Griekse mythologie. Het inslagbekken aan de zuidpool is Rheasilvia genoemd, naar de moeder van Remulus en Romus.
Meer informatie:
Dawn at Vesta: Massive Mountains, Rough Surface and Old-Young Dichotomy in Hemispheres
Dawn
Dit nieuwsbericht is toegevoegd door Govert Schilling - allesoversterrenkunde.nl
30 september 2011
De Amerikaanse ruimtesonde Dawn, die vier jaar geleden werd gelanceerd en in juli aankwam in een baan rond de grote planetoïde Vesta, begint vandaag met een nieuwe onderzoeksfase van het 500 kilometer grote hemellichaam, vanuit de zogenaamde High-Altitude Mapping Orbit (HAMO), op een gemiddelde hoogte van 680 kilometer. In de eerdere 'survey orbit', op een gemiddeld vier maal zo grote hoogte, deed Dawn ongeveer drie dagen over één omloop rond Vesta; in de nieuwe, lagere baan is de omlooptijd ongeveer twaalf uur. In de komende maand worden zestig omlopen voltooid, waarbij de topografie van Vesta gedetailleerd zal worden vastgelegd in drie dimensies. Op een persconferentie volgende week op een groot internationaal planeetonderzoekscongres in Nantes zal het Dawn-team veel nieuwe resultaten presenteren, en wordt ook bekendgemaakt welke namen er gekozen zijn voor de meest markante oppervlaktestructuren.
Meer informatie:
NASA's Dawn Spacecraft Begins New Vesta Mapping Orbit
Dawn
Dit nieuwsbericht is toegevoegd door Govert Schilling - allesoversterrenkunde.nl
29 september 2011
Waarnemingen met de NASA-satelliet WISE laten zien dat het aantal middelgrote 'aardscheerders' - planetoïden die in de buurt van de aarde kunnen komen - aanzienlijk kleiner is dan gedacht. Ook wijzen de waarnemingen erop dat van de grootste aardscheerders (1 km en groter) inmiddels meer dan negentig procent is opgespoord. Astronomen schatten nu dat er ongeveer 19.500 middelgrote planetoïden zijn die in de buurt van de aarde kunnen komen. Eerdere schattingen kwamen nog uit op 35.000. Maar verreweg de meeste planetoïden met afmetingen van honderd meter tot een kilometer wachten nog op ontdekking. Bovendien is nog onduidelijk hoeveel van deze middelgrote planetoïden (theoretisch) met de aarde in botsing kunnen komen. De nieuwe resultaten komen voort uit de grote hemelsurvey die WISE-satelliet tussen januari 2010 en februari 2011 heeft uitgevoerd. Daarbij werden behalve planetoïden ook kometen en sterrenstelsels gefotografeerd. Alles bij elkaar omvat de steekproef van WISE 585 planetoïden die de aarde min of meer dicht kunnen naderen.
Meer informatie:
NASA Space Telescope Finds Fewer Asteroids Near Earth
19 september 2011
Astronomen twijfelen er nauwelijks meer aan dat het uitsterven van de dinosauriërs, 65 miljoen jaar geleden, het gevolg was van de inslag van een ca. 10 kilometer grote planetoïde. Maar over de herkomst van dat kosmische projectiel bestaat veel onduidelijkheid. In 2007 werd gesuggereerd dat het rotsblok mogelijk een van de talloze brokstukken was die ca. 160 miljoen jaar geleden ontstonden bij de botsing van de grote planetoïde Baptistina met een andere, kleinere planetoïde. De Amerikaanse infraroodkunstmaan WISE (Wide-field Infrared Survey Explorer) rekenen echter af met die theorie. WISE verrichtte tussen januari 2010 en februari 2011 infraroodmetingen aan vele tienduizenden planetoïden. Daarbij werd ook de reflectiviteit bepaald van 1056 leden van de Baptistina-familie, die op basis van hun baaneigenschappen nog steeds herkenbaar zijn als brokstukken van de botsing. Uit de WISE-metingen kon vervolgens een schatting worden gemaakt van de leeftijd van de brokstukken. Daaruit blijkt dat de Baptistina-botsing niet 160 miljoen jaar geleden heeft plaatsgevonden, maar ca. 80 miljoen jaar geleden. Omdat het vervolgens nog vele tientallen miljoenen jaren duurt voordat de eerste brokstukken van de botsing - als gevolg van baanverstoringen - de aardbaan beginnen te kruisen, lijkt het uitgesloten dat Baptistina verantwoordelijk gehouden kan worden voor het uitsterven van de dinosauriërs.
Meer informatie:
NASA's WISE Raises Doubt About Asteroid Family Believed Responsible for Dinosaur Extinction
Dit nieuwsbericht is toegevoegd door Govert Schilling - allesoversterrenkunde.nl
16 september 2011
Dankzij een nieuwe video, gebaseerd op opnamen van de NASA-ruimtesonde Dawn, kan nu iedereen een vlucht boven het oppervlak van de grote planetoïde Vesta maken. De beelden zijn gemaakt vanaf een hoogte van ongeveer 2700 kilometer. Hoewel Vesta nu van alle kanten door Dawn is gefotografeerd, is op het filmpje niet het hele oppervlak van de planetoïde te zien. Het is op dit moment winter op het noordelijk halfrond van Vesta, waardoor het noordpoolgebied geheel in duisternis is gehuld. Wél goed te zien is de zuidpool, waar zich een honderden kilometers breed inslagbekken bevindt. Langs de randen ervan liggen kilometers hoge rotswanden en in het midden verrijst een berg, die met zijn hoogte van vijftien kilometer tot de hoogste van het zonnestelsel behoort. Dankzij de Dawn-beelden hebben wetenschappers nu ook de precieze oriëntatie van de rotatie-as van Vesta kunnen vaststellen. En dat maakte het weer mogelijk om de planetoïde van een coördinatennet te voorzien. De vijfhonderd meter grote krater die gebruikt is om de nulmeridiaan te kiezen - het Greenwich van Vesta als het ware - heeft de naam Claudia gekregen.
Meer informatie:
NASA's Dawn Collects a Bounty of Beauty from Vesta
Video van Vesta
25 augustus 2011
De meeste gewone meteorieten die op aarde worden gevonden, zijn inderdaad afkomstig van planetoïden. Dat blijkt uit onderzoek van deeltjes van de planetoïde Itokawa die door de Japanse ruimtesonde Hayabusa op aarde zijn afgeleverd (Science, 26 augustus). Hayabusa bereikte de planetoïde in 2003 en slaagde er, ondanks de nodige technische problemen, in om wat stof van het oppervlak op te vangen. De capsule met stofdeeltjes plofte in juni 2010 neer in de Zuid-Australische woestijn. Hoewel de hoeveelheid heel gering was, gaf dat wetenschappers voor het eerst de beschikking over materiaal dat met zekerheid van een planetoïde afkomstig is. Het zorgvuldige onderzoek van de deeltjes van Itokawa heeft geleerd dat de samenstelling ervan overeenkomt met die van chondrieten - de meest voorkomende klasse van steenmeteorieten die op aarde worden gevonden. Dat werd al vermoed, omdat de lichtspectra van veel planetoïden op die van chondrieten leken, maar volledige zekerheid was er nog niet. Volgens de onderzoekers heeft het verzamelde stof minder dan acht miljoen jaar aan het oppervlak van Itokawa gelegen. Het is duidelijk langdurig verhit geweest tot een temperatuur van ongeveer 800 graden, en dat wijst erop dat het materiaal oorspronkelijk afkomstig is van een grotere planetoïde. In een planetoïde die zo klein is als Itokawa kan zo'n hoge temperatuur namelijk nooit zijn bereikt. Daarom wordt nu gedacht dat Itokawa uit brokstukken van een uiteengevallen planetoïde bestaat. In 2016 hoopt ook de NASA een ruimtesonde te lanceren die bodemmonsters van een planetoïde gaat verzamelen.
Meer informatie:
Dust Scooped From Asteroid Confirms Source of Earth-Bound Meteorites
Japanese Asteroid Mission A Success
16 augustus 2011
Over een paar jaar zal een NASA-ruimtesonde een bodemmonster inzamelen van het oppervlak van een ruim vijfhonderd meter grote planetoïde die soms dicht in de buurt van de aarde komt. De ruimtesonde, OSIRIS-REx1 geheten, zal in september 2016 vertrekken. Doelwit van de missie is planetoïde 1999 RQ36, die tegen die tijd ongetwijfeld anders zal heten. OSIRIS-REx1 zal een jaar lang om het kleine hemellichaam cirkelen en een robotarm naar zijn oppervlak uitstrekken. Geschept of geboord wordt er niet. De robotarm blaast simpelweg zuiver stikstof uit om het oppervlak van de planetoïde in beroering te brengen en het opstuivende materiaal inzamelen. Als alles goed gaat, wordt dat materiaal in 2023 op aarde afgeleverd. Doel van het onderzoek is niet alleen om meer te weten te komen over de structuur van planetoïden die een bedreiging voor onze planeet kunnen vormen. Door het onderzoek van het bodemmateriaal hopen wetenschappers er ook achter te komen of planetoïden een rol hebben gespeeld bij het ontstaan van leven op de aarde. Er zijn aanwijzingen dat 1999 RQ36 rijk is aan koolstofverbindingen, mogelijk in de vorm van aminozuren. Deze koolstofverbindingen komen in alle levende organismen op aarde voor.
Meer informatie:
NASA Plans to Visit a Near-Earth Asteroid
11 augustus 2011
De Amerikaanse ruimtesonde Dawn is donderdag officieel aan zijn eerste 'survey orbit' begonnen - een wijde omloopbaan op een gemiddelde afstand van ca. 2700 kilometer van de grote planetoïde Vesta. Vanuit deze omloopbaan wordt vrijwel het gehele oppervlak van de ca. 500 kilometer grote planetoïde op zichtbare en infrarode golflengten in kaart gebracht, om geologie en samenstelling van het oppervlak te achterhalen. Ook zal het zwaartekrachtsveld van Vesta nauwkeurig worden opgemeten. Na ca. zeven survey orbits manoeuvreert de ruimtesonde in de loop van ongeveer een maand in een veel lagere baan, voor het maken van scherpere foto's en stereoscopische waarnemingen. Met het begin van de eerste survey orbit is de wetenschappelijke fase van het ruimteonderzoeksproject officieel van start gegaan. Dawn werd in september 2007 gelanceerd en kwam half juli bij Vesta aan. In de zomer 2012 vliegt hij verder naar de dwergplaneet Ceres, de grootste bewoner van de planetoïdengordel.
Meer informatie:
NASA's Asteroid Photographer Beams Back Science Data
Dawn
Dit nieuwsbericht is toegevoegd door Govert Schilling - allesoversterrenkunde.nl
1 augustus 2011
De Amerikaanse ruimtesonde Dawn, die twee weken geleden in een omloopbaan rond de grote planetoïde Vesta werd gebracht, heeft gedetailleerde opnamen gemaakt van het oppervlak van deze 'protoplaneet'. De nieuwste foto's werden vandaag gepresenteerd op een persconferentie op NASA's Jet Propulsion Laboratory. De enorme krater in het zuidpoolgebied van Vesta is gedetailleerd in beeld gebracht, en uit de nieuwe opnamen blijkt verder dat er op het zuidelijk halfrond van Vesta veel minder kleinere kraters voorkomen dan op het noordelijk halfrond, wat betekent dat het om een jonger oppervlak gaat. Rond de evenaar van Vesta komen diepe groeven voor, waarvan het ontstaan vermoedelijk geassocieerd is met de vorming van de grote zuidpoolkrater. Metingen met de gevoelige spectrometer van Dawn laten zien dat de mineralogische samenstelling van het oppervlak grote variaties vertoont. Toekomstige foto's en metingen zullen meer informatie opleveren over de precieze aard van de waargenomen structuren.
Meer informatie:
NASA's Dawn Spacecraft Begins Science Orbits of Vesta
Nieuwste Vesta-opnamen van Dawn
Dawn-opnamen op NASA's Planetary Photojournal
Dit nieuwsbericht is toegevoegd door Govert Schilling - allesoversterrenkunde.nl
27 juli 2011
Amerikaanse en Canadese astronomen hebben een planetoïde ontdekt die de aarde vóórgaat in haar omloopbaan om de zon (Nature, 28 juli). De ongeveer driehonderd meter grote planetoïde werd in oktober vorig jaar opgemerkt op beelden van de infraroodsatelliet WISE. Het is voor het eerst dat zo'n 'Trojaanse planetoïde' bij de aarde is waargenomen. Trojanen zijn planetoïden die dezelfde omloopbaan om de zon volgen als een planeet. Op flinke afstand vóór en achter elke planeet zijn er twee min of meer stabiele punten in die omloopbaan, waar de gecombineerde aantrekkingskracht van planeet en zon precies groot genoeg is om een klein object op zijn plek te houden. Bij één van deze zogeheten Lagrange-punten van de aarde bevindt zich planetoïde 2010 TK7. Eerder zijn al Trojanen ontdekt bij de planeten Jupiter, Neptunus en Mars. Hoe stabiel de baan van de planetoïde is, is nog onduidelijk, maar het lijkt erop dat hij nog zeker tienduizend jaar in de buurt van het stabiele punt, dat op ongeveer 80 miljoen kilometer van de aarde ligt, kan blijven. De verwachting is dat de komende jaren nog meer aardse Trojanen ontdekt worden.
Meer informatie:
NASA's WISE Finds Earth's First Trojan Asteroid
Earth's first Trojan Asteroid discovered
18 juli 2011
NASA-ruimtesonde Dawn heeft de eerste gedetailleerde opname van de grote planetoïde Vesta naar de aarde gezonden. Dawn draait sinds afgelopen zaterdag Dawn op een afstand van ongeveer 15.000 kilometer om de planetoïde. De eerste close-up toont de zuidkant van Vesta, waar ongeveer een miljard jaar geleden een kleinere planetoïde is ingeslagen. De krater die daarbij is ontstaan, is bijna zo breed als de planetoïde zelf. Het gebied wordt gekenmerkt door talrijke groeven en kleinere inslagkraters van latere datum. Het echte onderzoek aan Vesta, dat bijna een jaar gaat duren, begint in augustus. De komende drie weken zal Dawn in een lagere omloopbaan worden gemanoeuvreerd, zodat het oppervlak van de planetoïde nog nauwkeuriger kan worden bestudeerd.
Meer informatie:
Dawn Spacecraft Returns Close-Up Image of Asteroid Vesta
Vorstoß zum letzten Protoplaneten
18 juli 2011
De Internationale Astronomische Unie heeft afgelopen zaterdag twee planetoïden naar Nederlanders vernoemd. Planetoïde 10977 gaat voortaan door het leven als Mathlener, planetoïde 12180 heeft de naam Kistemaker gekregen. Daarmee komt het totale aantal planetoïden met een Nederlands tintje op 320. De eerste planetoïde is vernoemd naar Edwin Mathlener, voormalig hoofdredacteur van het sterrenkundige tijdschrift Zenit en de huidige directeur van Stichting 'De Koepel' - de stichting in Utrecht die zich inspant voor het populariseren van de sterrenkunde. Planetoïde 12180 is vernoemd naar de vorig jaar overleden Leidse hoogleraar Jacob Kistemaker (1917-2010), pionier op het gebied van uraniumverrijking met behulp van ultracentrifuges. De beide planetoïden zijn ontdekt door het Nederlandse astronomenechtpaar Ingrid van Houten-Groeneveld en (wijlen) Cees van Houten, op fotografische platen gemaakt door de onlangs overleden Nederlands-Amerikaanse astronoom Tom Gehrels. Ze cirkelen tussen de banen van Mars en Jupiter om de zon.
Meer informatie:
Homepage Edwin Mathlener
Jacob Kistemaker op Wikipedia
Lijst van 'Nederlandse' planetoïden
17 juli 2011
NASA's ruimtesonde Dawn heeft zaterdag als eerste ruimtesonde een omloopbaan om een planetoïde in de planetoïdengordel tussen Mars en Jupiter bereikt. Die ruim vijfhonderd kilometer grote planetoïde, Vesta geheten, zal het komende jaar nauwkeurig door Dawn onderzocht worden. Hoewel Dawn gegevens naar de aarde heeft gezonden waaruit blijkt dat hij nu inderdaad om Vesta cirkelt, is nog niet helemaal duidelijk wanneer hij precies door het zwaartekrachtsveld van de planetoïde is ingevangen. Het precieze invangmoment is afhankelijk van de massa van Vesta, en die is nog niet goed bekend. Aan deze onzekerheid komt binnenkort een eind omdat, nu Dawn om Vesta cirkelt, de massa van de planetoïde nauwkeurig kan worden bepaald. De komende weken zal Dawn geleidelijk in een lagere baan worden gemanoeuvreerd. Hij zal dan niet alleen gedetailleerdere beelden van Vesta maken, maar ook de samenstelling van haar oppervlaktegesteente onderzoeken. Het is de bedoeling dat de ruimtesonde Vesta in juli 2012 verlaat en dan op weg gaat naar de dwergplaneet Ceres. Doel van dit alles is om meer te weten te komen over de begintijd van ons zonnestelsel: Vesta en Ceres worden gezien als onvoltooide planeten.
Meer informatie:
NASA's Dawn Spacecraft Enters Orbit Around Asteroid Vesta
Dawn Mission (JPL)
14 juli 2011
Kort voordat de NASA-ruimtesonde Dawn zijn omloopbaan om Vesta bereikt, komt het vaktijdschrift Astronomy & Astrophysics met een opmerkelijk artikel over de evolutie van de omloopbanen van Vesta en haar grotere soortgenoot Ceres. Computerberekeningen door astronomen van de sterrenwacht van Parijs laten zien dat deze banen chaotisch gedrag vertonen. En dat blijkt niet alleen gevolgen te hebben voor de beide planetoïden. Ceres en Vesta zijn de grootste objecten in de planetoïdengordel tussen de banen van Mars en Jupiter. Ceres is 6000 keer en Vesta nog eens een factor vier zo licht als de aarde. Desondanks oefenen de beide planetoïden aantrekkingskracht uit - niet alleen op elkaar, maar ook op de 'echte' planeten van het zonnestelsel. Uit de Franse berekeningen blijkt dat hun omloopbanen zich op de lange termijn volkomen onvoorspelbaar gedragen. Er bestaat zelfs een kleine, maar niet verwaarloosbare kans dat het ooit tot een botsing komt. Verrassend is ook dat de kleine zwaartekrachtsinvloed van Ceres en Vesta voldoende is om variaties te veroorzaken in de vorm van de aardbaan. Concreet betekent dit dat de excentriciteit ('langgerektheid') van de aardbaan, die van invloed is op het klimaat aan haar oppervlak, zich niet langer dan 60 miljoen jaar laat volgen. Dat is verdrietig nieuws voor wetenschappers die de klimaatgeschiedenis van de aarde onderzoeken: analyses die verder teruggaan dan 60 miljoen jaar staan op losse schroeven. Zeker is wel dat ruimtesonde Dawn zaterdagochtend vroeg door de zwaartekracht van Vesta wordt ingevangen, en vervolgens een jaar lang om de planetoïde blijft cirkelen. Als voorproefje heeft NASA een nieuwe opname van Vesta gepresenteerd, die van een afstand van 41.000 kilometer is gemaakt.
Meer informatie:
When minor planets Ceres and Vesta rock the Earth into chaos
NASA Spacecraft to Enter Asteroid's Orbit on July 15
7 juli 2011
Eind juni is een storing opgetreden in een elektronisch circuit van de ionenmotor van de ruimtesonde Dawn. Het mankement is enkele dagen later verholpen door een backupsysteem in te schakelen, maar de storing heeft wel gevolgen voor zijn aankomsttijd bij de planetoïde Vesta. Doordat na de herstart wat meer 'gas' is gegeven, bereikt de ruimtesonde zijn omloopbaan niet later maar juist bijna een dag eerder. Enkele dagen na de motorpech werd Dawn nog door een ander mankement getroffen, waarbij één van de meetinstrumenten - een spectrometer - zichzelf uitschakelde. Wat deze 'reset' precies heeft veroorzaakt, is onduidelijk, maar na een herstart leek de spectrometer weer normaal te functioneren. Dawn spiraalt momenteel naar Vesta toe. Eind volgende week zal hij het ruim 500 kilometer grote hemellichaam zo dicht zijn genaderd, dat hij vanzelf door diens zwaartekrachtsveld wordt ingevangen. Na nog enkele baanmanoeuvres zal Dawn dan een jaar lang om Vesta blijven cirkelen. De planetoïde wordt gezien als een protoplaneet: een planeet-in-wording die nooit volgroeid is. Door Vesta te onderzoeken hopen wetenschappers meer inzicht te krijgen in de begintijd van ons zonnestelsel.
Meer informatie:
Dawn Team Members Check out Spacecraft
View of Vesta Getting Sharper
Does Asteroid Vesta Have a Moon?
23 juni 2011
De pas ontdekte planetoïde 2011 MD scheert maandag 27 juni naar kosmische begrippen rakelings langs de aarde. De kleinste afstand tot het aardoppervlak zal 12.000 kilometer bedragen, maar NASA-wetenschappers benadrukken dat er geen kans bestaat dat het hooguit twintig meter grote brok gesteente op aarde zal inslaan. Wel zal de zwaartekracht van de aarde de koers van de planetoïde beïnvloeden. Op het moment van dichtste nadering zal 2011 MD zich boven het zuidelijke deel van de Atlantische Oceaan bevinden, vlakbij de kust van Antarctica. Vervolgens doorkruist hij de gordel van de geostationaire satellieten die boven de aarde hangen, maar de kans dat het tot een botsing met een satelliet komt is astronomisch klein.
Meer informatie:
Asteroid Flyby
23 juni 2011
Hoewel gemaakt van een afstand van ongeveer 189.000 kilometer, laten de meest recente beelden die de NASA-ruimtesonde Dawn van de planetoïde Vesta heeft gemaakt al duidelijke verschillen in oppervlaktestructuur zien. Op tal van plaatsen zijn patronen te zien die aan inslagkraters doen denken. De komende weken zullen steeds betere foto's van de grote planetoïde worden gemaakt. Naar verwachting zal Dawn op 16 juli door Vesta worden 'ingevangen' en vanaf dat moment een jaar lang rondjes om het pokdalige hemellichaam blijven draaien. Het is voor het eerst dat een lid van de planetoïdengordel tussen de banen van Mars en Jupiter zo intensief onderzocht wordt.
Meer informatie:
The faces of Vesta
Dawn Nears Start of Year-Long Stay at Giant Asteroid
16 juni 2011
Planetoïde nummer 15296 draagt voortaan de naam Tantetruus. Daarmee bewijzen sterrenkundigen eer aan Geertruida (Truus) Wijsmuller-Meijer, de Nederlandse oorlogsheldin die tienduizend Joodse kinderen redde.
Nieuwsbericht op Astronet
Dit nieuwsbericht is toegevoegd door Govert Schilling - allesoversterrenkunde.nl
13 juni 2011
De Amerikaanse ruimtesonde Dawn, die half juli in een baan rond de grote planetoïde Vesta zal aankomen, heeft opnamen van het onregelmatig gevormde hemellichaam gemaakt die vergelijkbaar zijn met de beste Vesta-foto's van de Hubble Space Telescope. Twintig opnamen zijn samengevoegd tot een filmpje waarop een deel van de rotatie van Vesta te zien is. Aan de evenaar van de planetoïde is een ca. 100 kilometer grote donkere vlek te zien, die eerder ook al door Hubble was waargenomen en waarvan de ware aarde nog niet bekend is.
De komende weken zal Dawn steeds scherpere foto's maken; tussen half juli 2011 en juli 2012 brengt hij het hele oppervlak gedetailleerd in beeld. Daarna vliegt de ruimtesonde door naar de dwergplaneet Ceres, het grootste hemellichaam in de planetoïdengordel.
Meer informatie:
NASA Spacecraft Captures Video of Asteroid Approach
Persbericht Max-Planck-Instituut voor Zonnestelselonderzoek
Filmpje van Vesta.
Dit nieuwsbericht is toegevoegd door Govert Schilling - allesoversterrenkunde.nl
9 juni 2011
Een analyse van organisch materiaal dat is aangetroffen in een meteoriet die elf jaar geleden boven Canada uiteenspatte, bevestigt dat processen aan het oppervlak van het moederobject van de meteoriet - een planetoïde - de vorming van dat koolstofhoudende materiaal heeft beïnvloed. Dat blijkt uit onderzoek door Amerikaanse en Canadese wetenschappers dat vrijdag in Science wordt gepubliceerd. De meteoriet waarvan de brokstukken op 18 januari 2000 in het gebied rond Tagish Lake terechtkwamen, is een bijzonder exemplaar. Het meer was op dat moment dichtgevroren en met sneeuw bedekt, waardoor de in het gesteente aanwezige stoffen direct goed geconserveerd werden. Bovendien werd er bij het inzamelen van de meteorietfragmenten op toegezien dat deze niet vervuild raakten met aards materiaal. Volgens de onderzoekers wijzen de variaties in de samenstelling van vier brokstukken van de meteoriet erop dat de daarin aanwezige organische verbindingen, zoals aminozuren, suikers en koolwaterstoffen, zijn gevormd onder invloed van warme, vochtige omstandigheden. Het meest waarschijnlijke scenario is dat het stof waaruit de planetoïden zijn gevormd ijs bevatte. Dat ijs smolt door opwarming door de zon en sijpelde door het gesteente dat uit het samengeklonterde stof ontstond, en veranderde daarbij de daarin aanwezige organische stoffen. Dat betekent dat planetoïden waarschijnlijk een belangrijke rol hebben gespeeld bij het ontstaan van leven op onze planeet. Veel (brokstukken van) planetoïden zijn in de begintijd van ons zonnestelsel - ruim vier miljard jaar geleden - op aarde ingeslagen. Daarbij leverden zij de door hen zelf 'voorgekookte' organische moleculen af, die aan de basis stonden van de eerste primitieve levensvormen.
Meer informatie:
Meteorite holds clues to organic chemistry of the early Earth
Earth-bound asteroids carried ever-evolving, life-starting organic compounds
Asteroid served up 'custom orders' of life's ingredients
25 mei 2011
In 2016 stuurt de Amerikaanse NASA een onbemande ruimtesonde naar de 'aardscheerder' 1999 RQ36 - een steenklomp van een kleine zeshonderd meter in middellijn die de aarde relatief dicht kan naderen. In 2020 zal de ruimtesonde met behulp van een robotarm 'bodemmonsters' van de planetoïde nemen, die drie jaar later teruggebracht worden op aarde voor laboratoriumonderzoek.
De ruimtesonde, OSIRIS-REx geheten (Origins-Spectral Interpretation-Resource Identification-Security-Regolith Explorer), is gekozen als het derde project in NASA's New Frontiers-programma. De eerdere twee New Frontiers-projecten waren New Horizons (een vlucht naar Pluto en twee andere ijsdwergen, gelanceerd in januari 2006) en Juno (een ruimtesonde die komende zomer gelanceerd wordt in de richting van de reuzenplaneet Jupiter).
OSIRIS-REx werd verkozen boven een onbemande sample return-mission naar de achterzijde van de maan en een nieuwe ruimtemissie naar de planeet Venus. NASA heeft veel belangstelling voor aardscheerders, niet alleen vanwege hun wetenschappelijke betekenis (ze bieden informatie over de evolutie van het zonnestelsel), maar ook omdat het de bedoeling is in de loop van de jaren twintig een bemande vlucht naar zo'n kleine planetoïde uit te voeren.
Meer informatie:
NASA to Launch New Science Mission to Asteroid in 2016
NASA Selects UA-Led Mission to Collect Sample From Asteroid
Dit nieuwsbericht is toegevoegd door Govert Schilling - allesoversterrenkunde.nl
11 mei 2011
De Dawn-ruimtesonde van NASA heeft op 3 mei zijn eerste foto gemaakt van de grote planetoïde Vesta, vanaf een afstand van 1,21 miljoen km. Hierop is nog weinig meer te zien dan een stip, maar de foto helpt wel om de baan van de ruimtesonde te corrigeren op zijn weg naar de planetoïde. Dawn werd in december 2007 gelanceerd met het doel om de planetoïden Vesta en Ceres te bezoeken. Het eerste doel Vesta wordt dit jaar bereikt: op 16 juli komt Dawn in een baan om Vesta en zal daar een jaar lang blijven. Planetoïde en sonde staan dan op een afstand van 188 miljoen km van de aarde. Begin augustus start Dawn met het maken van foto's vanaf een hoogte van 2700 km boven de planetoïde. Vesta is de op twee na grootste planetoïde in ons zonnestelsel (diameter 530 km) en is tot nu toe nog niet van dichtbij bekeken. Door Vesta vanuit allerlei posities te fotograferen, wil men een goed ruimtelijk model verkrijgen. Na een jaar reist Dawn verder en zal in 2015 arriveren bij de nog grotere planetoïde Ceres.
Meer informatie:
NASA's Dawn captures first image of nearing asteroid
Dit nieuwsbericht is toegevoegd door Edwin Mathlener - www.dekoepel.nl
3 mei 2011
De NASA-ruimtesonde Dawn nadert zijn eerste reisdoel: de grote planetoïde Vesta. Hij heeft nu drie maanden om de nog resterende afstand van ongeveer 1,2 miljoen kilometer te overbruggen. In die tijd zal de ruimtesonde met behulp van een ionenmotor, die geladen xenondeeltjes uitstoot, een spiraalvormige aanvliegroute volgen die hem op 16 juli in een baan om Vesta brengt. Vanaf nu worden ook de camera's van Dawn voor navigatiedoeleinden ingezet. Tot nog toe werd voornamelijk genavigeerd op het radiosignaal van de ruimtesonde. Maar naarmate de planetoïde dichter wordt genaderd zijn nauwkeurigere positiemetingen nodig. Door te analyseren welke stand Vesta inneemt ten opzichte van de vaste sterren, kan de ruimtesonde exacter worden bijgestuurd. De camerabeelden zullen ook worden gebruikt om te zoeken naar eventuele maantjes die om Vesta kunnen cirkelen. Op beelden van de Hubble-ruimtetelescoop en telescopen op aarde zijn geen maantjes te zien, dus als ze al bestaan, zijn ze heel klein. De reis van Dawn begon op 27 september 2007. Vanaf 16 juli zal hij een jaar lang om Vesta blijven draaien om vervolgens koers te zetten naar de nog grotere planetoïde Ceres. Daar zal de ruimtesonde in 2015 aankomen. Het onderzoek aan de beide hemellichamen is bedoeld om meer inzicht te krijgen in de begintijd van ons zonnestelsel.
Meer informatie:
Dawn Reaches Milestone Approaching Asteroid Vesta
28 april 2011
Eind vorig jaar merkten astronomen op dat de planetoïde Scheila opeens gehuld was in een wolk van waterdamp en/of stofdeeltjes. Aanvankelijk werd gedacht dat Scheila eigenlijk geen planetoïde is, maar een inactieve komeet die onder invloed van de zonnewarmte weer tot leven was gekomen. Maar waarnemingen met de Swift-satelliet en de Hubble-ruimtetelescoop wijzen er nu toch op dat Scheila een gewone planetoïde is, die met een kleinere soortgenoot in botsing is gekomen. Anders dan kometen bestaan planetoïden vrijwel volledig uit gesteenten. Het zijn overblijfselen van de vorming van de planeten, die zich ruim vier miljard geleden voltrok. Tussen de banen van Mars en Jupiter bewegen miljoenen van deze rotsblokken in eigen banen om de zon, en Scheila is daar eentje van. Volgens de astronomen die de Hubble- en Swift-beelden onderzocht hebben, lijkt het er nog het meest op dat de ruim honderd kilometer grote planetoïde is geschampt door een ongeveer dertig meter grote soortgenoot. In het spectrum dat Swift van Scheila heeft vastgelegd is namelijk geen spoor van waterdamp terug te vinden. De wolk die rond de planetoïde te zien was, bestond waarschijnlijk volledig uit puin dat bij de inslag is opgeworpen.
Meer informatie:
NASA's Swift and Hubble Probe Asteroid Collision Debris
14 april 2011
Astronomen van over de hele wereld kunnen nu de honderden miljoenen sterrenstelsels, sterren en planetoïden bekijken die in het eerste pakket gegevens van de onlangs uitgeschakelde infraroodsatelliet WISE zijn verzameld. WISE heeft in ruim een jaar tijd de complete sterrenhemel op infrarode golflengten in beeld gebracht. Daarbij zijn meer dan 2,7 miljoen afzonderlijke opnamen gemaakt. Het eerste gegevenspakket, dat ook voor niet-professionele onderzoekers toegankelijk is, omvat de eerste 57 procent van de hemel. De rest van de gegevens zal in het voorjaar van 2012 worden vrijgegeven. Naar verwachting zullen in de WISE-gegevens miljoenen nieuwe objecten ontdekt worden.
Meer informatie:
WISE Delivers Millions of Galaxies, Stars, Asteroids
Website WISE-archief
Instructies voor het gebruik van het WISE-archief
14 april 2011
Verscheidene amateur-astronomen hebben de afgelopen dagen video-opnamen gemaakt van de kleine planetoïde 2011 GP59, die in de nacht van 8 op 9 april jl. werd ontdekt. Op de beelden is de planetoïde te zien als een klein lichtstipje dat met een periode van ongeveer vier minuten aan en uit knippert. Dat wijst erop dat het naar schatting vijftig meter grote object een langgerekte vorm heeft en we vanaf de aarde afwisselend tegen zijn lange en zijn korte zijde aan kijken. Zijn rotatietijd bedraagt in dat geval iets minder dan acht minuten.
Meer informatie:
Fast-Rotating Asteroid Winks For Astronomer's Camera
Video-opname van 2011 GP59
Baangegevens planetoïde 2011 GP59
6 april 2011
Op 8 november is heel eventjes een ander hemellichaam dan de maan de meest nabije buur van de aarde. Op die dag scheert namelijk de 400 meter grote planetoïde 2005 YU55 op een afstand van iets meer dan 300.000 kilometer langs onze planeet. Naar kosmische maatstaven is dat een nipte misser, zeker voor een planetoïde van deze omvang. Voor wetenschappers biedt de komst van 2005 YU55 een mooie gelegenheid om het hemellichaam met telescopen en radarinstrumenten te onderzoeken. Zo vaak krijgen ze de kans niet om zo'n aardscheerder van 'nabij' te bekijken. Gemiddeld komt er slechts eens in de dertig jaar een object van deze grootte zo dichtbij. Hoewel 2005 YU55 tot de 'potentieel gevaarlijke planetoïden' wordt gerekend, is de kans klein dat het binnen afzienbare tijd tot een botsing met de aarde komt.
Meer informatie:
Huge Asteroid to Pass Near Earth in November
5 april 2011
De vorig jaar door de WISE-satelliet ontdekte planetoïde 2010 SO16 blijkt een begeleider van de aarde te zijn. Net als een handjevol soortgenoten beweegt hij in vrijwel dezelfde baan als onze planeet om de zon, waarbij zijn afstand afwisselend toe- en afneemt. Dat merkwaardige gedrag ontstaat doordat objecten die op iets grotere afstand dan de aarde om de zon draaien een iets langere omlooptijd hebben dan onze planeet, terwijl objecten in iets kleinere banen dan de aarde juist sneller bewegen. Een planetoïde die vlak binnen de aardbaan om de zon draait, zal ons dus proberen in te halen.De zwaartekracht van de aarde zorgt er echter voor dat de planetoïde vlak voor zijn inhaalmanoeuvre wat verder naar buiten wordt getrokken, waardoor zijn baan wijder wordt dan de aardbaan. Vanaf dat moment verliest de planetoïde terrein op onze planeet, totdat hij door deze wordt ingehaald en weer in een kleinere omloopbaan om de zon wordt getrokken. Het resultaat is dat het hemellichaam vanaf de aarde gezien een hoefijzervormige baan lijkt te volgen, waarbij hij af en toe wel in de buurt van onze planeet komt, maar deze nooit passeert. Bij de naar schatting enkele honderden meters grote planetoïde 2010 SO16 duurt de complete cyclus ongeveer 350 jaar. Hoefijzerbanen zijn niet stabiel: een kleine verstoring is voldoende om de planetoïde definitief in een wijdere of minder wijde omloopbaan om de zon te brengen. Maar computersimulaties laten zien dat 2010 SO16 toch nog wel een tijdje in de buurt van de aardbaan zal blijven: minstens 120.000 jaar en misschien zelfs nog wat langer.
Meer informatie:
Earth-Companion Asteroid Discovered in Horseshoe-Shaped Orbit
Astronomers find newly discovered asteroid is Earth's companion
WISE Mission Spots 'Horseshoe' Asteroid
29 maart 2011
De planetoïde Vesta kan misschien beter geclassificeerd worden als protoplaneet. Dat vinden onderzoekers van NASA's Dawn-missie - een ruimtesonde die in juli 2011 in een baan rond Vesta wordt gebracht. Vesta werd op 29 maart 1807 ontdekt door Heinrich Wilhelm Olbers. Met een gemiddelde diameter van 530 kilometer is het de op één na grootste bewoner van de planetoïdengordel tussen de banen van Mars en Jupiter. Alleen de dwergplaneet Ceres (ongeveer duizend kilometer) is groter.
Vesta is te klein om onder zijn eigen gewicht de bolvorm aan te nemen. Om die reden wordt hij niet gexlassificeerd als dwergplaneet. Maar er is wel een groot verschil met andere planetoïden: het hemellichaam is ooit gesmolten geweest, waardoor zware materialen naar de kern zakten. Kleinere planetoïden hebben niet zo'n 'gedifferentieerde' inwendige opbouw. Vesta lijkt vermoedelijk nog het meest op de talloze protoplaneten die ooit de binnendelen van het zonnestelsel bevolkten, en die zich miljarden jaren geleden samenvoegden tot de aardse planeten.
De ruimtesonde Dawn komt in juli bij Vesta aan en zal het hemellichaam een jaar lang vanuit een omloopbaan bestuderen. Daarna zet Dawn koers naar Ceres, waar hij in 2015 moet arriveren.
Meer informatie:
When is an Asteroid Not an Asteroid?
Dawn
Dit nieuwsbericht is toegevoegd door Govert Schilling - allesoversterrenkunde.nl
10 maart 2011
Vooruitlopend op de aankomst van de NASA-ruimtesonde Dawn, hebben wetenschappers een driedimensionaal model gemaakt van de planetoïde Vesta. Dit model, gebaseerd op de beste opnamen die van dit ruim vijfhonderd kilometer grote hemellichaam beschikbaar zijn, moet helpen beslissen op welke manier Vesta straks het beste in beeld kan worden gebracht. Dawn zal in juli bij Vesta aankomen en vervolgens een jaar lang op een hoogte van een paar honderd kilometer om de planetoïde blijven cirkelen. In die tijd kan ongeveer tachtig procent van het oppervlak in kaart worden gebracht. Met name het noordelijke poolgebied zal op de foto's ontbreken, omdat dit in dat jaar niet door de zon wordt verlicht.
Meer informatie:
Dawn Gets Vesta Target Practice
Website Dawn-missie
10 maart 2011
Op 31 januari hebben astronomen van de universiteit van Hawaï voor het eerst in drie jaar weer opnamen kunnen maken van de planetoïde Apophis. Kort na zijn ontdekking in 2004 leek het erop dat dit ongeveer 270 meter grote rotsblok in 2029 de aarde zo dicht zou naderen, dat het tot een botsing zou kunnen komen. Later onderzoek wees echter uit dat het object op een veilige afstand van enkele tienduizenden kilometers langs onze planeet zal scheren. Niettemin wordt Apophis nog steeds tot de 'potentieel gevaarlijke' planetoïden gerekend, niet in de laatste plaats omdat zijn scheervlucht in 2029 een onvoorspelbare uitwerking zal hebben op de baan die hij volgt. Het kan dus niet helemaal worden uitgesloten dat Apophis later deze eeuw alsnog op onze planeet inslaat, al lijkt die kans vooralsnog heel klein. De opnamen van 31 januari zijn de eerste in een lange reeks die tot een betere bepaling van de omloopbaan van Apophis moet leiden. In 2013 zal de planetoïde al een keer dicht genoeg bij de aarde komen om hem met behulp van radarinstrumenten te onderzoeken.
Meer informatie:
Hawaii Astronomers Keep Tabs On Asteroid Apophis
24 februari 2011
De Pan-STARRS PS1-telescoop op Hawaï heeft een ontdekkingsrecord gevestigd. In de nacht van 29 januari ontdekte het instrument maar liefst negentien nieuwe aardscheerders - planetoïden die in de buurt van de aarde komen. Pan-STARRS is speciaal voor het opsporen van deze objecten opgezet. Twee van de ontdekte aardscheerders volgen banen die hen heel dicht in de buurt van de aarde kunnen brengen. Een onmiddellijk gevaar leveren ze niet op, maar dat kans dat ze binnen de komende honderd jaar in botsing komen met de aarde, kan (nog) niet worden uitgesloten. Op dit moment zijn ruim zevenduizend aardscherende planetoïden opgespoord, waarvan er meer dan 1200 de aarde heel dicht kunnen naderen. De verwachting is dat deze aantallen - mede dankzij Pan-STARRS - de komende jaren flink zullen oplopen.
Meer informatie:
PS1 Telescope Establishes Near-Earth Asteroid Discovery Record
Potentially Hazardous Asteroids
22 februari 2011
In september 2008 ontdekten astronomen dat er rond de langwerpige planetoïde Kleopatra twee kleine manen cirkelen. Uit nadere analyse blijkt dat de beide maantjes, die onlangs Alexhelios en Cleoselene zijn gedoopt, waarschijnlijk bestaan uit materiaal dat door Kleopatra is weggeslingerd. De afgelopen jaren hebben astronomen de baanbeweging van de maantjes nauwkeurig gevolgd. Dat maakte het mogelijk om de massa en dichtheid van Kleopatra vast te stellen. De dichtheid van de 217 kilometer lange planetoïde blijkt verrassend laag te zijn voor een object dat voor een belangrijk deel uit ijzer bestaat: 3,6 gram per kubieke centimeter. Daaruit kan worden geconcludeerd dat Kleopatra een tamelijk losse samenklontering van puin is, die door zijn eigen zwaartekracht bijeengehouden wordt. Volgens de onderzoekers kan deze puinstructuur zowel de vorm van de planetoïde als het bestaan van zijn manen verklaren. Kleopatra is waarschijnlijk ontstaan uit het puin van een 'normale', massieve planetoïde die in botsing kwam met een soortgenoot. Ongeveer honderd miljoen jaar geleden zou hij opnieuw bij een botsing betrokken zijn geweest, waardoor hij snel om zijn as is gaan wentelen. Door deze snelle aswenteling heeft Kleopatra niet alleen een langwerpige vorm gekregen, maar is ook een deel van zijn puin de ruimte in geslingerd. Uit dat materiaal zijn de beide ongeveer acht kilometer grote manen ontstaan.
Meer informatie:
How Kleopatra got its moons
18 januari 2011
NASA-onderzoekers hebben vastgesteld dat meer planetoïden het soort aminozuren bevatten dat door levende organismen op aarde wordt gebruikt. Dat blijkt uit onderzoek van koolstofrijke meteorieten, die brokstukken van planetoïden zijn. Elk aminozuur kent twee varianten die elkaars spiegelbeeld zijn, net als je handen. Organismen op aarde gebruiken uitsluitend 'linkshandige' aminozuren om eiwitten te maken. In maart 2009 werd in meteorieten van enkele koolstofrijke planetoïden een overschot aan linkshandige aminozuren ontdekt. Dat zou erop kunnen wijzen dat de oorsprong van de 'linkshandigheid' van het leven in de ruimte ligt. Het nieuwe onderzoek versterkt dat idee alleen maar: linkshandigheid lijkt ook in de ruimte de norm. Hoe het overschot aan linkshandige aminozuren precies is ontstaan, is nog niet helemaal duidelijk. Maar er zijn sterke aanwijzingen dat de aanwezigheid van vloeibaar water daarbij een rol speelt: hoe meer sporen van water een meteoriet vertoont, des te groter is het overschot aan linkshandige aminozuren.
Meer informatie:
More Asteroids Could Have Made Life's Ingredients
11 januari 2011
Eind vorig jaar heeft NASA's Goldstone-radar in Californië opnamen gemaakt van de in mei ontdekte planetoïde 2010 JL33. Dit nog geen twee kilometer lange rotsblok was onze planeet enkele dagen eerder op een veilige afstand van 6,5 miljoen kilometer gepasseerd. Op de beelden, waaruit een filmpje is samengesteld, is te zien hoe het nogal vormeloze object in ongeveer negen uur om zijn as wentelt. Het oppervlak vertoont een grote holte die veel weg heeft van een inslagkrater. De 70 meter grote schotelantenne van Goldstone is slechts een van de twee radarinstrumenten ter wereld die passerende planetoïden in beeld kunnen brengen. Het andere is de veel grotere radioschotel van Arecibo (Puerto Rico), die echter maar een klein deel van de hemel kan overzien. Samen hebben de beide instrumenten tot nog toe 272 planetoïden en 14 kometen in beeld gebracht.
Meer informatie:
NASA Radar Reveals Features on Asteroid
6 januari 2011
Duitse en Amerikaanse onderzoekers hebben met behulp van een infraroodtelescoop op Hawaï een nieuw type planetoïde ontdekt. De mineralogische samenstelling van het hemellichaam, dat de aanduiding 1999 TA10 draagt, wijst erop dat het een brokstuk is van de grote planetoïde Vesta. Maar de samenstelling van 1999 TA10 wijkt duidelijk af van die van de overige brokstukken die van Vesta bekend zijn. Met een diameter van ruim 500 kilometer is Vesta een van de grootste planetoïden die tussen de banen van de planeten Mars en Jupiter om de zon draaien. Het is een uniek hemellichaam, dat ondanks zijn bescheiden afmetingen dezelfde gelaagde structuur vertoont als een volwaardige planeet, met een korst van gestolde lava en een kern van ijzer en nikkel. Een reusachtige krater aan de zuidkant van Vesta wijst erop dat deze planetoïde lang geleden met een forse soortgenoot in botsing is gekomen. Bij die botsing moet niet alleen korstmateriaal, maar ook gesteente van grotere diepte de ruimte in zijn geblazen. De brokstukken van Vesta vormen nu een familie van kleine planetoïden die net zo'n samenstelling hebben als de naar schatting 25 kilometer dikke buitenkorst van hun moederlichaam. De samenstelling van planetoïde 1999 AT10 wijkt daar echter duidelijk van af. Volgens de onderzoekers bestaat hij uit gesteente dat van grotere diepte afkomstig is - uit de zogeheten mantel van Vesta.
Meer informatie:
A look into Vesta's interior
12 december 2010
Ergens begin deze maand is 'planetoïde' 596 Scheila zich als een komeet gaan gedragen. Dat blijkt uit opnamen van de Catalina Sky Survey, die gisteren zijn vrijgegeven. Dat er met Scheila iets bijzonders aan de hand is, bleek pas afgelopen zaterdag. Het 113 kilometer grote hemellichaam, dat deel uitmaakt van de planetoïdengordel tussen de planeten Mars en Jupiter was opeens twee keer zo helder als normaal. Op foto's was te zien dat hij zich had gehuld in een wolk van waterdamp en een kleine 'komeetstaart' had gevormd. Theoretisch is het niet onmogelijk dat de planetoïde in botsing is gekomen met een kleinere soortgenoot. Maar het is waarschijnlijker dat Scheila geen normale planetoïde is - een object dat grotendeels uit gesteente bestaat -, maar een komeet die zich sinds zijn ontdekking in 1906 koest gehouden heeft. Blijkbaar is de zon er pas nu weer eens in geslaagd om een hoeveelheid bevroren water onder het komeetoppervlak voldoende op te warmen om deze te laten verdampen. De afgelopen jaren zijn in de planetoïdengordel meer van die 'verdwaalde' kometen ontdekt. Zo gaat de voormalige planetoïde 1979 OW7 door het leven als komeet 133P/Elst-Pizarro.
Meer informatie:
Asteroid Scheila Sprouts a Tail and Coma
16 november 2010
De stofdeeltjes in de capsule die de Japanse ruimtesonde Hayabusa in juni op aarde afleverde, zijn inderdaad afkomstig van de planetoïde Itokawa. Dat heeft de Japanse minister van wetenschap en technologie Yoshiaki Takagi bekendgemaakt. Het Japanse ruimteagentschap JAXA heeft in totaal 1500 minuscule deeltjes in de capsule aangetroffen en onder de elektronenmicroscoop gelegd. Ze bestaan uit gesteente dat in vrijwel alle gevallen van buitenaardse afkomst is. Eerder bestond nog de vrees dat om materiaal van de ruimtesonde of andere vormen van 'vervuiling' zou kunnen gaan. Hayabusa bracht in 2005 een bezoek aan Itokawa, om daar bodemmateriaal te verzamelen. Maar tijdens de missie ging er zo veel mis, dat tot nog toe onzeker was of de ruimtesonde überhaupt wel planetoïdenmateriaal had weten op te vangen. Nu dat inderdaad gelukt blijkt te zijn, heeft Japan een primeur: het is het eerste land dat materiaal van een ander hemellichaam dan de maan naar de aarde heeft gebracht.
Meer informatie:
Japan confirms space probe collected asteroid dust
Spacecraft is first to bring asteroid dust to Earth
25 oktober 2010
De inslag van een minder dan een kilometer grote planetoïde in de oceaan kan catastrofale gevolgen hebben voor de ozonlaag van onze planeet. Dat zeggen onderzoekers van de Planetary Science Institute in Arizona (VS). Doorgaans gaat bij het doorrekenen van zulke inslagen alle aandacht uit naar de tsunami's die deze veroorzaken. Maar volgens de Amerikaanse onderzoekers moet er ook worden gekeken naar de gevolgen van de grote hoeveelheden zeewater die de atmosfeer in worden geblazen. De daarin aanwezige zouten zouden de chemische balans van de aardatmosfeer zodanig verstoren dat er in feite een wereldomvattend ozongat ontstaat. Zo'n grootschalige aantasting van de ozonlaag resulteert in een sterke toename van de ultraviolette zonnestraling op het aardoppervlak. De schadelijke gevolgen daarvan - voor de gezondheid van mens en dier, maar ook voor de opbrengsten van landbouwgewassen - zouden jarenlang merkbaar zijn.
Meer informatie:
Asteroid Impact Could Deplete Ozone Layer
13 oktober 2010
Omstreeks 10 februari 2009 zijn buiten de baan van de planeet Mars twee voorheen onbekende planetoïden met elkaar in botsing gekomen. Die conclusie trekken wetenschappers uit nader onderzoek van het merkwaardige object P/2010 A2, dat afgelopen januari door de geautomatiseerde LINEAR-telescoop werd ontdekt. Het is voor het eerst dat de gevolgen van een botsing tussen planetoïden zo kort na dato is waargenomen (Nature, 14 oktober 2010). De plek van het kosmische onheil is met verschillende instrumenten onderzocht. Met de Hubble-ruimtetelescoop zijn gedetailleerde beelden van het door de botsing veroorzaakte stofspoor gemaakt. Maar ook de camera van de Europese ruimtesonde Rosetta, die zich dicht bij de planetoïdengordel bevond, heeft zijn steentje bijgedragen. Dat er tussen de miljoenen rotsblokken die de planetoïdengordel tussen de banen van Mars en Jupiter vormen geregeld botsingen plaatsvinden, is welhaast onvermijdelijk. Door de reusachtige afmetingen van de gordel blijven zulke gebeurtenissen doorgaans echter onopgemerkt. De ontdekking van planetoïde P/2010 A2, die aanvankelijk voor een komeet werd aangezien, moet dus als een toevalstreffer worden gezien. Om te bepalen wanneer deze ruim honderd meter grote planetoïde door een veel kleinere soortgenoot is getroffen, is gekeken naar de ontwikkeling van zijn stofspoor. Uit de trage veranderingen die dat inmiddels 200.000 kilometer lange spoor vertoont, kan worden afgeleid dat de botsing bijna elf maanden voor de ontdekking van P/2010 A2 moet hebben plaatsgevonden. Dat is aanzienlijk langer dan de 'enkele weken' waar kort na ontdekking nog van werd uitgegaan.
Meer informatie:
Hubble finds that a bizarre X-shaped intruder is linked to an unseen asteroid collision
Spurensicherung nach Asteroidencrash
Hubble and Rosetta unmask nature of recent asteroid wreck
10 oktober 2010
Dinsdag (12 oktober) zal, om 13.14 uur onze tijd, de kleine planetoïde 2010 TD5 rakelings langs de aarde scheren. Rakelings naar astronomische maatstaven dan. De kleinste afstand zal ergens tussen de 50.000 en 65.000 kilometer liggen. De afmetingen van het kosmische rotsblok zijn onbekend, maar schattingen komen uit op een meter of tien. Eigenlijk zijn zulke langs scherende mini-planetoïden al nauwelijks nieuws meer. Dankzij geautomatiseerde zoekprogramma's worden steeds meer van deze objecten ontdekt. 2010 TD5 is opgespoord met de 1,8-meter telescoop van Spacewatch, een project dat al meer dan 33.000 planetoïden op zijn naam heeft staan.
Meer informatie:
Small NEO Could Pass Within 60,000 km of Earth on Tuesday
8 oktober 2010
Met de Hubble-ruimtetelescoop zijn opnamen gemaakt van de grote planetoïde Vesta, die in juli 2011 bezoek krijgt van de ruimtesonde Dawn. De beelden zijn bedoeld om de ruimtesonde straks zodanig te kunnen aansturen dat hij in een polaire baan om Vesta komt. Alles bij elkaar heeft de ruimtetelescoop in de loop van de jaren 446 opnamen van Vesta gemaakt. Deze geven nu een goede indruk van de vorm van de planetoïde en de manier waarop deze om zijn as draait. Uit analyse van de Hubble-opnamen blijkt dat de rotatie-as van Vesta onder een iets andere hoek draait dan tot nog toe werd aangenomen. Dat betekent niet alleen dat de polen van het ruim vijfhonderd kilometer grote hemellichaam op een iets andere plek liggen, maar ook dat de seizoensveranderingen ongeveer een maand opschuiven. Dat is van belang om te weten, omdat Dawn zonlicht nodig heeft om zijn onderzoek te kunnen doen. Zodra Dawn een beetje in de buurt van Vesta komt, zal hij ook zelf de rotatie van de planetoïde nog eens meten. De ruimtesonde, die in 2015 tevens de dwergplaneet Ceres zal bezoeken, is nu nog ruim 200 miljoen kilometer van zijn eerste reisdoel verwijderd.
Meer informatie:
NASA Mission to Asteroid Gets Help From Hubble
7 oktober 2010
Sterrenkundigen weten zich nog steeds niet goed raad met het kleine hemellichaam Phaethon. Komt uit het ene onderzoek dat hij nog het meest op een komeet lijkt, stellen andere sterrenkundigen weer vast dat het waarschijnlijk toch een planetoïde betreft. Net als een komeet laat Phaethon een spoor van deeltjes achter, dat op aarde een jaarlijks terugkerende 'meteorenregen' veroorzaakt. Maar sterrenkundigen uit Spanje, Griekenland, Frankrijk en de VS hebben nu vastgesteld dat zijn samenstelling opvallend sterke overeenkomsten vertoont met Pallas, een grote planetoïde die tussen de banen van de planeten Mars en Jupiter om de zon draait. Ook de baaneigenschappen van Phaethon laten de mogelijkheid open dat hij een brokstuk is dat zich van Pallas heeft losgemaakt.
Meer informatie:
New Clue To Whether Phaeton Is An Asteroid Or A Comet
7 oktober 2010
Het Japanse ruimteagentschap JAXA heeft bekendgemaakt dat de capsule die de ruimtesonde Hayabusa in juni op aarde afleverde, een stuk of honderd stofdeeltjes bevatte. Of daar ook deeltjes van de door Hayabusa bezochte planetoïde Itokawa tussen zitten, staat nog niet vast. Maar onmogelijk is dat niet. De Japanse ruimtesonde is in november 2005 tweemaal afgedaald naar het oppervlak van Itokawa. Het was de bedoeling om daarbij kogeltjes op het oppervlak af te schieten en het daardoor opspattende gruis op te vangen. Deze opzet mislukte echter en tot zijn terugkeer naar de aarde was het onduidelijk of er ook maar iets in Hayabusa's opvangcapsule terecht was gekomen. De aangetroffen stofdeeltjes zijn buitengewoon klein: ruwweg een duizendste millimeter. Ze zijn met een elektronenmicroscoop onderzocht, waarbij is vastgesteld dat het geen metaaldeeltjes van de capsule zelf betreft. Nader onderzoek met een deeltjesversneller zal moeten uitwijzen of het inderdaad om planetoïdenmateriaal gaat.
Meer informatie:
JAXA: Hayabusa Capsule Contains Particles, Maybe of Asteroid
7 oktober 2010
Op 10 juli maakte de Europese ruimtesonde Rosetta van dichtbij opnamen van de ruim honderd kilometer grote planetoïde. Maar zelfs voordat het zover was, hadden astronomen al een aardige indruk van Lutetia gekregen. Met drie van de grootste telescopen ter wereld werden beelden van de verre planetoïde gemaakt, die door het Rosetta-team werden gebruikt om de scheervlucht van de ruimtesonde te plannen. Achteraf gezien blijken de telescoopopnamen, gemaakt met de telescopen Keck, Gemini en VLT, een verrassend nauwkeurige indruk van de planetoïde te geven. Dat is met name te danken aan het gebruik van zogeheten adaptieve optiek - een optisch hulpmiddel dat de vertroebelende invloed van de aardatmosfeer tegengaat. De astronomen die bij het project betrokken waren, zijn nu van plan om dezelfde waarnemingstechniek ook toe te passen op planetoïden die voorlopig geen ruimtesonde op bezoek krijgen. Naar verwachting kunnen zo van ongeveer tweehonderd planetoïden vorm en afmetingen worden bepaald.
Meer informatie:
Ground-Based Images Of Asteroid Lutetia Complement Spacecraft Flyby
7 oktober 2010
In april maakten Amerikaanse astronomen bekend dat zij aanwijzingen hadden gevonden voor de aanwezigheid van bevroren water op de tweehonderd kilometer grote planetoïde Themis. Dat lijkt geen toevalstreffer te zijn geweest, want hetzelfde onderzoeksteam heeft nu ook een dun laagje waterijs, vermengd met organische moleculen, opgespoord op de 290 kilometer grote planetoïde Cybele. Deze tweede ontdekking wijst er op dat de talrijke objecten in de planetoïdengordel tussen Mars en Jupiter meer water bevatten dan tot nog toe werd aangenomen. Ook steunt zij de theorie dat inslaande planetoïden belangrijke leveranciers zijn geweest van het water en de bouwstenen van het leven op aarde.
Meer informatie:
Water Discovered on 2nd Asteroid, May Be Even More Common
5 oktober 2010
De grote planetoïde Lutetia, die in juli van nabij is bekeken door de Europese ruimtesonde Rosetta, is bedekt met een laag stof die plaatselijk zeshonderd meter dik is. De stoflaag, die sterke overeenkomsten vertoont met het regoliet op de maan, is het resultaat van kosmische erosie. Al miljarden jaren wordt het onbeschermde oppervlak van Lutetia geteisterd door zonnestraling, zonnewind en inslagen van (micro)meteorieten. Het bestaan van de stoflaag blijkt vooral uit het onderzoek van de talrijke inslagkraters op het oppervlak van Lutetia. Deze zijn namelijk veel minder diep dan je op grond van hun grootte zou verwachten. 'Aardverschuivingen' hebben ervoor gezorgd dat zich veel stof op de kraterbodems heeft verzameld. Ook blijkt uit metingen dat Lutetia een massief object is. Daarmee onderscheidt de 130 kilometer lange planetoïde zich van veel van zijn soortgenoten, die eerder losse samenklonteringen van puin zijn.
Meer informatie:
Huge Asteroid Wrapped in Thick Dust Blanket
27 september 2010
Het merkwaardige object Phaethon, dat aanvankelijk als een planetoïde en later als een inactieve komeet werd beschouwd, werd in juni 2009 plotseling tweemaal zo helder. Dat suggereert dat Phaethon niet zo 'dood' is als doorgaans wordt aangenomen. Kometen bestaan uit een mengsel van ijs en gesteente. Steeds als zij in de buurt van de zon komen, verdampt een deel van dat ijs en laat de komeet een lang spoor van fijn gruis achter. Zo lang de voorraad strekt, natuurlijk. Ook Phaethon heeft zo'n gruisspoor, dat steeds in december door de aarde wordt doorkruist. Het waarneembare gevolg daarvan is de jaarlijks terugkerende meteorenzwerm van de Geminiden. Afgezien van het gruis dat hij achterliet, vertoonde Phaethon eigenlijk nooit 'kometengedrag'. Totdat zijn helderheid op 30 juni vorig jaar, kort na het bereiken van zijn kleinste afstand tot de zon, plotseling tweemaal zo groot werd. Volgens de astronomen David Jewitt en Jing Li van de universiteit van Californië in Los Angeles was die helderheidstoename het gevolg van de uitstoot van een wolk stofdeeltjes. Omdat Phaeton vrijwel zeker geen ijs meer bevat, achten Jewitt en Li het echter onwaarschijnlijk dat opwarming door de zon de directe oorzaak van het verschijnsel is geweest. Volgens hen moet de stofuitstoot worden toegeschreven aan de stralingsdruk van de zon, die fijne stofdeeltjes van het oppervlak van Phaethon wegblaast. Een uitbarsting in de zonneatmosfeer, die een halve dag eerder plaatsvond, kan dit effect versterkt hebben.
Meer informatie:
Does a 'Rock Comet' Generate the Geminids?
Activity in Geminid Parent (3200) Phaethon
27 september 2010
Met de eerste telescoop van het Panoramic Survey Telescope & Rapid Response System (Pan-STARRS) is een planetoïde ontdekt die de aarde half oktober op een veilige afstand van ongeveer 6,5 miljoen kilometer zal passeren. Het bijzondere aan de ontdekking is dat de planetoïde, die slechts ongeveer dertig meter meet, is opgespoord toen hij meer dan 30 miljoen kilometer van de aarde verwijderd was. Volgens de wetenschappers van Pan-STARRS is hun surveytelescoop momenteel het meest gevoelige instrument is voor het opsporen van nieuwe planetoïden die de aarde (ooit) dicht kunnen naderen. Weliswaar zijn de meeste grote planetoïden die in de buurt van onze planeet komen inmiddels wel bekend, maar het vermoeden bestaat dat er nog vele exemplaren kleiner dan anderhalve kilometer op ontdekking wachten. Ook die 'kleine' ruimterotsen kunnen bij inslag een verwoestende uitwerking hebben. De kans dat de nu ontdekte planetoïde, die de aanduiding 2010 ST3 draagt, binnen afzienbare tijd frontaal op de aarde afstevent, is overigens gering. Maar de verwachting is dat met Pan-STARRS de komende jaren nog meer dan een miljoen kleine planetoïden worden opgespoord.
Meer informatie:
Pan-STARRS Discovers First Potentially Hazardous Asteroid
Pan-STARRS Discovers Its First Potentially Hazardous Asteroid
23 september 2010
Johan Cruijff heeft voortaan zijn eigen 'voetbal' in de ruimte. Een planetoïde die tot voor kort als nummer 14282 bekend stond, heet voortaan 'Cruijff', als eerbewijs aan de legendarische voetballer, voormalig coach van Ajax en FC Barcelona, en huidige bondscoach van Catalonië. De vernoeming geschiedde op voordracht van de Haarlemse wetenschapsjournalist en hoofdredacteur van Kennislink.nl Carl Koppeschaar. Planetoïde 14282 werd ontdekt door het Nederlandse astronomenechtpaar Ingrid van Houten-Groeneveld en (wijlen) Cees van Houten op fotografische platen die waren gemaakt door de in de Nederlands-Amerikaanse astronoom Tom Gehrels.Planetoïde Cruijff beweegt zich op een afstand van 432 miljoen tot 477 miljoen kilometer van de zon in de ruimte tussen de planeten Mars en Jupiter. De diameter van de planetoïde bedraagt naar schatting negen kilometer. Het kleine planeetje draait in 5 jaar, 3 maanden en 18 dagen om de zon. Johann Cruijff is na Josef 'Pepi' Bican en Ferenc Puskás de derde voetballer die aan de hemel is vereeuwigd. Er zijn nu 22 planetoïden naar sportkampioenen vernoemd, onder wie ook de Belgische tennisters Justine Henin en Kim Clijsters. Johan Cruijff is de eerste Nederlandse sportkampioen met een planetoïde.
Meer informatie:
Origineel persbericht (Nederlandstalig)
8 september 2010
Vandaag, woensdag 8 september, passeren twee kleine planetoïden de aarde op relatief kleine afstand. De beide kosmische rotsblokken werden afgelopen zondag ontdekt door de Catalina Sky Survey, een Amerikaans zoekproject dat specifiek voor het opsporen van zulke objecten is ingesteld. De planetoïden zullen onze planeet dichter naderen dan de maan. Planetoïde 2010 RX30 is naar schatting tien tot twintig meter groot en passeert de aarde rond het middaguur op een afstand van 250.000 kilometer. Het tweede object, 2010 RF12, meet zeven tot vijftien meter en bereikt vanavond om 23.12 uur een kleinste afstand van 80.000 kilometer. Gevaarlijk zijn deze planetoïden niet. Zelfs als ze de aardatmosfeer zouden binnendringen, zouden hooguit enkele kleine brokstukken op de grond terechtkomen.
Meer informatie:
NASA Scientists Talk About Asteroids Passing Near Earth Wednesday
2 september 2010
Uit nieuw onderzoek met de Amerikaanse infraroodsatelliet Spitzer blijkt dat de planetoïden die relatief dicht in de buurt van de aarde komen verrassend grote verschillen vertonen. Sommige van deze zogeheten aardscheerders zijn donker van kleur, terwijl andere een lichte tint hebben. Ook hun chemische samenstelling varieert sterk. Spitzer is momenteel bezig met een systematisch onderzoek van zevenhonderd aardscheerders, waarvan er inmiddels honderd zijn bekeken. Hoewel de satelliet geen gedetailleerde opnamen van de kleine hemellichamen kan maken, bevatten de infraroodgegevens wel informatie over hun temperatuur, grootte en samenstelling. Sommige kleine aardscheerders blijken opmerkelijk helder van tint te zijn. Omdat het oppervlak van een planetoïde onder invloed van zonnestraling in de loop van de tijd steeds donkerder wordt, kan daaruit worden afgeleid dat deze objecten relatief kort geleden bij een botsing met een soortgenoot betrokken zijn geweest. Door zo'n botsing komt 'vers' gesteente aan de oppervlakte, wat de planetoïde een jong aanzien geeft.
Meer informatie:
Spitzer Finds a Flavorful Mix of Asteroids
25 augustus 2010
Planetoïden - kleine, rotsachtige objecten die tussen de banen van Mars en Jupiter om de zon heen draaien - kunnen zich 'vermenigvuldigen', en zonlicht staat aan de basis van dat voortplantingsproces. Tot die opzienbarende conclusie komt een internationaal team van astronomen in een artikel dat deze week in Nature verschijnt.
De sterrenkundigen deden onderzoek aan zogeheten planetoïden-paren: twee kleine planetoïden die in vergelijkbare banen rond de zon bewegen. Baanberekeningen wijzen uit dat de twee objecten in zo'n paar zich enkele honderdduizenden jaren geleden heel dicht bij elkaar bevonden. Bovendien is de kleinste van de twee altijd kleiner dan 60% van de middellijn van de grootste. Dat doet vermoeden dat ze ooit een dubbelplanetoïde vormden, zoals er inmiddels vele bekend zijn.
Dubbelplanetoïden ontstaan wanneer een klein object onder invloed van de stralingsdruk van zonlicht steeds sneller om zijn as gaat draaien, en uiteindelijk in twee stukken uiteenvalt. Dat proces treedt alleen op bij planetoïden die kleiner zijn dan een kilometer of tien, en vermoedelijk ook alleen bij planetoïden die een poreuze structuur hebben.
Het nieuwe onderzoek, waarvoor onder andere metingen zijn verricht met een telescoop op de Europese sterrenwacht op La Silla in Chili, maakt duidelijk dat planetoïden geen statische, saaie steenklompen zijn, maar dat ze in de loop van de tijd ingrijpende veranderingen ondergaan.
Meer informatie:
New International Study Shows Some Asteroids Live in Own 'Little Worlds'
Dit nieuwsbericht is toegevoegd door Govert Schilling - allesoversterrenkunde.nl
12 augustus 2010
Amerikaanse astronomen hebben voor het eerst een planetoïde ontdekt die de planeet Neptunus (op ruime afstand) volgt. Het object is al in 2008 voor het eerst waargenomen, maar pas nu is komen vast te staan dat het een vaste positie inneemt ten opzichte van Neptunus (Science Express, 12 augustus). De naar schatting honderd kilometer grote planetoïde 2008 LC10 bevindt zich in het zogeheten Lagrangegebied L5 van Neptunus. Bij elke planeet zijn vijf gebieden waar de zwaartekrachtsaantrekking van de zon en de planeet zodanig in evenwicht zijn, dat een klein object een min of meer vaste positie ten opzichte van de planeet kan innemen. De gebieden L1, L2 en L3 zijn instabiel, waardoor een kleine verstoring er al toe leidt dat een object aan de wandel gaat. Maar L4 en L5, die respectievelijk voor en achter de planeet liggen, zijn stabiel. Tot nog toe zijn bij drie planeten in ons zonnestelsel van die Lagrange-planetoïden of 'trojanen' ontdekt: Mars, Jupiter en Neptunus. Bij deze laatste planeet waren tot nog toe alleen zes planetoïden in het L4-gebied waargenomen, maar nu is er dus ook eentje in het L5-gebied gevonden. Hoogstwaarschijnlijk bevinden zich daar nog veel meer planetoïden, maar die zijn door de grote afstand moeilijk traceerbaar. Onderzoek wijst er op dat deze objecten al vroeg in de geschiedenis van het zonnestelsel door het zwaartekrachtsveld van Neptunus zijn ingevangen.
Meer informatie:
Discovery Of First Trojan Asteroid In A Stable Zone Near Neptune
Asteroid Found In Gravitational 'Dead Zone'
27 juli 2010
De kans dat de ongeveer 560 meter grote planetoïde 1999 RQ3 in botsing komt met de aarde is groter dan gedacht. Dat blijkt uit nauwkeurige analyse van de baanbeweging van het hemellichaam door Spaanse wetenschappers. De kans dat het tussen nu en het jaar 2200 daadwerkelijk tot een botsing komt is klein: slechts één op de duizend. Maar verrassend genoeg laat de analyse zien dat die botsingskans voor meer dan de helft in het jaar 2182 ligt. In de praktijk blijk overigens dat zo'n botsingskans, naarmate er meer gegevens beschikbaar komen, eerder daalt dan stijgt. 1999 RQ3 behoort tot een groep van ruim duizend objecten die de komende paar eeuwen relatief dicht in de buurt van de aarde komen. Hoewel zijn huidige baan goed bekend is, treden er in de loop van de eeuwen kleine verstorende effecten op, die de beweging van de planetoïde beïnvloeden. Het zijn de gevolgen van deze verstorende effecten die de Spaanse wetenschappers hebben geanalyseerd.
Meer informatie:
Potentially hazardous asteroid might collide with the Earth in 2182
Un asteroide potencialmente peligroso podría impactar con la Tierra en 2182
10 juli 2010
Planetoïde Lutetia is bezaaid met kraters. Dat blijkt uit de opnamen die de Europese ruimtesonde Rosetta afgelopen zaterdag van de forse ruimterots heeft gemaakt. Om tien over zes 's avonds naderde Rosetta Lutetia tot op een afstand van 3162 kilometer. Uit de beelden die in de uren voor en na de dichtste nadering zijn gemaakt, blijkt dat de planetoïde een langgerekte vorm heeft met een grootste lengte van 130 kilometer. Behalve tal van inslagkraters is op het oppervlak ook een komvormig bekken met een middellijn van tientallen kilometers te zien. Lutetia is nu de zevende planetoïde waarvan gedetailleerde opnamen beschikbaar zijn. Tijdens zijn vlucht langs de planetoïde heeft Rosetta niet alleen foto's gemaakt. Enkele van zijn instrumenten hebben metingen verricht. Daaruit moet blijken wat de chemische samenstelling van het oppervlak van Lutetia is en of de planetoïde een zwak magnetisch veld heeft. Ondertussen is Rosetta alweer onderweg naar zijn volgende en laatste reisdoel: komeet Churyumov-Gerasimenko. Deze komeet zal hij in 2014 enkele maanden van dichtbij bestuderen.
Meer informatie:
Rosetta triumphs at asteroid Lutetia
5 juli 2010
Komende zaterdag (10 juli) vliegt de Europese ruimtesonde Rosetta op een afstand van 3169 kilometer langs de planetoïde Lutetia. Dat ongeveer honderd kilometer grote rotsblok is slechts een tussenstop. Want Rosetta is op weg naar de komeet Churyumov-Gerasimenko, die zij in 2014 zal bereiken. Sinds haar lancering in 2004 heeft de ruimtesonde al ongeveer vijf miljard kilometer afgelegd. Dat komt doordat er een flinke omweg moest worden gemaakt om op goedkope wijze de juiste snelheid en koers te krijgen voor de reis naar de komeet. Onderweg is Rosetta drie keer dicht langs de aarde gescheerd en één keer langs Mars. Tijdens de nadering van planetoïde Lutetia zullen niet alleen foto's worden gemaakt, ook zullen enkele meetinstrumenten worden ingeschakeld van Philae, het kleine landingsvaartuig dat in 2014 moet afdalen naar komeet Churyumov-Gerasimenko. Philae zal onder meer metingen doen van het eventuele magnetische veld van Lutetia. De eerste close-ups van Lutetia zullen zaterdagavond te zien zijn.
Meer informatie:
Philae and Rosetta gear up for asteroid Lutetia
Rosetta flyby of asteroid (21) Lutetia
Webcast (begint zaterdag om 18 uur)
5 juli 2010
Volgens het Japanse ruimteagentschap JAXA zijn er 'minuscule deeltjes' aangetroffen in de capsule die de ruimtesonde Hayabusa vorige maand op aarde heeft afgeleverd. Wetenschappers open dat de deeltjes afkomstig zijn van de planetoïde Itokawa, waar de ruimtesonde kortstondig op geland is. Maar helemaal zeker is dat niet. Nader onderzoek zal moeten uitwijzen of de deeltjes 'vervuilingen' van aardse oorsprong zijn of inderdaad uit planetoïdenmateriaal bestaan. Toen Hayabusa in 2003 werd gelanceerd, was de capsule geopend - het is dus denkbaar dat er toen al wat materiaal in terecht is gekomen. Het zal naar verwachting nog enkele maanden duren voordat de definitieve resultaten van dat onderzoek bekend worden.
Meer informatie:
Japanese lab finds 'minute particles' in asteroid pod
13 juni 2010
Zondagmiddag, rond vier uur Nederlandse tijd, heeft de Japanse ruimtesonde Hayabusa met succes een kleine capsule afgeleverd in Zuid-Australië. In de capsule bevindt zich mogelijk een beetje gruis van de planetoïde Itokawa, die in 2005 door Hayabusa is bezocht. De ongeveer veertig centimeter grote capsule daalde aan een parachute af boven het militaire testgebied Woomera. Hayabusa zelf verbrandde bij terugkeer in de aardatmosfeer. Daarmee is een einde gekomen aan een zeven jaar durende ruimtemissie die met de nodige tegenslagen gepaard ging. Na zijn berging zal de capsule worden overgebracht naar Japan, waar wetenschappers hem zullen openen om te zien of Hayabusa vijf jaar geleden inderdaad wat materiaal van Itokawa heeft opgevangen. Zeker is dat allerminst, omdat de kortstondige landing op het oppervlak van de planetoïde destijds bepaald niet vlekkeloos verliep.
Meer informatie:
Japanese Asteroid Probe Makes Historic Return to Earth
9 juni 2010
Als alles goed gaat, zal komende zondag een kleine capsule van de Japanse ruimtesonde Hayabusa aan een parachute afdalen boven Zuid-Australië. Hij wordt opgewacht door een ontvangstcomité bestaande uit wetenschappers uit Japan en de VS, onder wie de Nederlands/Amerikaanse astronoom Peter Jenniskens. Hayabusa heeft eind 2005 de planetoïde Itokawa van nabij onderzocht en zou daarbij wat oppervlaktemateriaal moeten hebben opgepikt. Of dat inderdaad is gelukt, moet overigens nog maar blijken. De ruimtesonde had tijdens de ontmoeting met het slechts enkele honderden meters grote hemellichaam namelijk met nogal wat technische problemen te kampen. En ook de terugreis naar de aarde verliep bepaald niet vlekkeloos. Peter Jenniskens zal de afdaling van de kleine capsule met zijn kostbare wetenschappelijke lading volgen vanuit een DC-8 van de NASA. Hij geeft leiding aan een internationaal team dat wil onderzoeken hoe het hitteschild van de aanvankelijk met hoge snelheid binnenkomende capsule zich gedraagt. De verzamelde gegevens zullen worden gebruikt voor toekomstige ruimtemissies waarbij bodemmonsters van Mars naar de aarde worden gebracht.
Meer informatie:
NASA Helps in Upcoming Asteroid Mission Homecoming
Asteroid Probe's Return to Earth Keeps Scientists on Edge
31 mei 2010
Een nieuwe website geeft een overzicht van planetoïden die - voor zover bekend - de komende 200 jaar langs de aarde scheren. Dat is geen overbodige luxe. Eens in de ongeveer 200 jaar wordt de aarde getroffen door een middelgrote planetoïde (diameter 40-1000 meter) die grote schade kan veroorzaken. En eens in de circa 2 miljoen jaar slaat een planetoïde in die vergelijkbaar is met de planetoïde die een einde maakte aan het tijdperk van de dinosauriërs. Van de grote aardscheerders (diameter groter dan 1000 meter) is nu zo'n 85% in kaart gebracht; van de middelgrote en kleinere planetoïden is dat waarschijnlijk slechts zo'n één procent. De Internationale Astronomische Unie (IAU) geeft op haar website onder de kop Near Earth Asteroids (NEA's) een chronologisch overzicht van de mijlpalen van het onderzoek naar deze aardscheerders. Bovendien is er een overzicht te vinden van aardscheerders die binnen de afstand aarde-maan langs de aarde scheerden en scheren in de periode 1900-2200. De webpagina, die is samengesteld en wordt onderhouden door de Nederlandse sterrenkundige Karel van der Hucht, toont aan dat er nog veel onderzoek moet gebeuren. Van der Hucht is vertegenwoordiger van de IAU in het United Nations Committee on the Peaceful Uses of Outer Space (UN-COPUOS), dat zich sterk maakt voor de inventarisatie van NEA's en mogelijke maatregelen tegen een dreigende inslag.
Meer informatie:
Nog lang niet alle gevaarlijke planetoïden zijn bekend
IAU-pagina Near Earth Asteroids (NEAs)
29 april 2010
Met de grote radioschotel van Arecibo (Puerto Rico) zijn radarbeelden gemaakt van een planetoïde die de aarde op 19 april relatief dicht naderde. Het hemellichaam, dat de aanduiding 2005 YU55 draagt, passeerde onze planeet op ongeveer 2,4 miljoen kilometer - ruwweg zesmaal de afstand aarde-maan. Uit het radaronderzoek blijkt dat 2005 YU55 circa 400 meter groot is - ongeveer tweemaal zo groot als vooraf werd aangenomen. Tot nog toe stond de planetoïde op de 'risicolijst' van NASA, omdat er een heel kleine kans bestond dat het in min of meer nabije toekomst tot een botsing met de aarde zou komen. Maar uit de nu aangescherpte baangegevens blijkt dat het zo'n vaart niet zal lopen. De eerstvolgende passage, op 8 november 2011, brengt 2005 YU55 overigens dichter bij de aarde dan tien dagen geleden. De kleinste afstand zal dan slechts 300.000 kilometer bedragen.
Meer informatie:
Arecibo Telescope Tracks 'Potentially Dangerous' Asteroid
28 april 2010
Planetoïden zijn niet zo droog en levenloos als ze lijken. Dat blijkt uit onderzoek door Amerikaanse wetenschappers, dat donderdag in Nature wordt gepubliceerd. Met behulp van een infraroodtelescoop op Hawaï hebben de onderzoekers de planetoïde 24 Themis bestudeerd. Dit ongeveer 200 kilometer grote hemellichaam draait in een baan halverwege de planeten Mars en Jupiter om de zon. Uit de eigenschappen van het zonlicht dat Themis weerkaatst, blijkt dat hij is bedekt met een dun laagje ijs, vermengd met organische verbindingen - moleculen die onder meer aan de basis staan van het leven op aarde. De ontdekking van het ijs komt als een verrassing. Het oppervlak van Themis is weliswaar heel koud (meer dan 70 graden onder nul), maar toch warm genoeg om bestaand ijs in de loop van duizenden jaren te laten verdampen. Dat betekent dat de dunne ijslaag regelmatig moet worden aangevuld. Volgens de onderzoekers gebeurt dat waarschijnlijk van binnenuit: ijs in het inwendige zou beetje bij beetje verdampen en via barsten in het gesteente als waterdamp ontsnappen. De ontsnappende waterdamp slaat door aanvriezing vervolgens op het oppervlak neer als rijp. Lang is gedacht dat planetoïden vrijwel geheel uit gesteente bestaan en kometen uit bevroren water. Maar het lijkt er steeds meer op dat het onderscheid tussen beide soorten hemellichamen niet zo groot is.
Meer informatie:
Scientists finds evidence of water ice on asteroid's surface
Asteroid Ice May Be 'Living Fossil' With Clues to Oceans' Origins
Scientists Say Ice Lurks in Asteroid's Cold Heart
25 maart 2010
De eind vorig jaar gelanceerde satelliet WISE, die bezig is de complete hemel op infraroodgolflengten in kaart te brengen, ontdekt honderden onbekende planetoïden per dag. De planetoïden zijn tot nog toe onopgemerkt gebleven, doordat ze heel donker zijn en dus weinig zonlicht weerkaatsen. In het infrarood zijn ze juist relatief helder. De meeste van deze kleine rotsachtige hemellichamen bewegen in banen tussen de planeten Mars en Jupiter. Maar sommige volgen banen die hen betrekkelijk dicht in de buurt van de aarde kunnen brengen. WISE houdt zo'n potentieel gevaarlijke planetoïde lang genoeg in de gaten om zijn baan nauwkeurig te kunnen bepalen. Naar verwachting zal WISE tussen nu en eind oktober, als zijn missie afloopt, ongeveer honderdduizend nieuwe planetoïden ontdekken. En enkele honderden daarvan zullen tot de categorie 'aardscheerders' behoren.
Meer informatie:
An Avalanche of Dark Asteroids
4 maart 2010
Het is zeer waarschijnlijk dat de inslag van een ongeveer 12 kilometer grote planetoïde de oorzaak is geweest van de massa-uitsterving die zich ruim 65 miljoen jaar geleden op aarde afspeelde. Dat is de conclusie van een panel van 41 wetenschappers na een uitvoerige inventarisatie van oude en nieuwe gegevens, die in het eerste maartnummer van Science is gepubliceerd. Dertig jaar geleden opperden wetenschappers, onder wie de Nederlander Jan Smit, dat de dinosauriërs en vele andere soorten op aarde 65 miljoen jaar geleden waren uitgestorven door de inslag van een groot object uit de ruimte. Dat idee baseerden zij op de ontdekking van een dunne afzettingslaag, verrijkt met het op aarde verder weinig voorkomende element iridium, die op veel plaatsen in gesteenten was aangetroffen. In 1991 werd voor de kust van het Mexicaanse schiereiland Yucatán ook een 200 kilometer grote inslagkrater van de juiste leeftijd aangetroffen. Hoewel veel wetenschappers de inslagtheorie inmiddels onderschrijven, is nog niet iedereen overtuigd. Dat er 65,5 miljoen jaar geleden een massa-uitsterving heeft plaatsgevonden, staat vast. Maar volgens sommige onderzoekers wijzen dateringen van glasachtig sediment rond de krater erop dat de inslag 300.000 jaar eerder heeft plaatsgevonden. Uit nadere beschouwing blijkt echter dat de sedimenten ter plaatse, die op het oog het resultaat zijn van een keurig, honderdduizenden jaren durend afzettingsproces, stevig zijn omgewoeld en in heel korte tijd als één dik pakket zijn afgezet. Daarmee lijkt het fundament onder de te-vroege-inslagtheorie te zijn weggeslagen.
Meer informatie:
Experts reaffirm asteroid impact caused mass extinction
Revisiting Chicxulub
Asteroid killed off the dinosaurs
Impact Effects: Chicxulub
24 februari 2010
Britse en Amerikaanse sterrenkundigen gaan de komende vier jaar een uitgebreid onderzoek doen van het draaigedrag van planetoïden. Daarvoor zijn maar liefst 82 nachten waarnemingstijd toegekend door de Europese Zuidelijke Sterrenwacht (ESO) in Chili. Het onderzoek richt zich op het zogeheten Yarkovsky-O'Keefe-Radzievskii-Paddack-effect, kortweg YORP-effect. Dat effect ontstaat doordat planetoïden lichtdeeltjes van de zon opvangen en weer uitstralen als warmte. Bij dat proces treden twee krachten tegelijk op: de ene ten gevolge van de 'inslaande' lichtdeeltjes, die een kleine duwkracht uitoefenen, de andere ten gevolge van de uitgezonden warmte, die in een soort terugslag resulteert. Hoewel de beide krachten bijna onmeetbaar klein zijn, vermoeden sterrenkundigen dat het YORP-effect sterk genoeg is om kleine, onregelmatig gevormde planetoïden aan het tollen te brengen. Zodanig hard zelfs, dat ze van vorm veranderen of uit elkaar vallen. In dat laatste geval kunnen twee om elkaar draaiende planetoïden ontstaan. Ook is het effect van invloed op de baanbeweging van planetoïden. Tot nu toe is het YORP-effect slechts bij een drietal planetoïden waargenomen. Het is de bedoeling dat de nieuwe onderzoekscampagne dat aantal flink doet oplopen.
Meer informatie:
Asteroid astronomers awarded unprecedented amount of telescope time
11 februari 2010
Op 12 januari ontdekte de Amerikaanse infraroodsatelliet WISE zijn eerste planetoïde, en sinds 22 januari staat ook de eerste komeet op zijn naam: P/2010 B2 (WISE). Deze naar schatting twee kilometer grote komeet is, net als al zijn ijzige soortgenoten, oorspronkelijk afkomstig uit de buitengebieden van het zonnestelsel. Hij volgt nu een baan met een omlooptijd van 4,7 jaar, waarvan het meest nabije punt ongeveer bij de baan van de planeet Mars ligt. Maar op dit moment is hij op weg naar zijn verste punt, dat dichter in de buurt van de Jupiterbaan ligt. Zijn huidige afstand tot de aarde bedraagt ongeveer 175 miljoen kilometer. Naar verwachting zal de in december 2009 gelanceerde WISE-satelliet nog vele honderden en misschien zelfs duizenden planetoïden opsporen. Kometen zijn lastiger te vinden, omdat hun aantallen in het binnengebied van het zonnestelsel tamelijk gering zijn. Daardoor zal de infraroodsatelliet waarschijnlijk niet meer dan enkele tientallen kometen op zijn naam kunnen schrijven.
Meer informatie:
WISE Spies a Comet with its Powerful Infrared Eye
2 februari 2010
De Hubble-ruimtetelescoop heeft een merkwaardig X-vormig patroon ontdekt in het stofspoor dat op 6 januari in de planetoïdengordel is ontdekt. Oppervlakkig gezien lijkt het spoor, dat de aanduiding P/2010 A2 heeft gekregen, op de stofstaart van een komeet. Maar de structuur van het stofspoor vertoont de kenmerken van een frontale botsing tussen twee planetoïden. Er zijn nog meer aanwijzingen dat het hemellichaam dat stof achterlaat geen komeet is. Zo ligt de naar schatting 150 meter grote 'kern' van het object een klein stukje buiten het stofspoor: bij een komeet ligt de kern juist in het meest stofrijke deel. Bovendien vertoont het spectrum van het stofspoor niet de kenmerken van gassen zoals die in kometen worden aangetroffen. De baan die P/2010 A2 volgt stemt overeen met die van planetoïden van de zogeheten Flora-familie. Deze klasse van rotsachtige objecten is naar schatting meer dan 100 miljoen jaar geleden ontstaan uit een botsing tussen grote planetoïden. Het wordt zelfs mogelijk geacht dat één van de brokstukken van de toenmalige botsing 65 miljoen jaar geleden op aarde is ingeslagen en uiteindelijk het uitsterven van de dinosauriërs heeft veroorzaakt.
Meer informatie:
Suspected Asteroid Collision Leaves Trailing Debris;
1 februari 2010
Sinds afgelopen zaterdag cirkelen vier nieuwe 'Nederlandse' planetoïden rond in ons zonnestelsel. Ze zijn genoemd naar de eerste Nederlandse vrouwelijke arts en voorvechtster van het vrouwenkiesrecht Aletta Jacobs, de 17de-eeuwse meesterschilder Pieter Jansz. Saenredam (bekend van zijn realistische kerkinterieuren), de 17de-eeuwse dominee en taalpurist Samuel Ampzing en de 18de/19de-eeuwse Leidse medicus, dichter en lector in de Natuurlijke Historie aan de Leidse universiteit dr. Joannes le Francq van Berkhey. De vier planetoïden bewegen zich op honderden miljoenen kilometer afstand van de zon in de ruimte tussen de planeten Mars en Jupiter. Dat is het gebied in ons zonnestelsel waar zich nooit een grote planeet kon vormen en waar honderdduizenden kleinere rotsblokken rondcirkelen. De diameters van de planetoïden Alettajacobs, Saenredam, Ampzing en Berkhey bedragen naar schatting 4 à 5 kilometer. Ze draaien in 2,6 tot 4,4 jaar om de zon.
Meer informatie:
Achtergrondinformatie over planetoïde Alettajacobs
Achtergrondinformatie over planetoïde Saenredam
Achtergrondinformatie over planetoïde Ampzing
Achtergrondinformatie over planetoïde Berkhey
Lijst van Nederlandse planetoïden
22 januari 2010
De Amerikaanse National Research Council (NRC) is van mening dat NASA meer moet kunnen doen om planetoïden en kometen te vinden die dicht in de buurt van de aarde komen. Zo'n 'aardscheerder' kan een bedreiging vormen als zijn baan die van de aarde kruist. Volgens het rapport is de 4 miljoen dollar die de VS jaarlijks aan de opsporing van deze objecten besteedt ontoereikend. In 2005 gaf het Amerikaanse Congres de opdracht aan NASA om vóór 2020 negentig procent van alle aardscheerders groter dan 140 meter op te sporen. In een tussentijds NRC-rapport, dat in 2008 verscheen, werd echter al vastgesteld dat die opdracht onrealistisch was als er niet ook extra geld voor werd uitgetrokken. In het definitieve rapport dat nu is verschenen, doet de NRC de aanbeveling om NASA voldoende geld te geven voor een gerichte zoekactie waarbij naast een geschikte telescoop op aarde liefst ook een ruimtetelescoop moet worden ingezet. Ook wordt geopperd om ook kleinere objecten - tot 30 à 50 meter - bij de zoekactie te betrekken. En ten slotte wordt de aanbeveling gedaan om de toekomst van de grote Arecibo-radiotelescoop op Puerto Rico te verzekeren. Dat instrument kan weliswaar geen aardscheerders opsporen, maar wel onderzoek doen naar de eigenschappen van reeds ontdekte objecten die op geringe afstand langs onze planeet scheren. Geschat wordt dat gemiddeld eens in de 30.000 jaar een planetoïde of komeet groter dan 140 meter op aarde neerstort. Dat is weliswaar niet vaak, maar de gevolgen van zo'n inslag kunnen dermate desastreus zijn, dat verder onderzoek gewenst is - aldus het NRC-rapport, dat ook de mogelijkheden opsomt voor het afweren van aardscheerders.
Meer informatie:
Report Examines Options For Detecting And Countering Near-Earth Objects
22 januari 2010
De Amerikaanse infraroodsatelliet WISE heeft zijn eerste bescheiden ontdekking gedaan. Op 12 januari detecteerde hij een nog onbekende planetoïde op een afstand van ongeveer 158 miljoen kilometer van de aarde. Het object, dat de aanduiding 2010 AB78 heeft gekregen, is naar schatting ongeveer één kilometer groot en volgt een langgerekte baan om de zon die schuin op het vlak van de aardbaan staat. NASA-wetenschappers verwachten dat WISE in de loop van de komende maanden nog honderden andere planetoïden zal opsporen die relatief dicht in de buurt van de aarde komen. Daarnaast zullen waarschijnlijk nog honderdduizend planetoïden in de gordel tussen de banen van de planeten Mars en Jupiter ontdekt worden. Hoofdtaak van de satelliet is het volledig in kaart brengen van de hemel op infrarode golflengten.
Meer informatie:
The First of Many Asteroid Finds for WISE
20 januari 2010
Bij het onderzoek naar aardscheerders (planetoïden die de aarde dicht kunnen naderen) gaat de aandacht vaak uit naar het mogelijke risico van inslagen op onze planeet. Maar volgens onderzoekers van het Massachusetts Institute of Technology (MIT) hebben passerende planetoïden doorgaans meer last van de aarde dan andersom (Nature, 21 januari). De resultaten van het MIT-onderzoek wijzen erop dat ongeveer een kwart van de planetoïden die de aarde tot op minder dan 100.000 kilometer naderen flinke seismische bevingen ondergaan. Deze bevingen hebben tot gevolg dat er vers gesteentemateriaal naar het oppervlak van deze aardscheerders komt. Dat blijkt uit het feit dat deze planetoïden minder sterk zijn verkleurd door de inwerking van zonnewind en -straling. Het bevingsscenario kan ook verklaren waarom er tot nog toe geen planetoïden met een 'vers' oppervlak zijn aangetroffen in de zogeheten planetoïdengordel (de zone tussen de banen van Mars en Jupiter waar zich verreweg de meeste planetoïden bevinden). Deze planetoïden zijn gewoonweg in geen tijden in de buurt van een planeet geweest.
Meer informatie:
New research suggests that near-Earth encounters can 'shake' asteroids
20 januari 2010
Met behulp van een geautomatiseerde telescoop in New Mexico (VS) is een opmerkelijk stofspoor waargenomen in de planetoïdengordel - de grote verzameling rotsachtige hemellichamen tussen de banen van Mars en Jupiter. Volgens deskundigen zou dit wel eens het eerste directe bewijs kunnen zijn voor een recente botsing tussen twee planetoïden. Het stofspoor, dat de aanduiding P/2010 A2 heeft gekregen, doet denken aan de staart van een komeet. Maar de heldere 'kop' die een komeet doorgaans vertoont ontbreekt. Wel is aan het ene uiteinde van het stofspoor een enkele honderden meters groot object ontdekt. Sterrenkundige David Jewitt van de universiteit van Californië in Los Angeles denkt dat dit wel eens een groot brokstuk zou kunnen zijn dat is overgebleven na de botsing tussen twee planetoïden. Het stof dat bij deze botsing is vrijgekomen, zou onder invloed van de druk van de zonnestraling tot een lange deeltjeswolk zijn uitgerekt. Als het stofspoor inderdaad op die manier is ontstaan, heeft de botsing waarschijnlijk pas een paar weken geleden plaatsgevonden. Maar de oorzaak zou ook een andere kunnen zijn. Bekend is dat er in de planetoïdengordel een aantal inactieve kometen rondzwerft. Het zou kunnen dat een van deze ijsklompen onder invloed van zonnewarmte een wolk van gas en stof heeft uitgestoten. Nader onderzoek zal moeten uitwijzen welke van beide verklaringen de juiste is.
Meer informatie:
Trail of dust may point to fresh violence in asteroid belt
7 januari 2010
In september 2008 vloog de Europese ruimtesonde Rosetta op een afstand van slechts 800 kilometer langs de kleine planetoïde Steins. Uit de beelden die destijds zijn gemaakt blijkt dat Steins een diamantvormige planetoïde is met voornamelijk grote kraters op zijn oppervlak. Volgens onderzoekers van het Max Planck Instituut voor zonnestelselonderzoek wijst dit erop dat Steins niet één massief rotsblok is, maar een samenklontering van puin (Science, 8 januari). De bijzondere vorm van de planetoïde zou het gevolg zijn van het zogeheten Yarkovsky-O'Keefe-Radzievskii-Paddack-effect (kortweg YORP-effect). Dat effect ontstaat door de invloed van zonnestraling op kleine hemellichamen. De zon warmt het oppervlak op, waarna die warmte weer als straling wordt afgegeven. Daardoor ontstaat een geringe draai-impuls, die de rotatie van het hemellichaam vertraagt of versnelt, en uiteindelijk ook de vorm ervan beïnvloedt. Het ontbreken van kleine inslagkraters op Steins zou het gevolg zijn van 'aardverschuivingen', waarbij oppervlaktepuin naar de evenaar van het slechts enkele kilometers grote hemellichaam is gegleden.
Meer informatie:
Diamant im All
5 januari 2010
Het merkwaardige 'uitsteeksel' dat het sterrenstelsel Arp 192 op een opname uit 1964 vertoont, blijkt niet bij dat stelsel te horen. Uit nader onderzoek blijkt dat het uitsteeksel het lichtspoor van een toevallig op de voorgrond passerende planetoïde was. Arp 192 maakt deel uit van de atlas van merkwaardig gevormde sterrenstelsels, die de sterrenkundige Halton Arp in 1966 samenstelde. Deze atlas was gebaseerd op opnamen die met de 5-meter telescoop op Palomar Mountain - destijds de grootste ter wereld - waren gemaakt. De rechte streep op de opname van Arp 192 werd lange tijd beschouwd als een zogeheten 'jet': een straalstroom van materie die uit de kern van het stelsel afkomstig was. Nadat hij had vernomen dat op een detailrijke amateuropname uit 2008 geen spoor van de 'jet' te vinden was, startte de Amerikaanse sterrenkundejournalist Jeff Kanipe vorig jaar zijn eigen onderzoek. Ook op recente professionele opnamen bleek de streep spoorloos te zijn: de 'jet' was verdwenen. Omdat echte 'jets' niet zomaar verdwijnen, moest de oorzaak elders worden gezocht. Uiteindelijk bleek dat planetoïde 84447, die overigens pas in 2002 officieel werd ontdekt, op de dag van de opname in 1964 precies vóór Arp 192 langs trok. Als eerbetoon voor deze ontdekking draagt de planetoïde nu de naam Jeffkanipe.
Meer informatie:
Arp's Phantom Jet
30 december 2009
Rusland overweegt een ruimtevaartuig af te sturen op de forse planetoïde Apophis. Daarmee zou voorkomen moeten worden dat deze later deze eeuw op aarde inslaat - wat overigens uitermate onwaarschijnlijk is. Volgens een zegsman van het Russische ruimteagentschap zal binnenkort een internationale bijeenkomst worden gehouden, waarbij ook de ruimteagentschappen van de VS, Europa, China en andere landen worden uitgenodigd aan het project mee te werken. De 270 meter grote planetoïde Apophis is in 2004 ontdekt. Kort daarna berekenden sterrenkundigen dat er een kans van 1 op 37 bestond dat het gevaarte in 2029 op aarde zou neerstorten. Maar naarmate er nauwkeurigere baangegevens van Apophis beschikbaar kwamen, moest deze kans steeds verder naar beneden worden bijgesteld. De grootste kans op een inslag is nu in 2036, maar zelfs die bedraagt slechts 1 op 45.000. De Russen zouden echter ervaring willen opdoen met het 'bestrijden' van planetoïden die een bedreiging voor de aarde kunnen vormen - planetoïden waarvan er waarschijnlijk nog vele op ontdekking wachten. Zij willen een enkele honderden miljoenen dollars kostende ruimtemissie opzetten om de baan van Apophis op de een of andere manier een beetje bij te stellen. Dat de andere ruimteagentschappen aan deze ambitieuze onderneming deelnemen lijkt vooralsnog onwaarschijnlijk.
Meer informatie:
Russia may send spacecraft to knock away asteroid
3 december 2009
Na Hella Haasse en Harry Mulish heeft ook schrijver Godfried Bomans een planetoïde naar zich vernoemd gekregen. De vernoeming geschiedde door de Amerikaanse astronoom van Nederlandse afkomst Tom Gehrels, op voordracht van de Haarlemse boekenverzamelaarster Loes Timmerman. De vernoeming werd vandaag door de Internationale Astronomische Unie (IAU) bekrachtigd. Ook meteoroloog Günther Können en de graven van Egmont en Horne, Lamoraal en Philip de Montmorency, zijn vandaag op deze wijze geëerd.
Meer informatie:
Planetoïde voor Godfried Bomans
Graven van Egmont en Hoorne aan de hemel geplaatst
Lijst van Nederlandse planetoïden
20 november 2009
De geteisterde Japanse ruimtesonde Hayabusa, die al geruime tijd met motorproblemen kampt, is weer aan de praat gekregen. Hayabusa is op weg terug van een bezoek, in 2005, aan de planetoïde Itokawa. Hij was uitgerust met vier zogeheten ionenmotoren, maar deze zijn in de loop van de jaren grotendeels uitgevallen. Via een slimme truc heeft de ruimtesonde nu toch weer een aandrijving. In een ionenmotor wordt de brandstof niet verbrand, maar geïoniseerd. De positief geladen ionen worden uitgestoten en de reactiekracht die dat oplevert, levert de voortstuwing. Om te voorkomen dat zich op de ruimtesonde een elektrische lading opbouwt, stoot de motor tegelijkertijd (negatief geladen) elektronen uit. Het probleem was nu dat geen van de ionenmotoren van Hayabusa beide nog kon. Maar één van de motoren kon nog wel positief geladen ionen produceren, en een andere elektronen. En dus kan de ruimtesonde op 'twee halve benen' zijn weg vervolgen. Als deze 'workaround' lang genoeg standhoudt, kan Hayabusa in juni 2010 alsnog zijn capsule, waar mogelijk deeltjes van Itokawa in zitten, laten neerploffen in Australië.
Meer informatie:
'Frankenstein' fix lets asteroid mission cheat death
13 november 2009
De Amerikaanse ruimtesonde Dawn is afgelopen vrijdag definitief aangekomen in de planetoïdengordel. Deze zone tussen de banen van de planeten Mars en Jupiter is het domein van miljoenen brokstukken en -stukjes gesteente. Het is niet voor het eerst dat Dawn de gordel betrad: in juni 2008 deed hij deze ook al even aan. Toen duurde het verblijf een week of zes, maar nu is de ruimtesonde definitief een 'kunstplanetoïde'. Het doel van het ruim een ton wegende gevaarte is de verkenning van de planetoïde Vesta en de dwergplaneet Ceres.
Meer informatie:
Dawn Enters Asteroid Belt -- For Good
9 november 2009
Het gaat niet goed met Hayabusa. De Japanse ruimtesonde, die na een bezoek aan de planetoïde Itokawa in 2005, op de terugweg is naar de aarde, kampt met ernstige motorproblemen. De derde van zijn vier ionenmotoren heeft het begeven, en ook de laatste is niet helemaal in orde. Ionenmotoren zijn efficiënter dan gewone raketmotoren, maar geven veel minder stuwkracht en moeten dus ook langer aanstaan om koers- en snelheidsveranderingen te kunnen bewerkstelligen. De motoren van Hayabusa hebben er sinds de lancering van de ruimtesonde, in mei 2003, maar liefst 40.000 branduren opzitten - veel meer dan waar vooraf op was gerekend. Mocht ook de laatste motor geheel uitvallen, dan kan de ruimtesonde in juni 2010 niet dicht genoeg bij de aarde komen om de kleine capsule af te leveren waarin mogelijk bodemmonsters van Itokawa zitten. 'Mogelijk' want ook het onderzoek van de planetoïde verliep verre van vlekkeloos, waardoor het nog maar de vraag is of er ook echt iets in die capsule zit.
Meer informatie:
Troubled asteroid mission stumbles on road home
9 november 2009
Afgelopen vrijdag, 6 november, is onverwachts een kleine planetoïde langs de aarde gescheerd. Het naar schatting slechts zeven meter grote brok ruimtesteen, dat de aanduiding 2009 VA heeft gekregen, miste het aardoppervlak op ongeveer 14.000 kilometer. Daarmee was het, voor zover bekend, de op twee na dichtste nadering van een planetoïde die niet op aarde is neergestort. Alleen in 2004 en 2008 vonden niptere missers plaats. Gemiddeld komen er ongeveer twee van zulke kleine planetoïden dicht langs de aarde, en eens in de vijf jaar ploffen de restanten van zo'n object op het aardoppervlak. Het zonnestelsel wemelt van de planetoïden van deze grootte, maar doorgaans worden deze pas opgemerkt als ze de aarde al dicht genaderd zijn. Planetoïde 2009 VA is pas vijftien uur voor zijn scheervlucht ontdekt door de Catalina Sky Survey.
Meer informatie:
Small Asteroid 2009 VA Whizzes By The Earth
8 oktober 2009
De op een na grootste planetoïde in het zonnestelsel, Pallas, is een intact overgebleven protoplaneet uit de ontstaansperiode van het zonnestelsel. Dat schrijven Amerikaanse planeetonderzoekers in een artikel dat morgen in Science gepubliceerd wordt.
Planetoïden zijn rotsachtige hemellichamen die een baan om de zon beschrijven, meestal tussen de banen van Mars en Jupiter. Pallas was, na Ceres, de tweede planetoïde die werd ontdekt, in 1802 door Heinrich Olbers. Hij heeft een enigszins onregelmatige vorm met een grootste afmeting van bijna 600 kilometer.
Foto's van Pallas die gemaakt zijn met de Hubble Space Telescope doen vermoeden dat er aan het oppervlak een grote inslagkrater voorkomt met een middellijn van ongeveer 240 kilometer. De ligging daarvan komt overeen met een iets donkerder gebied aan het oppervlak.
Samen met de vastgestelde dichtheid van Pallas (2,4 gram per kubieke centimeter) doet dat vermoeden dat het hemellichaam in het verleden ooit gesmolten is geweest, waarna zwaardere materialen naar de kern zijn gezakt, terwijl lichtere materialen aan het oppervlak bleven.
De onderzoekers concluderen dan ook dat Pallas (net als de andere grote planetoïden Ceres en Vesta) een intacte protoplaneet is uit de ontstaansperiode van het zonnestelsel.
Dit nieuwsbericht is toegevoegd door Govert Schilling - allesoversterrenkunde.nl
7 oktober 2009
Met behulp van geactualiseerde informatie hebben NASA-wetenschappers de baan van de forse planetoïde Apophis opnieuw berekend. Daaruit blijkt dat de kans dat de planetoïde in 2036 in botsing komt met de aarde gering is. Apophis werd in 2004 ontdekt en stond direct in het middelpunt van de belangstelling, omdat er een kans van enkele procenten leek te bestaan dat hij in 2029 of 2036 op aarde zou inslaan. De gevolgen van de inslag van deze ongeveer 270 meter grote planetoïde zouden desastreus zijn. Inmiddels is echter gebleken dat het hoogstwaarschijnlijk zo'n vaart niet zal lopen: de botsingskans is bijgesteld tot 1 op 250.000. Wel zal Apophis op vrijdag 13 (!) april 2029 op een naar kosmische maatstaven geringe afstand van slechts 30.000 kilometer langs de aarde scheren.
Meer informatie:
NASA Refines Asteroid Apophis' Path Toward Earth
4 oktober 2009
Evenals de in de Tweede Wereldoorlog omgekomen dagboekschrijfster Anne Frank, krijgt nu ook Miep Gies een planetoïde naar zich vernoemd. Dat heeft de Internationale Astronomische Unie (IAU) op zondag 4 oktober bekend gemaakt. Miep Gies was een van degenen die met gevaar voor eigen leven onderduikers hielp die zich schuil hielden in het 'achterhuis' van de Prinsengracht 263 in Amsterdam. Daaronder bevonden zich Anne Frank, haar zus en haar ouders. Na de arrestatie van de onderduikers op 4 augustus 1944 vond Gies de dagboekpapieren van Anne Frank en verstopte die. Miep Gies vierde 15 februari dit jaar haar honderdste verjaardag. De nu naar haar vernoemde planetoïde, die voortaan 'Miepgies' heet, beweegt zich op een afstand van 327 miljoen tot 441 miljoen kilometer van de zon in de ruimte tussen de planeten Mars en Jupiter en is naar schatting 7 kilometer groot.
Meer informatie:
Baansimulatie van (99949) Miepgies
Complete lijst van Nederlandse planetoïden
21 augustus 2009
De Catalina Sky Survey (CSS) is de meest succesvolle geautomatiseerde zoektocht naar planetoïden en kometen ter wereld. Maar de vier CSS-telescopen blijken ook de nodige sterrenkundige bijvangst op te leveren. De afgelopen anderhalf jaar zijn 700 hemelobjecten ontdekt die op tijdschalen van minuten tot jaren van helderheid veranderen. Daar zitten bekende objecten tussen, zoals supernovae, veranderlijke sterren en actieve sterrenstelsels, maar ook nog onverklaarbare exemplaren. Tot twee jaar geleden werd niet veel met deze ontdekkingen gedaan. Maar sindsdien kunnen astronomen van het California Institute of Technology direct beschikken over de stroom gegevens die de CSS-telescopen afleveren (ongeveer 80 gigabyte per nacht) en eventueel vervolgwaarnemingen doen met grotere telescopen. Inmiddels heeft de Amerikaanse National Science Foundation een voorstel goedgekeurd om de gegevensstroom geheel openbaar te maken. Er wordt nu een website gemaakt, waarop naast de meest recente gegevens ook het 10 terabyte grote archief van de afgelopen vijf jaar komt te staan. Deze Catalina Real-Time Transient Survey is straks de eerste en enige volledig openbare hemelsurvey.
Meer informatie:
Catalina Sky Survey Spawns Catalina Real-Time Transient Survey
Catalina Sky Survey
18 augustus 2009
Tussen de planeten van ons zonnestelsel wemelt het van de planetoïden: brokken gesteente die in verreweg de meeste gevallen kleiner zijn dan een kilometer. Grotere exemplaren zijn relatief schaars. Om deze grootteverdeling te verklaren, hebben wetenschappers de computer aan het rekenen gezet. Daarbij is gebleken dat de huidige situatie alleen goed kan worden begrepen, als de planetoïden oorspronkelijk honderden kilometers groot waren. Dat betekent dat ze vroeg in de geschiedenis van het zonnestelsel een snelle 'groeisprong' moeten hebben doorgemaakt. Objecten van slechts enkele meters zouden namelijk zo veel hinder van het gas in de materieschijf rond de jonge zon hebben ondervonden, dat ze werden afgeremd. En daardoor zouden ze naar de zon toe spiralen en er uiteindelijk in verdwijnen. Alleen de exemplaren die snel uitgroeiden tot kilometerformaat hebben dit lot weten te vermijden. Dat succes was echter van tijdelijke aard. Want sinds hun ontstaan zijn de grote oerplanetoïden zo vaak bij onderlinge botsingen betrokken geweest, dat ze gemiddeld flink in omvang zijn afgenomen.
Meer informatie:
Jumping Asteroids
6 augustus 2009
Voor de tweede keer in de geschiedenis is een drievoudige planetoïde ontdekt. Het gaat om een zogeheten aardscheerder - een klein hemellichaam dat de aarde op kleine afstand kan naderen. De planetoïde, met de catalogusaanduiding 1994 CC, werd vijftien jaar geleden al gevonden, maar pas deze zomer is ontdekt dat hij twee kleine maantjes heeft. Dat blijkt uit radarwaarnemingen die op 12 en 14 juni zijn verricht met de Goldstone-radioschotel van de Amerikaanse ruimtevaartorganisatie NASA. 1994 CC passeerde de aarde op 10 juni op een afstand van slechts 2,5 miljoen kilometer (zesenhalf keer de afstand van de aarde tot de maan), waardoor het mogelijk werd gedetailleerde radarwaarnemingen uit te voeren. De planetoïde zelf heeft een middellijn van ongeveer 700 meter; de twee maantjes zijn minstens vijftig meter in doorsnee. Tot nu toe was slechts één drievoudige planetoïde ontdekt: 2001 SN263. De ontdekking van het drievoudige karakter van 1994 CC is inmiddels bevestigd door radarwaarnemingen met de grote Arecibo-radiotelescoop op Puerto Rico. De drievoudige aardscheerder vliegt in 2074 opnieuw op kleine afstand langs de aarde.
Meer informatie:
Triple Asteroid System Triples Observers' Interest
Dit nieuwsbericht is toegevoegd door Govert Schilling - allesoversterrenkunde.nl
29 juli 2009
NASA's Jet Propulsion Laboratory heeft een nieuwe website gelanceerd waarin informatie bijeen wordt gebracht over kometen en planetoïden die in de buurt van de aarde kunnen komen. 'Asteroid Watch' geeft daarnaast informatie over ruimtemissies naar deze objecten en over verwante onderwerpen, zoals de recente inslag op de planeet Jupiter. Actuele informatie over nieuwe ontdekkingen en de eerstvolgende planetoïden die min of meer dicht langs de aarde scheren, wordt aangeboden in de vorm van een downloadbare widget en een RSS-feed.
Meer informatie:
NASA to Provide Web Updates on Objects Approaching Earth
Asteroid Watch
15 juli 2009
In de planetoïdengordel, tussen de banen van de planeten Mars en Jupiter, bevinden zich ijzige hemellichamen die afkomstig zijn uit de koude buitendelen van het zonnestelsel, voorbij de baan van Neptunus. Dat blijkt uit gedetailleerde computersimulaties, uitgevoerd door een team van astronomen van het Southwest Research Institute in Boulder, Colorado.
Uit onderzoek aan de leeftijden van maankraters bleek eerder al dat het zonnestelsel ca. 3,9 miljard jaar geleden een catastrofale periode doormaakte, waarbij kleine hemellichamen in chaotische banen bewogen en in botsing kwamen met de planeten. Hal Levison en zijn collega's kwamen eerder al met een verklaring voor dit 'oerbombardement': de banen van Jupiter en Saturnus waren aan trage veranderingen onderhevig, en als gevolg van die planeetmigratie trad er ca. 700 miljoen jaar na de vorming van het zonnestelsel een zogeheten baanresonantie op tussen de twee reuzenplaneten, waarbij de omlooptijd van Saturnus exact twee keer zo groot was als die van Jupiter.
Als gevolg van die resonantie ontstonden er grote periodieke zwaartekrachtstoringen, kwamen Uranus en Neptunus in chaotische banen terecht, en werden er kleine hemellichamen kriskras door het zonnestelsel geslingerd. Recente computersimulaties tonen nu aan dat daarbij ook komeetachtige ijsdwergen uit de buitendelen van het planetenstelsel in de veel meer naar binnen gelegen planetoïdengordel terecht moeten zijn gekomen.
Levison en zijn collega's publiceren hun conclusies deze week in Nature. De resultaten van de nieuwe computersimulaties vormen een mooie verklaring voor het feit dat sommige micrometeorieten - afkomstig uit de planetoïdengordel - qua samenstelling veel overeenkomsten vertonen met komeetdeeltjes die door onbemande ruimtesondes in de buitendelen van het zonnestelsel zijn opgepikt.
Meer informatie:
Primitive asteroids in the main asteroid belt may have formed far from the Sun
Filmpje waarin de evolutie van het zonnestelsel zichtbaar wordt gemaakt; groene stippen zijn ijsachtige objecten die in de buitendelen van het zonnestelsel zijn ontstaan
Dit nieuwsbericht is toegevoegd door Govert Schilling - allesoversterrenkunde.nl
11 juni 2009
De Japanse ruimtesonde Hayabusa, die op dit moment op de terugweg is van een bezoek aan de planetoïde Itokawa, zal in juni 2010 als 'oefenplanetoïde' worden gebruikt. Hayabusa heeft in 2005 een korte landing op Itokawa gemaakt en bij die gelegenheid mogelijk wat materiaal weten te verzamelen. Of dat ook echt gelukt is, zal blijken als de ruimtesonde volgend jaar de hittebestendige capsule afstoot waarin hij de stofmonsters opgevangen zou moeten hebben. Deze capsule wordt na zijn tocht door de aardatmosfeer hopelijk ook teruggevonden. Ondertussen begint ook de 510 kilogram wegende ruimtesonde aan zijn tocht door de aardatmosfeer, waarbij hij vrijwel zeker helemaal uiteenvalt. Hoewel dat aanvankelijk niet in de planning lag, heeft het Japanse ruimteagentschap JAXA besloten om de fatale terugkeer van de ruimtesonde te benutten voor een stukje onderzoek. Want hoewel Hayabusa geen planetoïde is, volgt hij wel een baan die heel veel lijkt op die van een aanstormende planetoïde. Door zijn bewegingen heel nauwkeurig te volgen, hopen de onderzoekers straks betere baanvoorspellingen te kunnen doen van planetoïden die (te) dicht in de buurt van de aarde komen.
Meer informatie:
Asteroid Probe Set to "Collide" With Earth
1 mei 2009
Op 29 april is bij de Catalina Sky Survey een enkele kilometers grote planetoïde ontdekt die, ten opzichte van bijna alle andere planetoïden, in tegengestelde richting om de zon draait. De planetoïde, die de aanduiding 2009 HC82 heeft gekregen, heeft een omlooptijd van ruim drie jaar en nadert bij elke omloop de aardbaan tot op 3,5 miljoen kilometer. Daarmee kan 2009 HC82, die pas de twintigste planetoïde in zijn soort is, de aarde dichter naderen dan enig ander object dat 'retrograad' om de zon beweegt. Het staat overigens niet helemaal vast dat 2009 HC82 een planetoïde is. Gezien zijn baaneigenschappen zou het ook om het restant van een komeet kunnen gaan. Kometen bestaan voor een belangrijk deel uit ijs, dat in de loop van de tijd verdampt. Uiteindelijk blijft slechts een planetoïde-achtige steenklomp over. Sterrenkundigen vragen zich trouwens af waarom ze 2009 HC82 niet eerder ontdekt hebben. Op dit moment bevindt het kleine hemellichaam zich ver buiten de baan van Mars, en is het niet erg opvallend. Maar in 2000 moet het de aarde dicht genoeg hebben genaderd om gemakkelijk zichtbaar te zijn geweest.
Meer informatie:
Nearby asteroid found orbiting sun backwards
28 april 2009
De planetoïden 40684, 91553 en 121313 zijn vernoemd naar de Belgische sterrenkundeamateurs Luc Vanhoeck, Claude Doom en Frank Tamsin. Dat maakte de Vlaamse Vereniging voor Sterrenkunde bekend. Planetoïden zijn kleine rotsblokken die voornamelijk tussen de banen van de planeten Mars en Jupiter rond de zon bewegen. Er zijn er honderdduizenden ontdekt; ruim vijftienduizend planetoïden hebben een eigen naam. Eerderë 'Belgische' planetoïden zijn vernoemd naar onder andere koninging Fabiola, weerman Armand Pien, sterrenkundig rekenaar Jean Meeus, en striptekenaars Hergé en Peyo.
Overzicht van 'Nederlandse' planetoïden
Dit nieuwsbericht is toegevoegd door Govert Schilling - allesoversterrenkunde.nl
22 april 2009
Net als mensen met weinig huidpigment worden planetoïden snel rood als ze zich te lang in de zon bevinden. Dat is ontdekt door een groep sterrenkundigen onder leiding van Pierre Vernazza, die werkzaam is bij het Europese ruimtevaartcentrum ESTEC in Noordwijk. Er is echter één groot verschil: mensen verbranden vooral onder invloed van de ultraviolette straling van de zon; planetoïden kleuren rood onder invloed van de zogeheten zonnewind - een constante stroom van elektrisch geladen deeltjes die door de zon de ruimte in wordt geblazen.
Vernazza en zijn collega's bestudeerden verschillende families van plnaetoïden - kleine rotsblokken die voornamelijk tussen de banen van Mars en Jupiter om de zon heen draaien. Zo'n familie (objecten met vergelijkbare banen) ontstaat bij de botsing van twee grotere planetoïden. Het oppervlak van de botsingsfragmenten wordt voor het eerst blootgesteld aan de invloed van de zon, en omdat van verschillende families bekend is hoe oud ze zijn, konden de astronomen nagaan hoe snel de roodverkleuring van een planetoïde plaatsvindt.
Het blijkt dat het oppervlak van een planetoïde onder invloed van de zonnewind al in minder dan één miljoen jaar tijd een veel rodere kleur krijgt, als gevolg van een proces dat space weathering ('ruimteverwering') genoemd wordt. Daarna lijkt een nieuw evenwicht te ontstaan, en vindt verdere roodverkleuring in een veel trager tempo plaats.
De ontdekking van Vernazza en zijn collega's is deze week gepubliceerd in het Britse wetenschappelijk weekblad Nature. De waarnemingen zijn verricht met grote telescopen op aarde, waaronder de New Technology Telescope en de Very Large Telescope van de Europese Zuidelijke Sterrenwacht (ESO), die beide in Noord-Chili staan.
Meer informatie:
Solar wind tans young asteroids
Vakpublicatie over de ontdekking
Dit nieuwsbericht is toegevoegd door Govert Schilling - allesoversterrenkunde.nl
16 april 2009
David French, promovendus ruimtevaarttechnologie aan North Carolina State University, heeft een elegante manier bedacht om planetoïden die met de aarde dreigen te botsen af te weren. Zijn methode behelst nu eens niet het afschieten van raketten of het plaatsen van atoombommen. Het enige wat nodig is, is een lange kabel en een flink contragewicht. Door deze aan de planetoïde te bevestigen, verlegje het zwaartepunt van het object, en daarmee ook zijn baan. Het effect is niet groot, maar voldoende om een catastrofale inslag te vermijden. Tot nog toe zijn in ons zonnestelsel ongeveer duizend planetoïden ontdekt die in de (verre) toekomst akelig dicht in de buurt van de aarde kunnen komen. Hoewel de methode van French in principe eenvoudig is, kleven er nog wel wat praktische bezwaren aan. Zo moet, afhankelijk van de massa van de planetoïde en de beoogde afbuiging ervan, de kabel 1000 tot 100.000 kilometer lang zijn...
Meer informatie:
How To Deflect Asteroids and Save The Earth
5 april 2009
De Internationale Astronomische Unie heeft een planetoïde vernoemd naar Prof. Mr. Pieter van Vollenhoven. (12170) Vanvollenhoven is een rotsachtig mini-planeetje met een doorsnede van enkele kilometers, dat rond de zon draait in een baan tussen de planeten Mars en Jupiter. De Internationale Astronomische Unie heeft Prof. Mr. Pieter van Vollenhoven op voordracht van de Leidse astronome mevr. Ingrid Van Houten-Groeneveld aan de hemel vereeuwigd vanwege zijn actieve bijdragen aan de popularisering van de sterrenkunde en de ruimtevaart in Nederland. De heer Van Vollenhoven is onder meer 'ambassadeur'van het Internationaal Jaar van de Sterrenkunde en heeft zich in de jaren '80 sterk gemaakt voor de realisering van een astronomisch science center in Nederland. Hij is ook voorzitter van de Raad van Advies van Sonnenborgh - museum & sterrenwacht, in Utrecht. De heer Van Vollenhoven heeft de bijbehorende oorkonde uitgereikt gekregen door de secretaris van de Internationale Astronomische Unie, dr. Karel van der Hucht. De uitreiking vond plaats tijdens de 'Avond van de Sterren' op 4 april 2009, in science center NEMO in Amsterdam.
Informatie over de planetoïde (12170) Vanvollenhoven
Dit nieuwsbericht is toegevoegd door Govert Schilling - allesoversterrenkunde.nl
2 april 2009
De toekomstige Amerikaans/Europese LISA-missie, die bedoeld is om zogeheten gravitatiegolven te detecteren, kan ook informatie verschaffen over planetoïden die langs de aarde scheren. Gravitatiegolven zijn kleine verstoringen van het ruimte/tijdcontinuüm die - volgens Einsteins algemene relativiteitstheorie - ontstaan bij het ontploffen van sterren of bij botsingen tussen neutronensterren of zwarte gaten. Om deze verstoringen te kunnen meten, zullen omstreeks 2018 drie satellieten worden gelanceerd die middels laserbundels met elkaar in verbinding staan. Een passerende gravitatiegolf zou minuscule veranderingen in de onderlinge afstanden van de satellieten veroorzaken. Maar ook voorbijkomende planetoïden doen dat. Theoretisch onderzoek heeft uitgewezen dat er één of twee keer per jaar een planetoïde dichtbij genoeg langs het LISA-drietal scheert om opgemerkt te worden. Uit de grootte van de verstoring die dat oplevert, kan de massa van de planetoïde worden berekend, wat een welkome aanvulling is op het schaarse aantal massabepalingen van planetoïden tot nu toe.
Meer informatie:
"Noise" from LISA Mission Gives Scientists a Way to Study Mass, Population of Near-Earth Asteroids
17 maart 2009
De mini-planetoïde die op 2 maart jl. op een afstand van slechts 72.000 kilometer langs de aarde scheerde, was kleiner dan gedacht. Aanvankelijk werd ervan uitgegaan dat het object, 2009 DD45 geheten, afmetingen van 20 tot 40 meter had - genoeg om bij botsing met de aarde flinke schade aan te richten. Maar waarnemingen door planeetonderzoeker Richard Binzel van het Massachusetts Institute of Technology laten zien dat 2009 DD45 waarschijnlijk niet groter is dan een meter of 19. En dat is zó klein dat het object bij een eventuele tocht door de aardatmosfeer waarschijnlijk in talrijke brokstukken uiteen zou vallen. Slechts enkele schamele restanten zouden dan als meteorieten het aardoppervlak bereiken. De nieuwe groottebepaling is gebaseerd op spectroscopisch onderzoek. Daaruit blijkt dat de mini-planetoïde van de veel voorkomende S-klasse is en een betrekkelijk licht getint oppervlak heeft. Afgaande op zijn helderheid leek 2009 DD45 daardoor wat groter dan hij in werkelijkheid is.
Meer informatie:
Near miss, but no threat
2 maart 2009
Vanmiddag rond 14.40 uur scheert de kleine planetoïde 2009 DD45 langs onze planeet. Gevaar voor een botsing is er niet: het kosmische rotsblok komt niet dichterbij dan 72.000 kilometer. Maar naar astronomische begrippen is dat een nipte misser, zeker als je bedenkt dat de hoogste satellieten die om de aarde draaien zich al op een afstand van 36.000 kilometer bevinden. Met afmetingen van enkele tientallen meters is 2009 DD45 van vergelijkbare omvang als het object dat in 1908 in de dampkring boven Siberië explodeerde en grote schade toebracht aan het landschap. Het gebeurt overigens wel vaker dat er een kleine planetoïde vlak langs de aarde scheert. Op 31 maart 2004 miste 2004 FU162 onze planeet op slechts 6500 kilometer.
Meer informatie:
Asteroid flyby
26 februari 2009
Sterrenkundigen van de Universiteit van Arizona hebben nieuwe bewijzen gevonden voor planeetmigratie in ons eigen zonnestelsel. Uit onderzoek aan de planetoïdengordel en gedetailleerde computersimulaties blijkt dat de reuzenplaneten Jupiter en Saturnus in de beginperiode van het zonnestelsel aan de wandel zijn geweest. Er waren al theoretische aanwijzingen dat Jupiter oorspronkelijk iets verder van de zon af stond en Saturnus juist iets dichterbij. Als gevolg van die migratie was de omlooptijd van Saturnus een kleine vier miljard jaar geleden exact twee keer zo groot als die van Jupiter. Daardoor ontstonden sterke baanresonanties, met als gevolg dat grote aantallen planetoïden uit hun banen werden geslingerd door de zwaartekrachtseffecten van de reuzenplaneten. Planetoïden zijn kleine, rotsachtige hemellichamen die een brede gordel binnen de baan van Jupiter bevolken. Uit computersimulaties van Renu Malhotra en David Minton blijkt dat de huidige structuur van de planetoïdengordel alleen goed te verklaren is wanneer die planeetmigratie inderdaad plaatsvond. Als het op drift raken van Jupiter en Saturnus níet in rekening wordt gebracht in de simulaties, blijven er in bepaalde gebieden van de gordel veel meer planetoïden over dan er in werkelijkheid worden waargenomen. De resultaten van het onderzoek zijn deze week gepubliceerd in Nature.
Meer informatie:
UA Scientists Find Asteroids Are Missing, and Possibly Why
Dit nieuwsbericht is toegevoegd door Govert Schilling - allesoversterrenkunde.nl
24 februari 2009
De hogeresolutiecamera van de ruimtesonde Dawn is vorige week met succes uitgetest op de planeet Mars. Dawn is een Amerikaanse ruimtesonde die op weg is naar de planetoïden Vesta en Ceres. Om snelheid te maken en in de juiste baan gebracht te worden, voerde het toestel op 18 februari een scheervlucht uit over het noordelijk halfrond van de planeet Mars. Daarbij werden verschillende wetenschappelijke instrumenten uitgetest, waaronder de in Duitsland gebouwde camera. Volgens het Max Planck Instituut voor Zonnestelselonderzoek in Katlenburg-Lindau heeft de camera de vuurdoop glansrijk doorstaan. De afgebeelde (kunstmatig ingekleurde) foto toont een ca. 55 kilometer breed gebied in het noordwestelijk deel van Tempe Terra op Mars. Dawn zal in 2011 bij Vesta aankomen, en in 2015 bij Ceres.
Meer informatie:
Origineel persbericht (Engelstalig)
Dit nieuwsbericht is toegevoegd door Govert Schilling - allesoversterrenkunde.nl;
12 februari 2009
De Amerikaanse ruimtesonde Dawn koerst met steeds hogere snelheid af op een ontmoeting met de planeet Mars. Op 18 februari zal Dawn op relatief kleine afstand langs Mars vliegen. Daarbij wordt de baan van de ruimtesonde beïnvloed door de zwaartekracht van de planeet. De scheervlucht is zo uitgekiend dat Dawn vervolgens in een langgerektere ellipsbaan om de zon beweegt, en in een baan die ongeveer vijf graden is geheld ten opzichte van het baanvlak van de aarde. Dat is nodig voor een geslaagde ontmoeting met de planetoïde Vesta, die in 2011 zal plaatsvinden. Na het onderzoek aan Vesta zal Dawn nog doorvliegen naar de grootste planetoïde in het zonnestelsel, de dwergplaneet Ceres, waar hij in 2015 zal aankomen. Dawn is in september 2007 gelanceerd, en is de eerste ruimtesonde die een bezoek brengt aan deze grote hemellichamen. Dawn is uitgerust met een revolutionaire ionenmotor, die veel minder brandstof verbruikt dan een reguliere raketmotor, terwijl er toch grotere baanwijzigingen mee mogelijk zijn. Tijdens de vlucht langs Mars zullen de wetenschappelijke instrumenten van de ruimtesonde worden uitgetest. Terwijl Dawn als gevolg van de zwaartekracht van Mars een hogere baansnelheid krijgt, zal de planeet zelf juist een tikje worden afgeremd: over 70 miljoen jaar is er sprake van een afwijking van één centimeter.
Meer informatie:
NASA Spacecraft Falling For Mars
Dawn
Dit nieuwsbericht is toegevoegd door Govert Schilling - allesoversterrenkunde.nl
9 februari 2009
De Amerikaanse planeetverkenner Messenger maakt momenteel jacht op zogeheten vulcanoïden - kleine rotsachtige hemellichamen die binnen de baan van Mercurius om de zon bewegen. Messenger verkent de binnendelen van het zonnestelsel, en zal uiteindelijk in een baan rond de kleine, binnenste planeet Mercurius gebracht worden. Vandaag bereikt hij zijn kleinste afstand tot de zon: 46 miljoen kilometer. Een week lang zullen de camera's van de ruimtesonde worden ingezet voor de speurtocht naar vulcanoïden. Niemand weet of die daadwerkelijk bestaan, maar in alle andere zones in het zonnestelsel waarin kleine rotsblokken stabiele banen kunnen beschrijven, zijn ze ook daadwerkelijk gevonden. Ook binnen de Mercuriusbaan bevindt zich zo'n stabiele zone. Het zoeken naar planetoïden binnen de Mercuriusbaan is echter zeer moeilijk, omdat de hemellichamen zich - gezien vanaf de aarde - altijd heel dicht in de buurt van de zon aan de hemel bevinden. Messenger bevindt zich deze week veel dichter bij de zon, waardoor eventuele vulcanoïden eenvoudiger zijn waar te nemen. Eerdere zoekacties hebben uitgewezen dat er in elk geval geen vulcanoïden bestaan met afmetingen van meer dan zestig kilometer. De nieuwe speurtocht moet die bovengrens omlaag brengen naar vijftien kilometer. De ontdekking van vulcanoïden (of het uitblijven daarvan!) biedt informatie over de ontstaansperiode van het zonnestelsel.
Meer informatie:
MESSENGER Continues Hunt for Ever-Elusive Vulcanoids
Messenger
Dit nieuwsbericht is toegevoegd door Govert Schilling - allesoversterrenkunde.nl
8 februari 2009
Een kosmisch rotsblok met een middellijn van ongeveer 300 meter vliegt over ruim dertig jaar 'rakelings' langs de aarde. In 2042 passert de steenklomp onze planeet op een afstand van 31.800 kilometer - minder dan tien procent van de afstand tot de maan. Twee jaar later is de passage-afstand zelfs nog iets kleiner. De zogeheten planetoïde, met de aanduiding 2009 BD81, werd op 31 januari ontdekt door de Amerikaanse astronoom Robert Holmes van het Astronomical Research Institute in Charleston, Illinois. Met relatief bescheiden apparatuur ontdekte Holmes eerder al 250 andere planetoïden, zes supernova's (exploderende sterren) en één komeet. 2009 BD81 werd toevallig gevonden toen Holmes vervolgwaarnemingen verrichtte aan een andere planetoïde, 2008 EV5. Voorlopig vormt het projectiel geen serieuze bedreiging: de kleinste afstand dit jaar (op 27 februari) bedraagt 7 miljoen kilometer. Er is een zeer kleine kans van ongeveer één op twee miljoen dat het hemellichaam in de jaren veertig met de aarde in botsing zal komen. De inslag van een planetoïde met een middellijn van 300 meter heeft catastrofale gevolgen voor minstens een compleet werelddeel.
Nieuwsbericht op Universe Today
Informatie over 2009 BD81
Dit nieuwsbericht is toegevoegd door Govert Schilling - allesoversterrenkunde.nl;
5 februari 2009
De door veel problemen geteisterde Japanse ruimtesonde Hayabusa is begonnen aan de thuisreis. Hayabusa ging in 2003 op weg naar de aardappelvormige planetoïde Itokawa en bereikte deze twee jaar later ook. Maar over het hoofddoel van de missie, het nemen van een bodemmonster van de planetoïde, bestaat onzekerheid. Hayabusa daalde weliswaar af naar het oppervlak, maar of hij daadwerkelijk materiaal heeft verzameld, is nog maar de vraag. Dat wordt pas duidelijk als de ruimtesonde in juni 2010 terugkeert bij de aarde en de kleine capsule afstoot waarin het materiaal zou moeten zitten. Dat is drie jaar later dan aanvankelijk de bedoeling was. Maar een hele reeks technische problemen - het uitvallen van twee van de drie gyroscopen, een brandstoflek en communicatiestoringen - maakte dit uitstel onvermijdelijk.
Meer informatie:
Beleaguered Japanese Asteroid Probe Headed Home
4 februari 2009
Een team van Franse en Italiaanse astronomen heeft een nieuwe methode ontwikkeld om de afmetingen en vormen te meten van planetoïden die te klein of te ver weg zijn om op traditionele wijze te worden opgemeten. Met grote telescopen, zoals de Europese Very Large Telescope (VLT) in Chili, kan van een stuk of honderd planetoïden de maat worden genomen. En zo af en toe komt er een kleine planetoïde dicht genoeg in de buurt van de aarde om deze met behulp van radarinstrumenten te onderzoeken. Maar daarbij blijft het dan ook wel: van alle overige planetoïden worden de afmetingen geschat op basis van hun helderheid. Met de nieuwe methode kan het aantal groottebepalingen echter flink worden opgevoerd. De methode is gebaseerd op interferometrie: de techniek waarbij het licht van twee of meer telescopen (in dit geval van de VLT) wordt gecombineerd om een betere beeldresolutie te verkrijgen. De eerste planetoïde die met deze techniek is bekeken, is 234 Barbara. Gebleken is dat het waarschijnlijk een 'dubbelplanetoïde' betreft: twee afzonderlijke planetoïden van 37 en 21 kilometer die op kleine afstand om elkaar heen draaien. Waarnemingen van andere kleine planetoïden zullen volgen.
Meer informatie:
Powerful New Technique to Measure Asteroids' Sizes and Shapes;
25 januari 2009
Sterrenkundigen hebben half januari een ca. tien meter groot rotsblok ontdekt dat in vrijwel dezelfde baan om de zon draait als de aarde. De planetoïde, met de catalogusaanduiding 2009 BD, bereikt vandaag zijn kleinste afstand tot onze planeet: ca. 640.000 kilometer, ofwel minder dan twee keer de afstand tot de maan. Die afstand varieert maar weinig, doordat de baan van 2009 BD vrijwel samenvalt met de baan van de aarde. De omlooptijd bedraagt 369,3 dagen (de omlooptijd van de aarde is 365,25 dagen); de gemiddelde afstand tot de zon is slechts zeven promille groter dan die van de aarde. Wel is de baan van 2009 BD een klein beetje excentrischer dan de aardbaan, en ligt hij ook een tikje geheld. Uit voorlopige baanberekeningen volgt dat het kleine rotsblok tot november 2010 op minder dan vijftien miljoen kilometer afstand zal blijven - dichtbij naar sterrenkundige begrippen. Er zijn al eens eerder kleine planetoïden gevonden die zich gedurende langere tijd in de directe omgeving van de aarde ophielden. Het is niet uitgesloten dat zo'n klein hemellichaam in de verre toekomst een keer met de aarde in botsing komt. Van 2009 BD is voorlopig echter geen concreet inslaggevaar te duchten, aldus de risico-analysten van NASA's Near-Earth Object Program.
2009 BD (Small-Body Database Browser)
2009 BD (Near-Earth Object Program)
Dit nieuwsbericht is toegevoegd door Govert Schilling - allesoversterrenkunde.nl
9 januari 2009
De Catalina Sky Survey (CSS) heeft vorig jaar een recordoogst opgeleverd van 565 hemelobjecten die de aarde dicht naderen (NEO's). Het vorige jaarrecord van 460, gevestigd in 2007, stond ook al op naam van de CSS. Van alle NEO's die de afgelopen drie jaar zijn ontdekt, staat 70 procent op naam van dezesurvey. En als de voortekenen niet bedriegen, zullen de komende jaren nog meer records worden gebroken. Want de Catalina-survey krijgt deze zomer de beschikking over een nieuwe 1-meter telescoop die naast de reeds bestaande instrumenten zal worden gebruikt. Daarmee neemt de waarneemtijd met ongeveer een kwart toe. Het uiteindelijke doel is om nog voor het einde van dit decennium minstens 90 procent van alle 'aardscheerders' groter dan een kilometer te hebben opgespoord. Tot dusver zijn 763 planetoïden in deze categorie ontdekt.
Meer informatie:
Catalina Sky Survey Sets New Record for NEO Discoveries, Receives Funding Through 2012
7 januari 2009
Planetoïden zijn forse brokken gesteente die met name tussen de banen van Mars en Jupiter om de zon draaien. Wetenschappers gingen er altijd van uit dat de kleine afmetingen van een planetoïde een beperking zouden vormen voor de soorten gesteente die zich in zijn korst kunnen vormen. Maar uit onderzoek van twee recent op Antarctica ontdekte meteorieten blijkt dat dit beeld moet worden bijgesteld. Deze meteorieten blijken het veldspaatrijke mineraal andesiet te bevatten (Nature, 8 januari 2009). Dit vulkanische stollingsgesteente was tot nog toe alleen op de aarde aangetroffen, met name op plaatsen waar aardplaten op elkaar botsen, zoals bij de Andes. Maar uit de gevonden meteorieten blijkt dat andesiet niet alleen door tektonische processen kan ontstaan. Ze zijn 4,5 miljard jaar oud, wat erop wijst dat ze heel kort na de geboorte van het zonnestelsel zijn gevormd. Dat maakt het onwaarschijnlijk dat het brokstukken zijn van een planeet waar zich processen als die op de aarde afspeelden. Volgens de onderzoekers is het denkbaar dat zich ook in kleine planetoïden lokaal voldoende warmte ontwikkelt om gesteenten deels te doen smelten. Door kleine uitbarstingen zou zich aan het oppervlak van de planetoïde dan andesiet kunnen vormen.
Meer informatie:
Scientists Publish 1st Ever Evidence of Asteroids with Earth-like Crust
20 november 2008
De ionenmotor van de Amerikaanse ruimtesonde Dawn is volgens plan uitgeschakeld. De sonde 'zweeft' nu in de richting van Mars, waar zij in februari 2009 langs zal scheren. Met hulp van de zwaartekracht van deze planeet zal de ruimtesonde de juiste snelheid en richting krijgen om in 2011 de grote planetoïde Vesta te kunnen bereiken. Pas over een half jaar zal de ionenmotor weer gedurende langere tijd worden aangezet om de sonde een extra zetje te geven. Een ionenmotor ontleent zijn voortstuwingskracht aan de uitstoot van geladen deeltjes (xenon-ionen) die met behulp van een elektrisch veld worden versneld. Daar is maar heel weinig 'brandstof' voor nodig, maar de stuwkracht is niet erg groot: om een flinke snelheid te krijgen, moet de motor dus lang aan staan. Tijdens de reis van Dawn, die na Vesta ook nog de dwergplaneet Ceres zal bezoeken (2015), zal de ionenmotor maar liefst 50.000 werkuren maken.
Meer informatie:
Dawn Glides Into New Year
8 oktober 2008
De enkele meters grote meteoroïde of 'mini-planetoïde' die in de nacht van maandag op dinsdag boven het noordoosten van Afrika binnenkwam, is 'volgens plan' ontploft. Het verschijnsel is voor zover bekend niet gefotografeerd, maar de drukgolf van de explosie is gedetecteerd met een infrageluid-instrument in Kenia. Op basis van die meting wordt geschat dat de meteoroïde om 4.43 uur MEZT hoog in de atmosfeer ontplofte met de kracht van één à twee kiloton TNT. Rond diezelfde tijd is vanuit een KLM passagiersvliegtuig, dat zich 1200 kilometer verderop bevond, ook een korte lichtflits waargenomen.
Meer informatie:
Asteroid Exploded in Earth's Atmosphere
6 oktober 2008
Voor het eerst in de geschiedenis hebben sterrenkundigen de inslag van een hemellichaam op aarde voorspeld. Een kleine planetoïde, met een middellijn van hooguit een paar meter, komt in de nacht van maandag 6 op dinsdag 7 oktober rond 04.46 uur Nederlandse tijd met hoge snelheid in de aardse dampkring terecht, boven het noorden van Soedan. Het rotsblok werd maandag ontdekt door de Catalina Sky Survey op de Mt. Lemmon-sterrenwacht in Arizona, waar continu jacht gemaakt wordt op zogeheten 'aardscheerders'. De indringer, die inmiddels gecatalogiseerd is als 2008 TC3, komt onder een hoek van ca. 20 graden de atmosfeer binnen, beweegt van west naar oost (in tegenstelling tot wat in sommige persberichten wordt vermeld), en zal vanuit een groot gebied in het noordoosten van Afrika zichtbaar zijn als een extreem heldere vuurbol, die mogelijk in verschillende fragmenten uiteen zal vallen. Het is niet uitgesloten dat er meteorieten op aarde neerkomen, maar verder is er geen enkel gevaar te duchten: de kleine planetoïde overleeft de tocht door de dampkring niet. Naar schatting komen 'inslagen' van objecten met afmetingen van een paar meter enkele keren per jaar voor, maar dit is de eerste keer dat zo'n indringer vooraf is ontdekt.
Meer informatie:
Boulder-sized Asteroid Will Burn Up in Earth's Atmosphere Tonight
Nieuwsbericht JPL-NEO office
Dit nieuwsbericht is toegevoegd door Govert Schilling - allesoversterrenkunde.nl
2 oktober 2008
Een internationaal team van sterrenkundigen heeft vastgesteld dat de planetoïde 216 Kleopatra, die deel uitmaakt van de planetoïdengordel tussen Mars en Jupiter, twee begeleiders heeft. Kleopatra is opmerkelijk van vorm: hij is ongeveer 90 kilometer breed, 217 kilometer lang en heeft verdikte uiteinden. Daarom wordt hij ook wel de 'hondenbot'-planetoïde genoemd. Sterrenkundigen denken dat Kleopatra bestaat uit twee brokstukken van een grotere planetoïde die bij een botsing betrokken raakte. In september 2008 is Kleopatra nader bekeken met de 10-meter Keck-II-telescoop op Hawaï, die kort voordien met een verbeterd optisch systeem was uitgerust. Daarbij zijn twee kleinere planetoïden ontdekt van respectievelijk 5 en 3 kilometer groot. Onduidelijk is nog of dit brokstukken zijn die bij een recente inslag op Kleopatra zijn weggeslagen of overblijfselen van de catastrofale botsing waar de voorloper van Kleopatra het slachtoffer van was.
Meer informatie:
Two Companions Found Near Dog-bone Asteroid
6 september 2008
Op vrijdagavond, om 2 minuten voor 9 Nederlandse tijd, vloog de Europese komeetverkenner Rosetta op een afstand van slechts 800 kilometer langs de kleine planetoiïde (2867) Steins. De eerste resultaten van de zeer succesvol verlopen passage zijn vandaag bekendgemaakt op een persconferentie in Darmstadt. Steins blijkt een diamantvormige steenklomp te zijn met afmetingen van ongeveer 6 bij 4 kilometer. Op het oppervlak zijn 23 kraters geteld groter dan 200 meter. De twee grootste hebben afmetingen van ongeveer een kilometer. BIj de inslagen waarbij deze kraters zijn gevormd, moet het inwendige van de planetoïde vrijwel volledig verbrijzeld zijn geraakt. Zeven kleinere kraters vormen samen een langgerekte kraterreeks; zulke 'catena's zijn eerder alleen op veel grotere hemellichamen aangetroffen. Steins is een oude, geëvolueerde planetoïde van het zeldzame E-type en vertoont een complexe inslaggeschiedenis, met kraters van verschillende leeftijden. Uit de waargenomen degradatie van de kraters leidt het Rosetta-team af dat er een relatief dunne laag regolith moet voorkomen - fijn, verpulverd materiaal zoals dat ook op de maan aanwezig is. Steins blijkt donkerder en ongeveer tien procent groter te zijn dan was verwacht; het reflecterend vermogen van de planetoïde bedraagt 35 procent. De komende weken zullen nog meer foto's en meetgegevens op aarde worden ontvangen. Rosetta vliegt in november 2009 nog één keer op korte afstand langs de aarde, en heeft dan eindelijk voldoende snelheid opgebouwd voor de lange vlucht naar komeet Churyumov-Gerasimenko.
Meer informatie:
Encounter of a different kind: Rosetta observes asteroid at close quarters
Foto's en filmpjes van de passage
Dit nieuwsbericht is toegevoegd door Govert Schilling - allesoversterrenkunde.nl
3 september 2008
Aardscheerders zijn planetoïden die de aarde dicht kunnen naderen. Maar volgens Amerikaanse onderzoekers zijn tussen de vijf en de tien procent van deze objecten geen planetoïden, maar kometen. Het zou dan gaan om kometen die ofwel geen vluchtige stoffen (bevroren water) meer bevatten ofwel 'slapend' zijn, en zich pas weer als kometen gaan gedragen als ze met een ander object in botsing zijn gekomen. Met behulp van een infrarood-telescoop op de Mauna Kea (Hawaï) wordt getracht het kometenkaf van het planetoïdenkoren te scheiden. Mogelijk dat de combinatie van baaneigenschappen en het lichtweerkaatsend vermogen van het oppervlak van een object er uitsluitsel over kan geven of we met een (rotsachtige) planetoïde of een (veel poreuzere) komeet van doen hebben.
Meer informatie:
Research Aims to Unmask Comets Posing as Asteroids
4 augustus 2008
De Europese ruimtesonde Rosetta, die de komeet 67P/Churyumov-Gerasimenko als eindbestemming heeft, passeert onderweg daar naartoe enkele planetoïden. De eerste daarvan is de iets minder dan vijf kilometer grote planetoïde Steins. Vanaf vandaag heeft Rosetta het kleine object letterlijk in het vizier: zijn camera bekijkt Steins nu tweemaal per week en vanaf 25 augustus zelfs dagelijks, zodat op basis van visuele informatie kleine koerscorrecties kunnen worden uitgevoerd. De onderlinge afstand bedraagt nu nog 24 miljoen kilometer, maar zal op 5 september afnemen tot slechts 800 kilometer.
Meer informatie:
Rosetta starts tracking asteroid Steins
ESA: Rosetta
9 juli 2008
Planeetonderzoekers hebben ontdekt dat dubbelplanetoïden waarschijnlijk ontstaan onder invloed van zonlicht. Bij ongeveer vijftien procent van alle planetoïden kleiner dan tien kilometer is een maan ontdekt die qua grootte vaak vergelijkbaar is met de planetoïde zelf. Het ontstaan van zulke dubbelplanetoïden is lange tijd een raadsel geweest. Derek Richardson van de Universiteit van Maryland en zijn collega's hebben nu gevonden dat de planetoïdenmaantjes gevormd worden onder invloed van zonlicht. Er is al langer bekend dat zonlicht ervoor kan zorgen dat de rotatieperiode van een planetoïde sterk toe- of afneemt via het zogeheten YORP-effect. Als de planetoïde een poreuze samenballing is van kleinere brokstukken die door de zwaartekracht bijeengehouden worden (een zogeheten rubble pile ), kan zo'n snelle rotatie ertoe leiden dat er materiaal aan de evenaar wordt weggeslingerd, de ruimte in. Dat kan vervolgens weer samenklonteren tot een maan. Computersimulaties van Richardson en zijn collega's, deze week gepubliceerd in Nature , laten zien dat op die manier dubbelplanetoïden kunnen ontstaan.
Meer informatie:
Study Puts Solar Spin on Asteroids, their Moons & Earth Impacts
Dit nieuwsbericht is toegevoegd door Govert Schilling - allesoversterrenkunde.nl
3 juli 2008
De Europese komeetverkenner Rosetta is door vluchtleiders uit zijn winterslaap gehaald om zich voor te bereiden op een ontmoeting met de planetoïde Steins. Rosetta is in maart 2004 gelanceerd en zal in 2014 aankomen bij komeet Churyumov-Gerasimenko. Op 5 september, om 20.37 uur Nederlandse tijd, vliegt de ruimtesonde op 800 kilometer afstand langs de planetoïde Steins, die grotendeels uit silicaten en bazalt bestaat. De komende maand worden de verschillende instrumenten van Rosetta stuk voor stuk uitgetest en in gereedheid gebracht. In juni 2010 vliegt Rosetta opnieuw langs een planetoïde, Lutetia.
Meer informatie:
Rosetta awakes from hibernation for asteroid encounter
Dit nieuwsbericht is toegevoegd door Govert Schilling - allesoversterrenkunde.nl
26 juni 2008
Canada bouwt de eerste ruimtetelescoop ter wereld die speciaal bedoeld is voor het opsporen en volgen van planetoïden en satellieten. De Near Earth Object Surveillance Satellite (kortweg NEOSSat) zal vooral aardscheerders - planetoïden die dicht in de buurt van de aarde kunnen komen - in de gaten gaan houden. De satelliet, die niet veel groter is dan een flinke koffer en 65 kilogram weegt, wordt naar verwachting in 2010 gelanceerd. Hoewel hij slechts met een 15-cm telescoop is uitgerust, zal NEOSSat vanuit zijn 700 kilometer hoge baan om de aarde veel beter in staat zijn om (zwakke) planetoïden op te sporen dan menige telescoop op aarde.
Meer informatie:
Asteroid-hunting satellite a world first
NEOSSat
28 mei 2008
De 56-jarige amateur-astronoom Richard Miles uit Dorset, Engeland, die tevens vicevoorzitter is van de British Astronomical Association, heeft een planetoïde ontdekt die elke 42,7 seconden om zijn as draait. Het is het snelst roterende hemellichaam in het zonnestelsel; de vorige recordhouder draaide elke 78 seconden om zijn as. Planetoïde 2008 HJ meet waarschijnlijk 12 bij 24 kilometer, weegt ruim vijfduizend ton, en scheerde eind april op één miljoen kilometer afstand langs de aarde met een snelheid van 45 kilometer per seconde. Miles verrichtte via internet waarnemingen aan de aardscheerder met behulp van de Faulkes Telescope South in Australië. Uit de periodieke helderheidswisselingen kon de rotatieperiode van het rotsblok worden afgeleid. Zulke snel roterende steenklompen kunnen ontstaan bij onderlinge botsingen, maar de rotatiesnelheden van planetoïden kunnen in de loop van miljoenen jaren ook toenemen onder invloed van ongelijk verdeelde zonnestraling.
Meer informatie:
All in a spin - record breaking asteroid discovered
Faulkes Telescope Project
Dit nieuwsbericht is toegevoegd door Govert Schilling - allesoversterrenkunde.nl
20 maart 2008
Ons zonnestelsel is ontstaan uit een schijfvormige wolk van heet gas: de zonnenevel. Toen de gassen aan de rand van deze schijf begonnen af te koelen, waren de eerste materialen die tot vaste stoffen condenseerden rijk aan de elementen calcium en aluminium. Pas later ontstonden andere vaste stoffen. Dankzij deze gang van zaken laten de oudste objecten van ons zonnestelsel zich gemakkelijk herkennen: ze moeten rijk zijn aan calcium en aluminium. Een team van wetenschappers heeft nu drie planetoïden opgespoord die twee tot drie maal zo veel van deze elementen bevatten als de oudste meteorieten die op aarde gevonden zijn (Science Express, 20 maart). Vermoedelijk zijn de drie sinds hun ontstaan (ca. 4,55 miljard jaar geleden) vrijwel onveranderd gebleven.
Meer informatie:
UM-Led Team Finds Oldest Known Asteroids
13 februari 2008
Met de 300-meter radiotelescoop van Arecibo is ontdekt dat planetoïde 2001 SN263 in werkelijkheid uit drie kleine hemellichamen bestaat die om elkaar heen draaien. De planetoïde is op 19 september 2001 ontdekt. Het is een zogeheten aardscheerder: een rotsblok dat in de buurt van de aarde kan komen. Deze maand bewoog het object (dat inmiddels het officiële nummer 153591 heeft gekregen) op ca. 11 miljoen kilometer afstand langs de aarde - voldoende dichtbij voor gedetailleerde radarwaarnemingen. Uit die radarmetingen, verricht op 11 februari, blijkt dat 2001 SN263 uit drie afzonderlijke objecten bestaan, met afmetingen van ca. 2 kilometer, 1 kilometer en 300 meter. Eerder zijn wel planetoïden ontdekt met twee maantjes (in feite ook drievoudige systemen), maar dit is de eerste keer dat een drievoudige aardscheerder is gevonden, en ook de eerste keer dat het om drie componenten gaat die min of meer vergelijkbare afmetingen hebben. Hoe zulke meervoudige systemen ontstaan (er zijn ook veel dubbele planetoïden bekend) is nog steeds niet helemaal duidelijk.
Meer informatie:
First near-Earth triple asteroid discovered by Arecibo Observatory astronomers
Dit nieuwsbericht is toegevoegd door Govert Schilling - allesoversterrenkunde.nl
25 januari 2008
Sterrenkundigen houden een oogje op de passage, komende dinsdag, van planetoïde 2007 TU24. Maar echt spannend wordt het niet: het object zal niet naderbij komen dan 538.000 kilometer, wat overigens dichtbij genoeg is om de planetoïde waarneembaar te laten zijn met een kleine telescoop. Ook grote, professionele instrumenten zullen op 2007 TU24 worden gericht, waaronder de grote radiotelescoop van Arecibo. Op een aantal dagen zal deze de planetoïde 'bestoken' met radarsignalen, om uit de weerkaatsingen daarvan een afbeelding van het kleine hemellichaam te destilleren. Inmiddels hebben radarwaarnemingen met de veel kleinere radioschotel van Goldstone uitgewezen dat 2007 TU24 onregelmatig van vorm is en ongeveer 250 meter groot. De planetoïde is - voor zover bekend - tot 2027 de laatste van deze grootteklasse die zo dicht bij de aarde komt. Kleinere objecten zullen er nog wel langs de aarde scheren.
Meer informatie:
Arecibo astronomers prepare to obtain close images of a near-Earth
NASA Scientists Get First Images of Earth Flyby Asteroid
Asteroid to Make Rare Close Flyby of Earth January 29
Near-Earth Asteroid 2007 TU24 to Pass Close to Earth on Jan. 29
Overzicht van recente 'nipte missers'
22 januari 2008
Er zijn twee namen toegevoegd aan de steeds langer wordende lijst van planetoïden die naar Nederlanders zijn vernoemd. De nieuwe toevoegingen zijn Hannieschaft (planetoïde 85119), genoemd naar de Haarlemse verzetsheldin, die drie weken voor het einde van de Tweede Wereldoorlog door de Duitsers werd doodgeschoten, en Oranje-Nassau (planetoïde 12151), een eerbetoon aan Willem de Zwijger, prins van Oranje en graaf van Nassau.
Meer informatie:
Planetoïde voor 'meisje met het rode haar'
Vader des vaderlands krijgt planetoïde
Lijst van Nederlandse planetoïden
17 december 2007
De verwoestende effecten van een kleine planetoïde die in botsing komt met de aarde zijn veel groter dan tot nu toe werd aangenomen. Dat blijkt uit gedetailleerde supercomputersimulaties die zijn uitgevoerd op de Sandia National Laboratories in de Verenigde Staten. Mark Boslough en zijn collega's (die eerder betrouwbare simulaties uitvoerden van de botsing van komeet Shoemaker-Levy 9 op de planeet Jupiter in 1994) hebben nu de Tunguska-inslag van 30 juni 1908 in Siberië gemodelleerd. Daarbij werd een enorm gebied naaldwoud met de grond gelijkgemaakt, als gevolg van een exploderende planetoïde (of wellicht een komeetfragment) op enkele kilometers hoogte in de dampkring. Tot nu toe werd altijd aangenomen dat het projectiel zo'n vijftig meter groot geweest moet zijn. Uit de computersimulaties van Boslough en zijn collega's volgt echter dat de ontstane schade eenvoudig veroorzaakt kan worden door een veel kleiner hemellichaam. Hoe klein precies hangt onder andere af van de samenstelling en de inslagsnelheid. De supercomputersimulaties laten zien dat er bij een dampkringexplosie een vuurbal ontstaat die sneller dan het geluid op het aardoppervlak afraast, en daarbij een veel verwoestender werking heeft.
Meer informatie:
Sandia supercomputers offer new explanation of Tunguska disaster
Filmpje van de computersimulatie (voor meer filmpjes: zie het oorspronkelijke persbericht)
Dit nieuwsbericht is toegevoegd door Govert Schilling - allesoversterrenkunde.nl
12 oktober 2007
Onderzoekers van het Massachusetts Institute of Technology hebben voor het eerst de samenstelling onderzocht van een planetoïde die een (heel kleine) kans maakt om ooit op aarde neer te storten. Die informatie kan van pas komen om straks te kunnen beslissen wat het beste verweer is tegen deze ongeleide kosmische projectielen is. De onderzochte planetoïde, Apophis, zal op 13 april 2029 (inderdaad: een vrijdag!) de aarde op slechts ongeveer 35.000 kilometer passeren; in 2036 bestaat is er zelfs een kans van 1 op 45.000 dat het tot een botsing komt. Met telescopen in Chili en op Hawaï is het ongeveer 270 meter grote hemellichaam nu spectroscopisch onderzocht. Zijn samenstelling blijkt overeen te komen met die van een vrij zeldzaam soort steenmeteorieten: de LL-chondrieten. Zulke meteorieten zijn rijk aan pyroxeen en olivijn, mineralen die ook op aarde veel voorkomen. Daarmee staat vast dat de eventuele inslag van Apophis een verwoestende uitwerking zou hebben. De planetoïde is groot genoeg om een gebied ter grootte van Frankrijk te verwoesten of om omvangrijke tsunami's te veroorzaken.
Meer informatie:
Asteroid is "practice case" for potential hazards
9 oktober 2007
De Internationale Astronomische Unie heeft planetoïde 100.000 de naam Astronautica gegeven. Daarmee wordt de 50ste verjaardag van de ruimtevaart herdacht: op 4 oktober 1957 werd de Russische kunstmaan Spoetnik 1 gelanceerd. Astronautica is een rotsblok van ongeveer anderhalve kilometer groot dat eens in de 2,6 jaar een vrij sterk gehelde baan om de zon beschrijft, tussen de banen van Mars en Jupiter. De kleine planetoïde werd op 29 september 1982 ontdekt door Jim Gibson van de Palomar-sterrenwacht in Californië, en kreeg toen de tijdelijke aanduiding 1982 SH1. In oktober 2005 was de baan voldoende nauwkeurig bekend voor een definitief nummer; toevallig bleek het de honderdduizendste planetoïde te zijn in de database van het Minor Planet Center van de Harvard-sterrenwacht. Momenteel is van 164.612 planetoïden een nauwkeurige baan bekend; 14.077 ervan hebben een eigen naam. Kort geleden nog werden opnieuw enkele planetoïden vernoemd naar Nederlanders.
Meer informatie:
Asteroid Named in Honor of 50th Anniversary of the Space Age
Gegevens van planeto?de (100000) Astronautica
Dit nieuwsbericht is toegevoegd door Govert Schilling - allesoversterrenkunde.nl
4 oktober 2007
De planetoïde 6344-PL, die al sinds 1960 zoek was, is terecht. Uit onderzoek van SETI-astronoom Peter Jenniskens blijkt dat het object één en dezelfde is als de recent 'ontdekte' planetoïde 2007 RR9. Het bijzondere aan deze aardscheerder is dat hij tot de groep van bijna duizend objecten groter dan 150 meter behoort die een (kleine) kans lopen om op aarde neer te storten. Volgens Jenniskens is 6344-PL trouwens geen echte planetoïde, maar een brokstuk van de uitgeputte kern van een komeet. Uit zijn baankenmerken blijkt dat hij tot de familie van kometen behoort waarvan het verste punt in de buurt van de Jupiterbaan ligt. De eerstvolgende dichte nadering tot de aarde is op 7 november a.s., maar dichter dan ongeveer 9 miljoen kilometer nadert 6344-PL ons ditmaal niet.
Meer informatie:
Long-Lost, Dangerous Asteroid Is Found Again
Gegevens van 2007 RR9
28 september 2007
Twee kleine planeto?den - rotsblokken die tussen Mars en Jupiter rond de zon cirkelen - zijn genoemd naar de Nederlandse sterrenkundejournalisten Eddy Echternach en Govert Schilling, die o.a. samen de nieuwsvoorziening van deze website voor hun rekening nemen. Planeto?de 10986, op 16 oktober 1977 voor het eerst gefotografeerd door Cees van Houten, Ingrid van Houten-Groeneveld en Tom Gehrels, heet voortaan Govert, naar de eindredacteur van www.allesoversterrenkunde.nl. Planeto?de 12131, op foto's van 24 september 1960 door dezelfde astronomen gevonden, heet voortaan Echternach, naar beheerder en eindredacteur van www.astronieuws.nl. Zowel Govert als Eddy zijn ook hoofdredacteur geweest van het sterrenkundig maandblad Zenit; Govert van 1980-1987, en Eddy (met een korte onderbreking) van 1987 tot nu. Eddy en Govert verzorgen om beurten de gezamenlijke nieuwsvoorziening op de twee websites. Overigens zijn tegelijkertijd ook planeto?den vernoemd naar de ruimtevaartpopularisatoren Chriet Titulaer en Henk Terlingen ('Apollo Henkie').
Lijst van 'Nederlandse' planeto?den
Informatie over planeto?de (10986) Govert
Informatie over planeto?de (12131) Echternach
Dit nieuwsbericht is toegevoegd door Govert Schilling - allesoversterrenkunde.nl
27 september 2007
Om 13.34 uur Nederlandse tijd heeft de Amerikaanse ruimtevaartorganisatie NASA de planeto?denverkenner Dawn ('Dageraad') gelanceerd met een Delta II-raket vanaf Cape Canaveral in Florida. Dawn is een relatief kleine, goedkope ruimtesonde die deel uitmaakt van NASA's Discovery-programma. Hij is uitgerust met een revolutionaire ionenmotor. Daardoor is de ruimtesonde erg 'wendbaar', maar heeft hij wel veel tijd nodig om op de plaats van bestemming aan te komen. In februari 2009 vliegt de ruimtesonde vlak langs de planeet Mars om meer snelheid te maken. Daarna komt hij in augustus 2011 aan in een baan rond de planeto?de Vesta. In mei 2012 vliegt Dawn verder, om pas in februari 2015 te arriveren bij de grootste planeto?de, Ceres. Ceres is de eerste dwergplaneet in het zonnestelsel die van nabij wordt onderzocht door een onbemande ruimtesonde. Het planeto?denonderzoek van Dawn moet meer informatie opleveren over de dageraad van het zonnestelsel.
Meer informatie:
Dawn's Next Stop: Vesta
Dawn
Dit nieuwsbericht is toegevoegd door Govert Schilling - allesoversterrenkunde.nl
6 september 2007
Het uitsterven van de dinosauri?rs, 65 miljoen jaar geleden, is indirect het gevolg van een hevige botsing in de planeto?dengordel die nog eens 100 miljoen jaar eerder plaatsvond. Dat beweren Bill Bottke en zijn collega's van het Southwest Research Institute vandaag in Nature. Bij de inslag van het 10 kilometer grote hemellichaam werd een krater gevormd met een middellijn van 180 kilometer. Computersimulaties doen vermoeden dat het projectiel deel uitmaakte van de Baptistina-familie, een grote groep van planeto?den met vergelijkbare omlooptijden, baanhellingen en baanexcentriciteiten. Die familie ontstond volgens Bottke en zijn collega's ongeveer 160 miljoen jaar geleden toen twee grote planeto?den, met afmetingen van 170 en 60 kilometer, met elkaar in botsing kwamen. Door de invloed van de zon en door baanresonanties van Mars en Jupiter kwam een deel van de familie uiteindelijk in de binnendelen van het zonnestelsel terecht, met als gevolg enkele catastrofale inslagen op Venus, Mars, de aarde en de maan. Mede op basis van de samenstelling van de planeto?den concluderen de onderzoekers dat het voor meer dan 90 procent zeker is dat het 'dino-projectiel' ook tot de Baptistina-familie behoorde.
Meer informatie:
New research reveals asteroid breakup to be likely source of mass extinction event
Dit nieuwsbericht is toegevoegd door Govert Schilling - allesoversterrenkunde.nl
22 augustus 2007
In de buitendelen van de planeto?engordel tussen Mars en Jupiter zijn twee objecten gevonden met bazaltisch gesteente aan het oppervlak. Dat betekent dat de hemellichamen ooit deels gesmolten moeten zijn geweest. Tot nu toe zijn bazaltische planeto?den uitsluitend in de binnendelen van de gordel aangetroffen, en vertonen ze exact dezelfde samenstelling als de grote planeto?de Vesta. Dat doet vermoeden dat het brokstukken zijn die bij een zware inslag van Vesta werden weggeslingerd. Vesta is een groot hemellichaam, met een gelaagde opbouw en een inwendige warmtebron, dus de aanwezigheid van bazalt op Vesta is geen verrassing. De twee planeto?den Kumakiri en 1991 RY16 bevinden zich echter in de koude buitendelen van de planeto?dengordel, en spectroscopisch onderzoek aan de twee kleine hemellichamen wijst ook uit dat ze niet dezelfde samenstelling hebben als de Vesta-brokstukken. De herkomst van het bazalt is onduidelijk; mogelijk maakten de twee rotsblokken ooit deel uit van een groter hemellichaam dat bij een kosmische botsing werd verbrijzeld.
Meer informatie:
Astronomers baffled by basalt in the outer asteroid belt
Dit nieuwsbericht is toegevoegd door Govert Schilling - allesoversterrenkunde.nl
7 juli 2007
De lancering van de Amerikaanse ruimtesonde Dawn is uitgesteld tot september. Dat maakte de Amerikaanse NASA zaterdag bekend. Dawn gaat onderzoek doen aan de twee grote planeto?den Vesta en Ceres. De ruimtesonde zou oorspronkelijk op zaterdagavond Nederlandse tijd gelanceerd worden, maar onweersbuien in Florida vormden een te groot risico voor het vullen van de brandstoftanks, en donderdag werd besloten de lancering of twee dagen uit te stellen. Nu is echter definitief gekozen voor een veel langer uitstel, omdat het lanceerplatform op Cape Canaveral in gereedheid gebracht moet worden voor de lancering van de Marssonde Phoenix.
Meer informatie:
NASA Mission to Asteroid Belt Rescheduled for September Launch
Dawn
Dit nieuwsbericht is toegevoegd door Govert Schilling - allesoversterrenkunde.nl
20 juni 2007
Met de Hubble Space Telescope is een gedetailleerde opname gemaakt van Vesta, de op twee na grootste planetoïde. Enkele jaren geleden werd de dwergplaneet Ceres (de grootste planetoïde) al door Hubble vastgelegd. Vesta en Ceres zijn de twee reisdoelen van de Amerikaanse ruimtesonde Dawn, die op 7 juli gelanceerd moet worden. Dawn zal in 2011 een bezoek brengen aan Vesta en in 2015 aan Ceres. De Vesta-foto's werden midden vorige maand gemaakt met de Wide Field Planetary Camera 2. Vesta bevond zich op dat moment op 180 miljoen kilometer afstand van de aarde. De planetoide heeft een enigszins onregelmatige vorm met een grootste afmeting van 570 kilometer en een kleinste afmeting van 464 kilometer. Op de foto zijn details van 60 kilometer groot zichtbaar. De grote variaties in oppervlaktehelderheid wijzen volgens de onderzoekers mogelijk op vulkanische activiteit kort na het ontstaan van de planetoide.
Meer informatie:
Hubble Images of Asteroids Help Astronomers Prepare for Spacecraft Visit
Dawn
Dit nieuwsbericht is toegevoegd door Govert Schilling - allesoversterrenkunde.nl
8 mei 2007
Vandaag vliegt de kleine planetoïde Apollo op 'slechts' 10,7 miljoen kilometer afstand langs de aarde. Apollo werd in 1932 ontdekt; het was de eerst bekende planetoïde waarvan de baan die van de aarde kruist. Dat betekent dat het rotsblok (nog geen twee kilometer groot) in principe heel dicht bij de aarde kan komen. Inmiddels zijn vele honderden van zulke aardscheerders ontdekt. De passage van Apollo vindt vandaag op zeer veilige afstand plaats - bijna dertig keer de afstand van de maan. Andere aardscheerders bewegen echter regelmatig op afstanden van slechts enkele honderdduizenden kilometers langs de aarde. In de meeste gevallen gaat het dan om planetoïden die aanzienlijk kleiner zijn dan Apollo, maar een inslag van zo'n rotsblok kan toch catastrofale gevolgen hebben. Bij Apollo is overigens enige tijd geleden een klein maantje ontdekt van slechts 75 meter groot. Ook is ontdekt dat de planetoïde steeds sneller om zijn as gaat draaien onder invloed van het zonlicht. Om Apollo te zien is een grote amateurtelescoop nodig. Bovendien kan de planetoïde alleen vanaf het zuidelijk halfrond van de aarde worden waargenomen; hij beweegt vandaag door het sterrenbeeld Kraanvogel.
Dit nieuwsbericht is toegevoegd door Govert Schilling - allesoversterrenkunde.nl
19 april 2007
Uit gedetailleerde opnamen, gemaakt met de Japanse ruimtesonde Hayabusa, blijkt dat op het oppervlak van de planetoïde Itokawa aardverschuivingen plaatsvinden (Science Express, 19 april). De planetoïde blijkt, zoals verwacht, bedekt te zijn met een grove puinlaag (regoliet). Maar het fijnste puin wordt alleen aangetroffen op de vlakke, laaggelegen delen van het kleine hemellichaam. Dat is verrassend, omdat het puin, dat bij inslagen ontstaat, gelijkmatig over het oppervlak verspreid zou moeten zijn. Volgens de onderzoekers zouden de trillingen die door dezelfde inslagen ontstaan ervoor kunnen zorgen dat de kleinere puindeeltjes geleidelijk naar lager gelegen gebieden migreren.
Meer informatie:
PSI scientists find migrating regolith on tiny asteroid Itokawa
4 april 2007
De Japanse ruimtesonde Hayabusa, die onderzoek heeft gedaan aan de kleine planetoïde Itokawa, begint binnenkort aan zijn terugreis naar de aarde. De ruimtesonde ondervond veel technische problemen, maar slaagde er in november 2005 toch in om een mini-landertje op het oppervlak van Itokawa neer te laten. Als het goed is heeft het landertje een klein beetje stof verzameld, en is hij vervolgens naar de ruimtesonde teruggekeerd, maar het is niet helemaal duidelijk of deze manoeuvre inderdaad geslaagd is. Ook ondervond Hayabusa veel problemen met zijn ionenmotor en met de standregeling. Inmiddels lijken de meeste technische problemen min of meer onder controle, en zijn er geslaagde tests uitgevoerd met de motor. Half april moet de ionenmotor de ruimtesonde weer richting aarde sturen. Hayabusa zal in juni 2010 bij de aarde aankomen, maar de Japanse ruimtevaartorganisatie JAXA houdt een slag om de arm vanwege de vele tegenslagen die het project heeft ondervonden en nog steeds ondervindt.
Meer informatie:
Hayabusa to start return trip to Earth in mid April
Dit nieuwsbericht is toegevoegd door Govert Schilling - allesoversterrenkunde.nl
29 maart 2007
Waarnemingen met de Very Large Telescope en een netwerk van kleinere telescopen hebben een gedetailleerd beeld opgeleverd van de dubbele planetoïde Antiope. De tweeling blijkt te bestaan uit twee eivormige objecten van vergelijkbare grootte die uit tamelijk los puin zijn opgebouwd. Het bestaan van Antiope is al bekend sinds 1866, maar dat het een dubbele planetoïde is, bleek pas zeven jaar geleden. In 2003 startte een waarneemcampagne om meer te weten te komen over dit bijzondere object. Het resultaat daarvan was dat de onderlinge baanbeweging van het tweetal goed bekend werd. We weten nu dat ze 171 kilometer van elkaar verwijderd zijn en in 16,5 uur om elkaar draaien. Daarbij keren de beide planetoïden elkaar steeds dezelfde zijde toe, net zoals de maan dat bij de aarde doet. Dankzij deze gegevens werd het mogelijk om de onderlinge bedekkingen van de beide planetoïden te voorspellen, zoals die tussen mei en november 2005 van de aarde waarneembaar waren. In die periode zijn vele (amateur-)telescopen op aarde op Antiope gericht geweest, en daaruit konden de precieze afmetingen van de twee planetoïden worden afgeleid. De ene meet 93 bij 87 bij 84 kilometer, de andere 89 bij 83 bij 80 kilometer. Uit hun vorm en geringe dichtheid (slechts iets hoger dan die van vloeibaar water) volgt dat ze zeer poreus zijn: de beide planetoïden bestaan voor dertig procent uit lege ruimte. Hoe grote dubbelplanetoïden als deze zijn ontstaan, is vooralsnog een raadsel.
Meer informatie:
The Impossible Siblings - Unique Data Collected on Double Asteroid Antiope
20 maart 2007
De Europese ruimtesonde Rosetta heeft in maart 2006 de veranderingen in de helderheid van de planetoïde 2867 Steins' een van zijn reisdoelen' vastgelegd. Dat gebeurde van een afstand van 159 miljoen kilometer, maar desalniettemin leverde dat de tot op heden meest nauwkeurige 'lichtkromme' van deze planetoïde op. De waarnemingen worden gebruikt om vast te stellen hoe snel en in welke richting het kleine hemellichaam om zijn as draait. Vastgesteld is dat Steins in ongeveer zes uur om zijn as draait en waarschijnlijk onregelmatig van vorm is. In september 2008 zal Rosetta de planetoïde van veel dichterbij (1700 km) bekijken. Bijna twee jaar later zal ook de planetoïde 21 Lutetia met een bezoekje worden vereerd.
Meer informatie:
OSIRIS camera on Rosetta obtains 'light curve' of asteroid Steins
7 maart 2007
De rotatiesnelheid van de planetoïden Apollo en 2005 PH5 is in de afgelopen jaren toegenomen door de invloed van het zonlicht. Dat is ontdekt met behulp van grote optische telescopen en radartelescopen. De daglengte van Apollo, die een middellijn heeft van ca. 1400 meter, neemt elk jaar af met ongeveer vier minuten. Voor de kleine aardscheerder 2005 PH5 (met een middellijn van slechts 114 meter) is het effect veel kleiner: de daglengte bedraagt momenteel slechts 12 minuten, en neemt elk jaar af met ongeveer één milliseconde. De toename van de rotatiesnelheid van de planetoïden is het gevolg van het YORP-effect (de vier letters verwijzen naar de vier astronomen die het effect voor het eerst beschreven): de zijde van het kleine hemellichaam die door de zon wordt beschenen, heeft een hogere temperatuur, en zal gedurende enige tijd meer warmtestraling uitzenden. Dat veroorzaakt een minuscuul 'raket-effect', waardoor de planetoïde sneller om zijn as gaat draaien. Mogelijk zijn de extreem hoge rotatiesnelheden van sommige planetoïden allemaal het gevolg van dit YORP-effect. Ook Apollo en 2005 PH5 zullen in de toekomst steeds sneller roteren, en uiteindelijk misschien in stukken breken, vooral wanneer het om poreuze samenballingen van rostblokken en gruis gaat. Berekeningen wijzen uit dat de rotatieperiode van 2005 PH5 over 35 miljoen jaar kan zijn afgenomen tot niet meer dan twintig seconden.
Meer informatie:
Observing the Spin-Up of an Asteroid
Dit nieuwsbericht is toegevoegd door Govert Schilling - allesoversterrenkunde.nl
7 maart 2007
Op foto's die in 2004 zijn gemaakt met de Europese Very Large Telescope is een tweede maantje ontdekt in een baan rond de planetoïde (45) Eugenia. Eind 1998 werd bij deze zelfde planetoïde ook al een maantje gevonden, dat Petit Prince is genoemd, naar de hoofdpersoon uit het gelijknamige boek van Antoine de Saint-Exupéry, die op een planetoïde woont. Petit Prince blijkt nu dus een klein broertje te hebben. Het nieuwe maantje is naar schatting ongeveer 6 kilometer in middellijn. Het is de tweede keer dat er bij een planetoïde twee maantjes zijn gevonden; ook bij de planetoïde Sylvia zijn twee maantjes ontdekt. Bij sommige ijsdwergen in de buitendelen van het zonnestelsel zijn wel al eerder twee satellieten ontdekt. Maantjes van planetoïden zijn vermoedelijk ontstaan bij onderlinge botsingen. Statistisch onderzoek aan het vóórkomen van planetoïdenmaantjes biedt dus inzicht in de botsingsgeschiedenis van de planetoïdengordel, en indirect in de evolutie van het zonnestelsel. De ontdekking van S/2004 (45) 1, zoals het nieuwe maantje voorlopig heet, werd op 7 maart bekendgemaakt in een elektronische circulaire van de Internationale Astronomische Unie.
ESO's Very Large Telescope
Dit nieuwsbericht is toegevoegd door Govert Schilling - allesoversterrenkunde.nl
26 januari 2007
Begin deze maand heeft de Europese ruimtesonde Rosetta een eerste blik geworpen op een van zijn doelwitten: de planetoïde 21 Lutetia. De planetoïde kwam in beeld tijdens de nadering van de planeet Mars, waarvan de zwaartekracht op 25 februari zal worden gebruikt om Rosetta te versnellen, iets dat in november van dit jaar ook nog eens bij de aarde zal gebeuren. Die omweg is noodzakelijk om Rosetta de juiste koers en snelheid te geven om achtereenvolgens de planetoïden 2867 Steins (in 2008) en 21 Lutetia (in 2010) te passeren, en in mei 2014 aan te komen bij de komeet Churyumov-Gerasimenko.
Meer informatie:
Lutetia asteroid in Rosetta 's spotlight
12 oktober 2006
De aardscheerder 1999 KW4 bestaat uit twee misvormde 'grindbergen' die met hoge snelheid om hun as en om elkaar heen draaien. Dat blijkt uit radarwaarnemingen van de planetoïde die zijn uitgevoerd met de 300-meter radiotelescoop van Arecibo op Puerto Rico, gemaakt in mei 2001 toen de dubbelplanetoïde op 4,8 miljoen kilometer afstand langs de aarde bewoog. Door de snelle rotatie zijn de twee hemellichamen zeer sterk afgeplat, waardoor bergtoppen nabij de 'polen' zich dichter bij het middelpunt bevinden dan dalen in de omgeving van de evenaar. Op basis van de radarwaarnemingen is een 3D-animatie gemaakt die laat zien hoe de twee objecten om elkaar heen draaien. De resultaten worden deze week gepubliceerd in Science.
Meer informatie:
First detailed pictures of asteroid reveal bizarre system
3D-animatie van de dubbelplanetoïde 1999 KW4
Dit nieuwsbericht is toegevoegd door Govert Schilling - allesoversterrenkunde.nl
6 september 2006
De in Amerika werkzame Japanse onderzoeker Takahiro Hiroi en collega’s hebben vastgesteld dat de planetoïde Itokawa tekenen van veroudering vertoont (Nature, 7 september). Dat baseren zij op opnamen die eind 2005 van nabij door de ruimtesonde Hayabusa zijn gemaakt. Sommige delen van het oppervlak van Itokawa zijn duidelijk roder dan andere, wat wordt toegeschreven aan verschillen in de ijzerconcentratie die door de inwerking van (deeltjes)straling en micrometeorieten zijn ontstaan. Volgens de onderzoekers kan dit de verklaring zijn voor het feit dat de meeste meteorieten er anders uitzien dan planetoïden, terwijl toch wordt aangenomen dat meteorieten brokstukken van planetoïden zijn. De beide soorten objecten zouden er verschillend uitzien, omdat de oppervlakken van planetoïden slechts plaatselijk door ‘ruimteweer’ aangetast zijn, terwijl meteorieten dat als geheel zijn.
5 juli 2006
Op 30 juni is op de top van de Haleakala-vulkaan op het Hawaïaanse eiland Maui de PS1-telescoop in gebruik genomen. Het betreft het prototype van de grotere Panoramic Survey Telescope and Rapid Response System (Pan-STARRS), waarmee vanaf 2010 planetoïden worden. Het uiteindelijke instrument zal uit vier 1,8-meter spiegels bestaan, waarvan PS1 de eerste is. Net als de overige drie spiegels zal PS1 worden uitgerust met de grootste digitale camera ter wereld, die 1,4 miljard pixels (beeldelementen) zal bevatten' ongeveer driehonderd keer zo veel als een gewone digitale camera. De PS1 brengt in een paar dagen de hele hemel in kaart, waardoor het gemakkelijk objecten kan opsporen die zich ten opzichte van de vaste sterren verplaatsen. In veel gevallen zal het om planetoïden gaan, waarvan sommige ook een bedreiging voor de aarde kunnen vormen.
Meer informatie:
Telescope Dedicated on Haleakala Summit
Pan-STARRS
29 juni 2006
Op maandag 3 juli wordt de aarde op korte afstand gepasseerd door een planetoïde met een middellijn van enkele honderden meters. De dichtste nadering vindt plaats om 06.25 uur Nederlandse tijd. Het rotsblok bevindt zich dan op een afstand van ruim 432.000 kilometer - tien procent meer dan de afstand tot de maan. Met grote amateurtelescopen moet de kleine planetoïde zichtbaar zijn als een snel bewegend lichtstipje aan de hemel. Het rotsblok heet officieel 2004 XP14. Het werd eind 2004 ontdekt. Al snel was de baan van de zogeheten aardscheerder nauwkeurig bekend, en stond vast dat er geen sprake is van inslaggevaar. Gemiddeld wordt de aarde eens in de 70.000 jaar getroffen door een planetoïde met een middellijn van honderd meter. De afmetingen van 2004 XP14 zijn niet precies bekend, maar het rotsblok is zo goed als zeker kleiner dan een kilometer. Tijdens de passage zullen ook gedetailleerde radarwaarnemingen worden verricht.
Meer informatie over 2004 XP14
Dit nieuwsbericht is toegevoegd door Govert Schilling - allesoversterrenkunde.nl
15 juni 2006
Met de 6,5-meter Magellan-Baade-telescoop in Chili zijn drie nieuwe planetoïden ontdekt die dezelfde baan volgen als de planeet Neptunus. De planetoïden bevinden zich in een van de stabiele libratiepunten, die op 60 graden aan weerszijden van de planeet liggen. Zulke planetoïden die voor een planeet uit of achter een planeet aan om de zon bewegen, worden Trojanen genoemd. De stabiele libratiepunten zijn een soort valkuilen waar de aantrekkingskrachten van planeet en zon zodanig samenwerken dat objecten, zoals toevallig passerende planetoïden, 'vast' komen te zitten. In beginsel kan elke planeet een gevolg van Trojanen hebben, maar tot nu toe zijn ze alleen waargenomen bij Jupiter en Neptunus. Sterrenkundigen vermoeden dat de Trojanen bij Neptunus zeer talrijk zijn, maar door hun grote afstand zijn ze moeilijk waarneembaar. De vier (!) die tot nog toe zijn ontdekt, bewegen alle voor Neptunus uit.
Meer informatie:
Three new 'Trojan' asteroids found sharing Neptune's orbit
1 februari 2006
Een tweetal planetoïden dat in dezelfde baan als de planeet Jupiter om de zon draait, blijkt sterke overeenkomsten te vertonen met komeetkernen. De ongeveer 122 kilometer grote Patroclus en zijn iets kleinere begeleider Menoetius, die in ruim vier dagen op een onderlinge afstand van 680 kilometer om elkaar heen draaien, bestaan waarschijnlijk grotendeels uit bevroren water. Mogelijk is het tweetal ongeveer 650 miljoen jaar na het ontstaan van het zonnestelsel, toen het hier nog wemelde van de komeetachtige objecten, ingevangen door Jupiter. Volgens de onderzoekers kan dit betekenen dat de duizenden planetoïden die op grote afstand voor de planeet uit of achter de planeet aan bewegen – de zogeheten Trojanen – in veel of misschien zelfs bijna alle gevallen ijsachtig zijn. Daarmee zouden de Trojanen naaste verwanten zijn van de Kuipergordelobjecten.
Meer informatie:
http://www.berkeley.edu/news/media/releases/
http://www.keckobservatory.org/news/science/060201_patroclus/index.html
Nature, 2 februari 2006
18 januari 2006
Amerikaanse en Tsjechische onderzoekers hebben vastgesteld dat een stoflaag die ruim 8 miljoen jaren geleden op aarde is afgezet, waarschijnlijk afkomstig is uit de planetoïdengordel. Dat de betreffende sedimenten van ‘buitenaardse’ oorsprong zijn, kan worden afgeleid uit de aanwezigheid van de op aarde zeldzame isotoop helium-3. De hoeveelheid interplanetair stof die destijds jaarlijks werd afgezet, moet ongeveer viermaal zo groot zijn geweest als de huidige hoeveelheid (20.000 ton). Pas ongeveer anderhalf miljoen jaar geleden was de stofregen weer normaal. De onderzoekers denken dat het stof ontstaan is bij een botsing tussen planetoïden, waarbij een groot exemplaar helemaal verpulverd is. Uit computerberekeningen blijkt dat het wel eens om de voorganger van de huidige planetoïde Veritas kan zijn gegaan.
Meer informatie:
http://www.swri.org/9what/releases/2006/Asteroid.htm
Nature, 19 januari 2006
11 januari 2006
Sommige planetoïden zijn mogelijk ontstaan bij schampende botsingen tussen planeten-in-wording in de begintijd van het zonnestelsel. Dat zeggen onderzoekers van de universiteit van Californië (Santa Cruz). Van de vier binnenplaneten van het zonnestelsel, waartoe ook de aarde behoort, wordt veelal aangenomen dat ze het resultaat zijn van samensmeltingen van kleinere objecten die planetesimalen worden genoemd. Uit computersimulaties blijkt echter dat botsingen tussen planetesimalen lang niet altijd tot samensmeltingen leiden. In veel gevallen komen er bij zo’n botsing kleinere brokstukken vrij, die nu nog als planetoïden en meteoroïden in het binnenste deel van ons zonnestelsel moeten rondzwerven.
Schampende botsingen zouden kunnen verklaren waarom sommige planetoïden er zo gesmolten uitzien. Bij een normale botsing komt wel veel warmte vrij, maar alleen plaatselijk. Bij een schampende botsing tussen twee planetesimalen van vergelijkbare grootte zou de inwendige druk in beide objecten sterk dalen, waardoor gesteente dat toch al heet is in één klap smelt en water en andere vluchtige bestanddelen ontsnappen.
Meer informatie:
http://www.ucsc.edu/news_events/press_releases/text.asp?pid=799
Nature, 12 januari 2006
21 november 2005
Waar zijn de kraters op planetoïde Itokawa? Niemand die het weet. De Japanse robotsonde Hayabusa is enige tijd geleden aangekomen bij deze aardscherende planetoïde en zendt afbeeldingen terug die een oppervlak tonen dat op geen enkel ander tot nog toe gefotografeerd object in ons zonnestelsel lijkt – een oppervlak dat mogelijk geheel vrij is van inslagkraters. Eén mogelijke verklaring voor het gebrek aan de doorgaans talrijke ronde deuken is dat planetoïde Itokawa een hoop puin is – blokken steen, gruis en ijs die slechts losjes bij elkaar gehouden wordt door de geringe zwaartekracht.
Meer informatie: http://www.apod.nl/ap051121_nl.html
17 september 2005
Het zware oerbombardement waardoor de binnendelen van het zonnestelsel 3,9 miljard jaar geleden geteisterd werd, is veroorzaakt door een regen van planetoïden. Dat concluderen onderzoekers van de Universiteit van Arizona op basis van een uitgebreide vergelijking van maankraters met waarnemingen van planetoïden. De kraters en inslagbekkens op de maan zijn voor een belangrijk deel gevormd tijdens het ‘Late Heavy Bombardment’, dat ca. 700 miljoen jaar na de vorming van het zonnestelsel plaatsvond. Uit de afmetingen van de oude inslagstructuren volgt een bepaalde grootteverdeling van de projectielen. Die blijkt nauwkeurig overeen te stemmen met die van de planetoïden in de gordel tussen Mars en Jupiter, aldus de onderzoekers. Dat betekent dat het oerbombardement niet veroorzaakt is door kometen, zoals ook wel eens is geopperd. Kometen hebben een duidelijk andere grootteverdeling.
Meer informatie:
http://uanews.org/cgi-bin/WebObjects/UANews.woa/wa/MainStoryDetails?ArticleID=11692
7 september 2005
Hubble-waarnemingen van Ceres, de grootste planetoïde in de planetoïdengordel tussen Mars en Jupiter, duiden erop dat dit 930 kilometer grote hemellichaam een aantal planeetachtige kenmerken heeft. Onder zijn oppervlak zouden zelfs grote hoeveelheden bevroren water schuilgaan. Dat laatste leidt men af uit het feit dat de dichtheid van Ceres gering is en er aan zijn oppervlak waterhoudende mineralen te vinden zijn.
Meer informatie:
http://hubblesite.org/newscenter/newsdesk/archive/releases/2005/27/text/
Nature, 8 september 2005
16 augustus 2005
In 2029 scheert planetoïde 99942 Apophis vlak langs de aarde. Daarbij wordt onze planeet dermate dicht genaderd (drie aarddiameters), dat zelfs een botsing niet helemaal kan worden uitgesloten. Als dat laatste niet gebeurt, hopen wetenschappers de gelegenheid aan te grijpen om de invloed van het zwaartekrachtsveld van de aarde op de rotatie van de planetoïde te onderzoeken. Dat zou interessante aanwijzingen over de inwendige structuur van de planetoïde opleveren. Ook na 2029 zal Apophis de aarde nog regelmatig op geringe afstand passeren. Volgens Amerikaanse onderzoekers is het dan ook de moeite waard om geologische meetapparatuur op Apophis neer te zetten.
Meer informatie: http://www.umich.edu/news/index.html?Releases/2005/Aug05/r081605c
10 augustus 2005
De planetoïde 87 Sylvia blijkt twee kleine maantjes te hebben. Dat blijkt uit waarnemingen met de Very Large Telescope. Er zijn wel meer planetoïden met een maantje, maar het is voor het eerst dat er meer dan één is ontdekt. Sylvia is 380 bij 260 kilometer groot en haar maantjes meten 7 en 18 kilometer' ze cirkelen op afstanden van 710 en 1360 kilometer om hun ‘moederplanetoïde’. Uit de baanbewegingen van de maantjes blijkt dat Sylvia een zeer lage dichtheid heeft: dat duidt erop dat de planetoïde een vrij losse verzameling van puin en ijs moet zijn. Mogelijk betreft het een verzameling brokstukken die is samengeklonterd na een botsing tussen twee ‘normale’ planetoïden. Ook de maantjes zouden overblijfselen van deze botsing kunnen zijn.
Meer informatie:
http://www.eso.org/outreach/press-rel/pr-2005/pr-21-05.html
Nature, 11 augustus 2005
20 juli 2005
Amerikaanse sterrenkundigen denken dat het ontbreken van kleine kraters op 40% van het oppervlak van de planetoïde Eros moet worden toegeschreven aan de één grote inslag. De trillingen die bij deze inslag ontstonden, zouden de planetoïde zodanig hebben doen beven, dat de kleine kraters zijn ingestort. Als deze bevinding juist is, kan dat gevolgen hebben voor de wijze waarop de ouderdom van de oppervlakken van planetoïden wordt geschat. Deze schattingen zijn namelijk gebaseerd op kratertellingen.
Meer informatie:
http://www.news.cornell.edu/stories/July05/Thomas.Eros.lxg.html
Nature, 21 juli 2005
15 juni 2005
De eerste planetoïden die in ons zonnestelsel tot planeten samenklonterden, waren gehuld in een mantel van vloeibaar gesteente. Dat zeggen Britse onderzoekers die een aantal meteorieten op hun samenstelling onderzocht hebben. Uit hun onderzoek blijkt dat de meteorieten, die als brokstukken van planetoïden worden beschouwd, meer dan 4 miljard jaar geleden zijn ontstaan na een grootschalig smeltingsproces. In gevallen waar meer dan de helft van de planetoïde uit gesmolten gesteente bestond, kan differentiatie zijn opgetreden: zware elementen zakten omlaag, lichte kwamen naar boven.
Meer informatie:
http://www3.open.ac.uk/events/0/2005615_50740_nr.doc
Nature, 16 juni 2005
18 april 2005
Ondanks verwoede pogingen van astronomen om zulke berichten te nuanceren, gonst het in de media weer eens van de geruchten dat er een reële kans bestaat dat de aarde over dertig jaar wordt getroffen door een planetoïde. Het betreft het 300 meter grote exemplaar 2004 MN4, dat eind 2004 ook voor ophef zorgde, omdat de kans op een botsing eventjes vrij groot leek. Inmiddels is deze kans echter afgenomen tot minder dan een honderdste procent: naar verwachting zal 2004 MN4 in de periode 2034-2036 de aarde enkele malen op duizenden kilometers missen. Naar astronomische maatstaven zijn dat best nipte missers, en daarbij kunnen kleine baanafwijkingen ontstaan. Voor de Britse krant The Times is dat voldoende aanleiding om de schrik er maar weer even in te jagen: zo’n baanverstoring zou er immers toe kunnen leiden dat 2004 MN4 alsnog op aarde neerstort. Dit ondanks het feit dat de geciteerde deskundigen benadrukken dat de invloed van de zwaartekracht van onze planeet naar alle waarschijnlijkheid resulteert in een baan die de aarde niet zal kruisen. Maar ja, die boodschap verkoopt geen kranten.
Meer informatie over de risicostatus van 2004 MN4: http://neo.jpl.nasa.gov/risk/2004mn4.html
12 april 2005
Sterrenkundigen hebben de zogeheten Torino-schaal, die aangeeft hoe gevaarlijk een planetoïde of komeet voor de aarde kan zijn, aangepast. De schaal loopt van 0 (geen kans op inslag) tot 10 (zeker een inslag met catastrofale gevolgen). In de oorspronkelijke versie, die in 1999 werd opgesteld, werden objecten van de klassen 2-4 omschreven als ‘zorgwekkend’' dat is nu veranderd in ‘aandacht van sterrenkundigen gewenst’. Bovendien wordt in de betreffende categorieën nu benadrukt dat betere baanbepalingen er waarschijnlijk toe zullen leiden dat het object in kwestie terugzakt naar categorie 0. Een en ander is bedoeld om het grote publiek duidelijk te maken dat de ontdekking van een planetoïde van categorie 2-4 niet alarmerend is.
Meer informatie: http://web.mit.edu/newsoffice/2005/torino.html
4 februari 2005
Eind vorig jaar haalde planetoïde 2004 MN al het nieuws, omdat hij in 2029 mogelijk op aarde zou neerstorten. Latere baanberekeningen wezen uit dat het wel meeviel en dat het ruim 300 meter grote object onze planeet zou missen. Nieuwe radarmetingen geven echter aan dat het een zéér nipte misser gaat worden: op 13 april 2029 zal het rotsblok mogelijk op slechts 30.000 km langs het aardoppervlak scheren. Hij is dan zichtbaar als een bewegend lichtpunt van magnitude 3,3.
Meer informatie: http://SkyandTelescope.com/news/article_1458_1.asp
24/28 december 2004
Een in juni ontdekte planetoïde van het type aardscheerder heeft de gemoederen weer eens flink doen oplaaien. Helemaal onterecht was dat niet, want het misschien wel 400 meter (!) grote exemplaar 2004 MN4 scoorde eventjes hoog op de Torino-schaal. Voor het jaar 2029 bereikte hij categorie 4, wat ertoe leidde dat sterrenkundigen hem extra goed in de gaten hielden. De maximale inslagkans voor dat jaar werd op een gegeven moment op 2,7 procent geschat. Nauwkeurigere baanbepalingen hebben de inslagkans nu echter flink doen dalen: alleen voor het jaar 2053 bestaat nu nog een klein risico.
Meer informatie:
http://neo.jpl.nasa.gov/news/news146.html
http://neo.jpl.nasa.gov/risk/2004mn4.html
26 november 2004
Op de beelden die de ruimtesonde NEAR in 2000 en 2001 naar de aarde zond, is te zien dat het dicht bekraterde oppervlak van de slechts 33 kilometer lange planetoïde Eros is bedekt met los puin en rotsblokken. Ondanks de (te) geringe zwaartekracht ter plaatse blijkt dit puin op veel hellingen omlaag te zijn geschoven. Uit modelberekeningen blijkt dat dit verschijnsel naar alle waarschijnlijkheid wordt veroorzaakt door de inslagen waar Eros nog regelmatig onder te lijden heeft. Bij elke inslag ontstaat een aardbeving die het puin omlaag ‘schudt’. Dit leidt ertoe dat kleine kraters in de loop van de tijd worden opgevuld en verdwijnen.
Meer informatie:
http://uanews.org
http://nssdc.gsfc.nasa.gov/planetary/mission/near/near_eros.html [foto’s van Eros]
11 november 2004
Tijdens het waarnemen van het Sagittarius dwergstelsel heeft de Hubble-ruimtetelescoop in augustus 2003 toevallig een kleine planetoïde opgespoord. Het kleine object vertoonde zich als een lang, golvend spoor op een langdurige opname die enkele malen eventjes onderbroken is. Uit nadere analyse bleek de nog onbekende planetoïde zich op maar liefst 272 miljoen kilometer te bevinden: hij bevindt zich waarschijnlijk in de planetoïdengordel. Waarschijnlijk is de planetoïde niet groter dan een kilometer of 2,5.
Meer informatie: http://hubblesite.org/newscenter/newsdesk/archive/releases/2004/31/image/a
20 mei 2004
Bij een zoektocht naar objecten die de aarde dicht kunnen naderen, hebben Amerikaanse sterrenkundigen een planetoïde opgespoord die de kleinst bekende omlooptijd heeft (ongeveer zes maanden). Planetoïde 2004 JG6 is pas de tweede waarvan vaststaat dat zijn baan geheel binnen die van de aarde ligt. Tijdens zijn omloop om de zon kruist hij zowel de baan van Venus als die van Mercurius. Het object is naar schatting 500 tot 1000 meter groot.
Meer informatie: http://www.lowell.edu
19 mei 2004
Amerikaans onderzoek duidt erop dat planetoïden in de loop van hun bestaan verkleuren. Dat blijkt uit een inventarisatie van de kleuren van meer dan 100.000 planetoïden, gebaseerd op gegevens van de Sloan Digital Sky Survey. Op een aantal verschillende manieren zijn schattingen gemaakt van de ouderdom van de verschillende objecten. Daarbij bleek dat de oudste planetoïden ook het roodst zijn. De verkleuring is waarschijnlijk het gevolg van de inwerking van zonnestraling, kosmische straling en de inslagen van minuscule meteorieten.
Meer informatie: http://www.ifa.hawaii.edu
18 maart 2004
Het was voorbij voordat we er erg in habben: het object 2004 FH. Het betreft een enkele tientallen meters grote planetoïde, die op 16 maart met het automatische zoeksysteem LINEAR is ontdekt. Op 18 maart passeerde 2004 FH de aarde op een recordafstand van minder dan 50.000 kilometer. De kleine planetoïde kwam eventjes binnen het bereik van kleine telescopen, maar bewoog te zuidelijk om zichtbaar te zijn vanuit Nederland.
5 december 2003
NASA-wetenschappers hebben voor het eerst het zogeheten Jarkovski-effect gemeten, de kleine kracht die op planetoïden werkt doordat hun zonzijde meer (warmte)straling uitzendt dan hun schaduwzijde. De vereiste metingen zijn gedaan middels radarwaarnemingen van de kleine planetoïde 6489 Golevka. Door het Jarkovski-effect blijkt deze planetoïde in de loop van twaalf jaar ongeveer 15 kilometer te zijn ‘opgeschoven’. Op de lange duur kan dit kleine effect ertoe leiden dat planetoïden een compleet andere baan gaan volgen.
Meer informatie: http://www.jpl.nasa.gov/releases/2003/163.cfm
21 oktober 2003
Meer nieuws over Hermes: de kort geleden teruggevonden planetoïde blijkt dubbel te zijn! Hermes blijkt een planetoïde van de S-klasse te zijn: objecten die tamelijk licht van kleur zijn en dus vrij veel zonlicht weerkaatsen. Hierdoor worden de afmetingen van Hermes nu weer wat lager ingeschat: een meter of 900. Maar het gaat, zoals gezegd, niet om één planetoïde, maar om twee ongeveer even grote objecten die op heel geringe afstand om elkaar draaien.
Meer informatie:
http://www.lowell.edu/press_room/releases/recent_releases/Hermes_rls.html
http://www.news.cornell.edu/releases/Oct03/Arecibo.asteroid.deb.html
15 oktober 2003
Planetoïde Hermes is opgespoord! Na 66 jaar zoek te zijn geweest, hebben sterrenkundigen van de Lowell-sterrenwacht de één à twee kilometer grote aardscheerder weer weten op te sporen. Hermes was de bekendste van de ‘vermiste’ planetoïden, maar zeker niet de enige. In de loop der jaren zijn vele planetoïden zoekgeraakt, meestal omdat ze na hun ontdekking niet lang genoeg konden worden waargenomen om hun banen nauwkeurig te bepalen.
Eind oktober zal Hermes helder genoeg zijn (magnitude 13) om met de wat grotere amateur-telescopen zichtbaar te zijn. Helaas volgt hij een voor Nederland vrij ongunstige koers door de sterrenbeelden Walvis, Vissen en Waterman. Hij zal de aarde op ongeveer 7 miljoen kilometer passeren.
Meer informatie:
http://skyandtelescope.com/news/article_1081_1.asp
http://www.rzuser.uni-heidelberg.de/~s24/hermes.htm (historisch)
10 september 2003
Amerikaans onderzoek heeft uitgewezen dat zonlicht van grote invloed is op de rotatie van kleine planetoïden. Volgens het onderzoek zou zonlicht ook van grotere invloed op de rotatie zijn dan botsingen tussen planetoïden onderling. De rotatieversnelling die door (de absorptie en heruitstraling van) zonlicht wordt veroorzaakt kan er zelfs toe leiden dat een planetoïde op den duur uit elkaar valt. Anderzijds kan het zonlicht een al roterende planetoïde ook tot stilstand brengen. De onderzoekers baseren deze conclusie op computersimulaties en waarnemingen van een tiental planetoïden van de zogeheten Koronis-familie, waarvan er vier vrijwel dezelfde rotatiesnelheid hebben en de rotatie-assen in dezelfde richting wijzen.
Meer informatie: http://www.swri.org/9what/releases/astspin.htm
4 september 2003
Met de Keck-telescoop op Hawaï zijn detailrijke opnamen gemaakt van de 320 km grote planetoïde 511 Davida. De opnamen tonen meer dan een volledige rotatie (5,1 uur) van de planetoïde, waarvan de noordelijke helft op dat moment richting aarde wees. Het object, dat deel uitmaakt van de planetoïdengordel, is duidelijk niet bolvormig.
Meer informatie: http://www2.keck.hawaii.edu/news/asteroid.html
2 september 2003
Er is flink wat ophef over een planetoïde die in 2014 mogelijk op aarde zou neerstorten. Gelukkig wordt de soep niet zo heet gegeten.... Het betreft de 1,2 kilometer grote planetoïde 2003 QQ47, die pas op 24 augustus jl. ontdekt is. En zoals dat gaat met nieuwe ontdekkingen: de berekende baan van het object verandert ongeveer met de dag. Gisteren bedroeg de kans op een inslag nog 1 op 909.000, nu is dat al gedaald tot 1 op 2,2 miljoen. Bovendien zou een eventuele inslag nu niet eerder dan 2058 plaatsvinden.
Meer informatie:
http://www.nearearthobjects.co.uk/news_display.cfm?code=news_intro&itemID=196
http://neo.jpl.nasa.gov/risk/
6 augustus 2003
Juno, de derde planetoïde die ontdekt is, mist een stukje. Dat blijkt uit de meest gedetailleerde opnamen die ooit van dit hemellichaam zijn gemaakt. De nieuwe foto’s van Juno zijn gemaakt met een adaptief optisch systeem dat aan de 2,5-m Hooker-telescoop op Mount Wilson is gekoppeld. Net als de meeste andere planetoïden is Juno tamelijk misvormd, en vertoont hij duidelijke sporen van inslagen. Eén daarvan heeft mogelijk een bijna honderd kilometer grote krater achtergelaten.
Meer informatie: http://cfa-www.harvard.edu/press/pr0318.html
17 maart 2003
Algemeen wordt aangenomen dat de inslag van een kleine planetoïden (tot 1 km) in zee tot een grote golfvloed (tsoenami) leidt, die tot vele kilometers in het binnenland verwoestende gevolgen kan hebben. Maar waarschijnlijk valt het wel mee: er zouden geen honderden meters hoge golven ontstaan en de gevolgen zouden beperkt blijven tot een smalle kuststrook. Dat is geruststellend, omdat inslagen van dit soort ‘kleine’ objecten gemiddeld eens in de paar eeuw plaatsvinden. Geologische gegevens duiden erop dat de laatste grote tsoenami die ons land overspoelde 7000 jaar geleden plaatsvond, maar dat was een gevolg van een grote aardverschuiving aan de Noorse kust. Opmerkelijk genoeg zijn de geruststellende berichten over de tsoenami’s al terug te vinden in een meer dan dertig jaar oud Amerikaans rapport, dat pas kort geleden weer boven water kwam.
Meer informatie: http://uanews.opi.arizona.edu
8 januari 2003
Net als Jupiter blijkt de planeet Neptunus op enige afstand te worden voorafgegaan door planetoïden. Er is althans één exemplaar gevonden (2001 QR322) dat in dezelfde baan als de planeet beweegt en daarbij (gemiddeld) gelijke afstand houdt tot de zon en Neptunus. Bij de planeet Jupiter zijn inmiddels meer dan 1500 van zulke planetoïden ontdekt, die Trojanen worden genoemd. 2001 QR322 is naar schatting 230 km groot.
Meer informatie:
http://www.noao.edu/outreach/press/pr03/pr0302.html
26 en 27 november 2002
Opnieuw zijn drie planetoïden vernoemd naar Nederlandse (amateur)astronomen. Planetoïde 10647 (= 3047 P-L = 1988 CD7 = 1981 UMC) heet voortaan Meesters naar P.G. Meesters. Piet Meesters uit Halfweg was een beroemde amateurastronoom die leefde van 1887 tot 1964. Als eenvoudige landarbeider had hij weinig scholing genoten, maar dat weerhield hem er niet van om met veel zelfstudie en inzet uit te groeien tot een zeer bekend lid van de Nederlandse Vereniging voor Weer- en Sterrenkunde. Zeer velen (waaronder diverse latere beroepsastronomen) zijn door hem enthousiast gemaakt voor de sterrenkunde. Planetoïde Meesters werd ontdekt door het Nederlandse astronomen-echtpaar van Houten-Groeneveld.
Ook naar Hans Betlem en Peter Jenniskens, beiden actief lid van de Dutch Meteor Society, zijn planetoïden vernoemd, resp. (42924) Betlem = 1999 TJ2 en (42981) Jenniskens = 1999 TY224. Betlem en Jenniskens hebben o.a. veel onderzoek gedaan aan de Leoniden-meteorenzwerm. Hans Betlem is een zeer enthousiast amateurastronoom. Peter Jenniskens is als beroepsastronoom verbonden aan het NASA Ames Research Center en heeft o.a. leiding gegeven aan waarneemacties vanuit vliegtuigen. Beide planetoïden zijn ontdekt door Petr Pravec van de Ondrejov sterrenwacht in Tsjechië.
Meer informatie over planetoïden: http://cfa-www.harvard.edu/iau/mpc.html
4 november 2002
De Amerikaanse ruimtesonde Stardust heeft een geslaagde ‘testvlucht’ langs de kleine planetoïde Annefrank gemaakt. Daarbij is vastgesteld dat Annefrank twee keer zo groot is als verwacht (8 km), en een donkerder oppervlak heeft. Stardust blijkt naar wens te werken en is nu onderweg naar het eigenlijke reisdoel: komeet Wild 2.
Meer informatie: http://www.jpl.nasa.gov/releases/2002/release_2002_204.cfm
4 september 2002
In de nacht van 17 op 18 augustus scheerde een kleine planetoïde op een afstand van 750.000 km langs de aarde. Sterrenkundigen hebben met de William Herschel Telescope op La Palma nauwkeurige metingen verricht aan de grootte van het object. Uit infrarood-opnamen blijkt dat het kosmische rotsblok niet groter kan zijn dan 400 meter.
Meer informatie: http://www.ing.iac.es/PR/press/ing32002.html
21 augustus 2002
Op de site van het National Optical Astronomy Observatory (NOAO) is een mooi ‘filmpje’ te zien van de planetoïde 2002 NY40, die op 15/16 augustus op een afstand van 525.000 km langs de aarde scheerde. De planetoïde is naar schatting 700 meter groot. Meer informatie: http://www.noao.edu/outreach/press/pr01/pr0207.html
26 juli 2002
Er is een nieuwe, kleine planetoïde onderweg naar een nabije ontmoeting met de aarde. Het ongeveer 500 meter grote object, 2002 NY40, werd op 14 juli ontdekt met de automatische surveytelescoop LINEAR. De aardscheerder, die een omlooptijd van 3,03 jaar heeft, passeert onze planeet op 18 augustus op een afstand van 530.000 kilometer. Ondanks zijn geringe afmetingen is hij dan met een kleine telescoop waarneembaar. Op dit moment bevindt 2002 NY40 zich in het sterrenbeeld Boogschutter. De kans dat de planetoïde binnen afzienbare tijd met de aarde in botsing komt is (astronomisch) klein.
Meer informatie: http://skyandtelescope.com/news/current/article_670_1.asp
20 juni 2002
Afgelopen vrijdag, 14 juni, is' naar achteraf is gebleken' een kleine planetoïde op een afstand van slechts 120.000 kilometer de aarde gepasseerd. Het object, 2002 MN, werd pas op 17 juni opgemerkt door sterrenkundigen van het LINEAR-zoekproject. Op het moment van passeren had de planetoïde een snelheid van 10 km/s. Bij inslag zou een dergelijk object aanzienlijke schade aan kunnen richten, maar 120.000 kilometer is nog een flinke afstand: tienmaal de diameter van de aarde.
Meer informatie: http://www.ll.mit.edu/LINEAR/
12 juni 2002
Amerikaanse sterrenkundigen hebben met behulp van computersimulaties de banen van een kleine planetoïdenfamilie onderzocht. De conclusie luidt dat de betreffende planetoïden waarschijnlijk de overblijfselen zijn van een botsing die ongeveer 5,8 miljoen jaar geleden moet hebben plaatsgevonden. Botsingen zijn in de planetoïdengordel tussen Mars en Jupiter niet bepaald de orde van de dag: de meeste van deze gebeurtenissen hebben honderden miljoenen jaren geleden plaatsgevonden. Het is in deze gevallen niet meer na te gaan welke brokstukken bij elkaar horen. Dat was met de nu onderzochte familie, de Karin-cluster, dus anders. De groep bestaat uit dertien grote planetoïden met afmetingen tot 18 km.
11 april 2002
Ongeveer een op de zes planetoïden die in de buurt van de aarde komen blijkt een begeleider te hebben. Uit nieuw onderzoek blijkt dat deze ‘dubbelplanetoïden’ waarschijnlijk zijn ontstaan doordat enkelvoudige planetoïden tijdens een passage van de aarde door getijkrachten uit elkaar zijn gevallen. Het betreft onder meer planetoïde 2000 DP107 die uit twee afzonderlijke rotsblokken bestaat die op een afstand van drie kilometer om elkaar wentelen.
Meer informatie: http://www.gps.Caltech.edu/~margot/2000DP107
5 april 2002
Er bestaat een kleine kans dat op 16 maart 2880 een planetoïde op aarde neerstort. Dat zeggen Amerikaanse onderzoekers in het wetenschappelijke tijdschrift Science. Ze tekenen daarbij echter aan dat de baan van een planetoïde aan zo veel veranderingen onderhevig is, dat er weinig te vrezen valt. De planetoïde in kwestie ‘heet’ 1950DA en was na zijn ontdekking in 1950 lange tijd zoek. Pas op de drempel van 2000 werd hij teruggevonden. Baanberekeningen duiden er nu op dat er een kans van 1 op 300 is dat de planetoïde in 2880 tegen de aarde botst. Veel hangt echter af van de fysische eigenschappen van het ongeveer 1 km grote rotsblok, en met name het lichtweerkaatsend vermogen van zijn oppervlak. Door het reflecteren van zonlicht ondervindt een hemellichaam namelijk een kleine versnelling' een verschijnsel dat het Yarkovski-effect wordt genoemd. Het is onmogelijk om te voorspellen wat het Yarkovski-effect over een periode van 878 jaar met de baan van de planetoïde doet.
Overigens hebben Europese onderzoekers zojuist bekend gemaakt dat er ongeveer tweemaal zo veel planetoïden groter dan 1 km in de gordel tussen Mars en Jupiters zitten dan eerder werd gedacht: 1,2 miljoen of misschien zelfs nog iets meer. Zij baseren zich op gegevens verzameld met de ISO-satelliet.
Meer informatie:
Science, 4 april 2002
http://www.jpl.nasa.gov/releases/2002/release_2002_79.html
http://neo.jpl.nasa.gov/
http://sci.esa.int/content/news/index.cfm?aid=18&cid=41&oid=29762
3 april 2002
Amerikaanse sterrenkundigen gaan opnieuw een poging doen om ‘vulcanoïden’ op te sporen. Vulcanoïden is de benaming voor de kleine planetoïden die theoretisch nog binnen de baan van Mercurius om de zon zouden kunnen draaien. Deze objecten zullen door hun kleine afstand tot de zon erg moeilijk waarneembaar zijn. Tot nog toe is er dan ook niet één gevonden, wat betekent dat eventuele exemplaren waarschijnlijk kleiner dan 20 kilometer zijn. De onderzoekers hopen met instrumenten in een stratosferische straaljager, die op een hoogte van 15 kilometer boven de Mojave-woestijn vliegt, alsnog vulcanoïden op te sporen.
Meer informatie: http://www.boulder.swri.edu/swuis/swuis.instr.html