Deze rubriek gaat over kometen: de 'ijzige stofballen' die in langgerekte banen om de zon draaien en bij nadering ervan voor een deel verdampen en een lange staart van waterdamp en stof vormen. Daarnaast komen in deze rubriek ook meteorieten, meteoroïden, meteorenzwermen (vallende sterren) en verwante onderwerpen aan bod.
Een internationaal team onder leiding van drie onderzoekers van het Centre National de la Recherche Scientifique (CNRS, Frankrijk), de Europese Zuidelijke Sterrenwacht (ESO) en de Karelsuniversiteit Praag (Tsjechië) heeft met succes aangetoond dat zeventig procent van alle gevonden meteorieten afkomstig is van slechts drie jonge planetoïdenfamilies (Astronomy and Astrophysics, 13 september; Nature, 16 oktober). Hoewel er meer dan 70.000 meteorieten bekend zijn, was slechts zes procent daarvan aan de hand van hun samenstelling duidelijk geïdentificeerd als afkomstig van de maan, de planeet Mars of Vesta, een van de grootste planetoïden in de planetoïdengordel tussen Mars en Jupiter. De herkomst van de overige 94% van de meteorieten – merendeels gewone chondrieten – was tot nu toe onduidelijk. De rest blijkt afkomstig te zijn van de planetoïdenfamilies Karin, Koronis en Massalia, die zijn ontstaan door botsingen die respectievelijk 5,8, 7,5 en ongeveer 40 miljoen jaar geleden in de planetoïdengordel hebben plaatsgevonden. Het team heeft ook de bronnen van enkele andere soorten meteorieten weten te traceren, en daarmee is nu de oorsprong van meer dan negentig procent van alle meteorieten bekend. De ontdekking is gebaseerd op telescopisch onderzoek van de samenstelling van alle belangrijke families in de planetoïdengordel, in combinatie met geavanceerde computersimulaties van de botsingsgeschiedenis van deze dominante families. Waarom deze drie jonge families de bron van zoveel meteorieten zijn? Jonge planetoïdenfamilies worden gekenmerkt door een veelheid aan kleine brokstukken die bij botsingen tussen planetoïden vrijkomen. De grote hoeveelheid puin vergroot de kans op botsingen tussen brokstukken, die vervolgens uit de planetoïdengordel ontsnappen, onder meer in de richting van de aarde. Planetoïdenfamilies die door oudere botsingen zijn ontstaan zijn inmiddels ‘verarmd’. De overvloed aan kleine brokstukken waaruit ze ooit bestonden, is op natuurlijke wijze geërodeerd en na tientallen miljoenen jaren van opeenvolgende botsingen verdwenen. Ook Karin, Koronis en Massalia zullen dit lot ondergaan en uiteindelijk plaats maken voor nieuwe bronnen van meteorieten. De herkomst van de overige tien procent van alle bekende meteorieten is nog onbekend. Om dit te verhelpen is het team van plan om het onderzoek voort te zetten, en zich specifiek te richten op planetoïdenfamilies die minder dan 50 miljoen jaar geleden zijn gevormd. (EE)
Door met de Zwicky Transient Facility (ZTF)-telescoop een groot stuk hemel af te speuren, heeft een team onder leiding van Quanzhi Ye van de Universiteit van Maryland (VS) een spoor van ruimtepuin onderzocht waarvan bekend is dat deze geregeld in de buurt van de aarde komt: de Tauridenzwerm. De resultaten van dit onderzoek zijn gepresenteerd tijdens de 56ste jaarlijkse bijeenkomst van planeetwetenschappers, die deze week in Boise, Idaho (VS) wordt gehouden. Astronomen zijn geïnteresseerd in de Tauridenzwerm, omdat daar nog honderden meters grote exemplaren tussen zouden kunnen zitten die de aarde dicht kunnen naderen. Maar hoeveel dat er zijn, was tot nu toe onduidelijk. Uit de waarnemingen van Quanzhi Ye en haar team blijkt nu dat de Tauridenzwerm maximaal tien tot vijftien planetoïden van dit kaliber bevat – minder dan werd gevreesd. Daaruit leiden de onderzoekers af dat het object waaruit de Tauriden zijn voortgekomen niet veel groter kan zijn geweest dan een kilometer of tien. Eerdere schattingen kwamen uit op maximaal honderd kilometer. Volgens Ye bevat de Tauridenzwerm belangrijke aanwijzingen over de evolutie van ons zonnestelsel, met name in verband met de komeet Encke, die een van de kortste omlooptijden heeft van alle bekende kometen (3,3 jaar) en ongebruikelijk groot en stofrijk is voor zo’n kortperiodieke komeet. Alles overwegende gaan wetenschappers ervan uit dat Encke in het verleden aanzienlijk verbrokkeld is en in de toekomst nog verder uit elkaar zal vallen. ‘Het onderzoek van de Tauridenzwerm helpt ons te begrijpen hoe kleine hemellichamen zoals kometen en planetoïden zich vormen en in de loop van de tijd uiteenvallen,’ aldus Ye. Hoewel de resultaten van het onderzoek geruststellend zijn voor wat betreft het aantal potentieel gevaarlijke planetoïden in de Tauridenzwerm, zijn Ye en haar team van mening dat ze ook de noodzaak van geavanceerde detectiemogelijkheden onderstrepen. Met behulp van moderne waarneemfaciliteiten zoals de ZTF-telescoop, waarmee grote hemelsurveys kunnen worden uitgevoerd, willen de onderzoekers de komende jaren dan ook vervolgwaarnemingen gaan doen van de Tauridenzwerm. (EE)
Een internationaal team van 45 onderzoekers die zich bezighouden met meteorenzwermen heeft ontdekt dat niet alle kometen op dezelfde manier verbrokkelen wanneer zij de zon naderen. De wetenschappers schrijven de verschillen toe aan de omstandigheden in de protoplanetaire schijf waarin de kometen zich 4,5 miljard jaar geleden hebben gevormd (Icarus, 26 juli). ‘De meteoroïden die we als meteoren aan de avondhemel zien verschijnen hebben de grootte van kleine steentjes’, aldus hoofdauteur Peter Jenniskens van het SETI Institute en het Ames Research Center van NASA. ‘Ze zijn in feite net zo groot als de steentjes die tijdens de vorming van ons zonnestelsel tot kometen samenklonterden.’ Tijdens de vorming van ons zonnestelsel groeiden de kleine deeltjes in de schijf rond de jonge zon geleidelijk uit tot steentjes. Zodra deze steentjes groot genoeg zijn geworden om niet langer met het gas in de schijf mee te bewegen, worden ze door onderlinge botsingen vernietigd voordat ze veel groter kunnen worden. Kometen en primitieve planetoïden ontstonden toen wolken van deze deeltjes lokaal samentrokken tot objecten ter grootte van een kilometer of meer. De kometen die nu – 4,5 miljard jaar later – de zon naderen verbrokkelen tot zogeheten meteoroïden. Deze meteoroïden volgen een tijdje de omloopbaan van de komeet en kunnen later meteorenzwermen veroorzaken wanneer ze in de aardatmosfeer belanden. ‘Ons onderzoek is gebaseerd op de hypothese dat kometen verbrokkelen tot de grootte van de steentjes waaruit ze zijn opgebouwd’, zegt Jenniskens. ‘In dat geval bevatten de grootteverdeling en de fysische en chemische eigenschappen van jonge meteoroïdenzwermen nog steeds informatie over de omstandigheden in de protoplanetaire schijf. Jenniskens en zijn team van professionele en amateur-astronomen gebruiken speciale gevoelige videocamera’s, verspreid over de hele wereld om meteoren te volgen. Met deze camera’s heeft het team 47 jonge meteorenzwermen onderzocht. De meeste zijn brokstukjes van twee soorten kometen: die van de Jupiter-familie, afkomstig uit de Kuipergordel voorbij de planeet Neptunus, en langperiodieke kometen uit de Oortwolk die ons zonnestelsel omhult. Langperiodieke kometen bewegen in veel wijdere banen om de zon dan die van de Jupiterfamilie en zijn veel losser gebonden aan diens zwaartekracht. Het onderzoek laat zien dat langperiodieke kometen vaak verbrokkelen tot afmetingen die kenmerkend zijn voor een rustig ontstaansproces: hun meteoroïden hebben een lage dichtheid. Kometen van de Jupiter-familie daarentegen verbrokkelen tot kleinere meteoroïden met een hogere dichtheid. Primitieve planetoïden zijn nog dichter bij de zon ontstaan, maar altijd nog buiten de baan van Jupiter. Deze produceren meteorenzwermen met nog kleinere deeltjes, waaruit blijkt dat ze een nog sterker fragmentatieproces hebben ondergaan. De implicatie van dit alles is dat de meeste langperiodieke kometen zijn gevormd in een relatief rustige omgeving, mogelijk voorbij de omloopbaan van Neptunus. De meeste kometen van de Jupiter-familie vormden zich dichter bij de zon, waar de steentjes de fragmentatiegrens bereikten of passeerden, terwijl primitieve planetoïden ontstonden op de plek waar de kernen van de reuzenplaneten zich hebben gevormd. (EE)
22 juli 2024
Komeet Tsuchinshan-ATLAS lijkt nog intact te zijn. Een week geleden suggereerde komeetonderzoeker Zdenek Sekanina dat de komeet aan het fragmenteren was, maar nieuwe gegevens bieden hoop dat het ijzige object dit najaar alsnog een heldere verschijning kan worden. Met behulp van de TRAPPIST-telescopen in Chili hebben astronomen gemeten hoeveel waterdamp de kern van de komeet uitstoot. Ze kwamen uit op tweemaal 10 tot de macht 28 moleculen per seconde. Volgens Qicheng Zhang van de Lowell-sterrenwacht (Arizona, VS) is dat een hoeveelheid die past bij een actieve komeetkern met een middellijn van twee kilometer. ‘Een komeet van deze omvang zou op de huidige afstand tot de zon (1,6 astronomische eenheid) niet uit elkaar mogen vallen,’ aldus Zhang. En daar lijkt het ook niet op: Tsuchinshan-ATLAS vertoont de karakteristieke ‘windzakvorm’ van een komeet die naar de zon toe valt. De afgelopen weken maakten astronomen zich een beetje zorgen over helderheid van de komeet, die niet – zoals gebruikelijk is voor een naderende komeet – toenam, maar juist terugliep. ‘Inmiddels wordt hij echter vrij snel helderder, zonder dat er aanwijzingen zijn voor fragmentatie,’ aldus Nick James, leider van de kometensectie van de British Astronomical Association. Dat is goed nieuws voor hemelwaarnemers. Als Tsuchinshan-ATLAS nog een paar maanden intact weet te blijven, kan hij een fraaie show opvoeren. James verwacht dat de komeet de komende maand vrij snel helderder zal worden. Jammer genoeg is hij dan alleen waarneembaar vanaf het zuidelijk halfrond. Waarnemers op het noordelijk halfrond moeten geduld hebben tot oktober. (EE)
→ Incoming 'Daylight Comet' Might Not Fall Apart (Spaceweather.com)
10 juli 2024
Komeet Tsuchinshan-ATLAS (C/2023 A3) staat op het punt om uit elkaar te vallen. Tot die conclusie komt astronoom Zdenek Sekanina op basis van een nieuwe studie. Daarin voert Sekanina drie argumenten aan. Op de eerste plaats lijkt de komeet bij zijn nadering van de zon momenteel niet meer helderder te worden, terwijl dat eerder wel het geval was. Verder lijkt volgens Sekanina zijn baan te worden verstoord door een ‘niet-gravitationele versnelling’, wat erop kan wijzen dat zijn kern aan het verbrokkelen is. En ten slotte heeft de komeet een opmerkelijk dunne stofstaart met een ongebruikelijke oriëntatie. Alles bij elkaar ziet het er volgens Sekanina dus niet rooskleurig uit voor deze komeet, waarvan werd gehoopt dat deze dit najaar een mooie hemelverschijning zou worden. Toch gloort er nog een sprankje hoop: Nick James van de kometenwerkgroep van de British Astronomical Association ziet in een onafhankelijke dataset geen aanwijzingen voor niet-gravitationele versnellingen. Volgens hem lijkt het er dan ook bepaald niet op dat de komeet aan het fragmenteren is. Afwachten dus.De komeet is inmiddels helder genoeg om zichtbaar te zijn met een middelgrote amateur-telescoop. Als hij inderdaad uit elkaar valt, zullen we dat gauw genoeg merken. (EE)
→ IS THIS COMET DOOMED?
21 december 2023
Een analyse van organische verbindingen, onttrokken aan de planetoïde Ryugu en de Murchison-meteoriet, laat zien dat bepaalde polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK’s) waarschijnlijk zijn gevormd in de koude ruimte tussen de sterren in plaats van in de naaste omgeving van sterren, zoals eerder werd gedacht (Science, 21 december). PAK’s zijn organische verbindingen van koolstof en waterstof die niet alleen op aarde veel voorkomen, maar ook in hemellichamen zoals planetoïden en meteorieten. Voor de nieuwe studie heeft een onderzoeksteam van de Curtin-universiteit (West-Australië) gecontroleerde verbrandingsexperimenten uitgevoerd met planten. De verkoolde restanten werden vergeleken met PAK’s uit brokstukken van planetoïde Ryugu, die in 2020 door de Japanse ruimtesonde Hayabusa2 op aarde zijn afgeleverd, en de Murchison-meteoriet die in 1969 in Australië neerplofte. De bindingen tussen lichte en zware koolstofisotopen in de PAK’s werden geanalyseerd, om te kunnen vaststellen bij welke temperatuur ze werden gevormd. De PAK’s van Ryugu en Murchison bleken uiteenlopende kenmerken te hebben: de kleinere zijn waarschijnlijk gevormd in de koude ruimte, de grotere waarschijnlijk in een warmere omgeving, zoals in de buurt van een ster of in het binnenste van een hemellichaam. Inzicht in de isotopische samenstelling van PAK’s helpt wetenschappers bij het ontrafelen van de omstandigheden en omgevingen waarin deze moleculen zijn ontstaan en biedt inzicht in de geschiedenis en chemie van hemellichamen zoals planetoïden en meteorieten. (EE)
→ Organic compounds in asteroids formed in colder regions of space
1 december 2023
De discussie over de ware aard van 'Oumuamua – het eerste interstellaire object dat ooit in ons zonnestelsel is waargenomen – is nog lang niet uitgewoed. Ook de Nederlandse planeetwetenschapper Niels Ligterink (Universiteit van Bern) doet nu een duit in het zakje (Nature, 30 november). Op 19 oktober 2017 werd met een telescoop op Hawaï een vreemd object van ongeveer 120 meter lang ontdekt, dat de naam 'Oumuamua kreeg – Hawaïaans voor ‘boodschapper van ver die als eerste aankomt’. Uit de de baan die het object volgde bleek duidelijk dat het een interstellair object was, d.w.z. een object van buiten ons zonnestelsel – het eerste dat ooit is waargenomen. Over de aard van de interstellaire bezoeker werd druk gespeculeerd. Aanleiding was dat 'Oumuamua versnelde toen hij ons zonnestelsel doorkruiste – een versnelling die niet volledig aan zwaartekrachtseffecten kon worden toegeschreven. Sommige onderzoekers leidden hieruit af dat het om een buitenaards ruimteschip zou kunnen gaan. Anderen zochten de oorzaak van het verschijnsel bij 'Oumuamua zelf. In maart 2023 verscheen een studie in Nature waarin Jennifer Berger en Darryl Seligman tot de conclusie kwamen dat 'Oumuamua versnelde door de uitstoot van waterstofgas dat zich tijdens zijn lange verblijf in de interstellaire ruimte op zijn oppervlak had opgehoopt. Dat zou het gevolg zijn van de interactie van kosmische deeltjes met waterijs in de korst van 'Oumuamua. Tijdens zijn nadering van de zon zou dit gas zijn ontsnapt en 'Oumuamua een extra duwtje hebben gegeven. In zijn nieuwe publicatie zet Ligterink vraagtekens bij de bevindingen van Berger en Seligman. Volgens zijn modelberekeningen en laboratoriumanalyses is er een enorme hoeveelheid waterstofgas nodig om de waargenomen versnelling van 'Oumuamua te kunnen verklaren. En in dat geval zou het object veel ouder moet zijn dan Berger en Seligman aannemen: ruwweg een miljard jaar. Bovendien zou de ijskorst van 'Oumuamua een bijzonder vreemde samenstelling moeten hebben, met naast water flinke hoeveelheden methanol en ammoniak. Daarmee zou de samenstelling van het object sterk afwijken van die van kometen en planetoïden in ons eigen zonnestelsel. Volgens Ligterink zullen we, vanwege de ongewone aard van 'Oumuamua echt buiten de gebaande paden moeten denken om zijn eigenschappen te begrijpen en te verklaren, al acht ook hij het onwaarschijnlijk dat 'Oumuamua een buitenaards ruimteschip is. (EE)
→ Visitor from outer space (met video)
27 september 2023
Op 27 oktober 1873 viel er in de directe omgeving van het dorpje Diepenveen een meteoriet. Ooggetuigen vinden de steen en brengen hem naar de onderwijzer in het dorp. Daarna geraakt de steen lange tijd buiten beeld om in 2012 bij toeval ‘herontdekt’ te worden. De unieke meteoriet is wetenschappelijk onderzocht en wordt bewaard bij Naturalis in Leiden. Het één van de slechts zes bekende Nederlandse meteorieten. Omdat het dit jaar precies 150 jaar geleden is dat de meteoriet neerkwam, organiseert de Historische Vereniging Dorp Diepenveen en Omgeving (HVDD), samen met de Koninklijke Nederlandse Vereniging voor Weer- en Sterrenkunde (KNVWS), op vrijdag 27 oktober een feestelijk programma in het Kulturhus in Diepenveen. Tijdens deze dag vinden diverse evenementen plaats, waaronder de onthulling van een herinneringsmonument en de presentatie van het boek ‘150 jaar meteoriet Diepenveen’. Ook kan het publiek via lezingen en workshops kennisnemen van wat er anderhalve eeuw geleden gebeurde. Wie waren die ooggetuigen uit 1873? Hoe worden meteorieten gevonden en waaraan kun je ze herkennen? Ook wordt een wandeling georganiseerd naar de omgeving van de vindplaats van de meteoriet waar een informatiebord wordt onthuld. Daarnaast is er een demonstratie van een zogeheten Meteoriet Impact Simulator – een apparaat dat nabootst hoe een meteorietinslag verloopt en hoe de inslagkrater er uitziet. Ook kunnen jong en oud een bezoek brengen aan een mobiel planetarium, om zo kennis te maken met de sterrenhemel. Het programma wordt op de vrijdagavond afgesloten met een aantal publiekspresentaties. Het lezingenprogramma biedt een breed publiek een fraaie inkijk in de wereld van meteoren- en meteorietenonderzoek. Op de websites van de HVDD en de KNVWS is meer informatie beschikbaar over wat er allemaal op ‘De Dag van de Meteoriet’ te beleven valt. De activiteiten en lezingen zijn gratis bij te wonen. Voor de avondlezingen dient men zich (bij voorkeur vóór 15 oktober) aan te melden via één van de genoemde websites.
10 augustus 2023
In de nacht van zaterdag 12 op zondag 13 augustus vindt het jaarlijkse maximum van de meteorenzwerm Perseïden plaats. Tegen het einde van de nacht, tussen 3 en 4 uur, zijn tot 65 meteoren per uur te verwachten. Doordat het eigenlijke maximum zondag overdag valt zijn in de nacht na het maximum, van zondag op maandag, vrijwel evenveel ‘vallende sterren’ te zien. De meteoren zijn met het blote oog te zien vanaf een onbewolkte, liefst donkere plek. Op plaatsen met veel lichtvervuiling is slechts een kwart van het maximale aantal meteoren zichtbaar. Vallende sterren zijn lichtflitsen die af en toe aan de sterrenhemel verschijnen. De flitsen hebben echter niets met sterren te maken. Ze worden veroorzaakt door ruimtepuin, vaak niet groter dan een zandkorrel, dat ongeveer 100 kilometer boven ons hoofd in de aardatmosfeer terecht komt. Door de hoge snelheden wordt de lucht vóór zo'n gruisdeeltje gecomprimeerd, verhit en aan het gloeien gebracht, wat wij zien als een flitsje. De snelheden van de Perseïden zijn meestal meer dan 200.000 km/uur. De Perseïden kenmerken zich door hun helderheid en snelheid, en incidenteel nalichtende sporen. De Perseïden zijn genoemd naar het sterrenbeeld Perseus, waar de vallende sterren vandaan lijken te komen. Dit sterrenbeeld staat bij ons 's nachts hoog boven de noordoostelijke horizon. De meteorenzwerm bestaat uit achtergelaten puin van de komeet Swift-Tuttle. Doordat de aarde in haar baan om de zon door de puinwolk beweegt, zien wij deze meteorenzwerm ieder jaar rond dezelfde datum.
→ Volledig persbericht
16 mei 2023
Na vijftien jaar van vergeefse pogingen zijn wetenschappers die gebruik maken van de Webb-ruimtetelescoop er voor het eerst in geslaagd om de uitstoot van waterdamp door een hoofdgordelkomeet te detecteren (Nature, 15 mei). Hoofdgordelkometen zijn een zeldzame subklasse van kometen binnen de gordel van planetoïden tussen de banen van Mars en Jupiter. Ze doorlopen veelal cirkelvormige banen en vertonen komeetachtig gedrag. Ze stoten af en toe materiaal uit, waardoor ze er wazig uitzien en vaak ook een ‘staart’ ontwikkelen. Astronomen vermoeden dat dit het gevolg is van sublimatie (de directe overgang van ijs naar gas) van ijskoud materiaal. Maar ondanks vele pogingen om ontsnappende gassen bij actieve hoofdgordelkometen te detecteren, was bij deze objecten tot nu toe alleen stof waargenomen. Van de meeste planetoïden in de hoofdgordel tussen Mars en Jupiter wordt niet verwacht dat ze veel ijs bevatten, omdat ze waarschijnlijk al miljarden jaren in dit relatief warme deel van het zonnestelsel verblijven. Ter vergelijking: de meeste andere kometen die activiteit vertonen ten gevolge van sublimatie brengen grote delen van hun tijd door in het koude buitendeel van het zonnestelsel en doorlopen zeer langgerekte banen die hen slechts af en toe naar het hart van het zonnestelsel voeren. Gezien deze overwegingen zijn er altijd twijfels blijven bestaan over de vraag of hoofdgordelkometen wel ijsachtig kunnen zijn. Maar nu heeft een team onder leiding van Michael Kelley van de Universiteit van Maryland (VS) ontdekt dat hoofdgordelkomeet 238P/Read, en dus mogelijk ook andere hoofdgordelkometen, een fundamenteel andere chemische samenstelling heeft dan ‘gewone’ kometen. Afgezet de waargenomen hoeveelheid water bevat Read vrijwel geen koolstofdioxide – een veel voorkomend bestanddeel van gas-uitstotende kometen. Volgens Kelley en zijn collega’s zijn er twee mogelijke verklaringen voor het tekort aan koolstofdioxide. Eén mogelijkheid is dat komeet Read bij zijn vorming wel veel koolstofdioxide heeft bevat, maar dat in zijn huidige warme omgeving is kwijtgeraakt. Een andere mogelijkheid is dat de komeet is ontstaan in een minder koude omgeving dan andere kometen, waar geen koolstofdioxide beschikbaar was. (EE)
→ JWST Detects Outgassing Water From Main-Belt Comet
18 april 2023
Een populaire en eenvoudige methode om vast te stellen of een brok gesteente al dan niet een meteoriet is, en wat voor soort, blijkt funest voor de magnetische informatie die in de ruimtesteen verborgen zit. Dat hebben wetenschappers van het MIT (VS) en de Université Paris Cité (Frankrijk) vastgesteld. Het gevolg is dat er belangrijke informatie verloren gaat over de manier waarop magnetische velden in de ruimte deze meteorieten in de loop van de miljarden jaren hebben veranderd (Journal of Geophysical Research: Planets). Blootstelling aan een magnetisch veld kan een interessante uitwerking hebben op mineralen. Tijdens de vorming van een brok gesteente kunnen de kristallen in magnetische mineralen zich richten naar het magnetische veld, en in sommige gevallen zelf gemagnetiseerd raken. Op die manier wordt informatie opgeslagen over de sterkte en richting van het magnetische veld dat dit heeft veroorzaakt. Hier op aarde gebruiken wetenschappers dit effect om de geschiedenis van het aardmagnetische veld te begrijpen. En op dezelfde manier kan ook de magnetische geschiedenis van een planeet als Mars worden onderzocht. Wetenschappers dachten dat ze sporen van het magnetische veld van Mars nog terug zouden vinden in zogeheten Marsmeteorieten – meteorieten zoals de NWA 7034 die op aarde zijn gevonden, maar die naar alle waarschijnlijkheid van de planeet Mars afkomstig zijn. Toen zij de magnetische informatie in deze brokken gesteente wilden onderzoeken, was echter geen spoor van magnetisme terug te vinden. De magnetische gegevens van Mars die in NWA 7034 waren opgeslagen, waren uitgewist door de magneten die ‘meteorietenjagers’ gebruiken om hun vondsten te verifiëren. Dit effect was al bij veel meteorieten waargenomen, maar nog niemand had systematisch onderzocht hoe het ontstaat. Daarom hebben Foteini Vervelidou en haar collega’s nu uitgebreid onderzoek gedaan, bestaande uit een combinatie van modelberekeningen, ‘hermagnetisering van aardse basalt met behulp van handmagneten en een onderzoek van negen fragmenten van de moedermeteoriet van NWA 7034. Eerst berekenden zij de grootte van het magnetische veld rond een handmagneet, en het effect dat dit veld zou hebben op gesteenten van verschillende afmetingen. Vervolgens hebben zij de resultaten van hun berekeningen getoetst aan brokken aards basalt door de magnetisatie ervan voor en na blootstelling aan een neodymiummagneet te meten. In veel gevallen bleken ze na blootstelling aan de handmagneet geheel of gedeeltelijk te zijn gedemagnetiseerd, net zoals bij meteorieten was vastgesteld. Inmiddels zijn er overigens instrumenten beschikbaar die meteorieten kunnen helpen identificeren zonder de daarin opgeslagen magnetische informatie te wissen. De onderzoekers hopen dan ook dat ze in de nabije toekomst Marsmeteorieten kunnen analyseren waarvan het oorspronkelijke magnetische veld behouden is gebleven. (EE)
→ Humans Are Erasing Billions of Years of Data From Ancient Meteorites (Science Alert)
22 maart 2023
In 2017 zorgde een mysterieuze komeet met de naam 'Oumuamua voor nogal wat ophef. Het was voor het eerst dat astronomen een komeet konden waarnemen die van buiten ons zonnestelsel afkomstig was. Anders dan andere kometen vertoonde 'Oumuamua geen heldere coma of stofstaart. Ook was hij uitzonderlijk klein en vertoonde hij een eigenaardige vorm die het midden hield tussen een sigaar en een pannenkoek. Maar het vreemdst was nog wel dat hij zich na afloop sneller van de zon verwijderde dan je op grond van de zwaartekrachtswet zou mogen verwachten. Dit bracht enkele wetenschappers op het idee dat 'Oumuamua weleens een buitenaards ruimteschip zou kunnen zijn. Jennifer Bergner, astrochemicus aan de Universiteit van Californië te Berkeley (VS), en astronoom Darryl Seligman van de Cornell-universiteit (VS), hebben nu echter een minder exotische verklaring bedacht: de waargenomen versnelling van de komeet is simpelweg veroorzaakt door ontsnappend waterstofgas, dat van nature in alle interstellaire kometen aanwezig zou moeten zijn (Nature, 22 maart). De meeste kometen zijn in wezen ‘vuile sneeuwballen’, afkomstig uit de buitenwijken van ons zonnestelsel, die met regelmatige tussenpozen de zon naderen. Wanneer een komeet door de zon wordt opgewarmd, stoot hij water en andere moleculen uit, waardoor zich een coma en vaak ook staarten van gas en stof ontwikkelen. De uitgestoten gassen werken als de stuwraketten van een ruimteschip en geven de komeet een zetje dat ervoor zorgt dat deze een beetje van snelheid verandert. Andere objecten, zoals planetoïden en planeten, vertonen dit gedrag niet. Een komeet die door de interstellaire ruimte reist, wordt voortdurend bestookt met kosmische straling. Bergner ontdekte dat experimenteel onderzoek, gepubliceerd in de jaren 70, 80 en 90 van de vorige eeuw, heeft laten zien dat wanneer ijs wordt getroffen door energierijke deeltjes vergelijkbaar met kosmische straling er grote hoeveelheden waterstof worden geproduceerd, die in de ijskorst van de komeet worden opgeslagen. Het ligt voor de hand dat zo’n interstellaire komeet opwarmt wanneer hij het zonnestelsel betreedt, en daarbij zou het opgeslagen waterstof ontsnappen. Maar is de ‘raketwerking’ van dit ontsnappende gas sterk genoeg om een komeet te versnellen? Bij een komeet van enkele kilometers groot waarschijnlijk niet, maar Bergner en Seligman denken dat de stuwkracht bij een kleine komeet als 'Oumuamua, die slechts ongeveer 115 bij 111 bij 19 meter mat, wél toereikend is. Het gedrag van 'Oumuamua was dus niet vreemd: het was precies het gedrag dat je van een interstellaire komeet mag verwachten. (EE)
→ Surprisingly simple explanation for the alien comet 'Oumuamua's weird orbit
13 februari 2023
Analyse van een meteoriet die in februari 2021 in Gloucestershire (VK) is neergekomen, bewijst dat zulke ruimtestenen al heel snel ‘besmet’ raken door de aardatmosfeer (Meteoritics & Planetary Science). Fragmenten van de meteoriet werden al binnen luttele uren nadat deze de aardatmosfeer was binnengedrongen teruggevonden op de oprit van een huis. En zes dagen later werden nog meer brokstukken aangetroffen in een schapenweide. Uit onderzoek onder leiding van promovenda Laura Jenkins van de Universiteit van Glasgow blijkt nu dat, ondanks de snelle berging van de meteorieten, zich door de inwerking van de vochtige omgeving waarin ze waren beland al snel zouten en mineralen ontwikkelden. Jenkins en haar team onderzochten de oppervlakken van twee kleine stukjes van de zogeheten Winchcombe-meteoriet met een rasterelektronenmicroscoop en Ramanspectroscopie. Daarbij ontdekten ze dat zich twee soorten zout – calciumsulfaten en calciet – hadden gevormd op de smeltkorst van de uit de schapenweide geborgen monsters. En op het monster van de oprit ontdekten ze haliet, beter bekend als keukenzout.De smeltkorst is de donkere laag die wordt gevormd wanneer een meteoriet tijdens zijn vurige tocht door de aardatmosfeer smelt. De onderzoekers denken dat, omdat de sulfaten aan de buitenkant van de smeltkorst zijn aangetroffen, deze waarschijnlijk ná de landing van de meteoriet zijn ontstaan door de blootstelling aan de vochtige omstandigheden in de schapenweide.Haliet is daarentegen alleen aangetroffen op het oppervlak van gepolijste plakjes van het opritfragment. Daarom is het waarschijnlijk dat dit zout is gevormd door interactie met de vochtige lucht in het onderzoekslab in Glasgow. Volgens Jenkins wordt de Winchcombe-meteoriet vaak omgeschreven als een ‘ongerept’ voorbeeld van een CM-chondriet – een relatief zeldzame meteorietsoort die veel koolstof bevat. Maar haar onderzoek toont aan dat ongerepte meteorieten eigenlijk niet bestaan. (EE)
→ Earth’s Atmosphere Adds a Quick Pinch of Salt to Meteorite
19 januari 2023
Antarctica is een van de beste plekken op aarde om op meteorieten te ‘jagen’. Dat komt deels omdat Antarctica een koude woestenij is, en het droge klimaat de verwering van meteorieten tegengaat. Daarbij komt nog dat de zwarte ruimtestenen duidelijk afsteken tegen de witte sneeuwvelden. Zelfs wanneer meteorieten in de ijzige bodem wegzakken, komen ze door de omwoelende bewegingen van gletsjers die langs de onderliggende rotsen schuren vaak weer aan de oppervlakte. Een internationaal team van onderzoekers dat net is teruggekeerd van Antarctica kan de ‘meteorietvriendelijkheid’ van het afgelegen continent alleen maar beamen. De wetenschappers kwamen terug met vijf nieuwe meteorieten, waaronder een exemplaar van ruim 7,5 kilogram.Maria Valdes, onderzoekswetenschapper aan het Field Museum en de Universiteit van Chicago (VS), schat dat van de ongeveer 45.000 meteorieten die de afgelopen eeuw in Antarctica zijn opgeraapt, er slechts een stuk of honderd van deze grootte of groter zijn. Valdes was een van de vier wetenschappers die aan de recente zoekactie, onder leiding van Vinciane Debaille van de Vrije Universiteit Brussel (VUB), deelnam. De onderzoekers waren de eersten die potentiële nieuwe vindplaatsen onderzochten die met behulp van satellietbeelden in kaart waren gebracht door Veronica Tollenaar, studente glaciologie aan de VUB. De vijf meteorieten die het team gevonden heeft zullen worden geanalyseerd in het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen. Sediment dat mogelijk kleine micrometeorieten bevat is onderling verdeeld en zal door de thuisinstituten van de deelnemers worden onderzocht. Het onderzoek van meteorieten kan meer inzicht geven in het ontstaan van ons zonnestelsel en onze eigen planeet. (EE)
→ 17-pound meteorite discovered in Antarctica
30 november 2022
Een Canadees onderzoeksteam heeft minstens twee nieuwe mineralen ontdekt die nooit eerder op aarde zijn gezien – niet in natuurlijke vorm althans. Ze maken een deel uit van een ruim 15 ton wegende ijzermeteoriet – de op acht na grootste meteoriet die ooit is gevonden – die in 2020 in Somalië werd opgemerkt door opaalzoekers. De lokale herders gebruikten hem al generaties lang als aambeeld voor het slijpen van messen (Space Exploration Symposium, 21 november). De twee bijzondere mineralen zijn aangetroffen in een fragmentje van 70 gram dat voor classificatie naar de Universiteit van Alabama (VS) werd gestuurd. Mogelijk bevindt zich daarin zelfs nog een derde onbekend mineraal. De beide eerste mineralen hebben de benamingen elaliïet en elkinstantoniet gekregen. De eerste verwijst naar de meteoriet zelf, die ‘El Ali’ wordt genoemd, omdat hij niet ver van de gelijknamige stad is gevonden. Het tweede mineraal is genoemd naar Lindy Elkins-Tanton, hoogleraar aan Arizona State University en hoofdonderzoeker van NASA’s komende ruimtemissie Psyche, die veel onderzoek heeft gedaan naar de vorming van de kernen van planeten. De mineralen konden vrij snel worden geïdentificeerd, omdat ze eerder al op synthetische wijze waren gefabriceerd. Ze konden daarom worden vergeleken met hun kunstmatige tegenhangers. De wetenschappers zullen de mineralen in de meteoriet blijven onderzoeken, om aanwijzingen te kunnen vinden over de omstandigheden waaronder de El Ali-meteoriet is ontstaan. Vermoed wordt dat hij behoort tot een familie van ijzermeteorieten die ooit deel hebben uitgemaakt van een en dezelfde planetoïde. Als slijpsteen zal de bijzondere meteoriet waarschijnlijk niet meer worden gebruikt. Hij is verscheept naar China, om aan de hoogstbiedende te worden verkocht. (EE)
→ New minerals discovered in massive meteorite may reveal clues to asteroid formation
7 november 2022
Nieuw onderzoek door de University of Central Florida (VS), onder leiding van doctoraalkandidaat Olga Harrington Pinto, heeft sterke aanwijzingen opgeleverd dat het ‘uitgassen’ van moleculen uit kometen het gevolg is van de samenstelling van het jonge zonnestelsel (The Planetary Science Journal, 4 november). Het meten van de verhouding van bepaalde moleculen die vrijkomen bij het ‘uitgassen’ van kometen kan inzicht verschaffen in de chemische samenstelling van vroege zonnestelsels en de fysieke veranderingen die kometen na hun vorming ondergaan. Uitgassen treedt op wanneer kometen – kleine hemellichamen bestaande uit stof, ijs en gesteenten – opwarmen en gassen beginnen uit te stoten. Als onderdeel van haar proefschriftonderzoek verzamelde Harrington Pinto de hoeveelheden water, koolstofdioxide (CO2) en koolstofmonoxide (CO) van 25 kometen, om voorspellingen over de vorming en evolutie van ons zonnestelsel te toetsen. Een van de interessantste resultaten die dit heeft opgeleverd is dat kometen op zeer grote afstanden van de zon, die zelden of nooit in de buurt van de zon zijn gekomen, stelselmatig meer CO2 dan CO in hun coma hebben. Bij kometen die heel vaak in de buurt van de zon zijn geweest is dat juist andersom. Dit gegeven is in overeenstemming met de voorspelling dat de oppervlakken van kometen die heel ver van de zon in de Oortwolk hebben ‘rondgehangen’ zodanig met kosmische straling zijn bestookt dat ze een CO-arme korst hebben gevormd. Na hun eerste of tweede reis langs de zon wordt deze aangetaste buitenlaag door de zon weggeblazen, waardoor het veel ongereptere onderliggende ijs, dat meer CO bevat, bloot komt te liggen en uitgast. Als volgende stap wil Harrington Pinto de eerste waarnemingen van zogeheten Centaur-planetoïden, die zij en haar team met de Webb-ruimtetelescoop hebben gedaan, analyseren, om de samenstelling van deze eveneens ijzige objecten te kunnen vergelijken met die van kometen. (EE)
→ New Study of Comets Provides Insight into Chemical Composition of Early Solar System
18 augustus 2022
Kometen uit het verre buitengebied van ons zonnestelsel overleven vaak hun eerste ontmoeting met de zon niet. Astronoom David Jewitt van de Universiteit van Californië te Los Angeles (VS) denkt te weten waarom dat zo is. Volgens hem zorgt de zonnewarmte ervoor dat sommige van deze kometen zo snel ronddraaien dat ze uit elkaar vallen (arXiv, 8 augustus). Langperiodieke kometen – kometen met omlooptijden van 200 jaar of meer – komen uit de Oortwolk, een min of meer bolvormige wolk van ijzige objecten aan de rand van ons zonnestelsel. Het bestaan van dit verre kometenreservoir werd in 1950 voorgesteld door de Nederlandse astronoom Jan Oort. Hij realiseerde zich dat veel van de kometen die in de buurt van zon en aarde kwamen nooit meer terugkeerden. Iets haalde ze weg, maar wat? Een mogelijke verklaring was dat kometen wegkwijnen doordat al hun bevroren water sublimeert als ze in de buurt van de zon komen, tot er niets meer van over is. Maar dat klopte niet met waarnemingen die lieten zien dat kometen in kleinere stukken uit elkaar leken te vallen. Het probleem was echter dat deze desintegraties moeilijk direct waarneembaar zijn. Ze zijn onvoorspelbaar en voltrekken zich snel. Jewitt ondervond dit probleem aan den lijve toen hij komeet Leonard probeerde waar te nemen – een heldere komeet die in de winter van 2021/22 een spectaculaire show opvoerde. Jewitt had tijd aangevraagd om de komeet in april en juni 2022 te bekijken met de Hubble-ruimtetelescoop. Maar in februari was hij al verdwenen. Daarop boog de astronoom zich over waarnemingen van langperiodieke kometen die sinds 2000 dicht bij de zon waren gekomen. Hij selecteerde daaruit die kometen waarvan de waterdampuitstoot indirect was gemeten met een instrument van de Europese ruimtetelescoop SOHO. Hij beperkte zich bovendien tot kometen die van hun omloopbaan begonnen af te wijken – een aanwijzing dat ze waterdamp rondsproeien, zoals een ronddraaiende tuinsproeier. Zo bleven er 27 kometen over, waarvan er zeven hun dichtste nadering van de zon niet overleefden. Jewitt verwachtte dat de meest actieve kometen het snelst zouden desintegreren, maar het tegendeel bleek waar: de minst actieve kometen met de kleinste kernen liepen het risico uit elkaar te vallen. Maar waarom? Het was niet zo dat de kometen uit elkaar werden gerukt door de zwaartekracht van de zon: daarvoor kwamen ze niet genoeg in de buurt. Sublimatie kon ook niet de oorzaak zijn: dat gaat te langzaam. Ook leek het niet waarschijnlijk dat de kometen met iets anders in botsing waren gekomen. En de suggestie dat zich binnenin de kometen druk opbouwt totdat ze exploderen houdt volgens Jewitt eveneens geen steek. De meeste zonnewarmte wordt geabsorbeerd door de buitenste korst van de komeet, waardoor het inwendige simpelweg niet warm genoeg wordt. Volgens de astronoom blijft er dan maar één verklaring over: desintegratie door rotatie. Wanneer een komeet de zon nadert en hij voldoende opwarmt om te sublimeren, spuit er waterdamp naar buiten die zijn kern aan het draaien brengt zoals een ‘vuurrad’. Daarbij geldt dat kleine kernen makkelijker aan het draaien te brengen zijn dan grote. Heel veel snelheid is trouwens niet eens nodig: voor een komeet van ongeveer een kilometer is een draaiing met ongeveer een halve meter per seconde al fataal. (EE)
→ Oort cloud comets may spin themselves to death (ScienceNews)
5 juli 2022
Een onderzoeksteam onder leiding van de Universiteit van Bern (Zwitserland) heeft ontdekt dat komeet 67P/Churyumov-Gerasimenko, die tussen 2014 en 2016 is onderzocht door de Europese ruimtesonde Rosetta, een verrassende variëteit aan complexe organische moleculen bevat (Nature Communications, 25 juni). Kometen zijn ijzige overblijfselen uit de begintijd van ons zonnestelsel. Behalve verschillende soorten ijs – waaronder bevroren water – bevatten ze ook allerlei organische verbindingen. Toen komeet 67P in augustus 2015 zijn kleinste afstand tot de zon bereikte, werd hij heel actief: zijn ijs begon te sublimeren, wat wil zeggen dat het rechtstreeks van ijs in damp veranderde. En daarbij ontsnapten ook relatief grote en zware moleculen, die werden gedetecteerd door de nauwkeurige massaspectrometer van Rosetta. De interpretatie van de destijds verzamelde gegevens is een ingewikkeld proces, maar het Bernse team, onder leiding van scheikundige Nora Hänni, is er nu in geslaagd om een aantal complexe organische moleculen te identificeren die nog nooit eerder in een komeet zijn aangetroffen. Het gaat daarbij onder meer om naftaleen (de stof die verantwoordelijk is voor de karakteristieke geur van mottenballen), benzoëzuur (een natuurlijk bestanddeel van wierook) en benzaldehyde (een stof die veel wordt gebruikt om voedingsmiddelen een amandelsmaak te geven). Daarnaast zijn in het door de komeet uitgestoten materiaal ook veel soorten moleculen met een zogeheten prebiotische functionaliteit geïdentificeerd, zoals formamide. Zulke moleculen zijn belangrijke tussenproducten bij de vorming van biomoleculen, zoals suikers en aminozuren. Dat maakt het waarschijnlijk dat op aarde inslaande kometen hebben bijgedragen aan het ontstaan van het op koolstof gebaseerde leven op onze planeet. Al met al vertoont het complexe ’organische budget’ van komeet 67P sterke overeenkomsten met dat van meteorieten en bijvoorbeeld ook het organische materiaal dat op de planeet Saturnus neerregent vanuit diens binnenste ring. Ook zijn veel van de in de komeet aangetroffen organische moleculen aangetoond in moleculaire wolken – de geboorteplaatsen van nieuwe sterren. (EE)
→ Shedding light on comet Chury’s unexpected chemical complexity
12 april 2022
Met behulp van de Hubble-ruimtetelescoop hebben astronomen de omvang bepaald van de grootste komeetkern die ooit is waargenomen. Het ijzige object blijkt een diameter van ongeveer 130 kilometer te hebben en is daarmee vijftig keer zo groot als een gemiddelde komeetkern. De massa wordt geschat op maar liefst 500 biljoen ton (Astrophysical Journal Letters, 12 april). De reusachtige komeet, C/2014 UN271 (Bernardinelli-Bernstein), raast momenteel met een snelheid van 35.000 kilometer per uur vanaf de rand van ons zonnestelsel onze kant op, maar blijft op veilige afstand – buiten de omloopbaan van de planeet Saturnus zelfs. Tot nu toe was de twintig jaar geleden ontdekte komeet C/2002 VQ94 de recordhouder: diens kern is ‘maar’ honderd kilometer groot. Komeet ‘BB’ is door astronomen Pedro Bernardinelli en Gary Bernstein ontdekt op archiefbeelden van de Dark Energy Survey op de Cerro Tololo-sterrenwacht in Chili. Hij werd in november 2010 voor het eerst bij toeval waargenomen, toen hij nog bijna vijf miljard kilometer van ons verwijderd was – ruwweg de afstand tot de planeet Neptunus. Sindsdien is de komeet intensief onderzocht met telescopen op aarde en in de ruimte. Ondanks deze grote afstanden vertoont het object al behoorlijk wat activiteit. Hierdoor is zijn ijskern gehuld in een enorme wolk van stof en gas – een zogeheten coma. Zelfs de Hubble-ruimtetelescoop kan de komeetkern daardoor niet onderscheiden. In plaats daarvan laten de Hubble-gegevens een heldere lichtpiek zien op de locatie van de kern. Met behulp van een computermodel heeft een team onder leiding van Man-To Hui van de universiteit van Macau de ‘comagloed’ van de Hubble-opnamen afgetrokken, zodat alleen de veel kleinere kern overbleef. Vervolgens hebben Hui en zijn collega’s de helderheid van de komeetkern vergeleken met eerdere radiowaarnemingen van de Atacama Large Millimeter/submillimeter Array (ALMA) in Chili. Deze gecombineerde gegevens geven een indicatie van de diameter en het licht-weerkaatsend vermogen van de kern, die niet alleen heel groot, maar ook heel donker blijkt te zijn – zwarter zelfs dan steenkool. De komeet is meer dan een miljoen jaar ‘ontsnapt’ uit de Oortwolk – een hypothetische wolk van biljoenen komeetachtige objecten die ons zonnestelsel omhult. Sindsdien is hij bezig om richting zon te ‘vallen’. Daarbij volgt hij een langgerekte elliptische baan met een omlooptijd van drie miljoen jaar, waarvan het verste punt op ongeveer een halve lichtjaar van de zon ligt. Momenteel is hij nog maar iets meer dan drie miljard van de zon verwijderd. De huidige temperatuur van de komeet bedraagt slechts –211 graden Celsius. Toch is dat warm genoeg om het koolstofmonoxide-ijs op zijn oppervlak te laten sublimeren (‘verdampen’) en een stofrijke coma te vormen. (EE)
→ Hubble Confirms Largest Comet Nucleus Ever Seen
31 maart 2022
Wanneer kometen de zon naderen, stoten ze gas en stof uit. Hierdoor neemt de activiteit van kometen die in de buurt van of binnen de baan van de aarde komen per omloop af. Nathan Kaib, astronoom aan de Universiteit van Oklahoma, heeft nu ontdekt dat ditzelfde verschijnsel zich ook voordoet bij kometen die niet dichterbij komen dan de omloopbaan van Saturnus (Science Advances, 30 maart). Langperiodieke kometen doen er minstens honderden jaren over om een rondje om de zon te maken. Het grootste deel van hun bestaan bevinden ze zich op afstanden die duizenden malen groter zijn dan de afstand zon-aarde. Maar soms ontwikkelen ze later sterk elliptische banen die hen regelmatig in de buurt van de zon en de binnenste planeten van ons zonnestelsel brengen. Door de intense hitte van de zon begint hun ijzige oppervlak dan te verdampen en krijgen ze een opvallende ‘staart’. Omdat hun ijsvoorraad daardoor steeds kleiner wordt, neemt de activiteit van kometen die dicht in de buurt van de aarde komen mettertijd af. Kaib heeft vastgesteld dat dit fenomeen tevens optreedt bij kometen die geregeld een bezoek brengen aan het buitengebied van ons zonnestelsel, tot nabij de baan van Saturnus. Dat is verrassend, omdat deze kometen een veel zwakkere opwarming door de zon ondervinden dan kometen die dichter bij de aarde komen. Hierdoor kan het waterijs op hun oppervlak niet of nauwelijks verdampen. Aan de hand van computersimulaties heeft Kaib aangetoond dat de zwaartekracht van de reuzenplaneten de banen van deze kometen snel doet krimpen, zodat ze zich tussen hun bezoekjes aan het domein van de reuzenplaneten door niet meer zo ver van de zon wagen. Dat zou ertoe moeten leiden dat er in het buitengebied van het zonnestelsel veel meer kometen met ‘gekrompen’ banen te vinden zijn dan kometen in langere banen. Maar in plaats daarvan zien astronomen het tegenovergestelde: verre kometen met gekrompen banen ontbreken bijna geheel. Volgens Kaib kan deze paradox alleen worden verklaard door aan te nemen dat ook kometen in het buitengebied van ons zonnestelsel snel inactief worden, en daarmee onzichtbaar voor astronomen. Omdat kometen op grote afstanden moeilijk waarneembaar zijn, zijn de huidige inzichten omtrent kometen vooral gebaseerd op onderzoek van kometen die dichtbij komen. Kaibs ontdekking suggereert echter dat de fysische eigenschappen van veel nabije kometen al vóór hun ontdekking kunnen zijn veranderd. (EE)
→ Scientists discover distant long-period comets quickly fade away
15 maart 2022
In 2015 ontdekte de Europese ruimtesonde Rosetta dat komeet 67P/Churyumov-Gerasimenko (67P) een overvloed aan moleculaire zuurstof uitstootte. Dit tot grote verrassing van wetenschappers, die nog nooit een komeet zuurstof hadden zien uitstoten, laat staan in zulke grote hoeveelheden. Een nieuwe analyse, onder leiding van planeetwetenschapper Adrienn Luspay-Kuti van het Johns Hopkins Applied Physics Laboratory in Laurel, Maryland (VS), suggereert nu dat de ontdekking wellicht niet zo vreemd is als gedacht (Nature Astronomy, 10 maart). Moleculaire zuurstof komt op aarde weliswaar veel voor, maar is in het heelal zeer zeldzaam. Het bindt zich snel aan andere atomen en moleculen, vooral aan de alomaanwezige atomen van waterstof en koolstof. Hierdoor wordt zuurstof in moleculaire wolken – de ‘kraamkamers van sterren’ – slechts in kleine hoeveelheden aangetroffen. Dit gegeven bracht wetenschappers tot de conclusie dat ook in de ‘oerwolk’ waaruit ons zonnestelsel – en dus ook een komeet als 67P – is ontstaan weinig zuurstof heeft gezeten. Toen Rosetta veel zuurstof aantrof in komeet 67P, kwam dit idee op losse schroeven te staan, met name omdat de ontsnappende zuurstof samen met waterdamp uit de komeet leek te ontsnappen. Dat suggereerde dat de komeet al van oudsher veel zuurstof bevatte. Luspay-Kuti en haar team komen nu met een andere verklaring. Volgens hen bevat de komeet in werkelijkheid geen overvloed aan zuurstof – althans niet van oorsprong. De waargenomen ‘overvloed’ aan zuurstof komt volgens hen niet rechtstreeks uit de rotsachtige kern van de komeet, maar uit lagen dichter bij het oppervlak. De wetenschappers baseren zich op een nieuwe analyse van Rosetta-gegevens. Ze hebben met name onderzocht wat er gebeurde met de moleculaire uitstoot van de komeet voor, tijdens en ná de zomer op diens zuidelijke ‘halfrond’. Daarbij hebben ze vastgesteld dat zodra dat deel van de komeet in de schaduw kwam te liggen, het verband tussen de uitstoot van zuurstof en water verdween. De hoeveelheid water die van de komeet afkwam nam drastisch af, zodat de zuurstofuitstoot meer in de pas liep met die van koolstofdioxide en koolstofmonoxide – twee andere gassen die kometen uitstoten. Ter verklaring stelt het team het volgende scenario voor. Een diep reservoir van zuurstof, koolmonoxide en kooldioxide-ijs geeft voortdurend gassen af, omdat zuurstof, kooldioxide en koolmonoxide allemaal bij zeer lage temperaturen verdampen. Terwijl het zuurstof zich een weg naar buiten baant, komt een deel ervan terecht in waterijs (een belangrijk bestanddeel van de kern van de komeet), en vormt zich een tweede, ondieper zuurstofreservoir. Mettertijd hoopt zich steeds meer zuurstof in dit ondiepe reservoir op, totdat het komeetoppervlak uiteindelijk voldoende is opgewarmd om het waterijs te doen verdampen. De daaropvolgende uitstoot is daardoor veel rijker aan zuurstof dan er gemiddeld in de komeet aanwezig is, maar is niet maatgevend voor het zuurstofgehalte van de komeet als geheel. (EE)
→ Comet 67P’s Abundant Oxygen More of an Illusion, New Study Suggests
20 december 2021
Zo nu en dan komen uit de buitenwijken van ons zonnestelsel flinke brokken ijs en gesteente onze kant op: oude overblijfselen van de vorming van het zonnestelsel, ongeveer 4,6 miljard jaar geleden. Deze ‘vuile sneeuwballen’ – beter bekend als kometen – krijgen vaak een opvallend groene kleur naarmate ze dichter bij de zon komen. Maar vreemd genoeg beperkt die kleur zich tot de ‘kop’ van de komeet. Een negentig jaar oude theorie blijkt de verklaring te zijn (Proceedings of the National Academy of Sciences, 20 december). Wetenschappers zoeken al bijna een eeuw lang naar een verklaring voor het kleurverschil tussen kop en staart van een komeet. Zo meende de natuurkundige en Nobelprijswinnaar Gerhard Herzberg dat het verschijnsel het gevolg was van het feit dat zonlicht diatomaire koolstof (C2) afbreekt. Diatomaire koolstof is een chemische stof die ontstaat door de inwerking van zonlicht op het organische materiaal op de kop van de komeet. Maar omdat deze stof instabiel is, liet deze theorie zich moeilijk testen. Een team onder leiding van Jasmin Borsovszky van de University of New South Wales in Sydney (Australië) heeft nu eindelijk een manier gevonden om de betreffende chemische reactie in een laboratorium te testen. En daarbij is vastgesteld dat de theorie van Herzberg klopt. Het molecuul dat verantwoordelijk is voor de groene kleur van veel kometen, bestaat uit twee ‘aan elkaar geplakte’ koolstofatomen en komt alleen voor in extreem energetische of zuurstofarme omgevingen zoals sterren, kometen en het interstellaire medium. In kometen vormt deze chemische stof zich pas wanneer ze de zon dicht naderen. Door opwarming van de komeet verdampt het organische materiaal dat zich aan het ijzige oppervlak bevindt en komt het in diens coma – de tijdelijke ‘atmosfeer’ – terecht. Daar aangekomen worden de organische moleculen afgebroken door zonlicht, waardoor diatomaire koolstof kan ontstaan. Diatomaire koolstof is zowel heel reactief als verantwoordelijk voor de groene kleur van veel kometen. Borsovszky en haar team hebben nu aangetoond dat wanneer de komeet nog dichter bij de zon komt, de pas gevormde diatomaire koolstofmoleculen uiteenvallen onder invloed van de intense uv-straling van de zon – een proces dat fotodissociatie wordt genoemd. Dit proces vernietigt de diatomaire koolstoof vóórdat deze zich ver van de kern kan verwijderen. Hierdoor kan de groene tint de staart nooit bereiken. (EE)
→ Comets’ heads can be green, but never their tails. After 90 years, we finally know why
10 december 2021
In de nacht van maandag 13 op dinsdag 14 december vindt het maximum plaats van de meteorenzwerm Geminiden. Dit is de op een na grootste jaarlijkse meteorenzwerm aan de sterrenhemel. Volgens sterrenkundige Marc van der Sluys van hemel.waarnemen.com zijn de astronomische omstandigheden dit jaar bijzonder gunstig en kunnen er in de nacht van maandag op dinsdag bij helder weer met het blote oog tot wel 110 ‘vallende sterren’ per uur te zien zijn. De Geminiden zijn genoemd naar het sterrenbeeld Tweelingen (Gemini), waar de meteoren vandaan lijken te komen. Dit sterrenbeeld staat bij ons in december ’s avonds boven de oostelijke en ’s ochtends boven de westelijke horizon. De meteorenzwerm bestaat uit achtergelaten puin van de planetoïde (en mogelijk uitgedoofde komeet) Phaethon. Doordat de aarde in zijn baan om de zon door de puinwolk beweegt, zien wij deze meteorenzwerm elk jaar rond dezelfde datum. De Geminiden kenmerken zich door hun grote aantallen, hun helderheid, hun gelige kleur en de korte sporen die ze achterlaten. Vallende sterren zijn lichtflitsen die worden veroorzaakt door ruimtepuin, vaak niet groter dan een zandkorrel, dat ongeveer 100 kilometer boven ons hoofd in de aardatmosfeer terechtkomt. Door de hoge snelheden van het ruimtepuin wordt de lucht vóór zo’n gruisdeeltje gecomprimeerd, verhit en aan het gloeien gebracht. Voor het waarnemen van meteoren is geen speciale apparatuur nodig: het blote oog, een heldere hemel en warme kleding volstaan. Door een donkere plaats op te zoeken kunnen ook de (meest talrijke) zwakkere meteoren worden waargenomen.
→ Volledig persbericht
3 december 2021
Uit nieuw onderzoek door astronomen van de Universiteit van Maryland (VS) blijkt dat komeet Bernardinelli-Bernstein (BB), de grootste komeet die ooit is ontdekt, al veel eerder actief was dan eerder werd gedacht. ‘Actief’ betekent dat het ijs in de komeet verdampt, waardoor zich een omhulsel van stof en gas om deze vormt – een zogeheten coma. Slechts één keer eerder is een actieve komeet op grotere afstand van de zon waargenomen, en die was veel kleiner dan komeet BB (The Planetary Science Journal, 29 november 2021). Om de samenstelling van een komeet te kunnen bepalen, is het van belang om te weten wanneer hij actief is (geworden). Kometen zijn samenklonteringen van stof en ijs die zijn overgebleven bij de vorming van het zonnestelsel. Wanneer een komeet zijn kleinste afstand tot de zon nadert, warmt hij op en begint het ijs te verdampen. Hoe warm de komeet moet zijn om de verdamping in gang te laten komen hangt af van het soort ijs dat hij bevat. Vaak gaat het daarbij om (bevroren) water, koolstofdioxide, koolstofmonoxide of een andere verbinding. Komeet BB werd voor het eerst opgemerkt in juni 2021, in bijna zeven jaar oude gegevens van de Dark Energy Survey (DES) – een internationale opgezette hemelverkenning op het zuidelijke halfrond. Op de DES-beelden was de heldere vaste kern van de komeet te zien, maar ze hadden niet genoeg resolutie om ook diens coma te tonen. Met een middellijn van zestig tot honderd kilometer is komeet BB, die nu nog verder van de zon verwijderd is dan de planeet Uranus, verreweg de grootste komeet die ooit is waargenomen. De meeste kometen zijn slechts één kilometer groot en worden op veel geringere afstand van de zon ontdekt. Toen onderzoeker Tony Farnham van de Universiteit van Maryland van de ontdekking hoorde, vroeg hij zich onmiddellijk af of de komeet wellicht ook te zien zou zijn op opnamen van de TESS-satelliet, die de grote stukken hemel afspeurt om exoplaneten te kunnen opsporen. Farnham en zijn collega’s hebben vervolgens duizenden TESS-opnamen uit de periode 2018-2020 digitaal bij elkaar opgeteld – een techniek die ‘stacking’ wordt genoemd – om een duidelijker beeld van de komeet te verkrijgen. Op die manier hebben de onderzoekers een wazige gloed van stof rondom komeet BB ontdekt – een teken dat hij destijds al actief was en een coma had ontwikkeld. Voor de zekerheid hebben ze ook nog een aantal andere verre ‘ijsdwergen’, waarvan vaststaat dat ze niet actief zijn, op deze manier in beeld gebracht. Omdat deze geen waas bleken te vertonen, is het team van Farnham ervan overtuigd dat de gloed rond komeet BB echt een actieve coma is. De grote omvang van de komeet en diens afstand tot de zon doen vermoeden dat het verdampende ijs dat ervoor heeft gezorgd dat zich een coma heeft gevormd grotendeels uit koolstofmonoxide bestaat. Omdat koolstofmonoxide-ijs al begint te verdampen wanneer het vijf keer zo ver verwijderd is van de zon dan komeet BB tijdens zijn ontdekking, is het aannemelijk dat hij al lang voordien actief was. De door astronomen Pedro Bernardinelli en Gary Bernstein ontdekte komeet zal de zon niet dichter naderen dan tot op 1,6 miljard kilometer. Dat zal in januari 2031 het geval zijn. Maar ondanks zijn grote omvang zal hij zelfs dan niet waarneembaar zijn met het blote oog. (EE)
→ New Study Shows the Largest Comet Ever Observed was Active at Near-Record Distance
4 november 2021
Nieuw onderzoek wijst erop dat de grote brokken woestijnglas in de Chileense Atacama-woestijn minuscule fragmenten bevatten met mineralen die veelal te vinden zijn in gesteenten van buitenaardse oorsprong. De mineralen vertonen sterke overeenkomsten met het materiaal dat naar de aarde is gebracht door NASA-ruimtesonde Stardust, die deeltjes van de komeet Wild 2 heeft opgevangen. Volgens de onderzoekers is het glasachtige gesteente waarschijnlijk ontstaan door de intense hitte die vrijkwam bij de explosie van een komeet, vlak boven het aardoppervlak (Geology, 2 november). Het woestijnglas wordt slechts op bepaalde plekken in de hooggelegen Atacama-woestijn aangetroffen. De velden van donkergroen en zwart glas beperken zich tot een strook die zich over een afstand van ongeveer 75 kilometer uitstrekt. Er zijn geen aanwijzingen dat het glas door vulkanische activiteit is ontstaan, dus de oorsprong ervan was lange tijd een mysterie. Sommige wetenschappers denken dat het glas is ontstaan door omvangrijke grasbranden, in de tijd dat de Atacama nog geen woestijn was. Tijdens het pleistoceen waren er oases met bomen en grasrijke draslanden, ontstaan door rivieren die vanuit de bergen in oostelijke richting stroomden. Er zijn aanwijzingen dat wijdverspreide branden heet genoeg kunnen zijn geweest om de zanderige grond te doen smelten tot plakken glas. Het nieuwe onderzoek laat echter zien dat het woestijnglas kenmerken vertoont die zich niet met grasbranden laten verklaren. Het glas heeft vervormingen ondergaan, is gerold en zelfs opgeworpen terwijl het nog in gesmolten toestand was. Dat past veel beter bij een explosief verschijnsel dat met krachtige drukgolven gepaard ging. Ook de mineralogische samenstelling van het glas roept twijfels op over het idee van de grasbranden. Bij een nauwgezette chemische analyse van verzamelde glasafzettingen werden mineralen aangetroffen die aan temperaturen van meer dan 1600 graden Celsius hebben blootgestaan – veel heter dan een grasbrand. Bovendien bevat het glas ook exotische mineralen die op aarde niet voorkomen. Volgens de onderzoekers wijst alles erop dat er een komeet boven het gebied is ontploft. Maar onduidelijk is nog wanneer dat is gebeurd. Voorlopig houden onderzoeksleider Pete Schultz (Brown University) en zijn collega’s het erop dat de luchtdetonatie heeft plaatsgevonden rond de tijd – ruwweg 12.000 jaar geleden – dat de grote zoogdieren uit de regio verdwenen. Of er een oorzakelijk verband tussen beide gebeurtenissen bestaat, zal verder onderzoek moeten uitwijzen. (EE)
→ Vast patches of glassy rock in Chilean desert likely created by ancient exploding comet
3 november 2021
Amateur- en beroepsastronomen hebben ontdekt dat de komeet 29P/Schwassmann-Wachmann onlangs een ongewoon grote uitbarsting heeft geproduceerd. Doorgaans vertoont deze komeet slechts kleine uitbarstingen, verspreid over het jaar. Komeet 29P werd in 1927 ontdekt en bleek kort daarna in een planeetachtige baan met een omlooptijd van bijna vijftien jaar tussen Jupiter en Saturnus om de zon te draaien. Ook bleek hij erg groot te zijn voor een komeet: ongeveer zestig kilometer. Nadien ontdekten astronomen dat 29P zich anders gedraagt dan andere kometen. In plaats van materiaal uit te stoten op de momenten dat hij de zon relatief dicht naderde en zijn korst begon te smelten, vertoonde de komeet af en toe explosief gedrag waarbij zijn helderheid sterk toenam. Bij zo’n uitbarsting ontsnapt er ijzig materiaal uit het inwendige van de komeet, dat vervolgens terugvalt naar diens oppervlak. Nader onderzoek heeft laten zien dat er op gezette tijden nog veel grotere uitbarstingen plaatsvinden, waarbij de komeet nóg helderder wordt. Zo’n enorme uitbarsting is eind september weer op gang gekomen. Zowel de kleine uitbarstingen als de grote zijn compleet onvoorspelbaar. Ditmaal zijn er meerdere uitbarstingen geweest en nam de helderheid van de komeet toe met ongeveer een factor 250. Niemand weet waarom de komeet uitbarst, maar het lijkt erop dat de grote uitbarstingen ongeveer op dezelfde manier ontstaan als sommige vulkanen. Het uitgestoten materiaal van de kleine uitbarstingen vormt een soort coating op de komeet, waardoor de druk van het gas dat in de komeet opgesloten zit sterk kan oplopen. Wanneer de druk maar hoog genoeg wordt, breekt dit gas door de ijzige korst heen en treedt een zeer grote uitbarsting op. Het was de bedoeling dat de Hubble-ruimtetelescoop op komeet 29P zou worden gericht, maar vanwege de problemen waarmee dit instrument de laatste tijd te kampen heeft, gingen die waarnemingen niet door. Het recente onderzoek van de komeet komt nu geheel voor rekening van amateur-astronomen. (EE)
→ Mysterious comet has been having multiple large outbursts (via Phys.org)
5 oktober 2021
Astronomen van het Planetary Science Institute hebben opnieuw een object ontdekt dat deel uitmaakt van de planetoïdengordel tussen de planeten Mars en Jupiter, maar desondanks komeetachtig gedrag vertoont. De ‘hoofdgordel-komeet’, die formeel bekendstaat als planetoïde (248370) 2005 QN137, toonde zijn ware gezicht op opnamen die op 7 juli van dit jaar zijn gemaakt in het kader van de ATLAS-survey. Op die opnamen is te zien dat hij een 700.000 kilometer lange staart van stofdeeltjes achter zich aan sleept. Deze activiteit wijst erop dat het object een ijzig oppervlak heeft en dat dit ijs aan het sublimeren (‘verdampen’) is. Dit gedrag is karakteristiek voor kometen. De kern van 2005 QN137 – het vaste deel in de kop van de komeet/planetoïde – is ruim drie kilometer groot. Uit het feit dat zijn lange staart extreem smal is, leiden de astronomen af dat de uitgestoten stofdeeltjes met zeer lage snelheden van zijn oppervlak ontsnappen. Dat doet vermoeden dat de sublimatie van het oppervlakte-ijs op een laag pitje staat. Er zijn meer planetoïden in de hoofdgordel die zo nu en dan komeetachtige activiteit vertonen. Het oudst bekende geval is 7968 Elst–Pizarro, die in 1979 werd ontdekt en inmiddels is omgedoopt tot komeet 133P/Elst-Pizarro. Sindsdien is het aantal bekende en vermoedelijke actieve planetoïden opgelopen tot enkele tientallen. De kometen in ons zonnestelsel doorlopen doorgaans langgerekte banen om de zon en bevinden zich meestal voorbij de baan van de planeet Neptunus, waar het heel koud is. Pas wanneer ze de zon naderen warmen ze op en stoten ze gas en stof uit. Van de honderdduizenden planetoïden die tussen Mars en Jupiter om de zon draaien wordt echter aangenomen dat ze zich al meer dan vier miljard jaar in dit betrekkelijk warme deel van het zonnestelsel bevinden. Dat sommige desondanks nog ijs bevatten, kwam dus als een verrassing. (EE)
→ Is New Finding an Asteroid or a Comet? It's Both
21 september 2021
Europese onderzoekers hebben fragmenten gevonden van de meteoriet die op 28 februari 2020 neerkwam nabij Novo Mesto in het zuiden van Slovenië. Duizenden mensen in Slovenië, Kroatië, Italië, Oostenrijk en Hongarije zagen die ochtend rond 10.30 uur een extreem heldere vuurbol aan de hemel, die gepaard ging met luide explosies en die een rookspoor achterliet, enigszins vergelijkbaar met de (nog veel spectaculairdere) vuurbol die zeven jaar eerder zichtbaar was boven de Russische stad Tsjeljabinsk.
De Sloveense vuurbol werd vastgelegd door talloze dashcams en veiligheidscamera's. Door al die beelden zorgvuldig te analyseren kon het driedimensionale traject van de meteoriet door de dampkring worden gereconstrueerd. Zo viel te achterhalen waar mogelijke resten neergekomen zouden kunnen zijn. Een grootscheepse zoekactie heeft vervolgens inderdaad succes gehad.
Op de video-opnamen is te zien dat de ruimtesteen (die oorspronkelijk vermoedelijk een meter groot was en ongeveer vier ton moet hebben gewogen) in minstens 17 fragmenten uiteenviel. Het grootste brokstuk, dat naar schatting ca. tien kilogram moet wegen, is nog niet teruggevonden. Wel zijn al drie kleinere fragmenten, met massa's van enkele honderden grammen, onderzocht in een laboratorium. De eerste resultaten van dat onderzoek, gepresenteerd op de European Planetary Science Conference (EPSC 2021), laten zien dat het om een 'normale' steenmeteoriet gaat. (GS)
→ EPSC 2021
23 augustus 2021
In 2019 bracht een komeet uit een ander stersysteem een bezoek aan ons zonnestelsel. De ijzige sneeuwbal, die (naar zijn ontdekker) Borisov werd genoemd, wordt beschouwd als de eerste interstellaire komeet die door mensen is waargenomen. Maar misschien zijn objecten als deze niet zo zeldzaam als we denken...In een zojuist gepubliceerd artikel (Monthly Notices of the Royal Astronomical Society, 23 augustus) presenteren de astronomen Amir Siraj en Avi Loeb van het Center for Astrophysics | Harvard & Smithsonian (CfA) nieuwe berekeningen die aantonen dat in de Oortwolk – een schil van ijzig puin die ons zonnestelsel omspant – meer interstellaire objecten voorkomen dan alle ‘inheemse’ kometen, meteoren en planetoïden van ons zonnestelsel bij elkaar. Siraj en Loeb baseren deze conclusie op die ene verschijning van een interstellaire komeet in 2019. Hun berekeningen bevatten dan ook grote onzekerheden. Maar zelfs als daarmee rekening wordt gehouden, moet het aantal interstellaire bezoekers groter zijn dan het aantal permanente ‘bewoners’ van ons zonnestelsel. Maar als er zoveel interstellaire bezoekers zijn, waarom hebben we er dan nog maar één gezien? Volgens de beide astronomen komt dat doordat we met onze huidige technologie gewoon niet in staat zijn om ze op te sporen. De Oortwolk bestrijkt immers een gebied dat zo’n 200 miljard tot 100 biljoen kilometer van onze zon verwijderd is. Bovendien produceren de vele objecten in de Oortwolk, anders dan de zon en andere sterren, zelf geen licht. Daardoor zijn kleine objecten in het buitengebied van ons zonnestelsel extreem moeilijk waarneembaar. De resultaten van Siraj en Loeb impliceren echter ook dat er dichter bij huis – het gebied binnen de omloopbaan van de planeet Saturnus – ongeveer net zoveel interstellaire als inheemse Oortwolk-objecten te vinden moeten zijn. Astronomen zouden bijvoorbeeld heel nauwkeurig onderzoek kunnen doen naar de eigenschappen van de planetoïden in dit gebied. Verreweg de meeste van deze kleine objecten zijn sinds hun ontdekking nooit meer bekeken. Waarnemingen met de volgende generatie van (ruimte)telescopen zou uitsluitsel kunnen geven over de oorsprong van dit kleine grut. Alleen zo laat zich vaststellen of het – zoals Siraj en Loeb voorspellen – inderdaad voor ongeveer de helft uit interstellaire immigranten bestaat. (EE)
→ Interstellar comets like Borisov may not be all that rare
19 augustus 2021
Astronoom Quanzhi Ye van de Universiteit van Maryland (VS) denkt dat komeet ATLAS (C/2019 Y4), die begin 2020 te zien was, een brokstuk was van een grotere komeet die ongeveer 5000 jaar geleden aan de hemel moet zijn verschenen. De belangrijkste aanwijzing is dat komeet ATLAS zo’n beetje dezelfde baan volgde als een andere, zeer heldere komeet die in 1844 opdook. Dit doet vermoeden dat de twee kometen overblijfselen waren van een ‘moederkomeet’ die lang geleden uit elkaar is gevallen. De komeet van 1844 zal over ongeveer 5000 jaar weer een bezoek brengen aan ons deel van het zonnestelsel. Maar komeet ATLAS is medio 2020 compleet verbrokkeld. Volgens Ye, die de desintegratie van de komeet heeft waargenomen met de Hubble-ruimtetelescoop, werd toen al snel duidelijk dat er iets vreemds aan de hand was met komeet ATLAS. De komeet verbrokkelde namelijk toen deze nog ver van de zon verwijderd was, op een afstand van meer dan 150 miljoen kilometer. Uit een analyse die Ye samen met tien collega’s heeft uitgevoerd blijkt dat de komeet in eerste instantie in twee stukken brak. Het ene deel viel om onduidelijke redenen kort daarna compleet uiteen, maar het andere hield nog wekenlang stand. Dit bevestigt het al bestaande vermoeden dat kometen fragiele opeenhopingen van stof en ijs zijn. En ze kunnen ook klonterig van substantie zijn, net als krentenpudding. (EE)
→ Comet Atlas May Have Been a Blast From the Past
6 augustus 2021
In de nacht van donderdag 12 op vrijdag 13 augustus vindt het jaarlijkse maximum van meteorenzwerm de Perseïden plaats. Volgens sterrenkundige Marc van der Sluys (hemel.waarnemen.com) zijn tegen het einde van de nacht, tussen 3 en 4 uur, tot zeventig meteoren per uur te verwachten. Ook in de nachten voor en na het maximum kunnen, vanaf onbewolkte donkere plekken, tot wel vijftig ‘vallende sterren’ per uur zichtbaar zijn. Op plaatsen met meer lichtvervuiling zijn de aantallen aanmerkelijk lager. Vallende sterren zijn lichtflitsen die af en toe aan de sterrenhemel verschijnen. De flitsen hebben echter niets met sterren te maken. Ze worden veroorzaakt door ruimtepuin, vaak niet groter dan een zandkorrel, dat ongeveer 100 kilometer boven ons hoofd in de aardatmosfeer terechtkomt. Door de hoge snelheden wordt de lucht vóór zo'n gruisdeeltje gecomprimeerd, verhit en aan het gloeien gebracht, wat wij zien als een flitsje. De Perseïden kenmerken zich door hun helderheid en hoge snelheid, en incidenteel nalichtende sporen. De Perseïden zijn vernoemd naar het sterrenbeeld Perseus, waar de vallende sterren vandaan lijken te komen. Dit sterrenbeeld staat bij ons ’s nachts hoog boven de noordoostelijke horizon. De meteorenzwerm bestaat uit achtergelaten puin van de komeet Swift-Tuttle. Doordat de aarde in haar baan om de zon door de puinwolk beweegt, zien wij deze meteorenzwerm ieder jaar rond dezelfde datum. De eerste Perseïden van dit jaar zijn overigens al op 3 augustus gesignaleerd. De Perseïdenzwerm valt dit jaar gunstiger dan gemiddeld. Dit komt volgens Van der Sluys doordat het maximum slechts twee uur vóór het optimale tijdstip in de ochtend plaatsvindt, en doordat de maan nauwelijks verlicht is, waardoor deze niet stoort. Dit gebeurt gemiddeld eens in de tien jaar. De laatste keer dat de astronomische omstandigheden zo gunstig waren, was in 1997; de volgende keer is over acht jaar. Om de meteoren zelf waar te nemen is geen speciale apparatuur nodig; het blote oog, een heldere hemel en een donkere waarneemplaats volstaan.
→ Oorspronkelijk persbericht
1 juli 2021
De periodieke komeet Wirtanen stootte tijdens zijn dichte nadering van de aarde, in december 2018, ongebruikelijk veel alcohol uit. Dat is een van de conclusies van de waarnemingen die destijds zijn gedaan met de Keck-telescoop op Mauna Kea, Hawaï. De Keck-waarnemingen hebben nog een andere vreemde eigenschap van de komeet aan het licht gebracht. Normaal is het zo dat kometen die dichter in de buurt komen beginnen te ‘sublimeren’. Dat wil zeggen dat ijsdeeltjes in hun kern door opwarming rechtstreeks overgaan van ijs in gas, zonder eerst te smelten. Door dit proces, dat uitgassing wordt genoemd, ontstaat een enorme wolk van gas en stof rond de komeetkern: de zogeheten coma. Het onderzoek laat zien dat de temperatuur van de waterdamp in de coma van Wirtanen niet significant afneemt op grotere afstand van de kern. Dat wijst erop dat de damp in de buitendelen van de coma wordt opgewarmd. Welk proces daar verantwoordelijk voor was, is nog onduidelijk. Een van de mogelijkheden is dat atomen of moleculen in de coma onder invloed van zonlicht elektronen uitstoten die vervolgens met hoge snelheid in botsing komen met andere moleculen en daarbij een deel van hun bewegingsenergie overdragen. Een andere mogelijkheid is dat de komeet brokken ijs verliest, die zich van de kern verwijderen en op grotere afstand daarvan sublimeren. Ook daarbij komt warmte vrij. Dit scenario zou in overeenstemming zijn met waarnemingen van andere ‘hyperactieve’ kometen – kometen die, net als Wirtanen, bij nadering van de zon opvallend veel water kwijtraken. De Keck-gegevens hebben laten zien dat er relatief veel watermoleculen in de buitenste regionen van de coma van de komeet zaten. Dat wijst erop dat er extra water vrijkwam uit ijzige deeltjes in het binnenste deel van zijn coma. Komeet Wirtanen is een kortperiodieke komeet met een omlooptijd van 5,4 jaar. Het verste punt van zijn langgerekte omloopbaan ligt dicht bij de baan van de planeet Jupiter, het binnenste punt dicht bij de aardbaan. Op 16 december 2016 naderde hij onze planeet tot op 11 miljoen kilometer – de kleinste afstand in eeuwen. (EE)
→ Abnormally High Alcohol And Mystery Heat Source Detected On Comet Wirtanen
22 juni 2021
Astronomen Pedro Bernardinelli en Gary Bernstein hebben onlangs een object ontdekt dat in een baan om de zon beweegt die zich uitstrekt tot in de Oortwolk. Het object, dat de aanduiding 2014 UN271 heeft gekregen, is opgespoord op archiefbeelden die tussen 2014 en 2018 zijn gemaakt voor de Dark Energy Survey. Het object is momenteel ongeveer drie miljard kilometer van ons verwijderd en komt globaal onze kant op. In januari 2031 zal hij zijn kleinste afstand tot de zon bereiken: dat punt ligt even buiten de baan van de planeet Saturnus. Helderheidsmetingen wijzen erop dat 2014 UN271 een diameter van 100 tot 370 kilometer heeft. Daarmee zou hij het grootste tot nu toe ontdekte Oortwolkobject kunnen zijn. Maar het is vooral de baan van het object dat de aandacht van astronomen heeft getrokken: die staat bijna loodrecht op het vlak waarin de negen planeten van ons zonnestelsel om de zon draaien. Het verste punt van deze baan ligt op een afstand van 0,6 lichtjaar, wat betekend dat 2014 UN271 er ruim 600.000 jaar over doet om één ‘rondje’ om de zon te maken. Naarmate 2014 UN271 dichterbij komt zal hij waarschijnlijk een komeetachtige staart ontwikkelen, doordat het bevroren materiaal op zijn oppervlak verdampt. Heel erg helder zal het object daarbij vanaf de aarde gezien niet worden. Door zijn geringe omvang zal hij nog zwakker zijn dan de planeet Pluto. Je hebt straks dus een flinke telescoop nodig om een glimp van deze verre bezoeker te kunnen opvangen. (EE)
→ Space object with orbit stretching into the Oort cloud discovered
21 mei 2021
Een team van onderzoekers, onder leiding van de Nederlands-Amerikaanse astronoom Peter Jenniskens, heeft een verband kunnen leggen tussen een aantal meteorenzwermen en kometen die maar ongeveer eens in de zoveel duizend jaar dicht in de buurt van de aardbaan komen. Kometen doorlopen langwerpige banen om de zon en verliezen gaandeweg het nodige puin. Wanneer de aarde tijdens haar jaarlijkse gang om de zon zo’n puinspoor kruist, is aan de hemel een ‘regen’ van meteoren oftewel vallende sterren te zien. Voorbeelden van zulke jaarlijks terugkerende meteorenzwermen zijn de Lyriden, afkomstig van de komeet Thatcher, en de Perseïden, afkomstig van de komeet Swift-Tuttle. De genoemde kometen hebben omlooptijden van respectievelijk 415 en 133 jaar. Er zijn echter ook kometen met veel langere omlooptijden. Ook die laten puin achter, maar dat heeft zich over dermate grote afstanden verspreid, dat de bijbehorende meteorenregens moeilijk te herkennen zijn. Bij het Cameras for Allsky Meteor Surveillance (CAMS)-project, waar Jenniskens de leiding over heeft, worden met behulp van een wereldwijd netwerk van camera’s meteoren geregistreerd. Waar mogelijk wordt, met behulp van driehoeksmeting, vervolgens berekend uit welke richting het betreffende kometenpuin kwam. Daarbij zijn minstens negen en misschien zelfs vijftien ‘arme’ meteorenzwermen opgespoord die kunnen worden teruggevoerd tot (zeer) langperiodieke kometen. Tot nu toe was van slechts een handjevol meteorenzwermen bekend van welke langperiodieke komeet ze afkomstig zijn. Een analyse van de meetgegevens heeft laten zien dat meteorenregens van langperiodieke kometen vele dagen kunnen duren. Dat wijst er volgens Jenniskens op dat de betreffende kometen in het verleden vele malen in de buurt van het zonnestelsel zijn gekomen, terwijl hun omloopbanen mettertijd geleidelijk veranderden. (EE)
→ Rare 4000-Year Comets Can Cause Meteor Showers on Earth
19 mei 2021
Nieuw onderzoek door een Belgisch team, dat gebruik maakte van gegevens van de Very Large Telescope (VLT) van de Europese Zuidelijke Sterrenwacht (ESO), heeft uitgewezen dat in de atmosferen van kometen ijzer en nikkel voorkomen – zelfs in die op grote afstand van de zon (Nature, 19 mei). Astronomen weten dat er in het stoffige en rotsachtige inwendige van kometen zware metalen voorkomen. Maar omdat vaste metalen gewoonlijk niet ‘sublimeren’ (gasvormig worden) bij lage temperaturen, verwachtten ze niet dat ze ze zouden aantreffen in de atmosferen van koude kometen die zich ver van de zon bevinden. Nikkel- en ijzerdampen zijn nu zelfs gedetecteerd bij kometen die op meer dan 480 miljoen kilometer van de zon – meer dan drie keer de afstand aarde-zon – zijn waargenomen. Het Belgische team heeft vastgesteld dat komeet-atmosferen ongeveer gelijke hoeveelheden ijzer en nikkel bevatten. Doorgaans bevat materiaal in ons zonnestelsel, bijvoorbeeld dat in de zon en in meteorieten, ongeveer tien keer zoveel ijzer als nikkel. Dit nieuwe resultaat heeft daarom gevolgen voor ons begrip van het vroege zonnestelsel, al weet het team nog niet precies wat de implicaties ervan zijn. Uit onafhankelijk onderzoek door een Poolse team, waarvan de resultaten eveneens vandaag in Nature zijn gepubliceerd, blijkt dat ook de atmosfeer van de interstellaire komeet 2I/Borisov zware metalen bevat. Bij waarnemingen met X-shooter-spectrograaf van ESO’s VLT hebben de astronomen gasvormige nikkel bij deze komeet kunnen aantonen. Dat bewijst dat 2I/Borisov en de kometen van ons zonnestelsel nog meer gemeen hebben dan tot nu toe werd gedacht. (EE)
→ Volledig persbericht
21 april 2021
Japanse wetenschappers hebben een minuscuul insluitsel van vloeibaar water ontdekt in een meteoriet die in 2012 neerplofte in Californië. Het gaat om een koolstof-chondriet, die genoemd is naar zijn vindplaats: Sutter’s Mill (Science Advances, 22 april). Bijna overal in ons zonnestelsel is water te vinden. Meestal is dat in de vorm van ijs of waterdamp, maar op sommige plaatsen – zoals onze eigen planeet en buurplaneet Mars – ook in vloeibare vorm. Ook in sommige meteorieten – brokken gesteente uit de ruimte die op aarde zijn beland – is water aangetroffen, maar dan gebonden aan bepaalde mineralen of als insluitsels in zoutkristallen. Het water in de 4,6 miljard jaar oude Sutter’s Mill-meteoriet bevond zich in een calcietkristal. Het onderzochte ’druppeltje’ was slechts enkele tientallen nanometers (miljoensten van een millimeter) groot en bleek minstens 15 procent koolstofdioxide (CO2) te bevatten. Het is voor het eerst dat koolzuurhoudend water in een koolstof-chondriet is aangetroffen. Uit de ontdekking van het ‘nanodruppeltje’ in de Sutter’s Mill-meteoriet kunnen interessante conclusies worden getrokken over het ‘moederlichaam’ van de meteoriet. De inclusies zijn waarschijnlijk ontstaan tijdens het vormingsproces van deze planetoïde, waarvan het ‘bouwmateriaal’ dus bevroren water en koolstofdioxide moet hebben bevat. Dat zou betekenen dat de planetoïde waarschijnlijk in het buitengebied van ons zonnestelsel is ontstaan, waar het ijzig koud was. Pas later zou hij in onze omgeving zijn beland. Dit scenario is in overeenstemming met recent theoretisch onderzoek dat erop wijst dat planetoïden die veel water en koolstof bevatten buiten de baan van Jupiter zijn ontstaan, en door de zwaartekrachtsinvloed van deze planeet naar het centrale deel van het zonnestelsel zijn gemigreerd. (EE)
→ Scientists find CO2-rich liquid water in ancient meteorite
8 april 2021
Onze planeet veegt voortdurend stof van kometen en planetoïden op. Deze interplanetaire stofdeeltjes komen in de atmosfeer terecht, waar ze ‘vallende sterren’ veroorzaken. Sommige ervan bereiken uiteindelijk de grond in de vorm van micrometeorieten. Uit een internationaal onderzoeksprogramma blijkt dat jaarlijks 5200 ton van dat meteorietenstof op aarde belandt. Micrometeorieten zijn deeltjes met afmetingen van enkele honderdsten tot enkele tienden van een millimeter die het aardoppervlak hebben bereikt. Om deze nietige deeltjes te verzamelen en analyseren heeft de Franse wetenschapper Jean Duprat de afgelopen twintig jaar zes expedities georganiseerd naar een Frans-Italiaans onderzoeksstation op Antarctica. Dat station ligt op ruim 3000 meter hoogte boven zeeniveau, op een plek waar weinig sneeuw valt en – belangrijker nog – waar weinig aards stof terechtkomt. Bij de expedities zijn genoeg ‘buitenaardse’ deeltjes verzameld om te kunnen berekenen hoeveel meteorietenstof zich elk jaar per vierkante meter aardoppervlak verzamelt. Uit het onderzoek blijkt verder dat meteorietenstof de belangrijkste component is van al het buitenaardse materiaal dat op onze planeet belandt. Ter vergelijking: grotere objecten, zoals meteorieten, hebben een aandeel van nog geen tien ton. Naar schatting 80 procent van het totaal is waarschijnlijk afkomstig van kometen, de rest van planetoïden. (EE)
→ More than 5,000 tons of extraterrestrial dust fall to Earth each year
30 maart 2021
Waarnemingen met de Europese Very Large Telescope (VLT) wijzen erop dat de komeet 2I/Borisov – de tweede en meest recente interstellaire bezoeker aan ons zonnestelsel – een van de meest ongerepte is die ooit zijn waargenomen. Astronomen vermoeden dat de komeet hoogstwaarschijnlijk nooit eerder in de buurt van een ster is geweest en een onverstoord overblijfsel was van de wolk van gas en stof waaruit hij is ontstaan (Nature Communications, 30 maart). 2I/Borisov werd in augustus 2019 ontdekt door amateur-astronoom Gennady Borisov. Een team onder leiding van Stefano Bagnulo van de Armagh Sterrenwacht in Noord-Ierland (VK) heeft het bijzondere object nauwgezet onderzocht met behulp van een techniek die polarimetrie heet. Omdat deze techniek vaak wordt gebruikt bij het onderzoek van kometen en andere kleine hemellichamen in ons zonnestelsel, konden de wetenschappers de interstellaire bezoeker vervolgens vergelijken met de kometen in ons eigen zonnestelsel. De astronomen ontdekten dat de polarimetrische eigenschappen van 2I/Borisov duidelijk afwijken van die van onze ’lokale’ kometen, met uitzondering van Hale-Bopp. Komeet Hale-Bopp trok eind jaren 90 van de vorige eeuw veel aandacht, omdat hij gemakkelijk te zien was met het blote oog, en ook omdat hij een van de meest ongerepte kometen was die astronomen ooit hadden waargenomen. Vermoed wordt dat Hale-Bopp tot aan zijn meest recente passage pas één keer eerder in de buurt van de zon was geweest en daardoor nog maar nauwelijks was aangetast door de zonnewind en -straling. Daardoor vertoont zijn samenstelling sterke overeenkomsten met de wolk van gas en stof waaruit hij – en de rest van ons zonnestelsel – ongeveer 4,5 miljard jaar geleden is ontstaan. Door de polarisatie en de kleur van 2I/Borisov te analyseren, om zo meer te weten te komen over diens samenstelling, is het onderzoeksteam van Bagnulo nu tot de conclusie gekomen dat deze komeet nog maagdelijker is dan Hale-Bopp. Dit betekent dat hij de onaangetaste signaturen met zich draagt van de wolk van gas en stof waaruit hij is ontstaan. Een ander team, onder leiding van ESO-astronoom Bin Yang, heeft de stofdeeltjes onderzocht die de interstellaire komeet bij zijn passage van de zon verloor. Daarbij hebben Yang en haar collega’s gebruik gemaakt van gegevens van zowel de VLT als de Atacama Large Millimeter/submillimeter Array (ALMA). De astronomen ontdekten dat de coma van 2I/Borisov – het omhulsel van stof rond de kern van komeet – compacte gruisdeeltjes van minstens een millimeter groot bevat. Daarnaast stelden zij vast dat de verhouding tussen de hoeveelheden koolstofmonoxide en water in de komeet drastisch veranderde tijdens diens nadering van de zon. Dit wijst erop dat de komeet uit materialen bestaat die op verschillende plekken in diens eigen planetenstelsel zijn gevormd (Nature Astronomy, 29 maart). De waarnemingen van Yang en haar team doen vermoeden dat er in het thuisstelsel van 2I/Borisov vermenging heeft plaatsgevonden tussen materie uit de omgeving van zijn ster en materie verder daarvandaan. Mogelijk is deze vermenging veroorzaakt door grote gasplaneten die met hun sterke zwaartekracht de materie in het stelsel in beroering hebben gebracht. Astronomen denken dat iets soortgelijks zich ook vroeg in de geschiedenis van ons eigen zonnestelsel heeft afgespeeld. (EE)
→ Volledig persbericht
17 maart 2021
In 2017 werd een klein pannenkoekvormig object ontdekt dat een tochtje door ons zonnestelsel maakte. Over de aard van het vreemde object, dat afkomstig was uit de interstellaire ruimte en de naam ‘Oumuamua kreeg, wordt sindsdien volop gediscussieerd. Was het een (nogal afwijkende) komeet? Of een ruimteschip wellicht? Twee astrofysici van Arizona State University, Steven Desch en Alan Jackson, hebben de beschikbare informatie over ‘Oumuamua nog eens tegen het licht gehouden. Ze komen tot de conclusie dat ‘Oumuamua waarschijnlijk een brokstuk is van een kleine ijsachtige planeet in een ander zonnestelsel. ‘Oumuamua gedroeg zich in veel opzichten als een komeet, maar vertoonde wel afwijkend gedrag. Anders dan gewone kometen die voor het eerst in de buurt van een ster (onze zon) komen, stootte hij geen waarneembare hoeveelheden gas uit. Ook was hij platter dan alles wat we tot nu toe in het zonnestelsel zijn tegengekomen. En bij zijn vertrek leek hij wat harder te versnellen dan normale kometen ten gevolge van een natuurlijk ‘raketeffect’ (de stralingsdruk van de zon) doen. Desch en Jackson gaan uit van de aanname dat het object uit verschillende soorten ijs bestaat en hebben onderzocht hoe snel deze ijssoorten bij de passage van onze zon verdampt zouden zijn. Vervolgens hebben ze het bijbehorende ‘raketeffect’, de massa en vorm van het object en de helderheid van zijn ijs berekend. De wetenschappers komen daarbij tot de conclusie dat de kenmerken van ‘Oumuamua goed overeenstemmen met die van een brok stikstofijs – het soort ijs dat ook op het oppervlak van de dwergplaneet Pluto te vinden is. Een gevolg van deze veronderstelling is dat ‘Oumuamua, vanwege de hoge albedo (lichtweerkaatsende vermogen) van zijn oppervlak mogelijk wat kleiner is dan veelal wordt aangenomen. Hetzelfde raketeffect zou hem daardoor ook een grotere snelheid hebben gegeven dan de gemiddelde komeet. Volgens Desch en Jackson zou ‘Oumuamua heel goed een brokstuk kunnen zijn dat honderden miljoenen jaren geleden is losgebroken van een Pluto-achtig hemellichaam in een ver zonnestelsel. Onder invloed van kosmische straling zou dat brokstuk geleidelijk steeds platter zijn geworden. In de door sommige collega’s aangehangen theorie dat ‘Oumuamua een stukje buitenaardse technologie is, zien de beide wetenschappers weinig. ‘In de wetenschap is het belangrijk om niet te snel conclusies te trekken’, aldus Desch. (EE)
→ ASU scientists determine origin of strange interstellar object
15 februari 2021
Nieuw onderzoek door wetenschappers van het Center for Astrophysics van Harvard & Smithsonian wijst erop dat de grote inslag die tot het uitsterven van (o.a.) de dinosauriërs heeft geleid, werd veroorzaakt door een komeet. Dat volgt uit een combinatie van computersimulaties en een statistische analyse, waarvan de resultaten in de Scientific Reports van het wetenschappelijke tijdschrift Nature zijn gepubliceerd. Ongeveer 66 miljoen jaar geleden boorde zich, voor de kust van het huidige Mexico, een fors object in de aarde. De gebeurtenis had grote gevolgen. Niet alleen ontstond daarbij de ongeveer 150 kilometer grote en 20 kilometer diepe inslagkrater Chicxulub, ook kwam er zoveel stof in de atmosfeer terecht dat het aanzienlijk kouder werd op onze planeet. En als gevolg daarvan stierf bijna driekwart van alle soorten planten dieren uit, waaronder de dinosaurussen. De nieuwe berekeningen, verricht door student Amir Siraj en astronoom Avi Loeb, laten zien dat onder invloed van de zwaartekracht van Jupiter, de grootste planeet van ons zonnestelsel, geregeld flinke aantallen kometen vanuit de zogeheten Oortwolk zodanig van koers worden gebracht dat ze uiteindelijk in ons deel van het zonnestelsel belandden. Wanneer zulke kometen dicht langs de zon scheren, ondervinden ze sterke getijdenkrachten die ertoe kunnen leiden dat ze verbrokkelen. En volgens Siraj en Loeb neemt daardoor de kans dat de aarde door een komeet wordt getroffen met ongeveer een factor tien toe. Op basis van een statistische analyse komen de beide onderzoekers tot de conclusie dat de resultaten van hun computersimulaties goed overeenkomen met de frequentie waarmee dit soort grote inslagen op aarde plaatsvinden. Als aanvullend bewijs dragen ze aan dat materiaal dat in de omgeving van de Chicxulub-krater is aangetroffen overeenkomsten vertoont met koolstof-chondrieten. Dat maakt het minder waarschijnlijk dat het inslaande object afkomstig was uit de planetoïdengordel tussen Mars en Jupiter, wat de meest populaire verklaring voor de Chicxulub-inslag is. (EE)
→ Comet or Asteroid: What Killed the Dinosaurs And Where Did it Come From?
1 december 2020
Stofdeeltjes die zijn verzameld door het COSIMA-instrument van de Europese kometensonde Rosetta bevatten fosfor en fluor. Dat blijkt uit een internationaal onderzoek onder leiding van de Universiteit van Turku (Finland). Rosetta bevond zich tussen 2014 en 2016 op enkele kilometers afstand van de komeet 67P/Churyumov-Gerasimenko. De minuscule stofdeeltjes zijn verzameld met de COmetary Secondary Ion Mass Analyser (COSIMA), een van de meetinstrumenten van Rosetta. Ze maakten deel uit van het binnenste deel van de coma – de wolk van gas en stof rond de komeet. Met COSIMA is de samenstelling van tienduizenden van deze deeltjes bepaald. De stofjes werden opgevangen met een trefplaatje en met een bundel ionen bestookt. Op die manier kon – op afstand – de samenstelling ervan worden vastgesteld. De aanwezigheid van fosfor en fluor wijst erop dat alle elementen waarvan wordt aangenomen dat ze een belangrijke rol hebben gespeeld bij het ontstaan van leven op onze planeet door kometen kunnen zijn aangevoerd. Eerder waren in de COSIMA-gegevens al koolstof, waterstof, stikstof, zuurstof en zwavel aangetoond. Het nu ontdekte fosfor was de enige van de zogeheten CHNOPS-elementen (de zes meest voorkomende elementen in aardse ‘biomoleculen’) die nog ontbrak. Dat kometen daarnaast ook fluor bevatten werd al langer vermoed. Dit element is in 2019 aangetoond in interstellair stof. (EE)
→ Researchers Discovered Solid Phosphorus from a Comet
29 oktober 2020
Na jaren van speuren hebben wetenschappers van de Europese kometenmissie Rosetta de plek gevonden waar de kleine landingsmodule Philae op 12 november 2014 door de tweede en voorlaatste keer in aanraking kwam met het oppervlak van de komeet 67P/Churyumov-Gerasimenko (Nature, 28 oktober). Uiteindelijk kwam Philae dertig meter verderop tot stilstand. Bij zijn ‘tussenlanding’ heeft Philae een afdruk achtergelaten op een donkere plek die bedekt was met koolstofhoudend stof. Daarbij heeft de stuiterende module de bodem omgeploegd, waardoor ijs bloot kwam te liggen dat miljarden jaren was afgeschermd tegen de zonnestraling. Bij de touchdown veroorzaakte Philae een 25 centimeter diepe afdruk in het ijs. Uit een analyse van beeldgegevens die destijds zijn verzameld door Philae’s moederschip Rosetta, dat om komeet 67P cirkelde, blijkt dat het heldere ijs uit bevroren water bestaat. Uit de sporen die Philae in het komeetoppervlak heeft achtergelaten leiden de wetenschappers af dat het mengsel van ijs en stof ter plaatse een ongekend zachte consistentie had: het was luchtiger dan cappucinoschuim en badschuim. Ook de ‘rots’ waarmee de module in aanraking kwam bestond voor 75 procent uit lege holtes en had meer weg van piepschuim dan van hard gesteente. Deze bevindingen zijn in overeenstemming met al bekende gegevens van Rosetta, die erop wezen dat komeet 67P heel poreus is. (EE)
→ Ancient Ice on Rosetta's Comet 'Fluffier Than Cappuccino Froth'
25 augustus 2020
Enkele maanden geleden raasde komeet C/2020 F3, beter bekend als NEOWISE, door het centrale deel van ons zonnestelsel. De komeet voerde een mooie show op aan de nachthemel en was een tijdlang gemakkelijk waarneembaar met het blote oog. Gedetailleerde waarnemingen met de Gemini-telescoop op Hawaï hebben inzicht gegeven in de oorzaak van de fraaie komeetverschijning: de uitstoot van gas en stof door de vaste kern van de komeet. De waarnemingen zijn gedaan in het kader van een onderzoeksprogramma dat gericht is op het rotatiegedrag van de komeet. Op de beelden zijn snel uitdijende spiraalpatronen te zien die het gevolg zijn van de draaiing van de komeetkern. Uit de regelmaat waarmee deze patronen zich herhalen kan worden afgeleid dat één rotatie van de nog geen vijf kilometer grote komeetkern ruim 7,5 uur duurt. Kometen bestaan uit ijs, gesteenten en stof en zijn overblijfselen van de vorming van ons zonnestelsel. Sommige kometen volgen zeer langgerekte banen die hen tot dicht bij de zon brengen, waar ze opwarmen en hun gassen verdampen. Daarbij komen ‘fonteinen’ van gas en stof op het oppervlak tot ontwikkeling. Door de draaiing van de komeet vertoont het uitgestoten materiaal een spiraalstructuur, net als het water dat uit een ronddraaiende tuinsproeier ontsnapt. Komeet NEOWISE was de helderste komeet die vanaf het noordelijk halfrond van onze planeet te zien was sinds de verschijning van komeet Hale-Bopp in 1997. Met een snelheid van 230.000 kilometer per uur is hij nu weer op weg naar het verre buitengebied van ons zonnestelsel. Pas over ongeveer 7000 jaar zal hij weer in de buurt van zon en aarde komen. (EE)
→ A Dizzying Show by Comet NEOWISE
21 september 2020
Rond de bevroren kern van komeet 67P/Churyumov-Gerasimenko, die tussen 2014 en 2016 in detail is bestudeerd door de Europese komeetverkenner Rosetta, is een bijzonder soort 'poollicht' ontdekt. Dat maken onderzoekers van het Southwest Research Institute (SwRI) in Boulder, Colorado, vandaag bekend op basis van een analyse van metingen die verricht zijn door twee SwRI-instrumenten aan boord van Rosetta.
Op aarde (maar ook op Jupiter en Saturnus) ontstaat poollicht - ook wel aurora geheten - doordat elektrisch geladen deeltjes van de zon atomen in de dampkring tot gloeien brengen. Omdat de geladen deeltjes door het planetaire magnetisch veld naar de noord- en de zuidpool worden geleid, is het verschijnsel vooral in de poolgebieden zichtbaar - vandaar de naam.
Komeet 67P heeft geen magnetisch veld, maar wel een zeer ijle 'atmosfeer', als gevolg van het verdampen van oppervlakteijs onder invloed van de zonnewarmte. Geladen deeltjes van de zon (voornamelijk elektronen) blijken nu de atomen in die zogeheten coma tot gloeien te brengen, zij het in zeer geringe mate. De ver-ultraviolette straling die op die manier geproduceerd wordt, is waargenomen door de UV-spectrograaf Alice; de verantwoordelijke elektronen zijn geregistreerd door het IES-instrument (Ion and Electron Sensor).
Door het ontbreken van een magnetisch veld ontstaat de zwakke ultraviolette gloed overal rond de komeet; de naam 'poollicht' is dus eigenlijk niet van toepassing. Het gaat echter wel om hetzelfde proces als bij de aardse aurora. Volgens onderzoekers is de ontdekking 'verrassend en fascinerend'; aanvankelijk werd aangenomen dat de UV-gloed ontstond onder invloed van zonlicht. (GS)
→ Unexpected Ultraviolet Aurora Detected at a Comet
24 juli 2020
Meteorieten zijn meer divers van aard dan tot nu toe werd aangenomen. Tot die conclusie komt een team van voornamelijk Amerikaanse wetenschappers na onderzoek van twee bijzondere ijzermeteorieten (Science Advances, 24 juli). De meeste meteorieten die op aarde zijn terechtgekomen zijn fragmenten van planetesimalen – de ‘bouwstenen’ waaruit 4,6 miljard jaar geleden de planeten zijn ontstaan. Altijd is gedacht dat deze objecten ofwel vroeg in hun bestaan compleet zijn gesmolten óf uit losse samenklonteringen van ongesmolten puin bestaan. Er bestaat echter een familie van zeldzame ijzermeteorieten die niet binnen dit plaatje past. Deze IIE-meteorieten lijken afkomstig te zijn van een moederlichaam dat zowel gesmolten als ongesmolten materiaal bevatte. Volgens de wetenschappers moet deze planetesimaal gedifferentieerd zijn geweest – een gelaagde opbouw hebben gehad dus. Ook zou hij waarschijnlijk een kern van vloeibaar metaal hebben gehad die groot genoeg was om een magnetisch veld op te wekken. Dat laatste wordt afgeleid uit onderzoek van mineralen die in twee IIE-meteorieten zijn aangetroffen. Deze mineralen lijken zich te hebben gericht naar het magnetische veld van hun moederlichaam, zoals de naald van een kompas. Dat veld moet ongeveer zo sterk zijn geweest als dat van onze aarde, wat zou betekenen dat de vloeibare kern van de betreffende planetesimaal minstens enkele tientallen kilometers groot was. De vraag is nu of deze planetesimaal een buitenbeentje was of dat meer van deze objecten een vloeibare kern hadden. Op het eerste gezicht lijken de planetoïden in ons zonnestelsel, die als overgebleven planetesimalen worden beschouwd, geen sporen van smelting te vertonen. Maar hoe ze van binnen in elkaar zitten, zal pas blijken als zich ooit de gelegenheid voordoet om in hun inwendige te kijken. (EE)
→ An Origin Story for a Family of Oddball Meteorites
7 juli 2020
Astronauten aan boord van het internationale ruimtestation ISS hebben afgelopen weekend prachtige opnamen kunnen maken van de komeet C/2020 F3, ook wel simpelweg komeet NEOWISE genoemd, naar de ruimtetelescoop waarmee het kleine ijsachtige hemellichaam op 27 maart van dit jaar is ontdekt. Op het moment van zijn ontdekking was de komeet nog erg zwak, maar tijdens zijn nadering van de zon is daar verandering in gekomen. Inmiddels is de komeet, die een duidelijke staart heeft ontwikkeld, onder goede omstandigheden al te zien met het blote oog, maar met een verrekijker zie je hem duidelijker. Komeet NEOWISE moet nu nog aan de heel vroege ochtendhemel worden gezocht, zo rond half 4. Hij staat dan een graad of zes boven de noordoostelijke horizon, linksonder het sterrenbeeld Voerman. Vrij zicht op deze hemelstreek is dus wel een vereiste. Vanaf eind deze week kan hij ook ’s avonds worden gespot, rond een uur of 11 in het westnoordwesten. Hij komt vervolgens met de dag hoger aan de avondhemel te staan en wordt (hopelijk) ook helderder (zie kaartjes). (EE)
→ Comet NEOWISE shines in stunning photos from the International Space Station
17 juni 2020
Ruimtesonde SOHO, een gezamenlijke missie van ESA en NASA, heeft zijn 4000ste komeet geregistreerd. De komeet, die de voorlopige aanduiding SOHO-4000 heeft gekregen, is in beeldgegevens van de 25 jaar oude ruimtesonde opgemerkt door ‘burgerwetenschapper’ Trygve Prestgard. De nieuwe komeet heeft een kern die naar schatting slechts vijf tot tien meter groot is. Op het moment van zijn ontdekking bevond hij zich heel dicht bij de zon, waardoor hij niet waarneembaar is vanaf de aarde. Net als bijna alle andere kometen die met SOHO zijn ontdekt, maakt SOHO-4000 deel uit van de zogeheten Kreutz-familie. De kometen van deze familie, die ook wel zonnescheerders worden genoemd, volgen allemaal ruwweg dezelfde baan, die hen door de buitenste delen van de zonneatmosfeer voert. Het zijn waarschijnlijk brokstukken van een grote komeet die enkele eeuwen geleden uit elkaar is gevallen. Ontdekker Prestgard doet mee aan het Sungrazer Project van NASA. Samen met andere vrijwilligers speurt hij opnamen van de ruimtesondes SOHO en STEREO af naar mogelijke kometen. Vóór SOHO-4000 had hij al ongeveer 120 kometen opgespoord. (EE)
→ Citizen scientist discovers Sun-watcher SOHO’s 4000th comet
2 juni 2020
Eind mei maakten astronomen de ontdekking bekend van een bijzonder object: een planetoïde met een komeetachtige staart die dezelfde baan doorloopt als de planeet Jupiter – een zogeheten trojaan. Nader onderzoek heeft nu laten zien dat het toch niet om een trojaan gaat, maar om in een komeet met een bijzondere omloopbaan. Het object, dat inmiddels de bijgestelde aanduiding P/2019 LD2 heeft gekregen, doorloopt een chaotisch veranderende baan die momenteel toevallig op die van een trojaan lijkt. P/2019 LD2 behoort tot de zogeheten Jupiter-familie van kometen, die óók onder invloed van Jupiter staan maar niet dezelfde baan doorlopen. Zo om de paar decennia komt P/2019 LD2 zo dicht in de buurt van Jupiter dat zijn baan sterk wordt beïnvloed door de enorme zwaartekrachtsaantrekking van deze planeet. Daarbij verandert zijn omloopbaan sterk. Naar verwachting zal dit nog wel vaker gebeuren en zal het object zich uiteindelijk niet meer als trojaan voordoen – zelfs niet tijdelijk. (EE)
→ Astronomers recategorize asteroid-like comet detected by UH ATLAS telescope
29 mei 2020
Ergens in de loop van de komende dagen zal de Solar Orbiter, een Europese ruimtesonde die de zon gaat onderzoeken, door de staart van komeet ATLAS heen gaan. Alhoewel de in februari gelanceerde ’SolO’ nog niet aan metingen toe was, zullen missiedeskundigen ervoor zorgen dat de vier meest relevante instrumenten ingeschakeld zijn tijdens deze bijzondere ontmoetingen. Officieel zou SolO pas medio juni helemaal klaar voor gebruik zijn, kort voordat hij voor het eerst zijn kleinste afstand tot de zon bereikt. Vanwege de toevallige ontmoeting met de komeet is daar nu meer haast mee gemaakt. De toevallige passage van een komeetstaart is een zeldzame gebeurtenis in de ruimtevaart. Bij missies die niet specifiek op kometen waren gericht is dat pas zes keer eerder gebeurd, en in alle gevallen bleek pas achteraf dat er inderdaad deeltjes van een komeet waren geregistreerd. SolO is uitgerust met een scala aan instrumenten waarmee de zon en de deeltjes die de zon uitstoot (de zonnewind) onderzocht gaan worden. Vier van deze instrumenten zijn ook heel geschikt om de komeetstaart te detecteren, omdat ze deeltjes registreren in de directe omgeving van de ruimtesonde. Het is dus goed mogelijk dat ze ook stofdeeltjes en elektrisch geladen deeltjes van de komeet zullen oppikken. De eerste zijn afkomstig van het stof dat de komeet in zijn baan achterlaat (de ‘stofstaart’), de tweede van de ionenstaart, die recht van de zon af wijst. Naar verwachting wordt de ionenstaart rond 31 maart/1 juni gepasseerd, de stofstaart op 6 juni. Of er ook werkelijk iets geregistreerd wordt, hangt onder meer af van de dichtheid van de beide komeetstaarten. Ook het gedrag van komeet ATLAS zelf speelt daarbij een rol. De komeet is begin april verbrokkeld, en of er genoeg van hem is overgebleven om detecteerbaar te zijn voor SolO is nog onduidelijk.
→ Solar Orbiter to pass through the tails of Comet ATLAS
30 april 2020
Japanse wetenschappers zeggen stikstofhoudend organisch materiaal te hebben ontdekt in mineralen die aan een Marsmeteoriet zijn onttrokken. Het organische materiaal is waarschijnlijk 4 miljard jaar oud. De ontdekking suggereert dat de omstandigheden op de jonge planeet Mars in beginsel geschikt waren voor het ontstaan van leven (Nature Communications, 24 april). Al tientallen jaren vragen wetenschappers zich af of er organische verbindingen op Mars te vinden zijn en zo ja, waar deze dan vandaan komen. Hoewel recent onderzoek met Amerikaanse Marsrovers er inderdaad op wijst dat er organisch materiaal op de planeet ligt, is over de oorsprong en ouderdom ervan weinig bekend. Marsmeteorieten – brokken gesteente die bij inslagen op Mars de ruimte in zijn geblazen en uiteindelijk op aarde zijn beland – zouden uitkomst kunnen bieden. Eén specifieke meteoriet, de Allan Hills (ALH) 84001, genoemd naar zijn vindplaats op Antarctica, speelt daarbij een belangrijke rol. Deze bevat oranjekleurige carbonaatmineralen die 4 miljard jaar geleden zouden zijn bezonken uit zoutwater op het Marsoppervlak. Er zijn al diverse pogingen gedaan om de chemische eigenschappen van deze mineralen te onderzoeken en eventueel in verband te brengen met vroeger leven op Mars. Veel concreets leverde dat niet op, omdat het materiaal te zeer verontreinigd was met aards materiaal uit de Antarctische sneeuw. Voor dit nieuwe onderzoek hebben de wetenschappers een techniek ontwikkeld die dit probleem zou omzeilen. Met behulp van speciale tape hebben ze minuscule carbonaatkorreltjes uit de meteoriet geplukt en met behulp van een ionenbundel mogelijke verontreinigingen aan het oppervlak daarvan verwijderd. Vervolgens zijn de korreltjes met een speciale spectroscoop geanalyseerd. Bij deze analyse zijn stikstofhoudende organische verbindingen ontdekt die volgens de onderzoekers waarschijnlijk echt van Mars afkomstig zijn. Bovendien zouden deze verbindingen ook heel lang op Mars hebben gelegen. Dat laatste suggereert dat de Marsbodem oorspronkelijk geen sterk oxiderende stoffen bevatte, zoals inmiddels wel het geval is. Over de oorsprong van de organische verbindingen kunnen de wetenschappers geen uitsluitsel geven. Ze kunnen met meteorieten op Mars zijn beland of op de planeet zelf zijn ontstaan. Maar hoe dan ook: het feit dat ze de tand des tijds goed hebben doorstaan, wijst erop dat Mars aanvankelijk beduidend ’aardser’ was dan nu. (EE)
→ 4-billion-year-old nitrogen-containing organic molecules discovered in Martian meteorite
28 april 2020
De Hubble-ruimtetelescoop heeft opnamen gemaakt van het uiteenvallen van komeet C/2019 Y4 (ATLAS). Op de beelden – de scherpste tot nu toe – zijn ongeveer dertig brokstukken van de komeet te zien. Komeet ATLAS werd in december 2019 ontdekt met het Asteroid Terrestrial-impact Last Alert System – een autonoom werkend systeem bestaande uit twee telescopen op de Hawaïaanse eilanden Maui en Big Island. In de eerste maanden na zijn ontdekking zag de komeet er nog veelbelovend uit. Er werd zelfs gehoopt dat hij in mei zichtbaar zou zijn met het blote oog. Maar zover kwam het niet: eind maart nam het kleine ijzige hemellichaam plotseling in helderheid af, wat erop duidde dat het aan het fragmenteren was. Op 11 april werd dit vermoeden fotografisch bevestigd. De nieuwe Hubble-opnamen, gemaakt op 20 en 23 april, laten zien dat de brokstukken van de komeet zijn gehuld in een lange staart van stofdeeltjes. Tussen de twee opnamen zijn duidelijke verschillen te zien, wat erop kan wijzen dat het fragmentatieproces nog in volle gang is. Uit de grootte van de brokstukken kan worden afgeleid dat de oorspronkelijke kern van de komeet slechts enkele honderden meters groot is geweest. Onduidelijk is nog waarom sommige kometen bij nadering van de zon uiteenvallen. Een mogelijke oorzaak is dat de kern van de komeet steeds sneller gaat draaien door de ‘raketwerking’ van het gas dat bij de verdamping van ijs vrijkomt. Of dit mechanisme inderdaad verantwoordelijk is voor de verbrokkeling van komeet ATLAS zal verder onderzoek moeten uitwijzen. (EE)
→ Hubble Captures Breakup of Comet ATLAS
20 april 2020
De interstellaire komeet Borisov, die vorig jaar ons zonnestelsel binnenkwam, bevat ongewoon veel koolstofmonoxide (CO). Dat blijkt uit waarnemingen met de Atacama Large Millimetre/submillimetre Array (ALMA) die in december 2019 zijn gedaan. De CO-concentratie in de coma (de gaswolk rond de ijzige kern) van de komeet is negen tot 26 keer zo hoog als die van de gemiddelde komeet in ons eigen zonnestelsel (Nature Astronomy, 20 april). Daarmee bevat de coma van Borisov misschien zelfs meer koolstofmonoxide dan waterdamp. Omdat CO vluchtiger is dan waterdamp, wijst dat erop dat het object in een zeer koude omgeving is ontstaan – ver van zijn moederster dus. Zijn ‘wieg’ lijkt in het equivalent van onze Kuipergordel – de zeer koude gordel voorbij de omloopbaan van de planeet Neptunus – te hebben gestaan. Uit de hoge snelheid waarmee Borisov ons zonnestelsel binnenkwam (33 km/s), leiden astronomen af dat hij door een interactie met een passerende ster of reuzenplaneet uit zijn eigen planetenstelsel is geslingerd. Vervolgens verbleef hij miljoenen of zelfs miljarden jaren in de interstellaire ruimte voordat hij op 30 augustus vorig jaar werd opgemerkt door amateur-astronoom Gennady Borisov. Door de extreem lage temperatuur van de interstellaire ruimte is het vluchtige CO-gas al die tijd in bevroren toestand bewaard gebleven. Het begon pas te verdampen toen Borisov door onze zon werd opgewarmd. In hoeverre zijn samenstelling normaal is voor een interstellaire komeet, zal pas blijken als meer van dit soort objecten zijn ontdekt. (EE)
→ ALMA Reveals Unusual Composition of Interstellar Comet 2I/Borisov
13 april 2020
In 2017 ontdekten astronomen voor het eerst een klein object dat vanuit de interstellaire ruimte ons zonnestelsel binnendrong. Over de oorsprong van het sigaarvormige object, dat de naam ‘Oumuamua heeft gekregen, bestaat nog veel onduidelijkheid, en het is nog maar de vraag of we er ooit achter zullen komen wát het nu precies is geweest. Maar in een vandaag in Nature Astronomy verschenen publicatie suggereren astronomen Yun Zhang en Douglas N.C. Lin dat het wellicht een planetair brokstuk is geweest. Zhang en Lin baseren hun idee op computersimulaties van het planeetvormingsproces in zonnestelsels als het onze. Daarbij ontstaan ‘planetesimalen’ – kilometers grote brokstukken ijs en gesteente die uiteindelijk kunnen samenklonteren tot volwaardige planeten. Dat proces verloopt echter niet zonder slag of stoot: planetesimalen of grotere objecten die te dicht in de buurt van hun moederster komen, bezwijken aan de daarbij optredende getijdenkrachten. De vrijgekomen brokstukken kunnen vervolgens de ruimte in worden geslingerd. Met behulp van hun computersimulaties laten de beide astronomen zien dat bij dit fragmentatieproces zeer langgerekte objecten kunnen ontstaan. Bovendien zou zo’n brokstuk op geringe afstand van de ster zo heet worden, dat zijn oppervlak smelt en zijn ijzige bestanddelen grotendeels verdampen. Later stolt die korst dan weer. Dit scenario kan verklaren waarom ‘Oumuamua wel de karakteristieke kleur van komeetachtige objecten vertoonde, maar geen grote hoeveelheden damp uitstootte. Het is echter goed mogelijk dat er onder zijn gestolde oppervlak nog restanten bevroren water opgesloten zaten, die tijdens zijn tocht door ons zonnestelsel alsnog zijn verdampt en ontsnapt. Dat zou dan weer kunnen verklaren waarom ‘Oumuamua bij het verlaten van ons zonnestelsel een beetje leek te versnellen. Volgens Zhang en Lin zou het fragmentatiescenario tot de vorming van enorme aantallen ‘Oumuamua-achtige objecten leiden. De interstellaire ruimte zou in dat geval moeten wemelen van de ‘vliegende sigaren’. Het zou de astronomen dan ook niet verbazen als we in komende jaren nog meer van deze objecten zien langskomen. (EE)
→ New Formation Theory Explains Interstellar Object 'Oumuamua
6 april 2020
De eind vorig jaar ontdekte komeet ATLAS (C/2019 Y4) lijkt tekenen van verval te vertonen. Recente positiemetingen laten zien dat het ijzige object sinds 25 maart ‘niet-gravitationele’ krachten ondervindt – effecten die worden veroorzaakt door de activiteit van de komeet zelf, zoals de uitstoot van gas bij nadering van de zon. Bij kometen die voor het eerst de zon naderen, zoals komeet ATLAS, kan een verhevigde uitstoot van gas erop wijzen dat de komeetkern uiteenvalt. Volgens metingen van Nick James, leider van de kometenwerkgroep van de British Astronomical Association, vertoont de positie van komeet ATLAS sinds 25 maart een steeds grotere afwijking van de positie zoals die uitsluitend op basis van de aantrekkingskracht van de zon wordt verwacht. Ook lijkt de komeet minder compact en – na een korte opleving – minder helder te zijn geworden. Of dit het begin van het einde is van komeet ATLAS, zal nog moeten blijken. Het is ook mogelijk dat de kern van de komeet eind maart een flinke hoeveelheid stof en gas heeft uitgestoten, maar verder intact is gebleven. Hoe dan ook is de komeet momenteel alleen te zien met een telescoop of een goede verrekijker. Als hij dan nog niet is bezweken onder de toenemende zonnewarmte, is hij in mei misschien ook met het blote oog waarneembaar. Rond 24 mei bereikt komeet ATLAS zijn kleinste afstand tot de aarde en een week later zijn kleinste afstand tot de zon. (EE)
→ Sudden changes on Comet C/2019 Y4 (ATLAS)
23 maart 2020
Nieuwe waarnemingen wijzen erop dat de interstellaire komeet Borisov enkele helderheidsuitbarstingen heeft vertoond. Dat kan erop wijzen dat het ijzige object bezig is om uit elkaar te vallen. Komeet Borisov trok eind augustus 2019 de aandacht van astronomen, omdat hij een zodanige baan volgde dat hij van buiten ons zonnestelsel afkomstig moest zijn. Inmiddels volgt het object een koers die hem terugbrengt naar de interstellaire ruimte. Deze maand ontdekte een Pools onderzoeksteam dat er iets vreemds aan de hand is met Borisov. Tot tweemaal toe nam de helderheid van de komeet opvallend toe. Volgens de astronomen wijst dit gedrag erop dat de kern van het object aan het fragmenteren is. De gebeurtenis wordt toegeschreven aan de opwarming die de slechts enkele kilometers grote komeet heeft ondergaan toen hij eind vorig jaar relatief dicht in de buurt van de zon kwam. Net als andere kometen bestaat Borisov voor een belangrijk deel uit ijs, wat hem kwetsbaar maakt voor temperatuurveranderingen. (EE)
→ Is interstellar Comet Borisov breaking apart as it leaves our solar system?
6 februari 2020
Tijdens de twee jaar dat hij door de Europese ruimtesonde Rosetta van dichtbij werd bespied blijkt komeet 67P/Churyumov-Gerasimenko duidelijk van kleur te zijn veranderd. Dat blijkt uit een grote inventarisatie van Rosetta-gegevens, waarvan de resultaten in het tijdschrift Nature zijn gepubliceerd. De kleurveranderingen houden verband met de uitwisseling van waterijs tussen het oppervlak en de coma van de komeet. Toen Rosetta in 2014 bij komeet 67P arriveerde, was deze nog ver verwijderd van de zon. Zijn oppervlak was bedekt met lagen stof en er was er weinig ijs te zien. Hierdoor zag hij er roodachtig uit. Op een gegeven moment passeerde de komeet echter de ‘vorstgrens’, die op ongeveer 450 miljoen kilometer van de zon ligt. Alles binnen deze afstand wordt zodanig opgewarmd door de zon dat waterijs gaat sublimeren (in dampvorm overgaat). Daarop registreerde het VIRTIS-instrument van Rosetta een kleurverandering bij de komeet. Door de sublimatie van het ijs werden stofdeeltjes de ruimte in geblazen, en kwam het onderliggende ‘verse’ ijs bloot te liggen. Als gevolg daarvan werd de komeetkern blauwer. In de coma – de ijle atmosfeer – van de komeet gebeurde het omgekeerde. Aanvankelijk bestond deze voornamelijk uit ijsdeeltjes, waardoor hij blauwachtig leek. Maar toen de stofuitstoot van de komeetkern op gang kwam, werd hij steeds roder. Vanaf het moment dat Rosetta zich weer van de zon begon te verwijderen, werden de rollen weer omgedraaid: zijn kern werd roder en zijn coma blauwer. Spectrale gegevens laten zien dat de rode tinten op en rond de komeet door organische moleculen worden veroorzaakt. Dat zijn grote, koolstofhoudende moleculen. Om welke soorten het precies gaat, is echter nog onduidelijk. Daarvoor zouden bodemmonsters van de komeet naar de aarde moeten worden gebracht. (EE)
→ Rosetta and the chameleon comet
20 januari 2020
Een onderzoeksteam van de universiteit van Bern (Zwitserland) heeft een verklaring gevonden voor het feit dat de halo’s – de ‘atmosferen’ – van kometen zeer weinig stikstof bevatten. Dit element blijkt wel degelijk in kometen te zitten, maar dan voornamelijk in de vorm van ammoniumzouten (Nature Astronomy, 20 januari). Ruim dertig jaar geleden vloog de Europese ruimtesonde Giotto langs de komeet Halley. Bij die gelegenheid werden metingen gedaan van de samenstelling van de halo van deze beroemde komeet. Het weinige stikstof dat toen werd gedetecteerd bleek deel uit te maken van verbindingen zoals ammoniak en blauwzuur. Een nieuwe analyse van spectrometrische gegevens van komeet 67P/Churyumov-Gerasimenko, die vier jaar geleden door de eveneens Europese ruimtesonde Rosetta zijn verzameld, biedt een verklaring voor dit (schijnbare) stikstofgebrek. Kort voor het einde van haar onderzoeksmissie naderde Rosetta 67P tot op minder dan twee kilometer, en daarbij vloog zij door een stofwolk die door deze was uitgestoten. Bij die gelegenheid werden allerlei verbindingen gedetecteerd die normaal gesproken moeilijk meetbaar waren. Zo was er nabij de komeet vele malen meer ammoniak – een chemische verbinding van stikstof en waterstof – te vinden dan metingen vanaf grotere afstand hadden gesuggereerd. Toen al ontstond het vermoeden dat de oorsprong ervan bij ammoniumzouten zou kunnen liggen. Alleen wanneer een komeet dicht in de buurt komt van de zon, en voldoende opwarmt, kan er voldoende ammoniak uit deze zouten ontsnappen om vanaf grote afstand meetbaar te zijn. Met behulp van laboratoriumonderzoek hebben de wetenschappers nu aangetoond dat het ijs van de komeet vijf verschillende ammoniumzouten bevat. Dat maakt het aannemelijk dat kometen aanzienlijke hoeveelheden stikstof bevatten, maar dan wel in vaste vorm. (EE)
→ The salt of the comet
15 januari 2020
Fosfor, een bestanddeel van ons DNA en van celmembranen, is een essentieel element voor leven zoals wij dat kennen. Maar hoe het op de jonge aarde is terechtgekomen is enigszins raadselachtig. Met de vereende krachten van ALMA en ESA-ruimtesonde Rosetta hebben astronomen nu getraceerd hoe het fosfor van stervormingsgebieden in kometen belandt. Hun onderzoek laat voor het eerst zien waar fosforhoudende moleculen ontstaan, hoe dit element door kometen wordt meegenomen en hoe een bepaald molecuul een cruciale rol kan hebben gespeeld bij het ontstaan van leven op onze planeet (Monthly Notices of the Royal Astronomical Society, 15 januari). Nieuwe sterren en planetenstelsels vormen zich in wolken van gas en stof tussen de sterren, en dat maakt deze interstellaire wolken de ideale locaties om de zoektocht naar de bouwstenen van het leven te beginnen. Door met ALMA het stervormingsgebied AFGL 5142 nauwkeurig af te speuren, konden de astronomen aanwijzen waar fosforhoudende moleculen, zoals fosformonoxide, ontstaan. De ALMA-waarnemingen lieten zien dat fosforhoudende moleculen ontstaan bij de vorming van zware sterren. Gasstromen van jonge zware sterren veroorzaken holtes in interstellaire gaswolken. Door de gezamenlijke werking van schokgolven en straling van de jonge ster ontstaan fosforhoudende moleculen bij de ‘wanden’ van deze holtes. De astronomen hebben ook vastgesteld dat fosformonoxide het meest voorkomende fosforhoudende molecuul in de holtewanden is. Na dit molecuul met ALMA in stervormingsgebieden te hebben opgespoord, boog het Europese onderzoeksteam zich over een object van ons zonnestelsel: de inmiddels overbekende komeet 67P/Churyumov–Gerasimenko. Het idee was om het spoor van deze fosforhoudende verbindingen te volgen. Als zo’n holtewand instort om een nieuwe ster – met name een minder zware ster zoals onze zon – te vormen, kunnen fosformonoxidemoleculen bevriezen en opgesloten raken in de ijzige stofdeeltjes die rond een nieuwe ster achterblijven. Zelfs nog voordat de vorming van de ster is voltooid, klonteren deze stofdeeltjes samen tot steentjes, rotsblokken en uiteindelijk kometen, die als transporteurs van het fosformonoxide gaan fungeren. Dankzij deze eerste waarneming van fosformonoxide op een komeet kunnen astronomen nu een link leggen tussen stervormingsgebieden, waar het molecuul ontstaat, en onze aarde. (EE)
→ Volledig persbericht
14 januari 2020
Onderzoekers hebben de ouderdom bepaald van ‘sterrenstof’ dat in een in 1969 in Australië neergeplofte meteoriet is aangetroffen. De minuscule deeltjes blijken circa vijf tot zeven miljard jaar geleden te zijn ontstaan – vóór de geboorte van ons zonnestelsel dus (PNAS, 13 januari). Sterren ontstaan uit wolken van gas en stofdeeltjes in de ruimte. Na hun geboorte geven ze miljoenen tot miljarden jaren licht en warmte. En als hun nucleaire brandstof op is, blazen ze weer grote hoeveelheden gas en stofdeeltjes terug de ruimte in. Dat sterrenstof belandt uiteindelijk in de planeten, manen en meteorieten rond een volgende generatie van sterren. In zo’n meteoriet heeft een team van Amerikaanse en Europese onderzoekers enkele tientallen sterrenstofjes – formeel ‘presolaire korrels’ genoemd – aangetroffen. Miljarden jaren hebben ze deel uitgemaakt van de zogeheten Murchison-meteoriet, maar daar zijn ze uit verwijderd. De ouderdom van de verschillende stofjes is bepaald door te kijken hoe lang ze zijn blootgesteld aan de zogeheten kosmische straling – de geladen deeltjes die overal met hoge snelheid door ons Melkwegstelsel vliegen. Wanneer deze deeltjes in botsing komen met oude stermaterie ontstaan daarin nieuwe elementen. En hoe langer de blootstelling, des te meer van deze elementen er ontstaan. De onderzoekers hebben langs deze weg vastgesteld dat de stellaire deeltjes in de Murchison-meteoriet de oudste zijn die ooit zijn ontdekt. De meeste zijn 4,6 tot 4,9 miljard jaar oud, maar er zitten ook uit uitschieters bij van meer dan 5,5 miljard jaar. Vermoed wordt dat de jongste van deze presolaire korrels zijn gevormd door sterren die ongeveer 7 miljard jaar geleden zijn ontstaan tijdens een stellaire ‘geboortegolf’. Ongeveer twee miljard jaar later bliezen zij hun laatste, stofrijke adem uit. (EE)
→ Meteorite contains the oldest material on Earth
13 december 2019
De Hubble-ruimtetelescoop heeft een opname gemaakt van de interstellaire komeet Borisov, rond het moment dat deze de zon het ‘dichtst’ naderde. De afstand tussen beide bedroeg op dat moment 298 miljoen kilometer. Sinds 8 december is de komeet alweer bezig om, met een snelheid van ruwweg 175.000 kilometer per uur, ons zonnestelsel te verlaten. Onderweg passeert Borisov, eind december, onze eigen planeet op de eveneens ruime afstand van 290 miljoen kilometer. Tegelijk met de opname van 8 december is ook een Hubble-opname gepresenteerd die laat zien hoe de komeet in november (schijnbaar) dicht langs een sterrenstelsel op de verre achtergrond scheerde. Op die foto is het sterrenstelsel niet scherp afgebeeld omdat tijdens de opname de snel bewegende komeet werd gevolgd. Komeet Borisov is afkomstig uit de koude ruimte buiten ons zonnestelsel. Tijdens zijn dichtste nadering is hij dus sterker opgewarmd dan ooit tevoren. Tot nu toe lijkt dat echter geen dramatische gevolgen te hebben gehad voor het ijzige hemellichaam. Uit de nieuwe Hubble-opnamen kan worden afgeleid dat de kern van de komeet nog geen 500 meter groot is – veel kleiner dan de eerste schattingen aangaven. Vermoed wordt dat de interstellaire ruimte wemelt van kometen als deze. Alleen al binnen ons zonnestelsel zouden er voortdurend duizenden kunnen rondspoken. Het overgrote deel daarvan is echter te zwak om met de huidige telescopen te kunnen worden opgemerkt. (EE)
→ Hubble Watches Interstellar Comet Borisov Speed Past the Sun
19 november 2019
Officieel is komeet 2I/Borisov, die van buiten ons zonnestelsel afkomstig is, op 30 augustus 2019 ontdekt. Maar bij nadere analyse van oude opnamen is de komeet nu ook teruggevonden op beelden die vanaf december 2018 zijn gemaakt (arXiv). Op dat moment was Borisov nog verder van de zon verwijderd dan de planeet Jupiter. In de maanden voor zijn officiële ontdekking was de komeet moeilijk waarneembaar, omdat hij vanaf de aarde gezien te dicht in buurt van de zon stond. Bij telescoopwaarnemingen wordt dit hemelgebied gemeden, omdat de straling van de zon schadelijk kan zijn voor de gevoelige camera’s waarmee astronomen werken. Vóor mei 2019 moet Borisov zich echter ook in een veilige hemelstreek hebben bevonden, en met deze ‘voorkennis’ heeft een onderzoeksteam onder leiding van Quanzhi Ye van de universiteit van Maryland ruim 200 opnamen van drie grote hemelsurveys softwarematig uitgeplozen. Op diverse daarvan is de komeet teruggevonden. De vroegste detectie is die van 13 december 2018. Op opnamen uit november van dat jaar is nog geen komeet te bekennen. Daaruit leiden de onderzoekers af dat de vaste kern van Borisov niet groter kan zijn dan 7 kilometer. Ook vermoeden ze dat het actieve gebied op de komeet – het deel van zijn oppervlak dat gassen uitstoot – 0,5 tot 10 vierkante kilometer groot is. Verder kan uit de vroege opnamen worden afgeleid dat de meest vluchtige stoffen in de komeet begonnen te sublimeren (‘verdampen’) toen hij 1 miljard tot 750 miljoen kilometer van de zon verwijderd was. De conclusie blijft dat 2I/Borisov sterke overeenkomsten vertoont met kometen van ons eigen zonnestelsel, en dan met name ‘verse’ kometen die rechtstreeks uit de Oortwolk komen. (EE)
→ That Rogue Interstellar Comet Was Imaged Almost a Year Before Its Actual Discovery
18 november 2019
Een team van Japanse astronomen heeft met behulp van de Subaru-telescoop op Hawaï de komeet 21P/Giacobini-Zinner of kortweg 21P/G-Z onderzocht. Daarbij hebben ze infraroodstraling waargenomen die aan complexe organische moleculen worden toegeschreven. Volgens de astronomen wijst dit erop dat de komeet niet in het buitengebied van het zonnestelsel is gevormd, maar dichterbij (Icarus, 18 november). Komeet 21P/G-Z behoort tot de kometen van de zogeheten Jupiter-familie, wat betekent dat het verste punt van zijn baan in de buurt van de omloopbaan van Jupiter ligt. Hij heeft een omlooptijd van 6,6 jaar en is vermoedelijk het moederobject van de Draconiden, een meteorenzwerm waar de aarde in oktober doorheen trekt. Als de komeet inderdaad verrijkt is met complexe organische moleculen, dan wijst dat erop dat hij in een relatief warm deel van het zonnestelsel is ontstaan. De astronomen stellen voor dit waarschijnlijk in een materieschijf rond Jupiter of Saturnus is gebeurd. Daar was het niet te koud voor de vorming van de betreffende moleculen. (EE)
→ Subaru Telescope Detects the Mid-infrared Emission Band from Complex Organic Molecules in Comet 21P/Giacobini-Zinner
14 november 2019
In de nacht van 21 op 22 november is, bij helder weer, mogelijk een korte maar hevige regen van ‘vallende sterren’ te zien. Het gaat om een meteorenzwerm die doorgaans niet erg opvallend is, maar af en toe een flinke opleving laat zien. Voor het laatst gebeurde dit in 1995, toen op het hoogtepunt meer dan zes meteoren per minuut te zien waren. De opleving van de Alfa Monocerotiden, zoals de zwerm heet, is voorspeld door de Nederlands-Amerikaanse astronoom Peter Jenniskens en zijn Finse collega Esko Lyytinen. Het hoogtepunt van de ‘sterrenregen’ wordt rond 5.50 uur Nederlandse tijd verwacht, maar Lyytinen raadt aan om niet later dan 5.15 uur naar buiten te gaan. Het verschijnsel duurt 15 tot 40 minuten. De radiant van de meteorenzwerm staat dan een flink stuk boven de zuidelijke horizon. De bron van de Alfa Monocerotiden is onbekend, maar de baaneigenschappen van deze meteoren wijzen erop dat ze worden worden veroorzaakt door deeltjes die afkomstig zijn van een komeet met een omlooptijd van ongeveer 500 jaar. Dit ijzige object heeft in de loop der tijden een smal spoor van kleine deeltjes achtergelaten. Sommige van deze ‘komeetkruimels’ worden door de aarde opgeveegd en verbranden in de dampkring van ons planeet. (EE)
→ Intense Meteor Outburst Expected from the Alpha Monocerotids
30 oktober 2019
Nieuw onderzoek, waarvan de resultaten op preprint-site arXiv zijn verschenen, wijst erop dat de interstellaire komeet 2I/Borisov relatief veel waterdamp uitstoot, al zijn de tot nu toe gevonden meetwaarden nog erg onzeker. Bij het onderzoek zijn, met behulp van een telescoop in New Mexico (VS), twee spectra van de komeet vastgelegd. Net als andere kometen zendt 2I/Borisov zelf geen licht uit, maar wordt hij aangelicht door de zon. Bij het maken van een spectrum wordt dit weerkaatste licht opgesplitst in zijn samenstellende golflengten. Omdat de diverse chemische elementen en verbindingen licht op specifieke golflengten absorberen of uitzenden, kunnen wetenschappers op die manier de samenstelling van het door de komeet uitgestoten gas bepalen. In de twee spectra van de komeet is nu een duidelijke absorptielijn vastgelegd, die op de aanwezigheid van waterdamp wijst. Op basis van de sterkte van deze lijn stellen de onderzoekers vast dat er per seconde ongeveer 19 kilogram water uit de komeet verdampt. Bij eerdere metingen door andere teams was al vastgesteld dat de stofuitstoot van de komeet ongeveer 2 kilogram per seconde bedraagt. Het lijkt er dus op dat 2I/Borisov ruwweg tien keer meer water dan stof verliest. Daarbij moet echter worden aangetekend dat de getallen over de stofuitstoot van de komeet nog behoorlijk onzeker zijn. Bij de diverse berekeningen zijn allerlei aannamen gedaan, die er gerust een factor tien naast kunnen zitten. Het is dus heel goed mogelijk dat de wateruitstoot niet veel groter is dan de stofuitstoot, of zelfs kleiner. Afgaande op het nu berekende waterverlies zou ongeveer 1,7 vierkante kilometer aan komeetoppervlak waterdamp moeten uitstoten. Voor een komeet met een geschatte maximale middellijn van ruim 7 kilometer is dat vrij normaal. Maar het is ook goed mogelijk dat 2I/Borisov nog geen kilometer groot is. In dat geval zou het om een ‘hyperactieve’ komeet gaan die over zijn hele oppervlak water verliest. Behalve stof en water stoot de interstellaire komeet ook andere substanties uit, zoals koolstof en cyaniden. En dat gebeurt in verhoudingen die min of meer vergelijkbaar zijn met die van onze lokale kometen. Al met al lijkt 2I/Borisov vooralsnog op een doodnormale komeet. (EE)
→ Detection of a Water Tracer in Interstellar Comet 2I/Borisov (arXiv)
16 oktober 2019
De Hubble-ruimtetelescoop van NASA en ESA heeft de tot nu toe beste opname gemaakt van het komeetachtige object 2I/Borisov, dat uit de interstellaire ruimte afkomstig is. De foto, gemaakt op 12 oktober jl., laat zien dat de kleine kern van de komeet omgeven is door een halo van stof. In dat opzicht verschilt 2I/Borisov dus duidelijk van zijn voorganger, 1I/'Oumuamua, die geen enkele activiteit vertoonde. Astronomen hebben daar nog geen goede verklaring voor. Als de baan die 2I/Borisov volgt er niet overduidelijk op zou wijzen dat hij van buiten ons zonnestelsel afkomstig is, zou hij voor een doodnormale komeet zijn aangezien. Waar de ‘wieg’ van het object heeft gestaan, laat zich waarschijnlijk niet meer achterhalen, maar het lijkt er sterk op dat hij qua samenstelling en structuur niet wezenlijk afwijkt van de kometen in ons eigen zonnestelsel. Op 7 december zal de komeet zijn ‘kleinste’ afstand tot de zon bereiken: een slordige 300 miljoen kilometer. Hij raast met een snelheid van meer dan 150.000 kilometer per uur door ons zonnestelsel en zal – op weg terug naar de interstellaire ruimte – medio volgend jaar alweer de baan van de planeet Jupiter passeren. (EE)
→ Hubble Observes New Interstellar Visitor
28 september 2019
Een internationaal team van astronomen heeft ontdekt dat het interstellaire object 2I/Borisov, dat op excursie is door ons zonnestelsel, oxalonitril (cyanogeen) bevat – een organische verbinding bestaande uit twee koolstof- en twee stikstofatomen. 2I/Borisov is een komeetachtig object dat op 30 augustus werd opgemerkt door de Russisch-Oekraïense amateurastronoom Gennady Borisov. Al vrij kort na de ontdekking werd duidelijk dat het object niet in een gesloten baan om de zon draait, maar afkomstig is uit de interstellaire ruimte en ook weer daarnaar zal terugkeren. Een team onder leiding van Alan Fitzsimmons van de universiteit van Belfast heeft medio september het lichtspectrum van de interstellaire komeet weten vast te leggen. Dat was nog niet zo gemakkelijk, omdat deze op dat moment nog relatief dicht bij de zon aan de hemel stond. Een spectrum bevat informatie over de samenstelling van een object. Dat in dit geval de signatuur van oxalonitril werd opgemerkt, bevestigt het al bestaande vermoeden dat 2I/Borisov sterke overeenkomsten vertoont met de kometen in ons eigen zonnestelsel. Ook relatief veel ‘lokale’ kometen bevatten dit voor ons giftige gas. Door het verkregen spectrum te combineren met opnamen die zijn gemaakt met de TRAPPIST-North-telescoop in Marokko, konden de astronomen ook een schatting maken van de hoeveelheid stof die de komeet uitstoot. Daaruit blijkt dat een groot deel van het komeetoppervlak bijdraagt aan de stofuitstoot. In dat opzicht verschilt hij duidelijk van kometen die regelmatig dicht in de buurt van onze zon komen. Volgens de astronomen verliest de komeet per seconde ongeveer 56 kilogram aan gassen en maximaal tien keer zoveel stof. Daaruit leiden ze af dat de grootte van het object ergens tussen de 700 en 3300 meter ligt. 2I/Borisov lijkt dus wat kleiner te zijn dan aanvankelijk werd aangenomen. Op arXiv is een preprint van het onderzoeksverslag te vinden. (EE)
→ New frontier for science as astronomers detect gas molecules in comet from another star
24 september 2019
Het nieuwe object dat onlangs vanuit de interstellaire ruimte ons zonnestelsel is binnengedrongen heet vanaf nu 2I/Borisov. Dat heeft de Internationale Astronomische Unie vandaag bekendgemaakt. Tot nu toe stond het komeetachtige object te boek onder zijn voorlopige aanduiding: C/2019 Q4 (Borisov). 2I/Borisov werd op 30 augustus ontdekt door de Russisch-Oekraïense amateur-astronoom Gennadi Borisov. In eerste instantie leek het om een ‘normale’ komeet te gaan, maar al vrij snel na de ontdekking ontstond de indruk dat het object een hyperbolische baan volgt: een baan waarvan begin- en eindpunt ver buiten ons zonnestelsel liggen. Na drie weken van waarnemingen kan nu de conclusie worden getrokken dat ‘komeet Borisov’ inderdaad een interstellaire bezoeker is. Het is pas voor de tweede keer dat zo’n bijzonder object is ontdekt. Alleen 1I/‘Oumuamua, die in 2017 opdook, ging eraan vooraf. Het feit dat in zo korte tijd twee van die objecten zijn opgespoord, geeft aan dat ze behoorlijk talrijk moeten zijn. De kans is dus groot dat astronomen er nog meer zullen ontdekken. Gehoopt wordt dat het onderzoek van deze objecten meer inzicht zal geven in het planeetvormingsproces bij andere sterren. Vermoed wordt dat kometen overblijfselen zijn van dat proces. Ze kunnen door interacties met zware planeten de interstellaire ruimte in worden geslingerd. 2I/Borisov zal op 7 december a.s. zijn kleinste afstand tot de zon bereiken. Op dat moment is hij 300 miljoen kilometer verwijderd van zowel zon als aarde. Waarschijnlijk bereikt de komeet pas na dat moment zijn grootste helderheid, maar hij is dan alleen waarneembaar vanaf het zuidelijk halfrond. Hoe dan ook zullen astronomen het object waarschijnlijk nog maandenlang kunnen bestuderen – veel langer dan zijn voorganger, die pas werd opgemerkt toen hij alweer bezig was om zich van de zon te verwijderen. (EE)
→ Naming of New Interstellar Visitor: 2I/Borisov
12 september 2019
Astronomen hebben mogelijk weer een komeetachtig object ontdekt dat uit de interstellaire ruimte afkomstig is, net als het befaamde object ’Oumuamua. Het ongeveer 10 kilometer grote hemellichaam zal eind dit jaar het centrale deel van ons zonnestelsel bereiken. De komeet, die de voorlopige aanduiding C/2019 Q4 (Borisov) heeft gekregen, is op 30 augustus jl. ontdekt door Gennady Borisov van de Krim-sterrenwacht. Op het moment van zijn ontdekking was het object ongeveer 450 miljoen kilometer van de zon verwijderd – drie keer de afstand zon-aarde. Anders dan ’Oumuamua, die bijna twee jaar geleden een kort bezoek aan ons zonnestelsel bracht, is de nieuwkomer al vrij vroeg ontdekt. Pas rond 10 december van dit jaar bereikt hij zijn kleinste afstand tot de zon. Dat geeft astronomen ruim de tijd om waarnemingen te doen. Een ander verschil met ’Oumuamu is dat de komeet nu al een zwakke staart vertoont. Dat wijst erop dat hij vluchtig materiaal (ijs) bevat, dat onder invloed van de zonnewarmte begint te verdampen. In tegenstelling tot bijna alle andere kometen lijkt komeet Borisov geen langgerekte elliptische baan te volgen. De tot nu toe beschikbare gegevens wijzen erop dat hij een hyperboolbaan volgt. Dat zou betekenen dat hij zoveel snelheid heeft, dat hij zich niet door de zwaartekracht van de zon laat invangen en ons zonnestelsel weer zal verlaten. Of dit ook werkelijk zo is, zal de komende weken moeten blijken. Er zijn wel vaker objecten ontdekt die in eerste instantie een hyperbolische baan leken te volgen, maar uiteindelijk toch ‘gewone’ kometen bleken te zijn. (EE)
→ Is Another Interstellar Visitor Headed Our Way?
9 september 2019
Alle kometen delen mogelijk hun geboorteplaats, stelt nieuw onderzoek. Voor het eerst heeft astronoom Christian Eistrup chemische modellen toegepast op veertien bekende kometen, waarbij hij tot zijn eigen verrassing een duidelijk patroon vond. Zijn publicatie, geschreven in samenwerking met Catherine Walsh en Ewine van Dishoeck, is geaccepteerd in het blad Astronomy & Astrophysics. Kometen zoeven door ons zonnestelsel en bestaan uit ijs, stof en kleine rotsachtige deeltjes. Hun kernen kunnen tot tientallen kilometers in doorsnee zijn. ‘Kometen zijn overal, en soms hebben ze hele gekke banen om de zon. In het verleden zijn er zelfs kometen op aarde terechtgekomen’, zegt Christian Eistrup. ‘We weten waaruit kometen bestaan en welke moleculen erin aanwezig zijn. Ze variëren in samenstelling, maar worden normaliter gezien als één groep ijsballen. Ik wilde daarom onderzoeken of kometen inderdaad één groep vormen, of dat we verschillende categorieën kunnen onderscheiden.’ Het eerste bleek het geval, en zelfs in verrassende mate. Waar de onderzoekers hoopten op een aantal kometen met overeenkomsten, bleek dat alle veertien kometen dezelfde trend vertonen. Er was één model dat het beste paste bij elke komeet, wat suggereert dat ze een gezamenlijke oorsprong hebben. Deze oorsprong ligt ergens dicht bij onze jonge zon, toen die nog omringd werd door een protoplanetaire schijf en onze planeten nog aan het vormen waren. Het model wijst in de richting van een bepaalde zone rond de zon, binnen het gebied waar koolmonoxide ijs wordt. Daar was het extreem koud: ongeveer min 250 graden Celsius. ‘Door onze modellen weten we dat er bepaalde reacties plaatsvinden in de ijsfase – al gaat dat erg langzaam, denk aan een tijdsspanne van 100.000 tot 1 miljoen jaar. Maar dat zou kunnen verklaren waarom kometen van dezelfde oorsprong toch in samenstelling verschillen.’ Maar als alle kometen op dezelfde plek zijn gevormd, hoe zijn ze dan op verschillende plekken en in verschillende banen in ons zonnestelsel terechtgekomen? ‘Ondanks dat we nu denken dat ze allemaal geboren zijn op vergelijkbare plekken rond ons jonge zonnestelsel, kunnen de banen van sommige van deze kometen verstoord zijn – bijvoorbeeld door Jupiter’, aldus Eistrup. Zoals het een goed wetenschapper betaamt, plaatst Eistrup wel een kanttekening bij zijn publicatie. ‘Met slecht veertien kometen is onze steekproef behoorlijk klein. Daarom jaag ik nu op gegevens van nog veel meer kometen, om ze door ons model te halen en onze hypothese verder te toetsen.’
→ Volledig persbericht
2 september 2019
In 1951 werd bij het Australische goudzoekersstadje Wedderburn een bijzondere meteoriet gevonden. Nieuw onderzoek, onder leiding van Caltech-mineraloog, wijst erop dat de 210 gram wegende ruimtesteen zogeheten edscottiet bevat. Dit zeldzame mineraal, dat nog niet eerder in de natuur was aangetroffen, is genoemd naar meteorietdeskundige Edward Scott van de universiteit van Hawaï. Sinds zijn vondst is de zwart-met-rode meteoriet door diverse teams onderzocht. Hierdoor is nog maar ongeveer een derde van de oorspronkelijke steen intact. De rest is in dunne plakjes gezaagd. Naast escottiet bevat de meteoriet ook goud, ijzer en een reeks andere relatief zeldzame mineralen. Van edscottiet bestond tot nu toe alleen een kunstmatige variant, die vrijkomt bij het smelten van ijzer. Volgens Australische planeetwetenschappers zou het edscottiet in de Wedderburn-meteoriet wel eens gevormd kunnen zijn in de hete kern van een voormalige planeet. Dit object zou bij een botsing met een andere planeet of planetoïde uit elkaar zijn gespat, waarbij zijn brokstukken over het zonnestelsel zijn verspreid. (EE)
→ Scientists Confirm The Discovery of a Mineral Never Before Seen in Nature
12 augustus 2019
In de nacht van maandag 12 op dinsdag 13 augustus is het jaarlijkse maximum van meteorenzwerm de Perseïden. Tegen het einde van de nacht, rond 4 uur, zijn circa 65 meteoren per uur te verwachten. De periode van goede zichtbaarheid is met minder dan een uur echter bijzonder kort doordat de bijna volle maan pas laat ondergaat. In de nacht vóór het maximum (morgenochtend vroeg) zijn per uur tot circa 45 ‘vallende sterren’ zichtbaar. De meteoren zijn met het blote oog te zien vanaf een onbewolkte, donkere plek.Vallende sterren zijn lichtflitsen die af en toe aan de sterrenhemel verschijnen. De flitsen hebben echter niets met sterren te maken. Ze worden veroorzaakt door ruimtepuin, vaak niet groter dan een zandkorrel, dat circa 100 kilometer boven ons hoofd in de aardatmosfeer terecht komt. Door de hoge snelheden wordt de lucht vóór zo'n gruisdeeltje gecomprimeerd, verhit en aan het gloeien gebracht, wat wij zien als een flitsje. De snelheden van de Perseïden zijn meestal meer dan 200.000 km/uur. De Perseïden kenmerken zich door hun helderheid en snelheid, en incidenteel nalichtende sporen.De Perseïden zijn genoemd naar het sterrenbeeld Perseus, waar de vallende sterren vandaan lijken te komen. Dit sterrenbeeld staat bij ons 's nachts hoog boven de noordoostelijke horizon. De meteorenzwerm bestaat uit achtergelaten puin van de komeet Swift-Tuttle. Doordat de aarde in haar baan om de zon door de puinwolk beweegt, zien wij deze meteorenzwerm ieder jaar rond dezelfde datum.De Perseïdenzwerm valt dit jaar niet gunstig, doordat de maan bijna vol is en in de nacht van het maximum flink stoort, totdat deze tegen 4 uur onder gaat. Kort daarna begint het te schemeren zodat de periode van duisternis, waarin de meeste meteoren zichtbaar zijn, minder dan een uur duurt, zegt Marc van der Sluys van hemel.waarnemen.com. Om de meteoren zelf waar te nemen is geen speciale apparatuur nodig; het blote oog, een heldere hemel en een donkere waarneemplaats volstaan.
→ Bijna volle maan stoorzender voor zichtbaarheid meteorenzwerm Perseïden
1 juli 2019
Onderzoek van een meteoriet die in het jaar 2000 bij Tagish Lake, in het westen van Canada neerplofte, laat zien dat de isotopensamenstelling van de daarin aanwezige koolstof afwijkt van die van aardse koolstof. De meteoriet bevat ongeveer 17 procent meer koolstof-13 (Nature Astronomy, 1 juli). Zo’n overschot aan koolstof-13 wordt in organische verbindingen in meteorieten zelden aangetroffen en doet vermoeden dat de koolstof in de Tagish Lake-meteoriet afkomstig is van (anorganisch) CO2-ijs in het moederlichaam van de planetoïde. Bovendien lijkt de CO2/H2O-verhouding in de meteoriet op die van kometenijs. Een en ander wijst erop dat het moederlichaam van de meteoriet, vermoedelijk een planetoïde van type D, onder zeer lage temperaturen is ontstaan. Zijn oorsprong zou dus liggen voorbij de omloopbaan van Jupiter. Dit past goed in het huidige beeld dat wetenschappers van het ontstaan van ons zonnestelsel hebben. Modelberekeningen wijzen er namelijk op dat de omloopbanen van de vier grootste planeten – Jupiter, Saturnus, Uranus en Neptunus – zijn opgeschoven. Tijdens dat proces zouden sommige planetoïden die in het buitengebied van ons zonnestelsel zijn ontstaan uiteindelijk in de gordel tussen Mars en Jupiter zijn beland. De overeenkomst tussen planetoïden van type D en kometen geeft aan dat deze planetoïden informatie bevatten over zowel kometen als over de ‘ijsdwergen’ (kleine, ijzige hemellichamen) die voorbij de baan van Neptunus worden aangetroffen. Ook kan uit het nieuwe onderzoeksresultaat worden geconcludeerd dat de binnenste planeten van ons zonnestelsel, waaronder de aarde, vluchtig materiaal kunnen bevatten dat uit het verre buitengebied afkomstig is. (EE)
→ The outer Solar System origin of D-type asteroids and their migration to the inner Solar System
19 juni 2019
Het Europese ruimteagentschap, ESA, heeft een nieuwe missie geselecteerd voor het Cosmic Vision Programma. Het gaat om de Comet Interceptor, een missie bestaande uit drie ruimtesondes die een maagdelijke komeet of ander interstellair object moet onderscheppen die nog maar net begonnen is aan zijn reis door het centrale deel van ons zonnestelsel. De drie ruimtesondes zullen hun doelwit van alle kanten gaan bekijken. Normaal gesproken zal dat doelwit een komeet zijn die vanuit de buitenste regionen van ons zonnestelsel komt en materiaal uitstoot waarvan de samenstelling sinds de prille begintijd van ons zonnestelsel niet of nauwelijks is veranderd. Maar mocht de gelegenheid zich voordoen, dan zou de Comet Interceptor ook naar een interstellaire indringer van het type ‘Oumuamua kunnen worden gestuurd. ‘Oumuamua bracht in 2017 een kortstondig bezoek aan ons zonnestelsel, en het is nog steeds niet helemaal duidelijk wat voor soort object dat was. De drie ruimtesondes zullen in 2028 meeliften met de Ariel-missie, die de samenstelling van exoplaneten gaat onderzoeken. Het hele gezelschap wordt ‘geparkeerd’ in het zogeheten L2-punt, dat vanuit de zon gezien 1,5 miljoen kilometer achter de aarde ligt. Voor de ruimtesondes van de Comet Interceptor is dat niet de eindbestemming: zij zullen wachten totdat zich een geschikt onderzoeksobject aandient. De camera’s en meetinstrumenten die zij meevoeren zijn gebaseerd op ontwerpen van eerdere ESA-missies. (EE)
→ ESA’s new mission to intercept a comet
27 mei 2019
De Diepenveen-meteoriet viel op 27 oktober 1873, maar werd pas in 2012 in een privé-collectie herontdekt voor de wetenschap. Nu publiceert een team van 26 onderzoekers van verschillende internationale onderzoeksinstituten - met Marco Langbroek van Naturalis Biodiversity Center als eerste auteur - de resultaten van grondig onderzoek naar de ‘Diepenveen’ in Meteoritics & Planetary Science. Opvallend: de steen is na anderhalve eeuw omzwervingen op aarde nog verrassend vers én vertoont mogelijk overeenkomsten met de planetoïde Ryugu waarop de Japanse ruimtesonde Hayabusa 2 eerder dit jaar is geland. Het wordt spannend om, als Hayabusa 2 in 2020 terug naar aarde komt met steenmonsters, de materialen te vergelijken.
De steenmeteoriet ‘Diepenveen’ is in 2012 herontdekt in een privécollectie door een oud-conservator van het Eise Eisinga Planetarium. Eind 2013 werd de steen door de toenmalige eigenares geschonken aan de rijkscollectie, beheerd door Naturalis Biodiversity Center in Leiden. Bij het nu gepubliceerde onderzoek waren in Nederland ook de VU Amsterdam, het KNMI en de KNVWS betrokken.
De meteoriet behoort tot het CM-type van de koolstofchondrieten, een speciale groep meteorieten met soms honderden soorten organische moleculen. De Diepenveen is een zogeheten ‘regoliet’, materiaal dat afkomstig is van een door inslagen flink omgewoeld en tot stof en brokstukjes vergruisd oppervlak. Het materiaal wijkt echter op een aantal punten flink af van andere meteorieten van het CM-type:• de zuurstofisotopen (variaties van het zuurstofatoom) zijn lichter dan in andere stenen van deze groep;• sommige delen van de steen zijn minder omgezet door contact met water in de ruimte dan gangbaar;• het Diepenveen-materiaal heeft verschillende inslagen meegemaakt, waarbij de laatst gedateerde grote inslag zo’n 1,5 miljard jaar geleden plaatsvond in de planetoïdengordel, wat behoorlijk jong is voor ons zonnestelsel;• het materiaal heeft na de laatste inslag, toen het C/Cg-type moederlichaam onder invloed van Jupiter-verstoringen al in een baan dichter bij de aarde terecht was gekomen, nog zo'n 3 tot 5 miljoen jaar als klein object van ongeveer een halve meter doorsnee door de ruimte gevlogen. Dat is veel langer dan normaal bij dit type meteoriet.De onderzoekers hebben veel koolstofverbindingen (organische moleculen, zoals aminozuren) gevonden die ook in sommige andere meteorieten voorkomen, maar ze bleken andere samenstellingen en verhoudingen te hebben. De verhouding van twee belangrijke aminozuren in de steen lijkt juist niet op die van andere meteorieten van het CM type, maar wél op die van meteorieten van een heel ander type (CI). De Diepenveen lijkt nog het meeste op een CM-meteoriet die in 1979 in Antarctica is gevonden, Yamato 793321. Indirect geeft dat ook een bevestiging dat de bijzondere eigenschappen hun oorsprong vinden in processen in de ruimte, want de Diepenveen en Y-793321 hebben na hun val op aarde een compleet andere geschiedenis meegemaakt. De Diepenveen heeft eigenschappen van verschillende meteorieten uit verschillende groepen en kan daardoor mogelijk dienen als een ‘kosmische bruggenbouwer’ die meteorietsoorten met elkaar verbinden.
De eigenschappen van de Diepenveen zette de onderzoekers op het spoor van planetoïden die kunnen lijken op de ruimterots waarvan Diepenveen ooit afbrak. Ze vonden er een door te kijken hoe zonlicht weerkaatst wordt door vergruisde oppervlakken. Het reflectiespectrum van de Diepenveen lijkt op dat van de koolstofrijke planetoïde Ryugu, een ruimterots van ongeveer een kilometer doorsnee waarop de Japanse ruimtesonde Hayabusa 2 op 21 februari 2019 is geland. “Hier op aarde kun je gesteente vaak in context beter begrijpen, maar dat is met een steenmeteoriet uit het zonnestelsel een stuk lastiger. Ruimtemissies kunnen dus uitkomst bieden,” licht Naturalis-onderzoeker en mede-auteur Sebastiaan de Vet toe.
Mogelijk bestaat een deel van het oppervlak van Ryugu dus uit materiaal dat vergelijkbaar is met de Diepenveen-meteoriet. “Overeenkomsten tussen meteorieten en planetoïden zijn vrij zeldzaam, dus als Hayabusa 2 in 2020 naar de aarde terugkomt met kleine gesteentemonsters is het spannend om het materiaal met Diepenveen te kunnen vergelijken,” voegt Leo Kriegsman toe, die als Naturalis-onderzoeker ook meewerkte aan de studie.De Diepenveen kan op deze manier mogelijk nieuwe aanwijzingen geven over de bouwstenen en de processen die hebben bijgedragen aan het ontstaan van rotsplaneten en misschien zelfs aan het leven op onze planeet.
→ Vakpublicatie over het onderzoek
22 mei 2019
Onderzoek vanuit de Stratospheric Observatory for Infrared Astronomy (SOFIA) – een ‘sterrenwacht’ aan boord van een Boeing 747 – heeft een verrassende ontdekking opgeleverd over de samenstelling van het water in komeet Wirtanen. De komeet is vanuit SOFIA waargenomen tijdens zijn dichtste nadering van de aarde in december 2018. Aards water bestaat niet voor de volle honderd procent uit twee waterstofatomen en één zuurstofatoom. In ongeveer 1 op de 3200 watermoleculen heeft een van de waterstofatomen een extra neutron. Dit atoom wordt zware waterstof of deuterium genoemd. Uit eerder onderzoek was gebleken dat het water in kometen veelal twee tot drie keer zoveel deuterium bevat als aards water. Dat zou betekenen dat het water op onze planeet maar voor een klein deel afkomstig is van kometen. Het onderzoek van komeet Wirtanen, waarvan de resultaten op 20 mei in Astronomy & Astrophysics zijn gepubliceerd, laat echter een heel ander resultaat zien. Het water dat deze komeet uitstoot lijkt als twee druppels op dat in onze oceanen. Dezelfde overeenkomst is ook bij twee andere kometen waargenomen. Net als komeet Wirtanen waren dat zogeheten hyperactieve kometen, dat wil zeggen: kometen die bij nadering van de zon meer water uitstoten dan je op grond van de omvang van hun oppervlak zou mogen verwachten. Dit overschot wordt toegeschreven aan ijsdeeltjes in de coma (‘atmosfeer’) van deze kometen. Nadere analyse wijst erop dat hoe actiever een komeet is, des te meer de samenstelling van zijn water op die van aards water lijkt. De onderzoekers vermoeden nu dat de deuterium/waterstof-verhouding in het oppervlakte-ijs van een komeet niet representatief is voor de hele komeet. Als deze veronderstelling juist is, zou het water in alle komeetkernen wel eens meer op aards water kunnen lijken dan tot nu toe werd aangenomen. En dat zou weer betekenen dat ons oceaanwater voor een belangrijk deel afkomstig is van kometen. (EE)
→ A family of comets reopens the debate about the origin of Earth’s water
29 april 2019
Onderzoekers van de universiteit van Arizona hebben in een op Antarctica gevonden meteoriet een stofdeeltje ontdekt dat vermoedelijk van een stervende ster afkomstig is. De ontdekking geeft informatie over het planetaire ‘bouwmateriaal’ dat sterren als deze tijdens hun explosie einde over het heelal verspreiden (Nature Astronomy, 29 april).Het stofdeeltje, met het nummer LAP-149, is waarschijnlijk al lang voor het ontstaan van onze zon door een exploderende ster de ruimte in geblazen. Het komt maar zelden voor dat zo’n deeltje de vorming van een nieuw planetenstelsel doorstaat. LAP-149 bestaat uit grafiet en silicaten en is het enige deeltjes in zijn soort dat naar een specifiek soort sterexplosie kan worden teruggevoerd: een nova. Na die explosie is het deeltje terechtgekomen in de gaswolk waaruit ons zonnestelsel is voortgekomen en in een primitieve meteoriet beland. Nova-explosies treden op in dubbelsterren bestaande uit een witte dwerg – het compacte restant van een uitgeputte zonachtige ster – en een min of meer normale ster. Deze laatste draagt materie over aan de witte dwerg, en als zich voldoende stellaire ‘brandstof’ op diens oppervlak heeft verzameld, ontstaat een explosieve kettingreactie van fusiereacties. De nieuwe chemische elementen die daarbij worden gevormd verspreiden zich over de ruimte. Het minuscule deeltje dat nu in een meteoriet is aangetroffen is rijk aan koolstof-13 – een van de specifieke elementen die bij een nova-explosie ontstaan. Een andere opvallende ontdekking is dat LAP-149 op zijn beurt weer een zuurstofrijk insluitsel van silicaten bevat. Dat wijst erop dat het koolstofhoudende en zuurstofhoudende materiaal dat bij een nova-explosie vrijkomt zich kan vermengen. (EE)
→ What a dying star’s ashes tell us about the birth of our solar system
17 april 2019
Tussen 2014 en 2016 maakte de OSIRIS-camera van de Europese ruimtesonde Rosetta bijna 70.000 opnamen van de komeet 67P/Churyumov-Gerasimenko. Al deze beelden zijn nu voor iedereen gemakkelijk toegankelijk via de OSIRIS Image Viewer. De OSIRIS-camera maakt zijn eerste foto van komeet 67P, toen Rosetta nog bijna vijf miljoen kilometer voor de boeg had. Op die foto is de komeet nog een nietig stipje. De laatste opname werd gemaakt op 30 september 2016, slechts enkele minuten voordat Rosetta op de komeet landde. Deze foto toont het komeetoppervlak vanaf een hoogte van slechts twintig meter. Elke foto is voorzien van een datum, de afstand tot de komeet en een korte begeleidende tekst, en kan in volledige resolutie worden gedownload. Voor gebruikers die het beeldarchief voor onderzoeksdoeleinden willen gebruiken, zijn de beelden ook in een wetenschappelijk dataformaat beschikbaar. (EE)
→ One comet, 70000 images
15 april 2019
In een meteoriet die gevonden is op de La Paz-ijsvlakte in Antarctica is een klein insluitsel ontdekt dat qua samenstelling meer weg heeft van een komeet. Het 0,1 millimeter grote koolstofrijke korreltje is vermoedelijk afkomstig uit de verre buitendelen van het zonnestelsel - de geboorteplaats van ijzige hemellichamen zoals kometen. De meteoriet zelf behoort tot de koolstofhoudende chondrieten, die veel dichter bij de zon zijn ontstaan, vermoedelijk iets buiten de baan van Jupiter.
De ontdekking geeft inzicht in processen die plaatsvonden tijdens de prille jeugd van het zonnestelsel. Kennelijk kon materiaal uit de verre buitendelen op de een of andere manier 'migreren' naar gebieden op veel kleinere afstand van de zon.
De vondst van het insluitsel biedt bovendien een unieke kans om een komeetdeeltje in ongeschonden staat te bestuderen: doordat het in de meteoriet zat opgesloten, heeft het de reis door de aardse dampkring goed doorstaan. De ontdekking is gepubliceerd in Nature Astronomy. (GS)
→ Cometary Surprise Found Inside Meteorite
18 februari 2019
Het oppervlak en het inwendige van komeet 67P/Churyumov-Gerasimenko staan bloot aan 'afschuifspanning' (shear stress). Dat blijkt uit een gedetailleerd onderzoek aan de foto's van de Europese ruimtesonde Rosetta, die de komeetkern lange tijd van nabij heeft bestudeerd.
De 'Rosetta-komeet' heeft een opvallende vorm, die enigszins doet denken aan een badeendje, met een 'lijf' en een iets kleinere 'kop', onderling verbonden door een dunne 'nek'. Die structuur lijkt veel op die van de (grotere) ijsdwerg 2014 MU69 ('Ultima Thule'), die op 1 januari 2019 van nabij werd gefotografeerd door de Amerikaanse ruimtesonde New Horizons. Vermoedelijk is er in beide gevallen sprake van het resultaat van een botsing van twee kleinere hemellichamen, in de ontstaansperiode van het zonnestelsel.
Op de Rosetta-foto's zijn aan het oppervlak complete netwerken van breuklijnen te zien, met een lengte van honderden meters, die tot een diepte van een paar honderd meter reiken. Volgens de onderzoekers is het uitgesloten dat die breuklijnen het gevolg zijn van de inwerking van warmte van de zon. Het moet om geologische en tektonische krachten gaan.
Modelberekeningen en simulaties laten zien dat de breuklijnen goed verklaard kunnen worden door 'afschuifspanning'. Die ontstaat doordat de komeet nogal asymmetrisch is en toch als één hemellichaam roteert. Vooral rond de relatief dunne 'nek' zijn die krachten het grootst. Uit het feit dat de breuksystemen zich tot op zo'n grote diepte uitstrekken, blijkt dat het inwendige van de komeet relatief poreus en bros moet zijn.
De nieuwe resultaten zijn gepubliceerd in Nature Geoscience. (GS)
→ Rosetta's Comet Sculpted by Stress
20 december 2018
Voor gewone aardbewoners was komeet 46P/Wirtanen geen groot spektakel. Maar astronomen hebben de dichte nadering van het kleine, ijzige hemellichaam op de voet gevolgd met enkele van de grootste telescopen op en boven de aarde – al was het maar om pas geïnstalleerde instrumenten te testen. Op 17 december jl. naderde de komeet onze planeet tot op minder dan 12 miljoen kilometer. Al enkele dagen vóór deze datum bereikte komeet Wirtanen zijn kleinste afstand tot de zon. Door de daarmee gepaard gaande opwarming stootte hij grote wolken waterdamp, gas en stof uit, en vormde zich een opvallend grote coma rond te komeet. Een van de instrumenten die op Wirtanen werden gericht was de grote radiotelescoop op Arecibo, die bij deze gelegenheid radarbeelden van de komeet heeft gemaakt. De beelden laten een langwerpig, enigszins klonterig object zien dat een veel ruiger oppervlak lijkt te hebben dan andere kometen. De (gemiddelde) diameter van het object is vastgesteld op 1,4 kilometer. De Arecibo-waarnemingen zijn verder gebruikt om de exacte baan van de komeet vast te stellen. Dat moet inzicht geven in de mate waarin de uitstoot van gas en stof van invloed is op diens ruimtelijke beweging. Ook de Hubble-ruimtetelescoop, de Keck-telescoop op Hawaï en de ALMA-(sub)millimetertelescoop in het noorden van Chili werden op de komeet gericht. De ALMA-waarnemingen hebben nog eens bevestigd dat kometen rijk zijn aan organische moleculen, waaronder waterstofcyanide. (EE)
→ UA Researcher Captures Rare Radar Images of Comet 46P/Wirtanen
12 december 2018
Nieuw onderzoek wijst uit dat de Europese ruimtesonde Rosetta toch getuige is van het ontstaan van een boogschok bij de komeet 67P/Churyumov-Gerasimenko. In de periode dat Rosetta om deze komeet cirkelde (2014-2016) blijkt zij enkele malen door de boogschok heen te zijn gevlogen – zowel vóór als ná het moment dat de komeet zijn kleinste afstand tot de zon had bereikt. Zo’n boog- of boegschok ontstaat wanneer de zonnewind – de aanhoudende stroom van geladen deeltjes die de zon uitzendt – onderweg een obstakel tegenkomt in de vorm van een planeet of een kleiner object. Er ontstaat dan een golf in de zonnewind die enigszins vergelijkbaar is met de boeggolf van een schip. Zulke boogschokken zijn al bij tal van kometen waargenomen, maar nog nooit was het ontstaan ervan geregistreerd. Ook Rosetta leek aanvankelijk geen tekenen van een boogschok te hebben ontdekt. Nu is het verschijnsel echter alsnog in de data opgespoord. Aanvankelijk werd het verschijnsel op relatief grote afstand van de komeet verwacht – een kilometer of 1500. Maar nu blijkt Rosetta een beginnende boogschok te hebben waargenomen op een afstand van slechts enkele tientallen kilometers. Hierdoor was deze compleet over het hoofd gezien. Vermoed wordt dat deze boogschok-in-wording zich uiteindelijk heeft ontwikkeld tot een volwaardige boogschok. Dat zou dan echter zijn gebeurd toen ’67P’ de zon dichter was genaderd en Rosetta zich inmiddels te dicht bij de komeet bevond. (EE)
→ Rosetta witnesses birth of baby bow shock around comet
11 december 2018
In december en de eerste helft van januari is komeet 46P/Wirtanen als een wazig vlekje aan onze sterrenhemel te zien. Op dit moment staat hij in het sterrenbeeld Stier. De ‘staartster’ is aanvankelijk vooral in de avond en vroege nacht zichtbaar. De komeet komt echter steeds hoger aan de hemel, en vanaf de tweede helft van december is hij vrijwel de gehele nacht te zien. Met een eenvoudige verrekijker, en onder gunstige omstandigheden ook met het blote oog, is ‘Wirtanen’ waar te nemen als een wazig vlekje aan de hemel.
Een komeet is een ‘vuile sneeuwbal’ van slechts enkele kilometers groot, die door het zonnestelsel beweegt en doorgaans onzichtbaar is. Wanneer de komeetkern in de buurt van de zon komt, verdampt zijn oppervlak, wat een wazige wolk (de coma) rond de kern veroorzaakt, die wel te zien is. Ook kan zich een karakteristieke komeetstaart vormen, die altijd ongeveer van de zon af wijst. Van Wirtanen is momenteel alleen een wazig, groenachtig bolletje met een zeer korte staart zichtbaar. De komeet komt eens in de 5,4 jaar in de buurt van de zon, maar is dan meestal alleen waar te nemen met een telescoop.
De komeet bereikt zijn kortste afstand tot de zon op 12 december. Hij staat dan iets verder van de zon dan de aarde. Rond 17 december staat 46P/Wirtanen het dichtst bij de aarde, op nog geen 12 miljoen km, circa 8% van de afstand tot de zon. Rond dat moment wordt de komeet echter lastiger zichtbaar, door storend licht van de volle maan. Hierdoor is de komeet volgens Marc Van der Sluys van hemel.waarnemen.com vooral goed te zien tussen 8 en 17 december. Na de volle maan, tussen 27 december en de eerste week van januari volgt een tweede, zij het iets minder gunstige, waarneemperiode.
Op 16 en 17 december staat Wirtanen in de buurt van de Plejaden, ook wel het Zevengesternte genoemd. Dit met het blote oog zichtbare kleine groepje van 6-8 sterren in het sterrenbeeld Stier kan worden gebruikt om de komeet te vinden. Met Kerst staat de komeet vlak bij de heldere ster Capella, in het sterrenbeeld Voerman. Volgens Van der Sluys kan de komeet iets beter worden gedetecteerd door met het blote oog net naast het wazige wolkje te kijken. Een simpele verrekijker verhoogt de zichtbaarheid van de komeet en maakt hem makkelijker vindbaar.
Overigens was komeet 46P/Wirtanen het oorspronkelijke doel van ESA’s Rosetta-missie maar doordat de lancering werd uitgesteld moest er een nieuwe komeet worden gekozen, en dat werd 67P/Churyumov-Gerasimenko.
→ Origineel persbericht
14 november 2018
Astronomen zijn iets meer te weten gekomen over het interstellaire object ‘Oumuamua, dat ons zonnestelsel eind vorig jaar met een bezoek vereerde. Deze nieuwe kennis nu eens niet te danken aan wat er werd waargenomen, maar juist aan wat er níét werd waargenomen (Astronomical Journal, 14 november). In de weken na zijn ontdekking zijn tal van (ruimte)telescopen op ‘Oumuamua gericht, waaronder de infraroodsatelliet Spitzer. Deze laatste slaagde er, twee maanden nadat het object de aarde op relatief kleine afstand was gepasseerd, echter niet in om ‘Oumuamua te detecteren. Deze ‘non-detectie’ legt een nieuwe bovengrens op aan de afmetingen van het vreemde object. De nieuwe bovengrens is in overeenstemming met de bevindingen van eerder onderzoek, waaruit bleek dat ‘Oumuamua een beetje leek te versnellen. Dat werd en wordt toegeschreven aan de uitstoot van kleine hoeveelheden gas, zoals een komeet dat doet. (Al hebben sommige astronomen daar andere ideeën over.) Het feit dat ‘Oumuamua te zwak was om door Spitzer te worden opgemerkt betekent ook dat deze waarnemingen geen aanvullende informatie hebben opgeleverd over de vorm van dit waarschijnlijk zeer langwerpige object. Wel vermoeden de onderzoekers dat het licht-weerkaatsende vermogen van het oppervlak van ‘Oumuamua wel eens groter zou kunnen zijn dan tot nu toe werd aangenomen. Een object met een donker oppervlak wordt namelijk sneller opgewarmd door de zon, en blijft daarna ook een tijdje warmer, dan een object met een licht oppervlak. En het feit dat ‘Oumuamua niet zichtbaar was voor Spitzer, die warmtestraling registreert, wijst erop dat hij snel is afgekoeld. Deze eigenschap is in overeenstemming met het vermeende komeetachtige karakter van ‘Oumuamua. Wanneer een komeet in de buurt van de zon komt, warmt het ijs in zijn inwendige op, om vervolgens als gas te ontsnappen. Bij dat proces wordt het komeetoppervlak als het ware schoon geblazen en komt helderder ijs bloot te liggen. (EE)
→ NASA Learns More About Interstellar Visitor ‘Oumuamua
13 november 2018
Over een paar weken is er mogelijk met het blote oog een komeet zichtbaar aan de sterrenhemel. De komeet (met de catalogusaanduiding C/2018 V1) werd afgelopen week ontdekt door drie amateursterrenkundigen, één in Arizona (Verenigde Staten) en twee in Japan. Hij wordt naar de ontdekkers komeet Machholz-Fujikawa-Iwamoto genoemd. Het is tegenwoordig zeer ongebruikelijk dat nieuwe kometen door amateurs ontdekt worden - de sterrenhemel wordt vrijwel continu in de gaten gehouden door beroepsastronomen met grote telescopen.
Kometen zijn kleine, ijzige en poreuze hemellichamen die dateren uit de ontstaansperiode van het zonnestelsel. Wanneer ze in de buurt van de zon komen, verdampt het ijs en komen ook stofdeeltjes vrij. Rond de kleine komeetkern vormt zich dan een uitgestrekte wolk van gas en stof (de coma), en door de invloed van de zon ontstaat ook een lange staart, die altijd van de zon af is gericht.
Uit de langgerekte baan van komeet C/2018 V1 Machholz-Fujikawa-Iwamoto blijkt dat hij voor het eerst een bezoek aan de binnendelen van het zonnestelsel brengt. Het gedrag van zulke 'verse' kometen is heel onvoorspelbaar; de nieuwe komeet is in de afgelopen dagen al vier keer zo helder geworden. Eind november bereikt hij zijn kleinste afstand tot de aarde (ca. 100 miljoen kilometer); begin december de kleinste afstand tot de zon, net binnen de baan van de kleine planeet Mercurius.
Momenteel beweegt de komeet door het sterrenbeeld Maagd, dat aan de ochtendhemel zichtbaar is. Om hem te zien is een verrekijker of een kleine telescoop nodig. Maar met een beetje geluk wordt Machholz-Fujikawa-Iwamoto binnenkort zo helder dat hij met het blote oog zichtbaar is. (GS)
→ Nieuwsbericht op spaceweather.com
25 september 2018
Sterrenkundigen hebben mogelijk de 'thuishaven' ontdekt van 'Oumuamua. Dit kleine en extreem langgerekte hemellichaam scheerde najaar 2017 met hoge snelheid door de binnendelen van het zonnestelsel. Het is afkomstig uit de interstellaire ruimte, en vliegt het zonnestelsel inmiddels ook alweer uit. Omdat 'Oumuama pas ontdekt werd ná de dichtste nadering tot de zon, was er weinig met zekerheid bekend over de herkomst van het object. Wel werd ontdekt dat de 'ruimtekomkommer' kleine baanvariaties ondergaat, vermoedelijk als gevolg van 'uitgassing' - een proces dat bekend is van kometen.
Een team van astronomen onder leiding van Coryn Bailer-Jones van het Max-Planck Institut für Astronomie heeft de herkomstrichting van 'Oumuamua nu nauwkeurig bepaald, waarbij voor het eerst rekening is gehouden met deze niet-gravitationele versnellingen. Vervolgens werden ook de banen van duizenden sterren in het Melkwegstelsel bestudeerd, op basis van de tweede data release (DR2) van de Europese ruimtetelescoop Gaia, die extreem nauwkeurige metingen heeft verricht aan o.a. de posities en ruimtelijke bewegingen van sterren. Zo kon achterhaald worden welke sterren zich ooit ongeveer op dezelfde plaats in het Melkwegstelsel bevonden als 'Oumuamua. De interstellaire komeet zou dan afkomstig kunnen zijn uit het planetenstelsel van een van die sterren, en de ruimte in zijn geslingerd door de zwaartekracht van een reuzenplaneet in datzelfde stelsel.
In The Astrophysical Journal schrijft het team dat er na een uitvoerige analyse vier sterren zijn gevonden die aanspraak zouden kunnen maken op de titel 'moederster van 'Oumuamua'. Het zijn alle vier dwergsterren. Overigens is bij geen van de vier sterren een planetenstelsel of een reuzenplaneet ontdekt, maar daar is ook nog nooit gericht naar gezocht. (GS)
→ Tracking the Interstellar Object 'Oumuamua to Its Home
10 september 2018
De activiteit van een komeet kan gedurende lange tijd in stand gehouden worden door lawines en 'aardverschuivingen' aan het oppervlak. Dat schrijven onderzoekers van het Planetry Science Institute in een artikel in het vakblad Icarus.
Een komeet is een klein, onregelmatig gevormd hemellichaam dat voor een groot deel uit ijs bestaat. In de buurt van de zon begint het ijs te sublimeren (het gaat direct over van de vaste vorm in de gasvorm), waardoor een indrukwekkende komeetstaart kan ontstaan. Je zou verwachten dat een komeet inactief wordt wanneer al het ijs aan het oppervlak is verdampt, maar veel kometen blijven veel langer actief, of vertonen opnieuw activiteit na een langdurige 'rustige' periode.
Modelberekeningen wijzen nu uit dat lawines een 'aardverschuivingen' aan het oppervlak van een komeetkern daar verantwoordelijk voor zijn. Dat proces van 'mass-wasting' kan onder andere optreden als gevolg van een verandering van de rotatiesnelheid en van de stand van de rotatieas van de komeetkern. De Europese ruimtesonde Rosetta heeft dergelijke veranderingen daadwerkelijk waargenomen aan het oppervlak van komeet 67P/Churyumov-Gerasimenko. Een soortgelijk proces is vermoedelijk ook verantwoordelijk geweest voor de 'opleving' van de kortperiodieke komeet 2P/Encke. (GS)
→ Landslides, Avalanches May Be Key To Long-Term Comet Activity
4 september 2018
Onderzoek aan radioactieve atomen in meteorieten heeft nieuwe inzichten opgeleverd over kernreacties die plaatsvinden tijdens supernova-explosies.
Ons zonnestelsel bestaat voor een deel uit atomen die gevormd zijn tijdens de explosie van een zware ster. Bij zo'n supernova-explosie ontstaan allerlei radioactieve elementen, doordat atomen reageren met verschillende typen neutrino's. De meeste radioactieve isotopen worden gevormd door vijf van de zes verschillende typen neutrino's. Over de bijdrage van het zesde type van dit vrijwel massaloze spookdeeltje, het elektron-antineutrino, was tot nu toe vrijwel niets bekend.
Daarin is nu verandering gekomen, door Japanse metingen aan de hoeveelheid 98Ru - een isotoop van ruthenium - in meteorieten. 98Ru ontstaat door het verval van radioactief 98Tc (een isotoop van technetium), en de hoeveelheid 98Tc die tijdens een supernova ontstaat wordt mede bepaald door de eigenschappen (o.a. de temperatuur) van elektron-antineutrino's tijdens de supernova-explosie.
De nieuwe metingen, gepubliceerd in Physical Review Letters, bieden meer inzicht in het explosiemechanisme van supernova's. (GS)
→ Falling Stars hold Clue for Understanding Dying Stars
6 juli 2018
Onder leiding van de Nederlandse meteorietendeskundige Peter Jenniskens (verbonden aan het SETI-instituut in Californië) heeft een team van onderzoekers een meteoriet gevonden die afkomstig is van planetoïde 2018LA. Het is pas de tweede keer dat er een of meer meteorieten zijn gevonden na een 'voorspelde' inslag van een klein kosmisch projectiel.
2018LA was een kleine planetoïde, hooguit een paar meter groot, die op 2 juni ontdekt werd door de Catalina Sky Survey in Arizona, slechts 8 uur voordat de ruimtekei boven het zuiden van Afrika de aardse dampkring zou binnendringen. De heldere vuurbol die daarbij ontstond werd waargenomen in Botswana en omringende landen.
Baanberekeningen wezen uit dat eventuele meteorieten terecht zouden zijn gekomen in een gebied van ca. 200 vierkante kilometer in de uitgestrekte Kalahari-woestijn. Net als in 2008, toen zich een vergelijkbare situatie afspeelde boven Soedan, ging Peter Jenniskens op zoek, geholpen door medewerkers van de Botswana International University of Science and Technology en enkele andere instituten. Na vijf dagen intensief zoeken werd de eerste meteoriet gevonden. (GS)
→ Fragment of Impacting Asteroid Recovered In Botswana
3 juli 2018
Wetenschappers hebben ontdekt dat de moleculaire zuurstof rond een komeet niet op zijn oppervlak wordt geproduceerd, maar wellicht uit zijn inwendige afkomstig is. Dat wordt afgeleid uit gegevens die in de periode 2014-2016 zijn verzameld door de Europese ruimtesonde Rosetta, toen deze om de komeet 67P/Churyumov-Gerasimenko cirkelde (Nature Communications, 3 juli). Wanneer een komeet dicht genoeg in de buurt van de zon komt, kan het ijs op zijn oppervlak gaan sublimeren – van vaste stof overgaan in gas. Er ontstaat dan een ijle atmosfeer die coma wordt genoemd. Uit gegevens die met instrumenten van Rosetta zijn verkregen blijkt dat de coma van komeet 67P niet alleen water, koolstofmonoxide en koolstofdioxide bevatte, maar ook moleculair zuurstof. Dit laatste gas was nog nooit eerder waargenomen bij een komeet. Aanvankelijk gingen Rosetta-wetenschappers ervan uit dat de zuurstof waarschijnlijk afkomstig was uit het vaste deel van de komeet – de kern. Dat zou dan betekenen dat de komeet dit gas al tijdens zijn vorming, 4,6 miljard jaar geleden, had meegekregen. Een groep wetenschappers van buitenaf kwam echter met de suggestie dat moleculaire zuurstof ook kon ontstaan bij reacties tussen ionen (elektrisch geladen moleculen) op het oppervlak van de komeet. Een nieuwe analyse heeft nu echter laten zien dat dit mechanisme niet voldoende moleculaire zuurstof oplevert om de waargenomen hoeveelheid te verklaren. De Rosetta-wetenschappers blijven dan ook bij hun oorspronkelijke conclusie: de moleculaire zuurstof in de komeet is hoogstwaarschijnlijk zo oud als het zonnestelsel. Dat is overigens ook in overeenstemming met recente theorieën die aangeven dat moleculaire zuurstof zich kan vormen in de donkere wolken van gas en stof waaruit sterren en planeten ontstaan. (EE)
→ Molecular oxygen in comet’s atmosphere not created on its surface
27 juni 2018
ʻOumuamua, het eerste interstellaire object dat in ons zonnestelsel is ontdekt, verwijdert zich sneller van de zon dan verwacht. Dat suggereert dat het waarschijnlijk een komeet is en geen planetoïde (Nature, 28 juni). ʻOumuamua is sinds zijn ontdekking in oktober 2017 intensief onderzocht. Door gegevens van de Europese Very Large Telescope en andere instrumenten te combineren, heeft een internationaal team van astronomen nu ontdekt dat het object sneller beweegt dan voorspeld. De gemeten snelheidswinst is klein en ʻOumuamua vertraagt nog steeds vanwege de aantrekkingskracht van de zon, maar net niet zo snel als de hemelmechanica voorspelt. Een onderzoeksteam onder leiding van Marco Micheli (ESA) heeft verschillende scenario’s onderzocht om de groter-dan-voorspelde snelheid van deze eigenaardige interstellaire bezoeker te verklaren – zelfs de onwaarschijnlijke theorie dat ʻOumuamua een interstellair ruimteschip zou zijn. De meest plausibele verklaring is dat er materiaal uit het oppervlak van ʻOumuamua ontsnapt ten gevolg van opwarming door de zon – een gedrag dat ‘uitgassen’ wordt genoemd. Deze uitstoot van materie resulteert in een stuwkracht die net dat kleine, maar gestage duwtje geeft dat ervoor zorgt dat ʻOumuamua ons zonnestelsel met grotere snelheid verlaat dan verwacht. Sinds 1 juni 2018 verplaatst hij zich met ongeveer 114.000 kilometer per uur. Uitgassing is typisch iets voor een komeet. Wanneer een komeet wordt opgewarmd door de zon, begint hij doorgaans stof en gas uit te stoten, waardoor zich een wolk van materiaal – een zogeheten coma – om de komeet vormt, evenals een karakteristieke staart. Het onderzoeksteam kon echter geen enkel visueel bewijs van uitgassing ontdekken. Het team denkt nu dat het fijne stof waarmee de oppervlakken van de meeste kometen zijn bedekt tijdens ʻOumuamua’s reis door de interstellaire ruimte is geërodeerd, waardoor alleen de wat grotere stofkorrels achterbleven. Een wolk van grotere deeltjes zou niet helder genoeg zijn om gedetecteerd te kunnen worden, maar kan wel de onverwachte snelheidswinst van ʻOumuamua verklaren. ʻOumuamua passeerde begin mei 2018 de afstand van de Jupiterbaan en zal in januari 2019 de baan van Saturnus passeren. De afstand die overeenkomt met die van de omloopbaan van Uranus wordt in augustus 2020 bereikt en die van de baan van Neptunus eind juni 2024. Eind 2025 bereikt ʻOumuamua de buitenrand van de Kuipergordel en in 2038 de heliopauze – de buitenste begrenzing van ons zonnestelsel. (EE)
→ ESO’s VLT ziet dat ʻOumuamua wordt aangeduwd
21 juni 2018
Alle hoge-resolutiebeelden en de onderliggende data van de Rosetta-missie naar komeet 67P/Churyumov-Gerasimenko zijn beschikbaar gemaakt door het Europese ruimteagentschap ESA. Het beeldmateriaal is nu compleet tot en met de laatste beelden die Rosetta heeft gemaakt tijdens haar afdaling naar het komeetoppervlak. Het totale aantal beelden dat voor iedereen toegankelijk is ligt dicht bij de 100.000. Ze kunnen worden bekeken via de Archive Image Browser. De meetgegevens van alle wetenschappelijke instrumenten van de ruimtesonde zijn te vinden in het Planetary Science Archive. Daar zijn overigens ook de gegevens van andere ESA-ruimtemissies in het zonnestelsel opgeslagen. Ruimtesonde Rosetta kwam op 6 augustus 2014 aan bij komeet ’67P’ en heeft daar tot 30 september 2016 omheen gecirkeld. Drie maanden na aankomst stootte zij een kleine landingsmodule (Philae) af, die na diens landing gedurende enkele dagen metingen heeft gedaan. (EE)
→ Rosetta image archive complete
23 mei 2018
De prominente 'jets' (fonteinen) van gas en stof die rond zonsopkomst zichtbaar zijn aan het oppervlak van komeet 67P/Churyumov-Gerasimenko ontstaan door de onregelmatige vorm en het ruwe oppervlak van de komeet. Dat blijkt uit gedetailleerd onderzoek en computersimulaties die deze week gepubliceerd zijn in Nature Astronomy.
Komeet 67P is in detail van nabij bestudeerd door de Europese ruimtesonde Rosetta. Op de foto's van Rosetta is te zien dat er regelmatig afzonderlijke jets van gas- en stofdeeltjes ontstaan wanneer een bepaald deel van de komeet als gevolg van de rotatie voor het eerst door de zon wordt beschenen.
Dat er rond zonsopkomst extra activiteit optreedt is niet zo verwonderlijk: het ijs op het koude komeetoppervlak begint dan in hoog tempo te sublimeren - het gaat direct van de vaste fase over in de gasfase. Waarom dat niet veel homogener en gelijkmatiger gebeurt, was echter niet duidelijk.
Uit de analyse van talloze Rosetta-fotos blijkt nu dat de vreemde vorm van de komeet en het zeer onregelmatige oppervlak daar verantwoordelijk voor is. Ook 'vers' ijs, dat bloot is komen te liggen na kleine 'aardsverschuivingen' aan het stoffige oppervlak, kan soms plotseling beginnen te verdampen.
Met gedetailleerde computersimulaties zijn planeetonderzoekers er in geslaagd om de waargenomen activiteit van het Hapi-gebied (in het smalle deel van de haltervormige komeetkern) goed te reproduceren. (GS)
→ Rosetta unravels formation of sunrise jets
17 april 2018
Meteorieten die in 2008 neerkwamen in Soedan bevatten diamantjes die vermoedelijk zijn gevormd in de kern van een protoplaneet die minstens zo groot was als Mercurius. Dat leiden wetenschappers af uit de aanwezigheid van bepaalde mineralen in de diamantjes (Nature Communications, 17 april). Toen ons zonnestelsel nog jong was zwermden er vermoedelijk talrijke protoplaneten om de zon. Sommige van deze objecten klonterden samen tot de huidige planeten. Andere zijn bij onderlinge botsingen verbrijzeld. Bij deze botsingen kwam veel puin vrij in de vorm van koolstofrijke meteorieten. Een deel daarvan zwerft nog steeds rond tussen de planeten en zo nu en dan belanden er een paar op aarde. De koolstofrijke meteorieten die in 2018 in Soedan neerploften bleken minuscule fragmentjes van diamantjes te bevatten. Een van de kenmerken van deze diamantjes is dat ze kleine insluitsels van ijzerrijke sulfiden bevatten. Volgens de wetenschappers moeten deze mineralen zijn gevormd bij een druk van ongeveer 20 gigapascal (200.000 bar) en een temperatuur van ruwweg 1000 graden Celsius. Dergelijke omstandigheden treden alleen op in de kernen van hemellichamen met minimaal de grootte van Mercurius. Een andere mogelijkheid is dat de diamantjes even buiten de kern van een protoplaneet ter grootte van Mars zijn ontstaan. (EE)
→ Diamond-studded meteorites came from the collision of a lost planet (Science)
19 maart 2018
Bij de passage van de ‘Ster van Scholz’, 70.000 jaar geleden, is de Oortwolk van ons zonnestelsel inderdaad een beetje in beroering gebracht. Dat blijkt uit Spaans/Brits onderzoek waarbij de hyperbolische omloopbanen van enkele honderden kometen zijn geanalyseerd. De Ster van Scholz – genoemd naar de astronoom die hem in 2013 heeft ontdekt – is momenteel ongeveer 20 lichtjaar van ons verwijderd. Onderzoek heeft echter laten zien dat de ster 70.000 jaar geleden op een afstand van slechts 0,8 lichtjaar langs ons zonnestelsel is getrokken. Dat blijkt uit nauwkeurige snelheidsmetingen aan de ster, waarvan de resultaten in februari 2015 bekend zijn gemaakt. Dit betekent dat de Ster van Scholz destijds vrijwel zeker door de (dunbevolkte) buitenste delen van de Oortwolk heen is gegaan – de uitgestrekte wolk van komeetkernen die het planetenstelsel omgeeft. Daarbij zullen lang niet alle komeetbanen zijn verstoord: alleen die van kometen die zich op dat moment toevallig het dichtst in de buurt van de ster bevonden. Onderzoek door astronomen van de universiteiten van Madrid en Cambridge heeft dat nu bevestigd. Uit hun analyse van 340 hyperbolische komeetbanen blijkt dat de radianten van deze banen – de punten waaruit de betreffende kometen op ons af leken te komen – niet volkomen gelijkmatig over de hemel zijn verdeeld. Een klein, maar significant aantal van deze radianten is gegroepeerd in het sterrenbeeld Tweelingen. En dat komt goed overeen met de plek waar de Ster van Scholz door de Oortwolk moet zijn getrokken. (EE)
→ A star disturbed the comets of the solar system in prehistory
5 maart 2018
De haltervormige kern van komeet 67P/Churyumov-Gerasimenko, die in 2014 en 2015 in close-up bestudeerd is door de Europese ruimtesonde Rosetta, is het resultaat van een 'zachte' botsing van twee kleinere kometen. Die conclusie trekken Franse onderzoekers op basis van gedetailleerde computersimulaties.
Al eerder was gesuggereerd dat de merkwaardig gevormde komeetkern ontstaan zou zijn in de nasleep van een heftige botsing van twee hemellichamen, doordat verpulverd materiaal weer langzaam maar zeker aaneen zou klonteren. Die botsing zou dan in de begindagen van het zonnestelsel hebben plaatsgevonden. Onduidelijk was hoe de resulterende poreuze komeet daarna een paar miljard jaar lang intact gebleven zou kunnen zijn.
De nieuwe simulaties laten zien dat ook een veel 'zachtere' botsing van twee kleine kometen, met een onderlinge snelheid van ca. 1 kilometer per seconde, aanleiding kan geven tot de huidige haltervorm. Aan de kant van de botsing zou materiaal weliswaar verpulverd raken, maar aan de tegenovergestelde zijden van de twee botsende hemellichamen zou de hogere dichtheid gehandhaafd blijven. Binnen een paar uur tot hooguit een paar dagen na de botsing voegen de twee 'kernen' zich dan weer samen.
De nieuwe theorie biedt ook een mooie verklaring voor sommige bijzondere kenmerken van de Rosetta-komeet, zoals holtes en gelaagde structuren (die zouden ontstaan doordat kleinere deeltjes na de 'versmelting' op het oppervlak blijven neerregenen), alsmede voor het hoge gehalte aan 'primitieve' vluchtige bestanddelen. (GS)
→ Comet Chury formed by a catastrophic collision (origineel persbericht op EurekAlert)
23 januari 2018
Er zijn brokstukjes teruggevonden van de vuurbol die op dinsdag 16 januari op ruim 30 kilometer hoogte boven Detroit (Michigan) in de aardatmosfeer explodeerde. De vuurbol is door veel mensen op video vastgelegd; hij was zo helder dat hij dwars door een dun wolkendek heen zichtbaar was.
Meteorietenjagers Larry Atkins en Robert Ward waren de eersten die afgelopen donderdag relatief kleine fragmentjes terugvonden. Ook astronomen van het Longway Planetarium hebben enkele brokstukjes veiliggesteld. Het zoekgebied werd bepaald op basis van een analyse van de beschikbare foto's en video's, radarwaarnemingen, seismische informatie en ooggetuigenverslagen.
De New Yorkse zakenman Darryl Pitt heeft overigens 20.000 dollar geboden voor een fragment van de Michigan-meteoriet met een gewicht van minstens één kilogram, voornamelijk om nieuwe zoekacties te stimuleren. (GS)
→ Nieuwsbericht op phys.org
10 januari 2018
In twee meteorieten die in 1998 afzonderlijk van elkaar op aarde zijn neergeploft zijn zoutkristallen aangetroffen die (microscopisch kleine) sporen van zowel vloeibaar water als aminozuren – complexe organische verbindingen – bevatten. Uit een nauwkeurige analyse van de aminozuren wordt afgeleid dat de zoutkristallen materiaal van twee verschillende hemellichamen bevatten (Science Advances, 19 januari). In hun in Science Advances verschenen onderzoeksverslag stelt een team van wetenschappers dat de zoutkristallen afkomstig zijn van een ijsachtig hemellichaam waar zich ijs- of watervulkanisme heeft afgespeeld. Het zou daarbij kunnen gaan om de dwergplaneet Ceres. Op het oppervlak van dat hemellichaam zou zich zout hebben afgezet, dat bij grote vulkanische uitbarstingen deels de ruimte in werd geblazen. Vervolgens zouden deze zoutkristallen op het oppervlak van een kleinere planetoïde (mogelijk Hebe) zijn beland. Hierdoor zouden ze uiteindelijk in gesteente zijn terechtgekomen dat een andere samenstelling had dan dat van hun eigenlijke moederlichaam. Dit ingewikkelde scenario is nodig om te verklaren waarom de aminozuur-samenstelling van de zoutkristallen zo sterk afwijkt van die van de rest van de meteorieten waarin ze zijn aangetroffen. Volgens de onderzoekers wijst dat er sterk op dat er vermenging van materiaal van twee verschillende planetoïden heeft plaatsgevonden. (EE)
→ Ingredients for Life Revealed in Meteorites That Fell to Earth
11 december 2017
Wanneer een steen uit de ruimte (een zogeheten meteoroïde) met hoge snelheid de aardse dampkring binnendringt, is aan de hemel een kortdurend lichtverschijnsel te zien: een meteoor ('vallende ster'). Als de meteoroïde groot genoeg is, veroorzaakt hij zelfs een heldere vuurbol en kan er een restant op aarde terecht komen - een meteoriet.
Meteoroïden fragmenteren en verdampen onder invloed van wrijving met luchtdeeltjes. Amerikaanse onderzoekers hebben nu echter aannemelijk gemaakt dat de grotere exemplaren ook van binnenuit kunnen 'exploderen'. Die conclusie, gepresenteerd op de najaarsbijeenkomst van de American Geophysical Union en gepubliceerd in Meteorites & Planetary Science, is gebaseerd op gedetailleerde computersimulaties waarbij ook rekening is gehouden met het poreuze karakter van veel meteoroïden.
Bij een groot kosmisch brokstuk, zoald de Tsjeljabinsk-meteoriet die in 2013 boven Rusland neerkwam, wordt de lucht vlak vóór het aanstormende projectiel sterk samengeperst, en ontstaat er vlak áchter de meteoroïde een gebied met extreem lage druk. Als gevolg van dat drukverschil zal lucht zich onder hoge druk een weg banen door openingen, barsten en spleten in de ruimtesteen. Als gevolg daarvan kan de indringer uit elkaar spatten, zoals met de Tsjeljabinsk-meteoriet ook daadwerkelijk gebeurde.
Volgens de onderzoekers tonen de nieuwe resultaten aan dat de aardse dampkring een betere bescherming tegen binnendringend ruimtepuin vormt dan tot nu toe algemeen werd aangenomen. (GS)
→ New simulations suggest meteors explode from the inside
8 december 2017
Op donderdag 14 december vindt het maximum plaats van de Geminiden, de op een na grootste jaarlijkse meteorenzwerm aan de sterrenhemel. De omstandigheden zijn dit jaar bijzonder gunstig. In de nacht van woensdag op donderdag zijn bij helder weer met het blote oog meer dan 100 'vallende sterren' per uur te zien, zegt de Nijmeegse astronoom Marc van der Sluys, die de website hemel.waarnemen.com beheert.
De Geminiden zijn vernoemd naar het sterrenbeeld Tweelingen (Gemini), waar de meteoren vandaan lijken te komen. Dit sterrenbeeld staat bij ons 's avonds boven de oostelijke en 's ochtends boven de westelijke horizon. De meteorenzwerm bestaat uit achtergelaten puin van de planetoïde (en mogelijk uitgedoofde komeet) Phaethon. Doordat de aarde in zijn baan om de zon door de puinwolk beweegt, zien wij deze
meteorenzwerm ieder jaar rond dezelfde datum. De Geminiden kenmerken zich door hun helderheid, hun gelige kleur en de korte sporen die ze nalaten.
Vallende sterren zijn lichtflitsen die af en toe aan de sterrenhemel verschijnen. De flitsen hebben niets met sterren te maken, maar worden veroorzaakt door ruimtepuin, vaak niet groter dan een zandkorrel, dat op circa 100 kilometer hoogte in de aardatmosfeer terechtkomt. Door de hoge snelheden van het ruimtepuin wordt de lucht vóór zo’n gruisdeeltje gecomprimeerd, verhit en aan het gloeien gebracht, wat wij zien als een flitsje. De snelheden van de Geminiden zijn met circa 125.000 km/uur vrij gemiddeld.
De piek van de Geminiden is met minder dan 24 uur vrij kort, waardoor de Geminiden vaak ongunstig vallen. Doordat het maximum 's nachts rond 5 uur plaatsvindt en de maan tot dat moment onder de horizon staat zijn de astronomische omstandigheden dit jaar ideaal. Volgens hemel.waarnemen.com neemt het aantal meteoren gedurende de nacht toe van circa 80 per uur rond middernacht (kijk naar het zuidoosten) tot meer
dan 100 per uur rond 4 uur (in het zuidwesten). De laatste keer dat de Geminiden zo gunstig vielen was in 2009. Om de meteoren waar te nemen is geen speciale apparatuur nodig; het blote oog, een heldere hemel en warme kleding volstaan. Door een donkere plaats op te zoeken kunnen ook zwakkere meteoren worden waargenomen.
→ Mogelijk bijzondere Geminiden-sterrenregen in de nacht van 13 op 14 december
1 december 2017
Het stof dat komeet 67P/Churyumov-Gerasimenko de ruimte in blaast bestaat voor bijna de helft uit organische moleculen en behoort tot de meest maagdelijke materialen in ons zonnestelsel. Deze resultaten hebben wetenschappers die betrokken zijn bij de Rosetta-ruimtemissie vandaag gepubliceerd in het Britse tijdschrift Monthly Notices of the Royal Astronomical Society. Bij nadering van de zon beginnen de bevroren gassen in een komeet te verdampen. Daarbij voeren ze kleine stofdeeltjes mee de ruimte in. Een van de instrumenten van de Rosetta-sonde, die komeet ’67P’ van augustus 2014 tot september 2016 van dichtbij heeft onderzocht, heeft meer dan 35.000 van die stofdeeltjes verzameld. De kleinste opgevangen deeltjes waren slechts 0,01 millimeter groot, de grootste ongeveer 1 millimeter. Deze deeltjes zijn met een microscoop bekeken en vervolgens bestookt met een energierijke bundel van indium-ionen. De secundaire ionen die daarbij vrijkwamen zijn ‘gewogen’ en geanalyseerd. De nu gepubliceerde resultaten hebben overigens slechts betrekking op dertig van deze deeltjes, die verspreid over de Rosetta-missie zijn verzameld. De metingen laten zien dat de samenstellingen van de deeltjes veel op elkaar lijken. De onderzoekers zijn daarbij tot de conclusie gekomen dat het kometenstof dezelfde samenstelling heeft als de kern van komeet 67P. Hun analyse laat zien dat 67P tot de meest koolstofrijke hemellichamen behoort die ooit in ons zonnestelsel zijn waargenomen. Dat neemt overigens niet weg dat de komeet voor 55 procent uit andere mineralen bestaat, voornamelijk silicaten. Opvallend daarbij is dat waterhoudende mineralen schaars zijn. Dat is overigens wel verklaarbaar: kometen bevinden zich doorgaans in de ijzige buitenwijken van het zonnestelsel, waar water steevast stijf bevroren is en geen reacties met mineralen kan aangaan. Vandaar ook dat de samenstelling van de komeet sinds het ontstaan van het zonnestelsel zo weinig is veranderd. (EE)
→ Rosetta: A Comet’s List of Ingredients
30 oktober 2017
De organische (koolstofhoudende) moleculen in komeet 67P/Churyumov-Gerasimenko zijn ouder dan het zonnestelsel. Dat blijkt uit een gedetailleerde analyse van spectroscopische metingen van het ROSINA-instrument aan boord van de Europese komeetverkenner Rosetta.
Rosetta heeft de bevroren kern van komeet 67P (die een middellijn heeft van enkele kilometers) en zijn directe omgeving tussen 2014 en 2016 uitgebreid bestudeerd. Met het ROSINA-instrument (Rosetta Orbiter Sensor for Ion and Neutral Analysis) zijn de relatieve hoeveelheden opgemeten van verschillende isotopen van allerlei elementen in de coma van de komeet - de ijle 'dampkring', ontstaan door uitgassing onder invloed van de zonnewarmte.
Isotopen zijn atomen van hetzelfde element met verschillende aantallen neutronen in de kern. Uit de isotopenverhoudingen van het edelgas xenon was het mogelijk om de leeftijd van het komeetijs te bepalen. Het blijkt dat het grootste deel van het komeetijs ouder is dan de leeftijd van het zonnestelsel (4,6 miljard jaar). Kennelijk waren de ijsdeeltjes al aanwezig in de wolk van gas en stof waaruit de zon en de planeten ontstonden, en hebben ze dat geboorteproces overleefd.
Datzelfde geldt dus ook voor de organische moleculen die in het komeetijs aanwezig zijn. Dat doet vermoeden dat kometen niet alleen in ons eigen zonnestelsel, maar ook elders in het heelal een belangrijke rol gespeeld kunnen hebben bij het ontstaan van leven op planeten zoals de aarde.
De nieuwe ROSINA-resultaten zijn vandaag gepresenteerd op de 64ste Annual International Symposium and Exhibition van de American Vacuum Soiety in Tampa, Florida. (GS)
→ ROSINA Measurements Bring Comet's Chemistry to Life
25 oktober 2017
Onderzoeksresultaten van de Rosetta-missie naar komeet 67P/Churyumov-Gerasimenko laten zien dat dit kleine ijzige hemellichaam voornamelijk bestaat uit ‘stofbolletjes’ met afmetingen van enkele millimeters. Dat schrijven Duitse wetenschappers in de Monthly Notices of the Royal Astronomical Society van 25 oktober. Volgens de onderzoekers betekent dit dat de komeet waarschijnlijk is ontstaan door een rustig samenklonteringsproces. Daarbij bleven kleine samenklonteringen van stof en ijs (de ‘stofbolletjes’) aan elkaar plakken, totdat zich een komeet had gevormd. Vanwege de relatief kleine massa van komeet 67P zijn de stofbolletjes tot op de dag van vandaag intact gebleven. Alleen aan de buitenkant van de komeet, die aan direct zonlicht is blootgesteld, is dat oermateriaal aangetast. Hier is het ijs uit de bolletjes verdwenen. Het bolletjesmodel kan veel van de waargenomen eigenschappen van de komeet, waaronder zijn sterke porositeit en de hoeveelheid gas die uit zijn inwendige ontsnapt, goed verklaren. Daarmee is volgens de wetenschappers een belangrijke fase in het ontstaan van de vaste hemellichamen van ons zonnestelsel verklaard. (EE)
→ Comet Mission Reveals “Missing Link” in our Understanding of Planet Formation
18 oktober 2017
De rotatiesnelheid van komeet 41P/Tuttle-Giacobini-Kresák blijkt afgelopen voorjaar sterk te zijn afgenomen. In zes weken tijd liep zijn rotatietijd op van 24 uur tot meer dan 48 uur. Nooit eerder is zo’n sterk vertraging in de draaiing van een komeet waargenomen. Komeet 41P, die in 1858 voor het eerst is waargenomen, volgt een langgerekte baan die hem eens in de ruim vijf jaar dicht in de buurt van de aardbaan brengt. Zo ook afgelopen voorjaar, en toen naderde hij onze planeet tot op 21 miljoen kilometer – de kleinste afstand sinds zijn ontdekking. Uit de verplaatsing van het gas dat het kleine ijzige hemellichaam bij opwarming uitstoot, kan worden afgeleid hoe snel het om zijn as draait. Op die manier hebben Amerikaanse astronomen kunnen vaststellen dat de rotatiesnelheid van 41P in de loop van maart en april van dit jaar halveerde. Daaruit leiden de astronomen af dat de komeet een zeer langwerpige vorm en een lage dichtheid heeft, en dat de uitstoot van gas voornamelijk aan zijn uiteinden plaatsvindt. Alleen dan kan de uitstoot van gas de draaiing van de komeet zo sterk afremmen als is waargenomen. Dat zou kunnen betekenen dat komeet 41P bij voorgaande bezoeken nog veel sneller heeft gedraaid – zo snel zelfs dat er brokstukken van het kleine hemellichaam zijn afgebroken. Dat zou in 2001 wel eens gebeurd kunnen zijn: toen vertoonde komeet 41P namelijk een plotselinge toename in helderheid, wat op een verhoogde uitstoot van gas en stof wijst. Overigens: als zijn rotatie blijft vertragen, zou de komeet wel eens geheel stil kunnen vallen en uiteindelijk in tegengestelde richting gaan draaien. Deze voorlopige onderzoeksresultaten zijn gepresenteerd op de 49ste bijeenkomst van de Division for Planetary Sciences van de American Astronomical Society in Provo, Utah. (EE)
→ Spinning Comet Rapidly Slows Down During Close Approach to Earth
28 september 2017
Met de Hubble-ruimtetelescoop is een komeet waargenomen die op een afstand van 2,4 miljard kilometer – voorbij de baan van Saturnus dus – al activiteit vertoont. De geringe opwarming door de verre zon was voor het ijzige hemellichaampje blijkbaar al voldoende om zich in een ruim 1 miljoen grote stofwolk of coma te hullen. Dat is nog nooit waargenomen bij een komeet die zich voor het eerst in het centrale deel van het zonnestelsel begeeft. De komeet, die de aanduiding C/2017 K2 (PANSTARRS) heeft gekregen, is miljoenen jaren geleden vertrokken uit het buitengebied van ons zonnestelsel, de zogeheten Oortwolk. Van huis uit had hij een temperatuur van ruwweg –260 °C. Volgens wetenschappers David Jewitt van de universiteit van Californië in Los Angeles kan de huidige activiteit van de komeet dus nooit het gevolg zijn van de verdamping van waterijs. Jewitt denkt dat de oorzaak ligt bij de sublimatie – het van ijs rechtstreeks in damp overgaan – van zeer vluchtige gassen zoals zuurstof, stikstof, koolstofdioxide en koolstofmonoxide. Bij hun ontsnapping uit de komeet komen ook stofdeeltjes vrij en dat zou tot de vroege vorming van de coma hebben geleid. Deze sublimatie zou zich overigens beperken tot het buitenste laagje van de komeet, die als het ware zijn winterjas uitdoet. De meeste kometen worden pas ontdekt wanneer ze al een stuk dichter bij de zon zijn, en dan zijn die vluchtige gassen allang verdwenen. Dat zou verklaren waarom ‘K2’ de eerste komeet is waarbij zo’n vroege coma is waargenomen. Hoewel de coma van de komeet pas in juni werd ontdekt, blijkt uit archiefbeelden van een andere telescoop dat de (toen nog niet opgemerkte) komeet al in 2013 actief was. Toen bevond hij zich nog tussen de banen van Uranus en Neptunus. K2 werd uiteindelijk pas in mei van dit jaar ontdekt met de Panoramic Survey Telescope and Rapid Response System (Pan-STARRS) op Hawaï – een telescoopsysteem dat autonoom naar nieuwe kometen, planetoïden en andere hemellichamen zoekt. Astronomen zullen de komeet nog geruime tijd kunnen volgen. Pas in 2022 bereikt hij zijn kleinste afstand tot de zon, die overigens nog net buiten de omloopbaan van Mars ligt. Naar verwachting zal K2 dan nog aanzienlijk actiever zijn dan nu. (EE)
→ Hubble Observes the Farthest Active Inbound Comet Yet Seen
28 september 2017
Bij een analyse van de laatste telemetrische gegevens die de Europese ruimtesonde Rosetta naar de aarde stuurde, is een close-up van het oppervlak van komeet 67P ontdekt die tot nu toe aan de aandacht was ontsnapt. De opname is gemaakt op 30 september 2016, vlak voordat Rosetta uitviel na haar afsluitende landing op het komeetoppervlak. Tijdens haar gecontroleerde afdaling maakte Rosetta een hele reeks opnamen, die de komeet van steeds dichterbij lieten zien. De gegevens van de allerlaatste opname kwamen niet compleet op aarde aan, waardoor ze niet werden opgemerkt door de software die de binnenkomende beelden automatisch verwerkte. Elke opname bestond uit zes datapakketjes, en van de laatste heeft Rosetta er maar drie naar de aarde kunnen overseinen. Deze beeldgegevens zijn nu gebruikt om de allerlaatste opname nog voor ongeveer de helft te reconstrueren. De foto toont een ongeveer 1 meter groot stuk van het oppervlak van de komeet, waarop details van enkele millimeters groot te zien zijn. (EE)
→ Unexpected surprise: a final image from Rosetta
22 september 2017
Donderdagavond 21 september 2017 rond 21.00 uur is een zeer heldere meteoor (vuurbol) verschenen boven Nederland. De vuurbol is door verschillende automatische fotocamera’s en videosystemen vastgelegd. In totaal hebben rond de 100 mensen het vuurbolformulier op de website van de Werkgroep Meteoren van de KNVWS ingevuld. Bij het internationale vuurbolmeldpunt van IMO zijn al ruim 250 meldingen binnengekomen – niet alleen vanuit Nederland, maar ook België, Duitsland, Frankrijk en Engeland. De helderheid van de vuurbol wordt vooralsnog geschat op een magnitude van -8. Vuurbollen van deze helderheid komen gemiddeld een paar keer per jaar voor. Dat deze vuurbol zo goed te zien was (primetime en bij een redelijk heldere hemel), maakt het relatief zeldzaam dat zóveel mensen de vuurbol hebben waargenomen. Meteoorwaarnemers gaan nu uitzoeken wat de baan van de vuurbol was, om te kunnen bepalen of het een brok steen uit de ruimte of een stuk ruimteschroot betrof.
→ Heldere vuurbol donderdag 21 september 2017
25 juli 2017
Langperiodieke kometen - kometen met omlooptijden van meer dan 200 jaar - zijn groter en talrijker dan tot nu toe altijd is aangenomen. Dat blijkt uit waarnemingen van de Amerikaanse infraroodkunstmaan WISE, die gepubliceerd zijn in The Astronomical Journal.
Langperiodieke kometen kunnen soms omlooptijden van duizenden of zelfs miljoenen jaren hebben. Het zijn bevroren objecten die afkomstig zijn uit de Oortwolk - een reusachtig kometenreservoir op zeer grote afstand rond de zon. Omdat kometen alleen waarneembaar zijn wanneer ze de zon dicht naderen, is er maar weinig over langperiodieke kometen bekend. (Kortperiodieke kometen, zoals komeet Halley en komeet Churyumov-Gerasimenko, hebben omlooptijden van minder dan 200 jaar; ze zijn in hun kleinere omloopbanen terecht gekomen door de zwaartekrachtwerking van reuzenplaneten zoals Jupiter.)
Uit de WISE-waarnemingen blijkt dat het aantal langperiodieke kometen met afmetingen van meer dan één kilometer ongeveer zeven maal zo hoog is als tot nu toe werd aangenomen. Bovendien blijken de langperiodieke kometen gemiddeld twee keer zo groot te zijn als de kortperiodieke - niet zo vreemd, want kortperiodieke kometen komen veel vaker in de buurt van de zon, waarbij ze onder invloed van de zonnewarmte steeds verder eroderen.
De nieuwe resultaten zijn van belang om een goed inzicht te krijgen in het risico van komeetinslagen op aarde. Het feit dat er meer en grotere brokstukken uit de Oortwolk door de binnendelen van het zonnestelsel scheren, betekent dat de aarde in de loop van de miljoenen jaren ook een grotere kans loopt om door zo'n kosmisch projectiel geraakt te worden. (GS)
→ Large, Distant Comets More Common Than Previously Thought
26 juni 2017
Op 11 januari is in Broek in Waterland (Noord-Holland) een meteoriet ingeslagen. De ruimtesteen is ca. 10 centimeter groot en weegt een halve kilo. Het is pas de zesde meteoriet die in Nederland is gevonden.
Rond 17.09 uur was aan de hemel een heldere vuurbol te zien, veroorzaakt doordat een steen uit de ruimte met hoge snelheid de aardse dampkring binnendrong. De resulterende meteoriet (een zogeheten L6 chondriet met een kenmerkende dunne, donkere smeltkorst) kwam terecht op een schuurdak in een woonwijk in Broek in Waterland, waar hij de volgende dag werd gevonden door de bewoners.
De steen is inmiddels geanalyseerd door geologen van Naturalis Biodiversity Center in Leiden. Een zoektocht naar andere fragmenten, die mogelijk in de omgeving zijn neergekomen, heeft niets opgeleverd.
Meteorieten worden altijd naar hun vindplaats genoemd. Eerdere meteorieten die in Nederland zijn gevonden (met het jaar waarin ze zijn gevallen) zijn de Uden (1840), de Utrecht (1843), de Diepenveen (1873), de Ellemeet (1925) en de Glanerbrug (1990). (GS)
→ Persbericht Naturalis Biodiversity Center
8 juni 2017
Nieuw onderzoek wijst erop dat bijna een kwart van het element xenon dat in de aardatmosfeer wordt aangetroffen, afkomstig kan zijn van kometen. Daarmee lijkt het vraagstuk van de herkomst van dit aardse gas te zijn opgelost (Science, 9 juni). Xenon is het zwaarste stabiele edelgas. Het komt voor in negen verschillende isotopen (‘gewichten’), die wetenschappers kunnen terugvoeren op diverse kosmische bronnen, waaronder de zon en meteorieten. De isotopische samenstelling van het xenongas op aarde laat zich echter alleen verklaren als er nog een extra bron in het spel is. Die bron lijkt nu te zijn gevonden, en dat is te danken aan metingen die de Europese ruimtesonde Rosetta tegen het einde van haar onderzoeksmissie heeft gedaan. Tussen 14 en 31 mei 2016 cirkelde Rosetta op geringe hoogte om de komeet 67P/Churyumov-Gerasimenko, en daarbij mat zij onder meer de samenstelling van het gas dat dit ijzige hemellichaam bij opwarming door de zon uitstoot. De metingen laten zien dat de isotopische signatuur van het kometaire xenongas sterk overeenkomt met die van de nog ontbrekende bron. Volgens de auteurs is het dan ook aannemelijk dat ongeveer 22 procent van het aardse xenon (en veel andere stoffen, waaronder water) door kometen op onze planeet is afgeleverd. (EE)
→ Comets may have delivered significant portions of Earth's xenon
6 juni 2017
De raadselachtige puls radiostraling die op 15 augustus 1977 uit de richting van het sterrenbeeld Boogschutter kwam, was hoogstwaarschijnlijk afkomstig van twee kometen. Tot die conclusie komt astrofysicus Antonio Paris van St Petersburg College in Florida (VS), die de situatie van veertig jaar geleden zo goed mogelijk heeft gereproduceerd. Paris heeft vorig jaar met een crowdfunding-campagne geld ingezameld om een kleine radiotelescoop aan te schaffen. Afgelopen januari heeft Paris dit instrument diverse keren op de Boogschutter gericht, waar op dat moment een van de twee kometen doorheen trok die volgens hem het vermaarde ‘Wow’-signaal zouden hebben veroorzaakt. De kometen zijn destijds niet opgemerkt, waardoor de bron van het signaal lang een raadsel is gebleven. Uit de inmiddels gepubliceerde waarnemingen blijkt dat daarbij inderdaad straling met een frequentie van 1420 megahertz is opgepikt die aan de komeet kan worden toegeschreven. Het gedetecteerde signaal was weliswaar zwakker als dat van 1977, maar dat is deels te wijten aan de geringere afmetingen van de radiotelescoop die Paris heeft gebruikt. Ook kan de onderzochte komeet de afgelopen veertig jaar veel massa zijn kwijtgeraakt. (EE)
→ Mysterious 'Wow! signal' in 1977 came from comets
8 mei 2017
Een Californische chemicus heeft een verklaring gevonden voor de aanwezigheid van moleculair zuurstofgas in de nabijheid van komeet 67P/Churyumov-Gerasimenko. Zuurstofmoleculen (O2) zijn in de ruimte extreem instabiel; toch werden ze dicht bij het komeetoppervlak ontdekt door de Europese komeetverkenner Rosetta. Aanvankelijk werd aangenomen dat de zuurstofmoleculen mogelijk al lange tijd bestonden, en dat ze van het komeetoppervlak waren losgeraakt onder invloed van de zonnewarmte.
Konstantinos Giapis van het California Institute of Technology, die zich normaal gesproken bezighoudt met scheikundige processen aan het oppervlak van halfgeleiders, presenteert in Nature Communications nu een sluitende verklaring voor de aanwezigheid van zuurstof, gebaseerd op laboratoriumexperimenten.
IJs aan het komeetoppervlak sublimeert onder invloed van zonlicht, waardoor waterdampmoleculen vrijkomen (H2O). Door energierijke ultraviolette fotonen in het zonlicht raken die geïoniseerd (ze verliezen één of meer elektronen, waardoor ze een elektrische lading krijgen). Mede onder invloed van het zwakke magneetveld van de zon wordt een deel van de geïoniseerde moleculen teruggeblazen naar het komeetoppervlak. Daar gaan ze een reactie aan met zuurstofatomen in bijvoorbeeld zandkorrels. De geïoniseerde moleculen pikken een zuurstofatoom op, en vallen vervolgens uiteen in waterstof (H2) en zuurstof (O2).
Dat zuurstofgas ook geproduceerd kan worden zonder dat er sprake is van biologische processen, kan in de toekomst van belang zijn bij het onderzoek aan de atmosferen van exoplaneten, aldus Giapis. (GS)
→ Caltech Chemical Engineer Explains Oxygen Mystery on Comets
14 april 2017
Wetenschappers hebben een nieuwe theorie bedacht voor het feit dat meteoren (‘vallende sterren’) soms gelijktijdig te zien én te horen zijn. Dezelfde hypothese zou ook de geluiden kunnen verklaren die sommige waarnemers bij het optreden van poollicht menen te horen (Geophysical Research Letters, 9 april). Al eeuwenlang beweren waarnemers van meteoren dat deze hemelverschijnselen gepaard gaan met sissende geluiden. Dat is opmerkelijk, omdat meteoren worden veroorzaakt door ruimtesteentjes die op tientallen kilometers hoogte door de dampkring suizen. Je zou dus verwachten dat hun eventuele geluiden minuten later bij de waarnemer aankomen dan hun licht. De oorzaak van het waargenomen geluid wordt dan ook veelal gezocht bij iets dat net zo snel beweegt als het licht: laagfrequente radiostraling. Deze straling zou alledaagse voorwerpen zoals omheiningen, haren en zelfs brillen aan het trillen brengen en op die manier hoorbaar geluid genereren – een verschijnsel dat elektrofonica wordt genoemd. Het probleem is echter dat het geluid lang niet altijd waarneembaar is, en bovendien is onduidelijk hoe die radiostraling precies ontstaat. Voor dat laatste hebben Michael Kelley van de Cornell University en Colin Price van de universiteit van Tel Aviv nu een scenario bedacht. Wanneer een meteoor (of beter gezegd: meteoroïde) zich een weg baant door de atmosfeer, wordt de omringende lucht geïoniseerd, dat wil zeggen: gesplitst in positief geladen ionen en lichtere, negatief geladen elektronen. De ionen blijven de meteoor volgen, maar de elektronen worden afgebogen door het aardmagnetische veld. Door deze scheiding van ladingen ontstaat een sterk elektrisch veld dat een stroom opwekt. En het is deze laatste die de radiogolven doet ontstaan. De grootte van het binnenkomende deeltje en de snelheid waarmee het beweegt zouden bepalend zijn voor de frequentie van de radiogolven. Eerder dit jaar presenteerden onderzoekers van Sandia National Laboratories een andere verklaring voor het geluid van meteoren. Volgens hen zouden heldere meteoren een snelle, geringe opwarming van de lucht rond de waarnemer veroorzaken, die in kleine drukgolven (geluid dus) resulteert – een verschijnsel dat foto-akoestische koppeling wordt genoemd. Price en Kelley achten dat echter onwaarschijnlijk: meteoren zouden zo helder moeten zijn als de volle maan om dergelijke geluidsgolven te kunnen produceren. In het nieuwe model zijn alle meteoren daartoe in staat, alleen gebeurt dat vaak op frequenties die wij niet kunnen horen. (EE)
→ New theory may explain the ‘music of the meteors’
21 maart 2017
Komeet 67P/Churyumov-Gerasimenko - de komeet die de afgelopen jaren van nabij is bestudeerd door de Europese ruimtesonde Rosetta - heeft opvallende uiterlijke veranderingen ondergaan tijdens de periheliumpassage (het moment waarop de komeet in zijn langgerekte baan de kleinste afstand tot de zon bereikte). Dat blijkt uit een gedetailleerd onderzoek aan foto's van de komeet, gemaakt door Rosetta. De nieuwste resultaten zijn vandaag gepubliceerd door het Amerikaanse weekblad Science en door het Britse tijdschrift Nature Astronomy.
Kometen zijn kleine en betrekkelijk poreuze hemellichamen, bestaande uit ijs en steen. Ze hebben maar een zeer zwak zwaartekrachtveld. Als gevolg van de toenemende zonnewarmte tijdens de periheliumpassage produceert een komeet geisers en fonteinen van gas en stof. Daardoor erodeert het oppervlak, wat tot allerlei uiterlijke veranderingen kan leiden.
Komeetonderzoekers hebben gezien hoe tientallen meters grote rotsblokken zich over grote afstanden verplaatsten. Steile kliffen zijn ineengestort; scheuren en barsten in het oppervlak zijn breder geworden. Eén grote scheur - in de smalle 'nek' van de komeet - is ca. 100 meter breder geworden. Dat kan erop wijzen dat de haltervormige komeet in de toekomst in tweeën breekt. Dat proces zou versneld kunnen worden door de toename in de rotatieperiode van 67P, die ook door Rosetta is gemeten. (GS)
→ The Many Faces of Rosetta's Comet 67P
7 maart 2017
Meteorenzwermen worden genoemd naar het sterrenbeeld waaruit de 'vallende sterren' afkomstig lijken te zijn. De beroemde zwerm die elk jaar rond 11 augustus te zien is, heet bijvoorbeeld de Perseïdenzwerm, omdat de meteoren afkomstig lijken te zijn uit het sterrenbeeld Perseus.
De Nederlands-Amerikaanse meteorendeskundige Peter Jenniskens van het SETI Institute in Californië heeft nu ontdekt dat sommige meteorenzwermen niet zo'n duidelijk 'vluchtpunt' (radiant) hebben. In plaats daarvan zijn de meteoren van de betreffende zwermen uit verschillende richtingen aan de hemel afkomstig. In totaal gaat het om 45 zwermen, waaronder de Kappa Cygniden en de Omicron Eridaniden. De resultaten zijn gepubliceerd in Planetary and Space Science.
Jenniskens heeft met behulp van een geautomatiseerd cameranetwerk (CAMS, Cameras for Allsky Meteor Surveillance) sinds 2010 maar liefst ruim 300.000 meteoren vastgelegd, waarbij in totaal meer dan 300 vooral onopvallende zwermen zijn bestudeerd. Voor de 'zwalkende zwermen' geldt dat de banen van de oorspronkelijke meteoroïden (de stof- en gruisdeeltjes die in de aardse dampkring verbranden) verstoord zijn geraakt door de zwaartekracht van de reuzenplaneet Jupiter.
Overigens hebben ook 'standvastige' zwermen zoals de Perseïden geen vaste radiant. Jenniskens ontdekte dat de eerste meteoren van de zwerm begin juli al zichtbaar zijn en afkomstig lijken te zijn uit het sterrenbeeld Cassiopeia. Begin september zijn de laatste meteoren van de zwerm te zien, vanuit het sterrenbeeld Giraffe. Dat effect wordt veroorzaakt door de beweging van de aarde om de zon. (GS)
→ Warped meteor showers hit Earth at all angles
28 februari 2017
NASA-onderzoek wijst erop dat komeet Lovejoy tijdens zijn nadering van de zon, begin 2015, een opmerkelijke verandering liet zien. Na het bereiken van de ‘kleinste afstand’ tot de zon (bijna 200 miljoen kilometer) stootte de komeet opeens veel meer halfzwaar water uit dan daarvoor. Kometen bestaan voor een belangrijk deel uit bevroren water, dat bij nadering van de zon in dampvorm overgaat. Watermoleculen bestaan uit twee waterstofatomen en één zuurstofatoom. Doorgaans bestaat de kern van zo’n waterstofatoom uit één proton, maar er is ook een variant waarbij de kern behalve een proton ook een neutron bevat. Als een watermolecuul één zo’n zwaar waterstofatoom bevat, spreken we van halfzwaar water. In 2014/2015 is met verschillende instrumenten gemeten hoe de hoeveelheid halfzwaar water in komeet Lovejoy zich verhoudt tot de hoeveelheid normaal water. Uit deze chemische ‘vingerafdruk’ proberen astronomen af te leiden hoe ver van de zon een hemellichaam is ontstaan. Ook kan de vingerafdruk worden gebruikt om te schatten hoeveel water door kometen naar de aarde is gebracht. Recent onderzoek leek erop te wijzen dat kometen dermate weinig halfzwaar water bevatten, dat hun bijdrage aan het aardse oceaanwater gering moet zijn geweest. De waarnemingen van komeet Lovejoy geven echter aan dat die conclusie wellicht wat voorbarig was. Blijkbaar is één meting niet voldoende om de chemische vingerafdruk van water in een komeet te bepalen. (EE)
→ NASA Study Hints at Possible Change in Water ‘Fingerprint’ of Comet
22 februari 2017
Opmerkelijke beelden van de ruimtesonde Rosetta laten zien dat het oppervlak van de komeet 67P/Churyumov-Gerasimenko een soort duinenrijen vertoont. Dat blijkt uit onderzoek door Franse wetenschappers, die ook modellen hebben gemaakt die het verschijnsel proberen te verklaren. Ze geven aan dat door het grote drukverschil tussen de zonkant van de komeet en gebieden die in de schaduw liggen er een wind kan optreden die oppervlaktedeeltjes meesleept (PNAS, 21 februari). Normaal gesproken is er voor het ontstaan van wind een atmosfeer nodig, en die hebben kometen niet – althans niet permanent. Wanneer echter het oppervlak van een komeet door de zon wordt beschenen, sublimeert het daarin aanwezig ijs, waardoor een tijdelijke atmosfeer ontstaat. Deze is weliswaar heel ijl, maar daar staat tegenover dat de zwaartekracht van een komeet heel zwak is. Er is dus niet veel voor nodig om deeltjes in beweging te brengen. De Franse modelberekeningen laten zien dat de winden die door de temperatuurverschillen in de ijle komeetatmosfeer ontstaan, krachtig genoeg zijn om deeltjes met afmetingen tot een centimeter in beweging te zetten. De voortrollende deeltjes hopen zich bij obstakels op, waardoor er uiteindelijk duinen ontstaan – ongeveer net zoals dat met zandkorrels op aarde gebeurt. (EE)
→ Surprising dunes on comet Chury
17 februari 2017
Wanneer een ruimtesteen van een paar centimeter tot een paar decimeter groot met hoge snelheid de aardse dampkring binnendringt, is er aan de hemel een heldere vuurbol zichtbaar. Soms gaat zo'n vuurbol vergezeld van mysterieuze sissende geluiden, die tegelijk met het lichtverschijnsel worden waargenomen.
Een bevredigende verklaring voor die geluidswaaarnemingen is er echter niet. Vuurbollen ontstaan op tientallen kilometers hoogte in de dampkring, en omdat geluid een veel lagere snelheid heeft dan licht, verwacht je niet dat er sprake is van gelijktijdige waarneming - in elk geval niet wanneer het geluid veroorzaakt wordt door de wrijving van de ruimtesteen met de aardse dampkring. In het verleden is dan ook vaak geopperd dat de geluidswaarnemingen op suggestie zouden berusten.
Onderzoekers van Sandia National Laboratories hebben nu echter aangetoond dat het krachtige licht van een heldere vuurbol kan leiden tot een geringe maar zeer snelle opwarming van objecten in de directe omgeving van de waarnemer, zoals gras, bladeren en zelfs hoofdhaar. Die minieme opwarming verwarmt ook de omringende lucht, met als gevolg dat er kleine drukgolfjes kunnen ontstaan - geluid. Het effect staat bekend als foto-akoestische koppeling.
Uit de experimenten, ondersteund door theoretische berekeningen, blijkt dat de geluiden die soms tijdens vuurbolwaarnemingen worden gehoord, op deze manier zouden kunnen ontstaan. (GS)
→ Origin of Spooky Meteor Noises Reappraised by Researchers
13 februari 2017
De kern van de periodieke komeet 73P/Schwassmann-Wachmann - of wat daarvan over is - is in de nacht van 12 op 13 februari in twee stukken uiteengevallen. Dat werd ontdekt door leden van Slooh - een organisatie die astronomische webcams in bedrijf heeft op telescopen in onder andere Chili. In 1995 en 2006 fragmenteerde de komeet ook al; het grootste resterende brokstuk is nu opnieuw uiteengevallen.
Het kleine, poreuze hemellichaam - een samenballing van ijs, gruis en kiezels - zal vermoedelijk niet lang meer meegaan. Op 16 maart bereikt de komeet het punt in zijn baan waar de afstand tot de zon het kleinst is (het zogeheten perihelium). De zonnewarmte zorgt voor sublimatie van het ijs, waardoor de komeet nog verder zal eroderen. Als Schwassmann-Wachmann deze periheliumpassage overleeft, krijgt hij het in 2025 opnieuw zwaar te verduren: hij scheert dan op slechts 50 miljoen kilometer langs de reuzenplaneet Jupiter, wat tot extra grote getijdenkrachten leidt. De komeet heeft een omlooptijd van 5,36 jaar. (GS)
→ Comet Breaking Up on Flight By Earth Caught By Slooh Members
15 december 2016
Op 30 september jl. daalde de Europese ruimtesonde Rosetta af naar de komeet die zij ruim twee jaar had begeleid. ESA-wetenschappers hebben nog even op een rijtje gezet wat er tijdens die laatste 14,5 uur is gebeurd. De reconstructie van de afdaling laat zien dat de ruimtesonde zachtjes is neergekomen op slechts 33 meter van haar beoogde ‘rustplaats’. De plek, die nu de naam Sais heeft gekregen (naar de oude Egyptische stad waar de beroemde Steen van Rosetta oorspronkelijk vandaan kwam), ligt aan de rand van een oud ‘zinkgat’ op de kop van de komeet. De laatste opname werd gemaakt op ongeveer twintig meter boven het inslagpunt. De metingen die Rosetta ondertussen deed, laten zien dat de druk van de gasuitstroom van de komeet geleidelijk opliep. Doordat de komeet zich inmiddels alweer flink van de zon had verwijderd en daardoor sterk was afgekoeld, was die gasstroom overigens niet groot meer. Dat was ook te zien aan de hoeveelheid waterdamp die de komeet produceerde: het equivalent van twee eetlepels water per seconde. Op het hoogtepunt van zijn activiteit was dat twee badkuipen water per sonde. Tijdens de afdaling is Rosetta niet meer getroffen door grote stofdeeltjes. Vermoedelijk was de uitstoot van waterdamp en andere gassen door de komeet inmiddels al te gering geworden om nog stofdeeltjes van meetbare grootte te kunnen optillen. Wel lieten de metingen vlak boven het oppervlak een toename zien van de aantallen zeer kleine stofdeeltjes, die afmetingen van ongeveer een miljoenste millimeter zouden hebben gehad. Magnetische veldmetingen die Rosetta tot op elf meter boven het komeetoppervlak heeft gedaan, lieten geen toename zien. Daarmee is de eerdere ontdekking van de kleine komeetlander Philae, dat komeet geen magnetisch veld heeft, bevestigd. (EE)
→ Rosetta’s last words: science descending to a comet
6 december 2016
Wetenschappers hebben vijfhonderd kosmische stofdeeltjes opgediept uit de dakgoten van Parijs, Oslo en Berlijn. De deeltjes, die magnetische mineralen bevatten, zijn met behulp van magneten onttrokken aan ongeveer driehonderd kilogram drek die zich in de loop van de jaren in de dakgoten heeft verzameld. Al sinds de jaren ’40 van de vorige eeuw is bekend dat er jaarlijks vele tonnen stof, deels afkomstig van planetoïden en kometen, de aardatmosfeer binnenkomen. Eenmaal aangekomen in de stratosfeer raken deze deeltjes vermengd met aards materiaal, zoals vulkanische asdeeltjes, woestijnstof en stuifmeel. En uiteindelijk komt een deel van dat mengsel terecht op de daken van huizen. Vermoed werd dat het praktisch onmogelijk zou zijn om kosmische deeltjes in het vele ‘dakvuil’ op te sporen. Bij eerdere onderzoeken werden wel ‘verdachte’ deeltjes aangetroffen, maar die bleken in alle gevallen afkomstig te zijn van vervuilende industrieën. Daarom vertrouwden wetenschappers liever op vliegtuigen om hoog in de stratosfeer deeltjes op te pikken. Ook in het ijs van Antarctica en de diepe oceanen zijn kosmische stofdeeltjes opgespoord. Maar nu is het voor het eerst ook gelukt om zulke stofdeeltjes te onttrekken aan het materiaal dat zich in stedelijke dakgoten heeft verzameld. De bolvormige deeltjes blijken groter te zijn dan de deeltjes die elders zijn aangetroffen: 0,3 millimeter in plaats van de meer gebruikelijke 0,01 millimeter. Ook de kristalstructuur blijkt af te wijken van de veel oudere deeltjes van Antarctica. De verschillen houden mogelijk verband met de baanverstoringen die de deeltjes in de loop van de geschiedenis van ons zonnestelsel hebben ondergaan. Zulke verstoringen hebben gevolgen voor de snelheden waarmee de deeltjes op aarde aankomen. (EE)
→ Cosmic dust grains found on city rooftops for the first time
17 november 2016
Enkele maanden voordat de komeet 67P/Churyumov-Gerasimenko vorig jaar zijn kleinste afstand tot de zon bereikte, was er koolstofdioxide-ijs aan zijn oppervlak te zien – iets dat nog nooit eerder bij een komeet was waargenomen. Later doken ook twee ongewoon grote plekken met bevroren water op. Een en ander blijkt uit waarnemingen van de Europese ruimtesonde Rosetta, die tot voor kort om de komeet cirkelde (Science, 18 november). De laag koolstofdioxide-ijs was ongeveer zo groot als een voetbalveld, de twee waterijsplekken waren groter dan een Olympisch zwembad. De ijslagen bevonden zich allemaal in hetzelfde gebied, dat tot augustus 2015 aan de schaduwkant van de komeet lag. Toen ook dat deel van de komeet door de zon werd beschenen, verdampte het oppervlakte-ijs snel. Het bestaan van de ijslagen werd in maart 2015 opgemerkt door de infraroodspectrometer VIRTIS, die ook het donkere deel van komeet 67P kon onderzoeken. Dat een komeet als 67P koolstofdioxide bevat is niet echt verrassend: het is na water het meest voorkomende gas dat een komeet tijdens zijn nadering van de zon uitstoot. Maar het valt niet mee om dit gas in vaste toestand op het oppervlak van een komeet waar te nemen. Koolstofdioxide is namelijk een zeer vluchtige verbinding die in het vacuüm van de ruimte al bij een temperatuur van 193 graden onder nul verdampt. Drie weken na zijn ontdekking was het koolstofdioxide-ijs alweer verdwenen. De wetenschappers vermoeden dat het waargenomen koolstofdioxide-ijs tijdens de vorige ‘zomer’ vanuit het nog relatief warme inwendige van de komeet op weg was naar buiten, maar door de kort daarop invallende kou werd ‘verrast’ en op het oppervlak achterbleef. (EE)
→ Icy surprises at Rosetta's comet
9 november 2016
Op basis van computersimulaties zijn astrofysici van de universiteit van Bern tot de conclusie gekomen dat de ‘eendvorm’ van komeet 67P/Churyumov-Gerasimenko pas een miljard jaar geleden tot stand is gekomen. De twee delen waaruit de komeet is opgebouwd zouden brokstukken zijn van een groter ijsachtig object. Tot nu toe gingen wetenschappers ervan uit dat komeet 67P, die grondig onderzocht is door de Europese ruimtesonde Rosetta, haar opvallende vorm al heel vroeg in de geschiedenis van het zonnestelsel heeft gekregen. Dat zou het gevolg zijn van een vrij zachte botsing tussen twee kleinere ijsachtige objecten. Volgens de Zwitserse wetenschappers is het echter heel onwaarschijnlijk dat een komeet zo lang ongeschonden kan blijven. Voor komeet 67P geldt dat al helemaal: de ‘hals’ die de beide delen van de komeet met elkaar verbindt is uitermate zwak en vertoont zelfs barsten. Er is dus niet veel voor nodig om de komeet uit elkaar te laten vallen. Het nieuwe onderzoek laat zien dat kometen als 67P in de loop van de tijd bij menige botsing betrokken zijn geweest. En dat maakt het aannemelijk dat de huidige vorm van Rosetta’s komeet – waarschijnlijk het resultaat van een hele reeks botsingen – nog niet zo lang bestaat. De twee delen van komeet 67P zouden brokstukken zijn van een ongeveer vijf kilometer groot object dat in botsing is gekomen met een enkele honderden meters grote soortgenoot. Die botsing was niet zo hard dat het object geheel werd verpulverd, maar wel hard genoeg om deze in twee stukken te breken. Deze laatste zouden zich vervolgens weer hebben samengevoegd tot het object dat we nu als komeet 67P kennen. (EE)
→ Chury is much younger than previously thought
17 oktober 2016
Al lang is bekend dat kometen plotselinge asymmetrische helderheidsveranderingen kunnen ondergaan. Sinds we kometen hebben bezocht met ruimtesondes, zoals onlangs Rosetta bij komeet 67P/Churyumov-Gerasimenko, weten we dat er pluimvormige uitbarstingen voorkomen die doen denken aan geisers op aarde en enkele manen in ons zonnestelsel. Maar voor een geiser is een energiebron nodig, diep onder de grond, en die ontbreekt op een ijskoude komeet. Jordan Steckloff van het Planetary Science Institute (Tucson, Arizona) doet daarom de suggestie dat deze uitbarstingen veroorzaakt worden door lawines op het oppervlak van een komeet.
Op het oppervlak van kometen zijn er gebieden onder aan heuvels en kliffen die rijk zijn aan ijsachtig materiaal dat daar actief sublimeert, dus rechtstreeks overgaat in gas. Dit verdampende gas veroorzaakt een zwakke wind. Als korrelachtig materiaal van de heuvel of klif afglijdt, dan kan het in een smalle bundel door de wind worden meegenomen. Dit model is in overeenstemming met gegevens verzameld door Rosetta en biedt een mechanisme om deze uitbarstingen te onderzoeken en te achterhalen hoeveel materiaal bij zo’n lawine naar beneden glijdt. (EM)
→ Avalanches, Not Internal Pressure, Cause Comet Nuclei Outbursts (oorspronkelijk persbericht)
30 september 2016
Om even na 13.19 uur heeft het ESA-vluchtleidingcentrum in Darmstadt het allerlaatste levensteken ontvangen van de ruimtesonde Rosetta. Daarmee is een einde gekomen aan de succesvolste Europese ruimtemissie tot nu toe. Rosetta kreeg donderdagavond de opdracht om van een hoogte van 19 kilometer heel langzaam af te dalen naar het oppervlak van de komeet 67P/Churyumov-Gerasimenko. Het doel van deze manoeuvre was om van nog heel dichtbij metingen te kunnen doen en foto’s te kunnen maken van het komeetoppervlak. Het lijkt erop dat Rosetta die taak tot een goed einde heeft gebracht. De ruimtesonde heeft nog tot vijf seconden voor de touchdown foto’s naar de aarde overgeseind. Onderwijl zijn onder meer ook metingen gedaan van de dichtheid van het gas en stof in de naaste omgeving van de komeet. Ook die gegevens zijn veilig aangekomen. Hoe het uiteindelijk met de ruimtesonde is afgelopen, zullen we nooit weten. Bij haar eerste aanraking met het oppervlak is haar zender automatisch uitgeschakeld. Mogelijk heeft ze nog een kleine buiteling gemaakt of is ze nog een keertje omhoog gestuiterd. Hoe dan ook: haar missie is nu voorbij.
Wetenschappers zijn overigens nog lang niet klaar met de komeet. Volgens missiewetenschapper Matt Taylor heeft Rosetta onze ideeën over het ontstaan van het zonnestelsel compleet overhoop gegooid. ‘Hier hebben we nog decennia werk aan,’ aldus Taylor kort voor Rosetta’s landing. (EE)
→ Mission complete: Rosetta’s journey ends in daring descent to comet
30 september 2016
Gisteravond om 22.48 uur Nederlandse tijd is de Europese ruimtesonde Rosetta begonnen aan het laatste deel van haar reis. Met een korte stoot van haar raketmotor is de sonde op ‘ramkoers’ gezet naar het oppervlak van de komeet waar zij de laatste twee jaar omheen heeft gedraaid. Onderweg zullen de meeste instrumenten van Rosetta metingen blijven doen, en ook zullen van steeds dichterbij foto’s worden gemaakt. Zoals het er nu naar uitziet, zal Rosetta vandaag rond 12.38 uur op de komeet belanden. Dat betekent tevens het einde van de succesvolle missie van de ruimtesonde. Omdat de radiosignalen van Rosetta er 40 minuten over doen om de aarde te bereiken, zal er pas rond 13.18 uur een einde komen aan de stroom gegevens die zij naar de aarde zendt. Wetenschappers hopen dat de ruimtesonde tot het allerlaatst zal blijven functioneren, om de komeet van héél dichtbij te kunnen onderzoeken.
[Update: om even voor 13.20 uur is het laatste levensteken van Rosetta ontvangen. De ruimtesonde is dus ‘geland’. In het vluchtleidingscentrum van ESA in Darmstadt werd de gebeurtenis met een ingehouden applausje gevierd, maar echt blij is niemand over het einde van de sucsesvolle missie. Tot 5 seconden voor de touchdown heeft Rosetta nog beelden naar de aarde overgeseind.] (EE)
→ Volg de verdere ontwikkelingen
27 september 2016
De afgelopen twee jaar heeft de Europese ruimtesonde Rosetta allerlei eigenschappen van komeet 67P/Churyumov-Gerasimenko in de gaten gehouden. Daarbij ging het onder meer om de hoeveelheid waterdamp die de komeet de ruimte in blaast, en de mate waarin zijn waterproductie op verschillende afstanden tot de zon varieert. Uit de gegevens van Rosetta blijkt dat toen de ruimtesonde in augustus 2014 bij de komeet aankwam, de wateruitstoot enkele tientallen tonnen per dag bedroeg. Toen de komeet een jaar later zijn kleinste afstand tot de zon bereikte, liep het waterverlies op tot bijna een miljoen ton per dag. In de maanden daarna nam de uitstoot weer sterk af. Het onderzoek heeft verder laten zien dat tijdens de eerste paar maanden de waterdamp voornamelijk afkomstig was van het noordelijk halfrond van de komeet, dat op dat moment het meeste zonlicht opving. Nadat in mei 2015 de zuidelijke zomer was aangebroken, verschoof de productie van waterdamp – veel sneller dan verwacht – naar het andere halfrond. Alles bij elkaar is komeet 67P de afgelopen twee jaar ongeveer 6,4 miljoen ton aan water kwijtgeraakt. Omdat de komeet behalve waterdamp ook andere gassen en stof uitstoot, zal het totale massaverlies naar schatting nog eens tien keer groter zijn geweest. Dat betekent dat de komeet tijdens deze nadering van de zon globaal een meter of vier is afgeslankt. (EE)
→ Rosetta measures production of water at comet over two years
23 september 2016
In de drie maanden rond zijn dichtste nadering van de zon, op 13 augustus 2015, heeft de Europese ruimtesonde Rosetta 34 korte maar hevige uitbarstingen geregistreerd van de komeet 67P/Churyumov-Gerasimenko. Onderzoek heeft laten zien waar die uitbarstingen zich hebben afgespeeld (Monthly Notices of the Astronomical Society, 23 september). De kortstondige uitbarstingen van de komeet onderscheiden zich duidelijk van zijn normale, gestage uitstoot van waterdamp en stof, die op en neer gaat met de opkomst en ondergang van de zon. Bij zo’n uitbarsting worden binnen luttele minuten grote hoeveelheden stof weggeblazen. Tijdens zijn dichtste nadering van de zon verdween op die manier gemiddeld eens in de dertig uur – ruwweg 2,5 rotatie van de komeet – naar schatting 60 tot 260 ton aan materiaal de ruimte in. Het onderzoek van de uitbarstingen laat zien dat ongeveer de helft optrad in gebieden waar de zon net was opgekomen en het komeetoppervlak na een koude nacht weer begon op te warmen. Vermoed wordt dat de snelle temperatuurstijging zoveel spanning in het oppervlak veroorzaakt dat er breuken ontstaan en vluchtig materiaal op explosieve wijze kan ontsnappen. De overige uitbarstingen, die bijna allemaal rond het middaguur optraden, kennen waarschijnlijk een andere oorsprong. Zij worden waarschijnlijk veroorzaakt door dieper gelegen ‘pockets’ van vluchtige stoffen, die pas na enkele uren zo ver zijn opgewarmd dat ze op explosieve wijze kunnen ontsnappen. De meeste uitbarstingen lijken te zijn opgetreden waar het komeetlandschap sterke topografische overgangen vertoont, bijvoorbeeld bij steile kliffen en diepe zinkgaten. Ook het vele puin dat in deze gebieden is aangetroffen wijst erop dat hier sterke erosieprocessen aan het werk zijn. Slechts één van de uitbarstingen vond bij nacht plaats. Waarschijnlijk betrof het hier een klifwand die door erosie zo sterk was verzwakt, dat hij onder zijn eigen gewicht bezweek. (EE)
→ Summer fireworks on Rosetta’s comet
15 september 2016
De kleine komeet 332P/Ikeya-Murakami is bezig om uit elkaar te vallen. Tot die conclusie komen astronomen op basis van opnamen die in januari van dit jaar zijn gemaakt met de Hubble-ruimtetelescoop (Astrophysical Journal Letters, 15 september). De Hubble-opnamen laten zien dat de komeet 25 brokstukken van zich heeft afgeschud. Letterlijk, want de beelden wijzen erop dat komeet 332P zo snel om zijn as draait – de rotatietijd bedraagt enkele uren – dat er materiaal wordt weggeslingerd. Het resulterende puin heeft zich inmiddels verspreid over een 5000 kilometer lange staart. Volgens de astronomen, onder wie David Jewitt van de universiteit van Californië in Los Angeles, zijn de Hubble-beelden de scherpste die ooit van zo’n uiteenvallende komeet zijn gemaakt. Gedurende de drie dagen dat de komeet is gevolgd was zelfs de rotatie van de afzonderlijke brokstukken waarneembaar. De afgebrokkelde delen vormen naar schatting ongeveer vier procent van de massa van hun moederkomeet. Hun afmetingen variëren van ongeveer 20 tot 70 meter. Ze verwijderen zich met een snelheid van een paar kilometer per uur van 332P. Uit de Hubble-gegevens leiden de astronomen af dat de komeet bij zijn nadering van de zon zodanig is opgewarmd dat hij fonteinen van stof en gas uitstoot. Omdat het met een middellijn van 500 meter een vrij kleine komeet is, fungeren deze zogeheten jets als een soort raketmotoren die de rotatie van de komeet doen versnellen. Geschat wordt dat komeet 332P nog genoeg massa over heeft voor 25 van deze uitbarstingen. Omdat het ijzige hemellichaam de zon eens in de zes jaar nadert, zou dat betekenen dat hij over 150 jaar verdwenen is. (EE)
→ Hubble Takes Close-up Look at Disintegrating Comet
14 september 2016
In Argentinië is afgelopen weekend een naar schatting 30 ton wegende meteoriet opgegraven – een van de grootste die ooit op aarde zijn gevonden. De ontdekking is gedaan in de provincie Chaco, ruim duizend kilometer ten noordwesten van Buenos Aires. De vindplaats wijst erop dat de meteoriet, die ‘Gancedo’ is gedoopt, deel heeft uitgemaakt van een groter object waarvan de brokstukken vier- tot vijfduizend jaar geleden in dezelfde omgeving zijn neergeploft. De ijzermeteorieten die hiervandaan komen staan bekend onder de naam ‘Campo del Cielo’. Tot nu toe is in dit gebied naar schatting 100 ton aan kosmisch puin opgegraven. Het nu gevonden brokstuk is niet het grootste van de Campo del Cielo-familie. In 1980 is al een ongeveer 37 ton wegend exemplaar geborgen dat elf jaar daarvóór met een metaaldetector was opgespoord. De grootste meteoriet die tot nu toe op aarde is aangetroffen is de ongeveer 66 ton wegende Hoba-meteoriet die bijna een eeuw geleden in Namibië is opgegraven. (EE)
→ A giant meteorite has just been unearthed in Argentina
9 september 2016
Ruimtesonde Rosetta is begonnen aan haar laatste kunstje. Sinds 9 augustus doorloopt zij elliptische omloopbanen die haar stapsgewijs steeds dichter bij het ijzige oppervlak van komeet 67P/Churyumov-Gerasimenko brengen. Dat moet op 24 september a.s. resulteren in een ‘flyover’ waarbij de komeet tot op minder dan een kilometer wordt genaderd. Dat is de opmaat naar een korte reeks koerscorrecties die er uiteindelijk toe zullen leiden dat Rosetta op 30 september een buiklanding maakt op de komeet. Haar laatste rustplaats ligt op de ‘kop’ van de komeet, waar het oppervlak tal van diepe putten vertoont. Dat zijn plekken waar waterdamp en stof uit de komeet ontsnappen. Wetenschappers zijn heel geïnteresseerd in de bobbelige structuur die de wanden van deze putten vertonen. Deze structuur wijst erop dat de komeet is opgebouwd uit brokstukken van ongeveer een meter groot – zogeheten kometesimalen. Tijdens haar crash, die overigens heel traag verloopt, zal de Europese ruimtesonde de kometesimalen van heel dichtbij kunnen bekijken. Tot het allerlaatst zullen enkele van haar instrumenten metingen blijven doen. (EE)
→ Rosetta’s descent towards region of active pits
5 september 2016
De kleine Europese komeetlander Philae is terecht. Uit beelden die zijn ‘moederschip’ Rosetta minder dan een maand voor het einde van haar missie heeft gemaakt, blijkt dat de kleine sonde bij zijn landing op 12 november 2014 in een donkere spleet op komeet 67P/Churyumov-Gerasimenko is beland. Philae is ontdekt op opnamen die afgelopen vrijdag met een van de camera’s van Rosetta zijn gemaakt. Bij het zien van de beelden was het voor ESA-technici onmiddellijk duidelijk waarom de communicatie met de sonde steeds zo moeizaam verliep. Hij is vrijwel precies op zijn kant terechtgekomen, waardoor zijn antenne niet de goede kant op wees. Over de precieze landingsplek van Philae heeft bijna twee jaar onduidelijkheid bestaan. Na zijn landing heeft de sonde weliswaar een paar dagen metingen kunnen doen, en de resultaten ervan via Rosetta overgeseind naar aarde, maar daarna werd het vrijwel stil. Alleen in juni 2015 kon het contact met de komeetlander nog eventjes worden hersteld. Op 30 september a.s. komt er een definitief einde aan de alles bij elkaar toch heel succesvol verlopen Europese kometenmissie. Dan zal ook Rosetta naar het oppervlak van komeet 67P afdalen, waarbij tot op het laatste moment metingen worden gedaan. (EE)
→ Philae Found!
31 augustus 2016
Een internationaal team van wetenschappers met daarbij Pascale Ehrenfreund van de Universiteit Leiden heeft ontdekt dat de stofdeeltjes van komeet 67P/Churyumov–Gerasimenko zijn opgebouwd uit nog kleinere stofdeeltjes. Deze ontdekking bevestigt de heersende theorie dat klonten stof de basis vormen waaruit kometen en planeten ontstaan. De onderzoekers publiceren hun bevinding donderdag in het wetenschappelijk tijdschrift Nature. De wetenschappers gebruikten voor hun onderzoek een atoomkrachtmicroscoop in de ruimte. De microscoop bevindt zich aan boord van het onbemande ruimtevaartuig Rosetta dat twee jaar geleden na een reis van tien jaar aankwam bij de komeet 67P. Dankzij het onderzoek aan de stofdeeltjes van de komeet kunnen wetenschappers meer te weten komen over hoe ons zonnestelsel is gevormd. Kometen zijn namelijk een soort tijdcapsule. Ze bevatten materiaal in een bijna ongerepte staat, dat wil zeggen, zoals het eruit zag 4,7 miljard jaar geleden toen ons zonnestelsel werd gevormd. Het is voor het eerst dat deze ongerepte stofdeeltjes van een komeet in zulk detail en van zo dichtbij zijn bekeken. Een eerdere expeditie naar komeet Wild 2 in 2004 ging op grote afstand langs een komeet. En bij onderzoek naar ruimtestof in de aardatmosfeer kan dat stof veranderd zijn door langdurige inwerking van zonnestraling en door botsingen met andere deeltjes. Het instrument dat de onderzoekers gebruikten heet MIDAS: Micro-Imaging Dust Analysis System. Het instrument toont de grootte, de vorm en de structuur van het komeetstof. Het blijkt dat het stof bestaat uit klonten van kleinere korrels. De stofdeeltjes verschillen in grootte: van tientallen micrometers tot enkele honderden nanometers. En ze variëren van vorm: van losse korrels tot grotere, poreuze, langwerpige klonten. Ook vonden de onderzoekers een klont die bestaat uit 114 kleinere stofdeeltjes. Eerder al bekeken onderzoekers met een ander instrument de grotere brokken stof van 67P. Die bleken op hun beurt weer uit kleinere brokjes te bestaan. Met MIDAS konden de kleinste deeltjes worden bestudeerd. De waarnemingen die nu door Ehrenfreund en haar collega’s worden gepubliceerd, bevestigen de theorieën die voorspellen dat kometen en planeten zijn opgebouwd uit kleine stofdeeltjes die samensmelten tot grotere en waaruit uiteindelijk planeten en kometen vormen.
→ Oorspronkelijk persbericht
25 augustus 2016
Op 19 februari 2016 is de Europese komeetverkenner Rosetta getuige geweest van een krachtige uitbarsting van komeet 67P/Churyumov-Gerasimenko. De waarnemingen zijn vandaag gepubliceerd in Monthly Notices of the Royal Astronomical Society.
Rond 10.40 uur Nederlandse tijd die ochtend namen vrijwel alle wetenschappelijke instrumenten van Rosetta een toename van activiteit waar: het ijle gas-omhulsel van de kleine, ijzige komeetkern werd in korte tijd enorm veel helderder; de temperatuur van het gas nam met dertig graden toe, en ruim een uur later, rond 12.15 uur Nederlandse tijd, werd Rosetta 'gezandstraald' door een ca. dertig maal grotere hoeveelheid kleine en grote stofdeeltjes dan normaal. De waarnemingen werden verricht op een afstand van slechts 35 kilometer van de komeetkern.
Uit een uitgebreide analyse van alle metingen concluderen onderzoekers nu dat er vermoedelijk sprake is geweest van een kleine 'landverschuiving' in het Atum-gebied op een van de twee 'uiteinden' van de haltervormige komeetkern. Daar bevindt zich een steile helling die zojuist uit de schaduw tevoorschijn kwam en weer voor het eerst door de zon werd beschenen. Dat heeft vermoedelijk geleid tot een soort explosieve verdamping van het ijs dat zich direct onder het stoffige komeetoppervlak bevindt.
Waarnemingen zoals deze kunnen helpen om de inwendige structuur van kometen beter te begrijpen. (GS)
→ Rosetta captures comet outburst
18 augustus 2016
De Perseïden-meteorenzwerm, die zijn piek dit jaar beleefde in de nacht van 11 op 12 augustus, is op spectaculaire wijze vastgelegd door de allsky-camera's van het SkySentinel-netwerk. Dit netwerk bestaat momenteel uit bijna 60 allsky-camera's, verspreid over de Verenigde Staten (plus enkele camera's elders op de wereld). Ze maken continu, dag en nacht, opnamen van de gehele hemel. Studenten van het Florida Institute of Technology gebruiken de allsky-camera's om onderzoek te doen aan vallende sterren, bliksemontladingen en andere kortdurende verschijnselen aan de hemel. De foto is een compositie van SkySentinel-opnamen van verschillende camera's. (GS)
→ Specialized Cameras Capture Perseid Meteor Shower From FIT, Around the World
8 augustus 2016
De activiteit van de Perseïden, de meteorenzwerm die elk jaar rond 12 augustus zijn opwachting maakt, vertoont momenteel de gebruikelijke stijgende lijn. Maar met een beetje geluk zullen komende week extra veel ‘vallende sterren’ te zien zijn – met dank aan de planeet Jupiter. Meteoren of vallende sterren zijn kortstondige snelle lichtsporen die aan de hemel verschijnen. Ze worden veroorzaakt door kosmisch gruis, dat in de aardatmosfeer terechtkomt. Dat gebeurt met zo’n hoge snelheid dat luchtmoleculen rond de gruisdeeltjes aan het gloeien worden gebracht. Hierdoor ontstaat het lichtspoor dat we aan de hemel zien. De grootste aantallen meteoren verschijnen wanneer de aarde het stofspoor van een komeet doorkruist. Dat gebeurt meerdere keren per jaar, met name begin januari, medio december en rond 12 augustus dus. In dat laatste geval trekt de aarde door het stofspoor van de komeet 108P/Swift-Tuttle. De Perseïden vertonen een breed maximum, dat dit jaar voor Nederland e.o. overigens niet erg gunstig valt. Volgens gegevens van de International Meteor Organization zijn de meeste vallende sterren te zien op vrijdag 12 augustus tussen 10 uur ’s ochtends en middernacht – grotendeels overdag dus. Maar ook in de (late) nachten van 11 op 12 en van 12 op 13 augustus kunnen – bij heldere donkere hemel – nog tientallen meteoren per uur te zien zijn. De precieze aantallen hangen mede af van het storende licht van de maan, die pas na enen ondergaat. Een gunstige factor dit jaar is dat computerberekeningen laten zien dat het stofspoor van komeet Swift-Tuttle zodanig is verstoord door de zwaartekrachtsinvloed van de planeet Jupiter, dat de aarde wellicht een dichter deel ervan zal doorkruisen. Of dat ook werkelijk zo is, zullen we moeten afwachten. Maar áls dat het geval is, kan het aantal Perseïden vooral in de nacht van 11 op 12 augustus flink oplopen. Belangrijker nog dan de activiteit van de Perseïden en het storende maanlicht is overigens de weersverwachting. Helaas ziet die er voor de eerste Perseïden-nacht niet goed uit. Mogelijk is het in de nacht van vrijdag op zaterdag wél helder. (EE)
→ Mogelijk bijzondere Perseïden-sterrenregen in de nachten van 11/12 en 12/13 augustus
28 juli 2016
Een gedetailleerde analyse van gegevens die zijn verzameld door de Europese ruimtesonde Rosetta bevestigt dat kometen oude restanten zijn uit de begintijd van ons zonnestelsel, en geen jongere brokstukken die zijn ontstaan door achtereenvolgende botsingen tussen grotere objecten. Tot die conclusie komt een internationaal team van wetenschappers, onder leiding van Björn Davidsson van het Jet Propulsion Laboratory van NASA (Astronomy & Astrophysics, 28 juli). Rosetta’s onderzoek van komeet 67P/Churyumov-Gerasimenko heeft geleerd dat de beide lobben van dit object een lage dichtheid hebben, een hoge porositeit en een gelaagde opbouw. Dat laatste suggereert dat de twee lobben vóór hun uiteindelijke fusie geleidelijk materiaal hebben verzameld. En hun poreuze karakter wijst erop dat ze waarschijnlijk geen overblijfselen zijn van harde botsingen: dan zouden ze een compactere structuur moeten vertonen. Het feit dat de beide delen van de komeet dezelfde gelaagdheid vertonen, vertelt bovendien dat ze een vergelijkbare voorgeschiedenis hebben. Het beeldmateriaal van Rosetta laat verder zien dat komeet 67P een klonterige structuur vertoont. Hij lijkt te zijn ontstaan uit brokken ijs en gesteente met afmetingen van enkele meters – zogeheten kometesimalen. En de gassen die de komeet door opwarming door de zon uitstoot zijn rijk aan vluchtige stoffen zoals koolstofmonoxide, zuurstof, stikstof en argon.Al met al wijzen de waarnemingen erop dat kometen onder uiterst koude omstandigheden zijn ontstaan, en in de loop van hun leven niet hebben blootgestaan aan significante thermische processen. Hun ontstaansgeschiedenis zou een heel rustige zijn geweest: nadat vroeg in de geschiedenis van het zonnestelsel de grote hemellichamen waren ontstaan, bleven in het buitengebied van het zonnestelsel nog bescheiden hoeveelheden gruis en ijsdeeltjes achter. Dit restmateriaal lijkt heel geleidelijk te zijn samengeklonterd tot kometen als 67P, die dus een schat aan informatie bevatten over de eigenschappen van de wolk van gas en stof waaruit 4,6 miljard jaar geleden de zon, de planeten en de kleinere leden van ons zonnestelsel zijn ontstaan. (EE)
→ How comets are born
30 juni 2016
Een team van Nederlandse en Schotse onderzoekers, onder leiding van Simon Portegies Zwart (Sterrewacht Leiden), heeft een verklaring gevonden voor het chaotische gedrag van de baan van de komeet Halley. De bevindingen van de onderzoekers verschijnen binnenkort in het vaktijdschrift Monthly Notices of the Royal Astronomical Society. Komeet Halley is ongeveer eens in de 75 jaar vanaf de aarde te zien. De laatste keer was in 1986, de volgende keer in 2061. Ondanks zijn regelmatige terugkeer is de baan van de komeet niet precies te voorspellen. Dit komt deels door de processen binnenin de komeet, maar belangrijker is dat de baan van Halley wordt verstoord door de chaotische wisselwerking met de planeten en met ruimtepuin. De heersende mening onder astronomen was dat de terugkeer van komeet Halley niet precies te berekenen is, omdat zijn baan chaotisch zou zijn op een tijdschaal van slechts zeventig jaar. Een team van astronomen heeft nu met uiterst precieze berekeningen aangetoond dat de komeetbaan stabiel is over een tijdschaal van meer dan driehonderd jaar. Dat is veel langer dan gedacht. Verrassend genoeg blijkt momenteel niet de grote planeet Jupiter, maar de veel kleinere planeet Venus de meeste invloed te hebben op de omloopbaan van komeet Halley. Maar daar komt over 3000 jaar verandering in. Dan zal de komeet Jupiter relatief dicht naderen en een flinke duw krijgen. Vanaf dat moment heeft Jupiter de touwtjes in handen, al is onduidelijk welke gevolgen dat zal hebben voor de verdere ontwikkeling van de omloopbaan van komeet Halley
.→ Volledig persbericht
30 juni 2016
Over precies drie maanden komt er een einde aan de succesvolle missie van de Europese ruimtesonde Rosetta, die momenteel om de komeet 67P/Churyumov-Gerasimenko cirkelt. Ter afsluiting zal Rosetta een vrij zachte, maar fatale landing op de komeet maken. Deze afloop was onvermijdelijk. Komeet 67P neemt steeds meer afstand tot zon en aarde, waardoor de opbrengst van Rosetta’s zonnepanelen gestaag afneemt en de dataoverdracht steeds langzamer gaat. Daarbij komt nog dat de ruimtesonde, na twaalf jaar te hebben blootgestaan aan de zware omstandigheden in de ruimte, waarbij ze ook nog eens twee jaar is bestookt met kometenstof, wel zo’n beetje aan haar eindje is. In 2014 is nog even overwogen om Rosetta in ‘winterslaap’ te brengen en gewoon met de komeet mee te reizen naar het verste punt van diens baan – even voorbij de omloopbaan van Jupiter. Dan zou ze haar onderzoek over een jaar of vijf theoretisch gewoon weer kunnen oppakken. Maar op die grote afstand van de zon kan Rosetta simpelweg niet genoeg warmte opwekken om de lange winter te kunnen overleven. Daarom is besloten om Rosetta, net als haar kleine landingsmodule Philae, te laten afdalen naar het oppervlak van de komeet. In haar laatste uren kan de ruimtesonde dan nog unieke close-ups maken en metingen van dichtbij doen. Maar zodra ze het oppervlak bereikt, zal de radioverbinding met de aarde wegvallen. De exacte landingsplek staat overigens nog niet vast. (EE)
→ Rosetta Finale Set For 30 September
27 juni 2016
In de Antarctische meteoriet EET 83309 is opaal aangetroffen. Uit de isotopensamenstelling blijkt duidelijk dat het opaal een buitenaardse oorsprong heeft. Eerder zijn alleen in een Marsmeteoriet enkele opaalkristallen ontdekt. Opaal bestaat uit een 'raamwerk' van het aan kwarts verwante siliciumdioxide, waarin watermoleculen zijn opgesloten. De vondst biedt ondersteuning aan de theorie dat het water op aarde voor een deel afkomstig is van planetoïden en meteorieten.
De structuur van de meteoriet wijst uit dat hij afkomstig is van het oppervlak van een planetoïde. Dat oppervlak heeft meerdere meteorietinslagen te verduren gekregen; de sporen daarvan zijn in EET 83309 terug te vinden. De onderzoekers gaan ervan uit dat het water (in de vorm van ijs) door verschillende meteorieten naar het oppervlak van de planetoïde is gebracht.
Er zijn meer aanwijzingen dat meteorieten en planetoïden water bevatten en dat het water op aarde voor een belangrijk deel van deze objecten afkomstig is. De ontdekking van opaal in EET 83309 is vandaag gepresenteerd op de National Astronomy Meeting van de Royal Astronomical Society. (GS)
→ Opal Discovered in Antarctic Meteorite
1 juni 2016
Amerikaans onderzoek wijst erop dat sommige periodieke kometen – kleine ijsachtige hemellichamen die in minder dan 200 jaar om de zon draaien – geregeld in twee stukken breken, om de breuk na een tijdje weer te lijmen. Dat blijkt uit een analyse van het rotatiegedrag van onder meer de tweelobbige komeet 67P/Churyumov-Gerasimenko (Nature, 1 juni). De ‘hals’ van komeet 67P, die qua vorm aan een badeendje doet denken, vertoont twee fikse breuken. Computerberekeningen laten zien dat op precies die plek barsten ontstaan wanneer de komeet niet in ongeveer 12 uur om zijn as zou draaien, zoals nu, maar in 7 à 9 uur. De rotatietijd van een komeet wordt door allerlei factoren beïnvloed. Zo kan een dichte nadering van Jupiter de draaiing van een komeet zowel versnellen als vertragen. Ook de ‘gasuitstoot’ van de komeet zelf, die op gang komt wanneer zijn ijs onder invloed van de zonnewarmte in dampvorm overgaat, is van invloed op de draaiing. De modelberekeningen laten zien dat zodra 67P in minder dan 7 uur om zijn as draait, zijn ‘kop’ losschiet. Maar dat gaat zo geleidelijk dat de twee stukken gewoon om elkaar blijven draaien, en na een aantal weken, dagen of uren gewoon weer samensmelten. Het is denkbaar dat dit proces zich voortdurend blijft herhalen. Tweelobbige kometen zoals 67P komen veel voor. Van de zeven kometen waar detailrijke beelden van beschikbaar zijn, zijn er slechts twee níét tweelobbig. (EE)
→ Study Shows How Comets Break Up, Make Up
27 mei 2016
De komeet 67P/Churyumov-Gerasimenko, die al bijna twee jaar gezelschap heeft van de Europese ruimtesonde Rosetta, bevat twee ingrediënten die cruciaal zijn voor levende organismen. Het gaat om het aminozuur glycine, dat aan de basis staat van veel eiwitten, en fosfor, een belangrijk bestanddeel van DNA en celmembranen (Science Advances, 27 mei). Aminozuren zijn organische verbindingen van koolstof, zuurstof, waterstof en stikstof. Glycine is het meest eenvoudige aminozuur, en teven het moeilijkst aantoonbare. Het is tot nu toe slechts in een tweetal buitenaardse objecten aangetoond: in deeltjes van de komeet Wild 2, die door de Amerikaanse ruimtesonde Stardust naar de aarde zijn gebracht, en in de Murchison-meteoriet. Helemaal onomstreden zijn die detecties echter niet: in beide gevallen zou de glycine van aardse oorsprong kunnen zijn. Daarmee is de detectie van glycine in (de stofrijke atmosfeer of coma van) komeet 67P de eerste waar geen twijfel over bestaat. Naast glycine zijn ook enkele andere organische moleculen opgespoord die als ‘voorlopers’ van glycine worden beschouwd. Glycine is het enige aminozuur dat geen vloeibaar water nodig heeft om zich te kunnen vormen. Wetenschappers nemen aan dat de gedetecteerde glycine oorspronkelijk is ontstaan in ijzige interstellaire stofdeeltjes of door de inwerking van ultraviolette straling op ijs, en pas later in komeet 67P is terechtgekomen. (EE)
→ Rosetta’s comet contains ingredients for life
12 mei 2016
Met de Hubble Space Telescope is een stoffontein ontdekt die afkomstig is van de kern van komeet 252P/LINEAR. De kleine komeet vloog op 21 maart 2016 op slechts 5,3 miljoen kilometer afstand langs de aarde (ca. 14 maal de afstand aarde-maan); kort daarna werd hij bestudeerd door de ruimtetelescoop. Op de Hubble-foto's is het zonlicht te zien dat door de stofdeeltjes wordt weerkaatst. Door opnamen op verschillende dagen te maken is ook de rotatie van de stofpluim in beeld gebracht, veroorzaakt door de rotatie van de komeetkern. Nooit eerder heeft Hubble een hemellichaam op zo'n kleine afstand van de aarde waargenomen (afgezien van de maan). (GS)
→ Hubble Catches Views of a Jet Rotating with Comet 252P/LINEAR
29 april 2016
Astronomen hebben een uniek object ontdekt dat lijkt te bestaan uit materiaal uit het binnenste deel van het zonnestelsel, uit de tijd dat de aarde ontstond. Er zijn echter sterke aanwijzingen dat het hemellichaam bijna zijn hele leven opgeslagen is geweest in de Oortwolk, ver van de zon (Science Advances, 29 april). Waarnemingen met de Europese Very Large Telescope en de Canada-France-Hawaii Telescope laten zien dat C/2014 S3 (PANSTARRS) een langgerekte baan doorloopt – zoals een komeet – maar tegelijkertijd rotsachtig is – zoals een planetoïde. Het is voor het eerst dat een object van dit type is opgespoord. C/2014 S3 (PANSTARRS) is ontdekt met de Pan-STARRS1-telescoop en werd oorspronkelijk geclassificeerd als een weinig actieve komeet, iets meer dan twee keer zo ver van de zon als de aarde. Zijn huidige lange omlooptijd (ongeveer 860 jaar) wijst erop dat hij uit de Oortwolk komt, en vrij recent in een baan is geduwd die hem dichter bij de zon brengt. Zijn grootte wordt geschat op 250 tot 700 meter. Anders dan andere kometen uit de Oortwolk ontwikkelde C/2014 S3 (PANSTARRS) opmerkelijk genoeg geen staart. Nauwkeurig onderzoek van het licht dat door de ‘komeet’ wordt weerkaatst heeft nu laten zien dat het een typisch voorbeeld is van een planetoïde van type S. Zulke objecten worden doorgaans aangetroffen in het binnenste deel van de planetoïdengordel tussen de planeten Mars en Jupiter. Daaruit leiden de astronomen af dat dit object waarschijnlijk bestaat uit vers materiaal uit het binnenste deel van het zonnestelsel, dat miljarden jaren opgeslagen is geweest in de Oortwolk en nu weer op de weg terug is naar zijn geboorteplaats. Onduidelijk is nog hoeveel van zulke ‘rotsachtige kometen’ er in ons zonnestelsel te vinden zijn. Diverse theoretische modellen voorspellen het bestaan van zulke objecten, maar de voorspellingen van hun aantallen lopen uiteen. ‘Afhankelijk van hoeveel we er gaan vinden, zullen we weten of de reuzenplaneten door het zonnestelsel hebben gedanst toen ze jong waren, of dat ze rustig zijn opgegroeid, zonder al te veel van hun plek te komen,’ aldus de Belgische astronoom Olivier Hainaut, die heeft meegewerkt aan het onderzoek van C/2014 S3 (PANSTARRS). (EE)
→ Uniek brokstuk van ontstaan aarde komt na miljarden jaren terug uit de vriescel
18 april 2016
Röntgenwaarnemingen van kometen kunnen informatie opleveren over de samenstelling van de zonnewind - de stroom van elektrisch geladen deeltjes die door de zon de ruimte in wordt geblazen.
NASA's Chandra X-ray Observatory heeft in 2013 twee kometen bestudeerd die dat jaar door de binnendelen van het zonnestelsel bewogen: komeet C/2012S1 ISON en komeet C/2011S4 PanSTARRS. De röntgenstraling wordt opgewekt door ladingsuitwisseling tussen neutrale waterstofatomen in de ijle 'dampkring' van de komeet (de coma) en zware ionen in de zonnewind.
Uit de mooie, regelmatige vorm van de waargenomen röntgenemissie blijkt dat de coma van komeet ISON een relatief grote dichtheid heeft en voornamelijk uit gas bestaat; de diffusere röntgenemissie van komeet PanSTARRS wijst op een lagere dichtheid en een relatief grotere hoeveelheid stofdeeltjes.
Amerikaanse en Duitse astronomen hebben een nieuw model ontwikkeld om uit de waargenomen röntgenmetingen informatie af te leiden over de samenstelling van de zonnewind. Hun resultaten voor wat betreft de hoeveelheid koolstof- en zuurstof-ionen in de zonnewind komt goed overeen met metingen van de ACE-ruimtesonde (Advanced Composition Explorer). De nieuwe resultaten zijn gepubliceerd in The Astrophysical Journal. (GS)
→ Comets ISON & PanSTARRS: Comets in the "X"-Treme
14 april 2016
Een voormalige analist die voor het Amerikaanse ministerie van defensie heeft gewerkt, denkt een verklaring te hebben voor een geheimzinnig radiosignaal uit de ruimte dat bijna 40 jaar geleden werd opgevangen. Volgens hem zou een komeet de oorzaak kunnen zijn geweest. In 1977 speurde astronoom Jerry Ehman de hemel af met een radiotelescoop van Ohio State University. Het ging om een gerichte poging om eventuele signalen van buitenaardse beschavingen op te pikken. Toen Ehman op 15 augustus van dat jaar de telescoop op een kluitje sterren in het sterrenbeeld Boogschutter richtte, werd inderdaad een krachtige puls radiostraling opgevangen die ruim een minuut aanhield. Hij omcirkelde de gebeurtenis op de uitdraai van de meetgegevens en schreef er ‘Wow!’ naast. Uit een analyse bleek dat de puls waarschijnlijk afkomstig was uit de interstellaire ruimte. Maar ondanks talrijke pogingen werd het signaal daarna nooit meer waargenomen. Het leek erop dat het wel altijd een raadsel zou blijven. Astrofysicus Antonio Paris van St Petersburg College, Florida, heeft nu echter toch een mogelijke verklaring gevonden. Hij heeft vastgesteld dat op de dag van het Wow!-signaal twee kometen in de betreffende hemelstreek stonden – zwakke kometen die pas in 2006 en 2008 zijn ontdekt. Kometen bevatten veel waterstof, een element dat van nature radiostraling met een frequentie van 1420 megahertz uitzendt – dezelfde frequentie als waarop het Wow!-signaal werd opgevangen. Het is volgens Paris dus denkbaar dat het intrigerende radiosignaal van een van deze kometen afkomstig was. Om deze hypothese te toetsen, wil Paris een kleine radiotelescoop aanschaffen. Deze wil hij begin 2017 en begin 2018 op de Boogschutter richten, waar eerst de ene, dan de andere komeet weer doorheen trekt. Op die manier hoopt Paris het Wow!-signaal te kunnen reproduceren, al menen deskundigen dat het 1420 megahertz-signaal van kometen niet sterk genoeg kan zijn. Daar laat Paris zich echter niet door ontmoedigen. Voor de financiering van zijn project is hij een crowdfunding-campagne gestart waarmee 15.000 dollar moet worden binnengehaald. Dat bedrag is al bijna binnen. (EE)
→ Alien ‘Wow!’ signal could be explained after almost 40 years
10 april 2016
Komeet 67P/Churyumov-Gerasimenko, die de afgelopen jaren uitgebreid bestudeerd is door de Europese komeetverkenner Rosetta, is mogelijk in de binnendelen van het zonnestelsel ontstaan. Dat concluderen wetenschappers van het Southwest Research Institute op basis van Rosetta-metingen aan de coma van de komeet - de ijle wolk van gas die vrijkomt als gevolg van opwarming door de zon.
Kometen bestaan voor een belangrijk deel uit ijs. Sterrenkundigen weten echter niet of dat ijs amorf (vormeloos) is of kristallijn, met een regelmatige kristalstructuur. Bij kometen die in de verre, koude buitendelen van het zonnestelsel ontstaan verwacht je amorf ijs; bij samenklontering in de warmere, turbulentere binnendelen van het pasgeboren zonnestelsel zijn de omstandigheden juist gunstig voor de vorming van kristallijn ijs.
Uit de chemische samenstelling van de coma van komeet 67P, en de timing van het vrijkomen van verschillende vluchtige bestanddelen, leiden de onderzoekers nu af dat het ijs in de komeetkern zogeheten clatraten vormt: kristallijne structuren waarin kleine holtes voorkomen die gassen kunnen bevatten. De resultaten zijn op 8 april gepubliceerd in Science Advances. De aanwezigheid van kristallijne clatraten doet vermoeden dat Churyumov-Gerasimenko dichter bij de zon is ontstaan dan algemeen wordt aangenomen. (GS)
→ SwRI-led team identifies clathrate ices in comet 67P
7 april 2016
Wetenschappers hebben voor het eerst aangetoond dat kometenijs een goede voedingsbodem is voor ribose – een van de bouwstenen van genetisch materiaal in levende organismen. Daartoe hebben zij experimenten gedaan met kunstmatig ijs dat de samenstelling van kometen benadert (Science, 8 april). Het genetische materiaal van alle levende organismen op aarde bestaat uit de nucleïnezuren DNA en RNA. Aangenomen wordt dat het primitievere RNA – ribonucleïnezuur – aan de basis heeft gestaan van het leven op aarde. Volgens sommige wetenschappers zijn de moleculaire bouwstenen voor dat leven afgeleverd door kometen en planetoïden. In meteorieten – brokstukken van planetoïden – en kunstmatig kometenijs in laboratoria zijn inderdaad diverse aminozuren en nucleobasen aangetroffen. Maar ribose, een belangrijk bestanddeel van RNA, kon tot nu toe niet worden aangetoond. Bij het nieuwe onderzoek is dat nu wél gelukt. Volgens de wetenschappers versterkt dat het vermoeden dat kometen een belangrijke rol spelen bij de verspreiding van organische moleculen waaruit leven kan ontstaan – ook op andere plekken dan de aarde. Het kunstmatige kometenijs bestond uit een mengsel van water, methanol en ammoniak, dat de wetenschappers onder vacuüm lieten afkoelen tot 200 graden onder nul. Op die manier werden stofdeeltjes met een ijsmantel aangemaakt – het ruwe, korrelachtige materiaal waaruit kometen bestaan. Dit materiaal werd blootgesteld aan ultraviolette straling, net als in de moleculaire wolken in de ruimte waar deze korrels van nature ontstaan. Na afloop van het experiment werden in het ijs diverse suikers gedetecteerd, waaronder ribose. (EE)
→ Origin of life : an artificial comet holds the missing piece
7 april 2016
De komeet waar de Europese ruimtesonde Rosetta omheen cirkelt, is sinds de aankomst van de sonde van kleur veranderd. Dat blijkt uit waarnemingen die Rosetta in de periode augustus-november 2004 heeft gedaan. In die vier maanden nam de afstand van de komeet tot de zon af van 542 miljoen kilometer tot 438 miljoen kilometer, waardoor het ijsachtige object begon op te warmen. Bij aankomst trof Rosetta een extreem donker hemellichaam aan, dat ongeveer 6 procent van het ontvangen zonlicht weerkaatste. Deze donkere tint wordt veroorzaakt doordat een groot deel van het oppervlak is bedekt met een laag van donker, droog stof dat uit een mengsel van mineralen en organische stoffen bestaat. Door sublimatie (‘verdamping’) van het onderliggende ijs is steeds meer van dat oude stof de ruimte in geblazen, waardoor vers onderliggend materiaal bloot kwam te liggen. Dat nieuwe materiaal bevatte meer ijs, waardoor de komeet tegelijkertijd blauwer en helderder werd. Gemiddeld nam de helderheid van zijn oppervlak met ongeveer 34% toe. De gegevens van na november 2004 zijn nog niet volledig geanalyseerd, maar het lijkt erop dat de waargenomen trend zich heeft voortgezet. (EE)
→ The Color-Changing Comet
30 maart 2016
De reuzenplaneet Jupiter is op 17 maart mogelijk opnieuw getroffen door een kosmische projectiel - een planetoïde of een kleine komeet. Dat gebeurde in de afgelopen 22 jaar al vijf maal eerder; de beroemdste (en verreweg de zwaarste) inslag was die van komeet Shoemaker-Levy 9 in de zomer van 1994.
De Oostenrijkse amateursterrenkundige Gerrit Kernbauer maakte in de nacht van woensdag 16 op donderdag 17 maart video-opnamen van Jupiter met zijn 20-centimeter spiegeltelescoop. Tien dagen later, toen hij de opnamen bekeek, zag hij aan de rand van de planeetschijf een korte lichtflits, rond 01.18 uur Europese tijd. Een vergelijkbare lichtflits werd rond hetzelfde tijdstip (eveneens op video) vastgelegd door de Ierse amateur-astronoom John McKeon, met een iets grotere telescoop.
Eerder hebben hobby-astronomen al inslagen op Jupiter geregistreerd op 19 juli 2009, 3 juni 2010, 10 augustus 2010 en 10 september 2012. In 2009 veroorzaakte de inslag een duidelijk zichtbaar 'litteken' in de dampkring van de reuzenplaneet, vergelijkbaar met de donkere vlekken die in 1994 ontstonden na de inslagen van de brokstukken van komeet Shoemaker-Levy 9. (GS)
→ Nieuwsbericht Sky & Telescope
24 maart 2016
Astronomen hebben radarbeelden gemaakt van de komeet P/2016 BA14, die de aarde op 22 maart jl. op een afstand van slechts 3,6 miljoen kilometer passeerde. Het was voor het eerst sinds 1770 dat een komeet zo dicht in de buurt van de aarde kwam. Uit de beelden blijkt dat de komeet – die waarschijnlijk een brokstuk is van de grotere komeet 252P/LINEAR – onregelmatig van vorm is: een kruising tussen een ‘baksteen’ en een ‘peer’. Het object is ongeveer 1 kilometer groot en draait in 35 à 40 uur om zijn as. Waarnemingen met NASA’s Infrared Telescope Facility op Mauna Kea (Hawaï) laten zien dat P/2016 BA14 nog geen drie procent van het zonlicht dat op zijn oppervlak valt weerkaatst. De komeet is daarmee nog donkerder dan vers asfalt – wat overigens heel normaal is voor een komeet. (EE)
→ Comet Flying by Earth Observed with Radar and Infrared
18 maart 2016
Begin volgende week komen – kort na elkaar – twee kometen relatief dicht bij de aarde. Waarschijnlijk vormden de twee oorspronkelijk één object. Op 22 januari jl. werd met de PanSTARRS-telescoop op het eiland Maui (Hawaï) een nieuwe komeet ontdekt. Dat is allang geen opzienbarende gebeurtenis meer, maar met deze komeet, die de aanduiding P/2016 BA14 kreeg, was iets bijzonders aan de hand. Hij volgt bijna dezelfde baan als een komeet die al 16 jaar geleden is ontdekt: 252P/LINEAR. Dat kan haast geen toeval zijn. Het lijkt heel aannemelijk dat P/2016 BA14, die ongeveer half zo groot is als 252P/LINEAR, op enige moment van deze laatste is afgebroken. Verder onderzoek met de Hubble-ruimtetelescoop en de Infrared Telescope Facility van NASA zal daar mogelijk uitsluitsel over kunnen geven. Komeet 252P/LINEAR is ongeveer 230 meter groot en zal de aarde op 21 maart op een afstand van iets meer dan 5 miljoen kilometer passeren. Een dag later is het de beurt aan P/2016 BA14 die iets dichterbij komt: 3,5 miljoen kilometer. Voor zover bekend zijn de afgelopen 250 jaar slechts twee kometen nóg dichterbij gekomen. Op het moment van dichtste nadering is komeet 252P/LINEAR alleen waarneembaar vanaf het zuidelijk halfrond. Pas tegen het eind van de maand verhuist hij naar de noordelijke hemel. Komeet P/2016 BA14 is nu al aan de noordelijke hemel te vinden, maar dit object is dermate klein dat hij alleen met grote telescopen te zien is. (EE)
→ A ‘Tail’ of Two Comets
9 maart 2016
Toen komeet C/2013 A1 (Siding Spring) in oktober 2014 vlak langs Mars scheerde, werd de planeet gebombardeerd met een lawine van geladen deeltjes, afkomstig uit de coma – de uitgestrekte wolk van gas en stof die de komeetkern omgeeft. Dat blijkt uit metingen van de Amerikaanse ruimtesonde MAVEN, die enkele weken voor de passage van de komeet bij Mars was aangekomen. Om de gevoelige apparatuur van MAVEN tegen komeetschade te beschermen, besloot NASA om enkele van zijn instrumenten uit te schakelen – iets wat ook bij andere Marssondes gebeurde. Maar een paar meetinstrumenten van MAVEN, waaronder zijn magnetometer, bleven aan staan. Hierdoor kon een goed beeld worden verkregen van de ravage die de komeet kortstondig in de magnetosfeer van Mars aanrichtte. Anders dan de aarde wordt Mars niet beschermd door een sterk magnetisch veld. Zijn enige afweer bestaat uit een ijle atmosfeer, waarvan het bovenste deel – de ionosfeer – uit geladen deeltjes bestaat. De bewegingen van deze deeltjes genereren een zwak magnetisch veld dat niettemin sterk genoeg is om de geladen deeltjes van de zonnewind om de planeet te leiden. Tegen het magnetische veld van komeet Siding Spring had Mars echter geen verweer. De metingen van MAVEN laten zien dat het krachtige magnetische veld van de komeet tijdelijk samensmolt met de magnetosfeer van de planeet en deze zelfs overvleugelde. Hierdoor wist het dichte, centrale deel van de coma van de komeet het planeetoppervlak bijna of helemaal te bereiken. Heel lang duurde de invasie van komeetdeeltjes niet: een paar uur slechts. Maar waarschijnlijk werd daarbij wel een deel van de hoge atmosfeer van Mars weggeblazen – net zoals dat na een sterke uitbarsting van de zon gebeurt. (EE)
→ Close Comet Flyby Threw Mars’ Magnetic Field Into Chaos
9 maart 2016
Het ijs in het inwendige van de komeet 67P/Churyumov-Gerasimenko is grotendeels opgebouwd uit kristallen. Dat impliceert dat het zijn oorsprong vindt in de protosolaire nevel waaruit ons zonnestelsel is ontstaan. Tot deze conclusie komt een internationaal team van wetenschappers op basis van gegevens die zijn verzameld door de Europese ruimtesonde Rosetta (Astrophysical Journal Letters, 8 maart). Over de aard van het ijs waaruit kometen bestaan, bestonden twee hypotheses. Volgens de ene zou dat ijs kristallijn zijn, wat betekent dat de watermoleculen in een regelmatig patroon zijn geordend. Volgens de andere hypothese zou het ijs amorf – ongeordend – zijn. Deze kwestie is nu beslecht door Rosetta’s massaspectrometer Rosina. Met dit instrument zijn de hoeveelheden moleculaire stikstof, koolstofmonoxide en argon in het ijs van komeet 67P gemeten. Deze metingen zijn vervolgens vergeleken met de resultaten van laboratoriumproeven met amorf ijs en met modellen die de samenstelling van zogeheten gashydraten beschrijven – een soort kristallijn ijs dat in staat is om gasmoleculen op te sluiten. De verhoudingen tussen de moleculaire stikstof en argon die in komeet 67P zijn aangetroffen komen overeen met die in het gashydraatmodel. En de hoeveelheid argon die in de komeet is gedetecteerd is honderd keer zo gering als de hoeveelheid die door amorf ijs kan worden ingesloten. Dat maakt het zeer waarschijnlijk dat het ijs waaruit de komeet bestaat kristallijn is. Deze ontdekking zegt iets over de ouderdom van de komeet. Gashydraten bestaan uit ijs dat tijdens de geleidelijke afkoeling van de oernevel waaruit ons zonnestelsel is voortgekomen, is gevormd door de kristallisatie van deeltjes waterijs, en de adsorptie van gasmoleculen aan het oppervlak daarvan. Als kometen uit kristallijn ijs bestaan, betekent dat dat zij tegelijk met het zonnestelsel moeten zijn ontstaan, en niet al daarvóór in het interstellaire medium. De kristallijnen structuur van komeet 67P toont ook aan dat die protosolaire nevel warm en dicht genoeg was om het amorfe ijs dat uit de interstellaire ruimte afkomstig was te laten verdampen. De gashydraten in de komeet zouden bij een temperatuur van ongeveer –225 °C zijn ontstaan. (EE)
→ Rosetta: type of ice reveals the age of comets
23 februari 2016
Met een netwerk van 32 videocamera's, verdeeld over twee waarnemingsstations op het Zuidereiland van Nieuw Zeeland, is een tot nu toe onbekende meteorenzwerm ontdekt die zijn maximum bereikte in de afgelopen Nieuwjaarsnacht. Het cameranetwerk is een initiatief van de Nederlands-Amerikaanse meteorendeskundige Peter Jenniskens van het SETI Institute in Mountain View, Californië, en astronoom Jack Baggaley van de Universiteit van Canterbury in Christchurch. Een vergelijkbaar netwerk is ook al in bedrijf in Californië.
In totaal zijn 23 meteoren geregistreerd die afkomstig leken te zijn uit een gebied in het zuidelijke sterrenbeeld Volans (Vliegende Vis); de nieuwe zwerm is dan ook de Volantiden-zwerm genoemd. De resultaten zijn beschreven in een artikel dat voor publicatie is aangeboden in het Journal of the International Meteor Organization.
Net als de 'vallende sterren' uit andere meteorenzwermen worden de Volantiden veroorzaakt door stofdeeltjes die afkomstig zijn van een komeet en die zich over de baan van die komeet hebben verspreid. De komeet zelf is (nog) niet ontdekt; mogelijk is hij momenteel niet actief. Overigens is er vermoedelijk sprake van 'incidentele' meteorenactiviteit: vorig jaar waren er geen Volantiden zichtbaar, en de zwerm is ook nooit door eerdere radarwaarnemingen gedetecteerd. (GS)
→ Surprise Meteor Shower on New Year's Eve
12 februari 2016
De Europese komeetlander Philae, die sinds 12 november 2014 op het oppervlak van de komeet 67P/Churyumov–Gerasimenko staat, is opgegeven. De omstandigheden op de komeet zijn nu zo slecht geworden, dat er geen reële hoop meer bestaat dat de lander ooit nog iets van zich laat horen. Rosetta, het ‘moederschip’ van Philae, cirkelt nog steeds om ‘67P’ en zal de komeet tot september blijven onderzoeken. De afgelopen maanden is de sonde enkele malen in een zodanige positie gebracht, dat zij eventuele signalen van Philae zou moeten kunnen opvangen. Maar de kleine landingsmodule doet er sinds 9 juli 2015 het zwijgen toe. Het is gissen naar de oorzaak daarvan. Mogelijk hebben de zenders en ontvangers van Philae het begeven. Ook is het denkbaar dat zich zoveel stof op de zonnepanelen van de lander heeft verzameld, dat simpelweg de stroom is uitgevallen. En ten slotte zou Philae, door de toegenomen activiteit van komeet 67P, zodanig scheefgezakt kunnen zijn dat zijn antennes niet de verwachte kant op wijzen. Een bijkomende complicatie is dat nog steeds niet duidelijk is waar op de komeet Philae precies is terechtgekomen. Mogelijk zal nauwgezet onderzoek van de detailrijke opnamen die Rosetta de komende tijd van het komeetoppervlak zal maken daar nog uitsluitsel over kunnen geven. Uiteindelijk heeft Philae na zijn enigszins onbeholpen, stuiterende landing ongeveer driekwart van de geplande metingen kunnen doen. (EE)
→ Rosetta’s lander faces eternal hibernation
4 februari 2016
Er zitten geen grote holtes in komeet 67P/Churyumov-Gerasimenko. Dat blijkt uit metingen van de Europese ruimtesonde Rosetta (Nature, 4 februari). Kometen zijn de ijsachtige overblijfselen van de vorming van de planeten, 4,6 miljard jaar geleden. Bekend was al dat veel van deze kleine hemellichamen een dichtheid hebben die veel geringer is dan die van water. Dat betekent dat kometen heel poreus zijn, maar onduidelijk was of er grote holtes zitten in het komeetinwendige of dat de porositeit een intrinsieke eigenschap is van het mengsel van stof en ijs waaruit een komeet bestaat. Om dat te onderzoeken hebben wetenschappers de gegevens van het Radio Science Experiment van Rosetta geanalyseerd. Bij dat experiment werd geregistreerd hoe de beweging van de ruimtesonde wordt beïnvloed door het zwaartekrachtsveld van komeet 67P. Veranderingen in de beweging van de ruimtesonde komen tot uiting in kleine variaties in de radiosignalen die op aarde van haar worden ontvangen. Die analyse had nogal wat voeten in de aarde. Want Rosetta wordt niet alleen aangetrokken door de komeet, maar ook door de zon, door alle planeten en door de planetoïden van de planetoïdengordel voorbij Mars. Bovendien wordt haar beweging beïnvloed door de stralingsdruk van de zon en de druk van het gas dat de komeet uitstoot. Na voor deze effecten te hebben gecorrigeerd, blijft alleen de beweging over die door de massa van de komeet wordt veroorzaakt. Als er grote holtes in de komeet zouden zitten, zou deze ‘opgeschoonde’ beweging kleine, maar duidelijk herkenbare variaties moeten vertonen. Daarvan is echter geen sprake, en dat wijst erop dat het inwendige van komeet 67P, die een gemiddelde dichtheid van 0,53 gram per kubieke centimeter heeft, relatief homogeen moet zijn. In september, als de vluchtleiding Rosetta zachtjes op de komeet laat neerploffen, wordt het radio-experiment nog eens overgedaan. Naarmate de ruimtesonde dichter bij de komeet komt, zullen ook de invloeden van holtes met afmetingen van slechts een paar honderd meter merkbaar worden. (EE)
→ Inside Rosetta’s Comet
13 januari 2016
Op het oppervlak van de komeet 67P/Churyumov–Gerasimenko ligt (plaatselijk) waterijs. Dat volgt uit een analyse van meetresultaten van de Europese ruimtesonde Rosetta (Nature, 14 januari). De ontdekking komt niet echt als een verrassing: kometen bestaan nu eenmaal voor een groot deel uit bevroren water. Maar doorgaans zit dat water grotendeels onder de korst van de komeet. Ook op 67P is dat het geval, maar er zijn een paar plekken, met afmetingen van enkele tientallen meters, waar ook aan het oppervlak bevroren water ligt. Het gaat daarbij om plekken aan de voet van steile kliffen en waar puin is neergeploft. De metingen laten zien dat het ijs zit opgesloten in kleine korreltjes: hele kleine, met afmetingen van tientallen micrometers, en wat grotere van ongeveer twee millimeter. De temperatuur van het ijs lag ten tijde van de metingen (eind 2014) bij ongeveer 120 graden onder nul. Vermoed wordt dat de kleinste ijsdeeljes als een laagje rijp op het oppervlak zijn afgezet. De grotere zijn geleidelijker gevormd, mogelijk door het samenklonteren van kleine deeltjes of door het onmiddellijk weer bevriezen van waterdamp die bezig is om uit het komeetinwendige te ontsnappen. Uit laboratoriumexperimenten blijkt dat 80 procent van de waterdamp die vanuit het inwendige van een komeet opstijgt vlak onder het oppervlak blijft steken. (EE)
→ Exposed ice on Rosetta’s comet confirmed as water
9 januari 2016
Afgelopen vrijdag hebben Europese wetenschappers een laatste poging ondernomen om het contact met de komeetlander Philae, die sinds november 2014 op de komeet 67P/Churyumov-Gerasimenko staat, te herstellen. Sinds 9 juli 2015 doet Philae er het zwijgen toe, en het is onduidelijk wat er nu precies mis is. Een mogelijke oorzaak is dat de zonnepanelen van Philae vorig jaar, toen komeet 67P steeds actiever werd, onder het stof zijn komen te zitten. Daarom is nu het commando verzonden om het vliegwiel van de lander – oorspronkelijk bedoeld om het ruimtevoertuig tijdens zijn landing te stabiliseren – op te starten. De hoop is dat deze actie ertoe zal leiden dat het stof van de zonnepanelen wordt geschud. Het is overigens nog maar de vraag of Philae het commando kan ontvangen. Er waren al een tijdje problemen met de radiozender/-ontvanger van de komeetlander, en het is goed mogelijk dat deze het inmiddels helemaal heeft begeven. Als er niets gebeurt, zal het commando nog enkele malen worden herhaald. Maar de kans van slagen lijkt gering: de komeet verwijdert zich met hoge snelheid van de zon, waardoor zijn oppervlak kouder wordt. Eind januari zal de temperatuur waarschijnlijk tot onder de –51° Celsius zijn gezakt – een waarde waarbij Philae hoe dan ook niet meer kan functioneren. (EE)
→ Last-chance bid to contact space robot Philae
22 december 2015
Het leven op aarde heeft meer te vrezen van grote komeetachtige objecten buiten de baan van Jupiter - zogeheten centaurs - dan van de veel kleinere planetoïden in de binnendelen van het zonnestelsel. Die conclusie trekken Britse en Ierse astronomen in een artikel in Astronomy & Geophysics, op basis van computersimulaties van de baanevolutie van centaurs.
Centaurs zijn ijsachtige, poreuze objecten met afmetingen van tientallen kilometers. Ze bewegen in instabiele banen in de buitendelen van het zonnestelsel. De afgelopen decennia zijn er honderden nieuwe centaurs ontdekt. Eens in de zoveel tijd zal de baan van een centaur verstoord worden door de zwaartekracht van een reuzenplaneet (Jupiter, Saturnus, Uranus of Neptunus), en kan de 'superkomeet' in de binnendelen van het zonnestelsel terecht komen. Daar zal hij vermoedelijk desintegreren in een groot aantal brokstukken, met een inslagbombardement op aarde als gevolg.
Volgens de nieuwe comuptersimulaties komt er gemiddeld eens in de veertig- tot honderdduizend jaar een centaur in de binnendelen van het zonnestelsel terecht. Er zijn speculatieve aanwijzingen dat dat voor het laatst ca. dertigduizend jaar geleden gebeurde. Onderzoek aan maanstenen, meegebracht door de Apollo-astronauten, laat bijvoorbeeld zien dat er rond die tijd plotseling veel meer kleine stofdeeltjes in de binnendelen van het zonnestelsel rondzweefden. Ook rond het jaar 10.800 v.C. en rond het jaar 2300 v.C. zou de aarde getroffen geweest kunnen zijn door de brokstukken van een op drift geraakte en uiteengevallen centaur. (GS)
→ Giant comets could pose danger to life on Earth
16 november 2015
Detailopnamen van komeet 67P/Churyumov-Gerasimenko laten zien dat zijn oppervlak wemelt van de putten, waarvan sommige honderden meters breed en diep zijn. In een poging om te verklaren hoe deze gaten zijn ontstaan heeft een internationaal team van wetenschappers een reeks computersimulaties uitgevoerd van een deel van de komeet waar een 200 meter diep exemplaar te vinden is. Uit eerdere onderzoeken was al gebleken dat de putten niet door inslagen of door de inwerking van zonlicht kunnen zijn ontstaan. Daarvoor hebben ze respectievelijk niet de juist afmetingen en vorm. In het nieuwe model wordt ervan uitgegaan dat de putten zijn ontstaan door het ontsnappen van vluchtige materialen – chemische verbindingen met een laag kookpunt. De computersimulaties tonen aan dat vluchtige stoffen die opgesloten zitten in ijs onder het komeetoppervlak tijdens het opwarmen van de komeet plotseling kunnen vrijkomen. Op die manier kan zich binnen 800 à 2000 jaar een 200 meter diepe put vormen. Aangezien komeet 67P al ongeveer 7000 jaar in het binnenste deel van het zonnestelsel rondzwerft, verloopt dat proces snel genoeg. Uit de simulaties blijkt ook dat directe sublimatie (verdamping) van bevroren water, koolstofmonoxide en koolstofdioxide alleen in de vorming van een diepe put resulteert als er in dat gebied geen dikke laag stof op het oppervlak ligt. (EE)
→ Comet 67P’s Pitted Surface
3 november 2015
Er bestaat een kans van ongeveer vijftig procent dat het contact met de Europese komeetlander wordt hersteld. Dat heeft projectmanager Stephan Ulamec van het Duitse ruimteagentschap DLR laten weten. Philae maakte op 12 november van vorig jaar een ietwat ongelukkige landing op het oppervlak van komeet 67P/Churyumov-Gerasimenko. Na drie dagen van intensief onderzoek raakten zijn batterijen uitgeput, waardoor de lander in ‘winterslaap’ ging. Doordat de komeet de zon naderde en de zonnepanelen van Philae steeds meer zonlicht konden opvangen, werd de komeetlander op 13 juni van dit jaar weer wakker. Maar sinds 9 juli is – om onduidelijke redenen – niets meer van hem vernomen. Volgens Ulamec is het echter denkbaar dat Philae, zonder dat we daar weet van hebben, nog steeds functioneert. De communicatie met de lander verloopt namelijk via ‘moederschip’ Rosetta, dat om de komeet cirkelt. En in juli moest de afstand tussen Rosetta en de komeet worden vergroot, omdat het navigatiesysteem van de ruimtesonde steeds meer hinder begon te ondervinden van het stof dat ’67P’ begon uit te stoten. Tot voor kort bevond Rosetta zich daarom op een veilige afstand van 300 kilometer van de komeet – te ver weg om met Philae te kunnen communiceren. Maar sinds september is de activiteit van 67P, die zich inmiddels weer van de zon verwijdert, aan het afnemen. Daarom kan Rosetta geleidelijk weer in een lagere omloopbaan worden gebracht. Of dat voldoende is om weer contact te krijgen met Philae, is een kwestie van afwachten. Hoe dan ook begint de tijd wel te dringen, want rond de jaarwisseling is de komeet alweer zo ver van de zon verwijderd, dat er geen communicatie meer mogelijk is.
Overigens heeft het Europese ruimteagentschap ESA inmiddels besloten om de missie van Rosetta af te sluiten met een ‘zachte crash’. Dat biedt de mogelijkheid om komeet 67P van heel dichtbij te onderzoeken. Dichterbij dan acht kilometer is Rosetta tot nu toe niet gekomen. Philae wel, maar die heeft veel minder geavanceerde meetinstrumenten. Zoals het er nu naar uitziet zal Rosetta’s ‘uitvaart’ plaatsvinden in september 2016. Of de ruimtesonde de landing kan doorstaan, is onzeker. Maar veel doet het er niet toe: zodra Rosetta op het komeetoppervlak terechtkomt, zal zij haar antennes niet meer op op de aarde kunnen richten. (EE)
→ Persbericht AP (via Phys.org)
3 november 2015
Een spectaculaire opname is het niet, maar de Europese ruimtetelescoop Gaia, die posities, afstanden, snelheden en kleuren van één miljard sterren in het Melkwegstelsel vastlegt, heeft een opname gemaakt van komeet 67P/Churyumov-Gerasimenko - het reis- en onderzoeksdoel van de Europese komeetverkenner Rosetta. Op de foto, gemaakt vanaf 260 miljoen kilometer afstand, is de coma van de komeet te zien (het ijle gasomhulsel rond de eigenlijke komeetkern), alsmede de langgerekte staart. De vier kilometer grote komeetkern is op deze opname onzichtbaar, evenals Rosetta zelf - beide bevinden zich ergens diep verborgen in één pixel van de Gaia-opname. Gaia zal tijdens zijn operationele levensduur vele honderden kometen ontdekken en bestuderen, en heeft sinds de lancering eind 2013 al tienduizenden planetoïden waargenomen. (GS)
→ Celebrity comet spotted among Gaia’s stars
28 oktober 2015
De gaswolk of coma rond komeet 67P/Churyumov-Gerasimenko is rijk aan zuurstofmoleculen. Dat blijkt uit onderzoek door het Europese ruimtevaartuig Rosetta, dat rond de komeet cirkelt. Een internationaal team van wetenschappers onder leiding van Kathrin Altwegg (Universität Bern), met daarbij Ewine van Dishoeck en Catherine Walsh (beiden Universiteit Leiden), publiceert de resultaten van dat onderzoek donderdag in het wetenschappelijke tijdschrift Nature. De ontdekking van de moleculaire zuurstof – in forse hoeveelheden nog wel – komt als een verrassing. Zuurstofmoleculen gaan namelijk heel gemakkelijk reacties aan, waarbij ze in ozon of water veranderen. Uit de gegevens die het Rosetta-instrument ROSINA naar de aarde heeft gezonden, blijkt dat er in de coma van de komeet op elke honderd watermoleculen gemiddeld vier zuurstofmoleculen voorkomen. Omdat de hoeveelheid zuurstof die de komeet uitstoot vrij constant is, denken de wetenschappers dat het gas al van oudsher in de komeet zit. De zuurstof zou oorspronkelijk afkomstig zijn uit de interstellaire gaswolk waaruit ons zonnestelsel – en dus ook komeet 67P – 4,6 miljard jaar geleden is ontstaan. Merkwaardig is wel dat de komeet tien keer meer zuurstof bevat dan bestaande modellen voor zulke gaswolken voorspellen. (EE)
→ Verrassing: komeet 67P bevat zuurstof
21 oktober 2015
De massale uitstervingen van soorten die de afgelopen 260 miljoen jaar op aarde hebben plaatsgevonden, zijn waarschijnlijk veroorzaakt door ‘regens’ van kometen en planetoïden. Dat schrijven twee Amerikaanse wetenschappers in Monthly Notices of the Royal Astronomical Society (MNRAS). Over het mogelijke verband tussen periodiek optredende massa-extincties en inslagkraters – veroorzaakt door kometen en/of planetoïden – wordt al meer dan dertig jaar gesteggeld. In hun MNRAS-artikel onderzoeken de aardwetenschappers Michael Rampino (New York University) en Ken Caldeira (Carnegie Institution) of de leeftijden van deze kraters en de momenten waarop de massa-extincties plaatsvonden met elkaar correleren. Volgens de twee wetenschappers vertonen zowel de inslagen als de massale uitstervingen een cyclus van ongeveer 26 miljoen jaar. Deze cyclus wordt in verband gebracht met de periodieke beweging van zon en planeten door het dichte middenvlak van ons Melkwegstelsel. Vermoed wordt dat zulke vlakpassages de Oortwolk van ons zonnestelsel zodanig verstoren, dat veel kometen uit die wolk in de richting van zon en aarde worden gedirigeerd. Uit de meest recente gegevens die beschikbaar zijn, komt een sterke correlatie tussen inslagen en extincties naar voren. Zes van de meest recente massa-extincties traden op in perioden dat er bovengemiddeld veel inslagen op aarde plaatsvonden. En vijf van de zes grootste inslagkraters die de afgelopen 260 miljoen jaar zijn ontstaan, vielen samen met massale uitstervingen. Ook het ontstaan van de 65 miljoen jaar oude Chicxulub-krater, dat in verband wordt gebracht met het uitsterven van onder meer de dinosauriërs, past in het catastrofale rijtje. (EE)
→ Scientists find link between comet and asteroid showers & mass extinctions
1 oktober 2015
Metingen aan de donkere, koude zuidpool van komeet 67P/Churyumov-Gerasimenko doen vermoeden dat het materiaal dicht onder het oppervlak van dat gebied grotendeels uit ijs bestaat. Door de onregelmatige vorm en de merkwaardige seizoenen van de komeet is het zuidpoolgebied een paar jaar lang niet door de zon beschenen geweest. De camera's van de Europese komeetverkenner Rosetta, die in de zomer van 2014 bij de komeet aankwam, konden er dan ook geen foto's van maken. De temperatuur was zelfs zo laag dat ook het infraroodinstrument van Rosetta geen metingen kon doen. Met het Microwave Instrument for the Rosetta Orbiter (MIRO) lukte dat echter wel: ook bij zeer lage temperaturen wordt een klein beetje microgolfstraling uitgezonden. Metingen met MIRO, verricht tussen augustus en oktober 2014, wijzen nu uit dat het zuidpoolmateriaal vlak onder het oppervlak vrijwel transparant is voor microgolfstraling, en dus vermoedelijk grotendeels bestaat uit stijf bevroren water of uit bevroren kooldioxide. De nieuwe metingen worden binnenkort gepubliceerd in Astronomy & Astrophysics. (GS)
→ Rosetta's First Peek at the Comet's South Pole
28 september 2015
Komeet 67P/Churyumov-Gerasimenko, die sinds najaar 2014 in detail bestudeerd wordt door de Europese komeetverkenner Rosetta, bestaat eigenlijk uit twee afzonderlijke kometen die met elkaar 'vergroeid' zijn. De twee kleine kometen - elk niet meer dan een paar kilometer in middellijn - moeten ooit een 'zachte' botsing hebben ondergaan, waarna ze als gevolg van de onderlinge zwaartekracht met elkaar verbonden zijn gebleven. Op die manier is de merkwaardige vorm van de kern van komete 67P ontstaan: het kleine, ijzige hemellichaam heeft wel wat weg van een badeendje, met een enigszins afgeplat 'lijf', een smalle 'nek' en een min of meer bolvormige 'kop'.
Dat de Rosetta-komeet een sorot kosmische Siamese tweeling is, volgt uit gedetailleerd onderzoek aan de gelaagde opbouw van de twee helften. Die strekt zich uit tot enkele honderden meters onder het oppervlak. De gelaagde structuur van de twee delen van de komeet, enigszins vergelijkbaar met die van een ui, toont overduidelijk aan dat er oorspronkelijk sprake moet zijn geweest van twee afzonderlijke hemellichamen. Wanneer de zachte botsing heeft plaatsgevonden, is (nog) niet bekend.
De nieuwe resultaten zijn gepubliceerd in Nature en deze week gepresenteerd op het European Planetary Science Congress in Nantes (Frankrijk). (GS)
→ How Rosetta's Comet Got Its Shape
25 september 2015
De Europese komeetverkenner Rosetta heeft het edelgas argon aangetroffen in de zogeheten coma van komeet 67P/Churyumov-Gerasimenko - de ijle 'dampkring' van de komeet, die bestaat uit materiaal dat van het oppervlak is verdampt onder invloed van de zonnewarmte. Nooit eerder is argon gedetecteerd bij een komeet. Uit de metingen konden onderzoekers van de Universiteit van Bern afleiden wat de relatieve verhouding is tussen de hoeveelheden argon en water in de komeet. Die verhouding blijkt veel groter te zijn dan de argon/water-verhouding op aarde. Dat wijst er (opnieuw) op dat het water op onze planeet niet voornamelijk afkomstig is van kometen zoals 67P/Churyumov-Gerasimenko. Als dat wél het geval was, zou de dampkring van de aarde veel meer argon bevatten. Eerder bleek uit Rosetta-metingen aan het deuteriumgehalte van 67P al dat kometen waarschijnlijk niet de belangrijkste leveranciers zijn geweest van het aardse oceaanwater. De nieuwe metingen, vorig najaar verricht door het ROSINA-instrument van Rosetta, zijn gepubliceerd in Science Advances. (GS)
→ Rosetta Detected Argon at Comet Churyumov-Gerasimenko
23 september 2015
Europese komeetonderzoekers publiceren deze week in Nature nieuwe resultaten van de komeetverkenner Rosetta, die al bijna een jaar een baan beschrijft rond de kleine, ijzige kern van komeet 67P/Churyumov-Gerasimenko. Uit de metingen blijkt dat het bevroren oppervlak van de komeet een bijzondere dag-nachtcyclus vertoont. De waarnemingen zijn vorig najaar gedaan, nog vóór de aankomst van Rosetta, en hebben betrekking op een actief gebied in de smalle 'hals' van de komeetkern.
Het blijkt dat een dunne laag oppervlakte-ijs sublimeert (van bevroren vorm direct overgaat in gasvorm) wanneer het betreffende deel van de komeet door de zon wordt beschenen. Infraroodwaarnemingen laten zien dat er geen oppervlakteijs meer aanwezig is wanneer hetzelfde gebied zich in de schaduw bevindt (de rotatieperiode van komeet 67P bedraagt ongeveer twaalf uur). Het materiaal onder het oppervlak is dan echter nog niet helemaal afgekoeld, waardoor het ijs op enige diepte ook dan nog sublimeert en zich in de vorm van waterdamp een weg naar buiten baant door het poreuze komeetmateriaal. Eenmaal aan het oppervlak aangekomen, waar de (nacht-)temperatuur veel lager is, zet die waterdamp zich weer af in de vorm van ijskristallen. Zo ontstaat tijdens de ca. zes uur durende komeetnacht weer een nieuw dun laagje oppervlakte-ijs, en begint de cyclus weer van voren af aan.
Uit de metingen volgt ook dat het bestudeerde deel van het komeetoppervlak, tot een diepte van enkele centimeters, voor ca. 10 tot 15 procent uit waterijs bestaat. (GS)
→ Rosetta reveals comet's water-ice cycle
16 september 2015
Komeet 67P/Churyumov-Gerasimenko – de komeet waar de Europese ruimtesonde Rosetta omheen draait – vertoonde soms raadselachtige activiteit tijdens zijn nadering van de zon. Nieuwe modelberekeningen door wetenschappers van de universiteit van de Côte d’Azur geven daar een eenvoudige verklaring voor. Tussen juni en september 2014 ontwikkelde komeet 67P de eerste tekenen van activiteit, in de vorm van stoffonteinen die vooral te vinden waren rond zijn ‘hals’ – zijn smalste punt. Dergelijke activiteit wordt doorgaans aangedreven door ijs dat door blootstelling aan de zon in dampvorm overgaat. Het vreemde is dat de hals door de draaiing van de komeet vaak in de schaduw ligt en dus aanzienlijk minder zonlicht opvangt dan de rest van het ijzige hemellichaam. Waarom zou dan uitgerekend daar activiteit optreden? Volgens de wetenschappers van het Franse instituut is juist die afwisseling van zon en schaduw de oorzaak. Volgens hen zorgen de snelle temperatuurwisselingen die hierdoor optreden ervoor dat er barstjes in het oppervlak ontstaan. En daardoor komt het onderliggende ijs daar sneller bloot te liggen dan elders. De wetenschappers hebben hun hypothese uitgewerkt tot een computermodel. Uit de berekeningen die met dat model zijn uitgevoerd, blijkt dat er een duidelijke correlatie bestaat tussen de gebieden op de komeet waar de snelste temperatuurvariaties optreden en de gebieden waar activiteit te zien is. Het spel van licht en schaduw lijkt dus een belangrijke oorzaak te zijn van de ‘erosie’ van kometen. (EE)
→ What’s Causing the Activity on Comet 67P?
15 september 2015
Op 13 september jl. heeft de Solar and Heliospheric Observatory (SOHO) – een gezamenlijke missie voor zonneonderzoek van ESA en NASA – zijn 3000ste komeet ontdekt. Dit grote aantal komeetontdekkingen is voor het overgrote deel te danken aan enkele tientallen amateur-onderzoekers die de vele opnamen die SOHO maakt, afspeuren naar mogelijke kometen. Ook nummer 3000 is ontdekt door een amateur: Worachate Boonplod uit Thailand. SOHO is al bijna twintig jaar in bedrijf, maar is niet specifiek ontworpen om kometen op te sporen. De satelliet doet zonneonderzoek en maakt daartoe met grote regelmaat foto’s van de naaste omgeving van de zon. Soms is op zo’n foto een vaag vlekje te zien, dat bij nader onderzoek een kleine komeet blijkt te zijn. Met een oogst van drieduizend kometen is SOHO met afstand de meest succesvolle ‘kometenspeurder’ aller tijden. Drie van de vier kometen die ooit zijn ontdekt, staan op zijn naam. Daarbij moet overigens worden opgemerkt dat bijna al deze mini-komeetjes – die doorgaans niet waarneembaar zijn vanaf de aarde – kort na hun ontdekking zijn bezweken aan de hitte van de zon. De meeste kometen die in de buurt van de zon worden waargenomen, behoren tot de zogeheten Kreutz-familie. Waarschijnlijk zijn het kleine brokstukken van een grote komeet die enkele duizenden jaren geleden uit elkaar is gevallen. (EE)
→ ESA/NASA Solar Observatory Discovers Its 3,000th Comet
1 september 2015
Technici van NASA's Jet Propulsion Laboratory in Pasadena hebben een manier bedacht om met één ruimtesonde verschillende kleine hemellichamen in het zonnestelsel (zoals kometen en planetoïden) te bezoeken. De Comet Hitchhiker zou daarbij voor het afremmen en versnellen geen gebruik maken van conventionele raketmotoren, maar van een soort 'vislijn' waarmee het kleine hemellichaam 'aan de haak' geslagen wordt met een harpoen. Door de lijn vervolgens aan te trekken of te laten vieren, kan een kleine ruimtesonde gemakkelijk landingen uitvoeren, om na enige tijd weer op pad te gaan richting het volgende reisdoel.
Het concept van de Comet Hitchhiker is ontwikkeld binnen het NASA Innovative Advanced Concepts (NIAC)-programma en is vandaag gepresenteerd op een conferentie van het American Institute of Aeronautics and Astronautics. De 'vislijn' zou tussen de 100 en 1000 kilometer lang moeten zijn, en van extreem sterk materiaal gemaakt moeten wordenk, zoals Zylon of Kevlar. (GS)
→ Comet Hitchhiker Would Take Tour of Small Bodies
18 augustus 2015
Het ontstaan van leven op aarde is mogelijk op gang geholpen door inslagen van ijzige kometen. Ook op andere hemellichamen zou de inslag van kometen aanleiding gegeven kunnen hebben tot de vorming van de eerste levende organismen.
Twee Japanse onderzoekers voerden laboratoriumexperimenten uit waarbij mengsels van ijs, silicaat (forsteriet) en aminozuren bij lage temperaturen (ca. 200 graden onder nul) zeer krachtige schokken ondergaan, vergelijkbaar met wat een komeetkern ondergaat wanneer hij op een hemellichaam zoals de aarde terecht komt. Kometen zijn bevroren samenballingen van ijs en gruis; de Amerikaanse Stardust-missie heeft aangetoond dat er in kometen ook aminozuren voorkomen.
Bij de laboratoriumexperimenten ontstonden korte peptiden - de allereerste bouwstenen van het leven, en de voorlopers van langere organische moleculaire ketens. Volgens de twee Japanners, die hun resultaten presenteren op de 25e Goldschmidt-conferentie voor geochemie in Praag, wordt de vorming van peptiden gestimuleerd door de lage temperatuur in het onderzochte mengsel.
Als komeetinslagen op aarde aanleiding hebben gegeven tot het ontstaan van leven, kan dat ook op andere hemellichamen zijn gebeurd, bijvoorbeeld op de ijzige manen van de reuzenplaneten Jupiter en Saturnus, of op exoplaneten in een baan rond een andere ster. (GS)
→ Goldschmidt-conferentie voor geochemie 2015
13 augustus 2015
Komeet 67P/Churyumov-Gerasimenko – de komeet waar de Europese ruimtesonde Rosetta omheen draait – heeft vannacht zijn kleinste afstand tot de zon bereikt. Op dit moment bedraagt die afstand ruim 186 miljoen kilometer, maar over een week wordt alweer de 187 miljoen gepasseerd. En in de loop van de komende drie jaar zal de afstand oplopen tot 850 miljoen kilometer – bijna zes keer de afstand zon-aarde. Tijdens zijn nadering van de zon is de geleidelijk opwarmende komeet steeds actiever geworden. Eind juli vertoonde hij zelfs een forse (kortstondige) uitbarsting. Daarbij registreerden de instrumenten van Rosetta een opvallende verandering in de samenstelling van het gas dat het kleine hemellichaam uitstoot. Er zat aanzienlijk meer koolstofdioxide, methaan en waterstofsulfide in dan enkele dagen daarvoor.
Verder laten Rosetta’s metingen zien dat de komeet per seconde ongeveer 300 kilogram waterdamp verliest – ruwweg twee badkuipen vol. Dat is duizend keer zo veel als een jaar geleden, toen de ruimtesonde op haar bestemming aankwam. Daarnaast stoot de komeet nog ongeveer 1000 kilogram stof per seconde uit.
Naar verwachting zal de verhoogde activiteit van ’67P’ nog zeker enkele weken aanhouden. Wetenschappers hopen dat uitbarstingen als die van 29 juli meer inzicht zullen geven in de samenstelling van het inwendige van de komeet. (EE)
→ Rosetta's Big Day in the Sun
30 juli 2015
Complexe moleculen die aan de basis kunnen staan van de bouwstenen van het leven, het dagelijkse stijgen en dalen van de temperatuur en een bepaling van de oppervlakte-eigenschappen en de inwendige structuur van komeet 67P/Churyumov-Gerasimenko. Dat zijn enkele van de hoogtepunten van de eerste wetenschappelijke analyse van de gegevens die komeetlander Philae in november vorig jaar heeft verzameld. De resultaten ervan zijn vandaag gepubliceerd in een speciale editie van het wetenschappelijke tijdschrift Science. De gepubliceerde onderzoeksresultaten hebben betrekking op het onderzoek dat Philae heeft gedaan voordat hij, ruim twee dagen na zijn stuiterende landing, door stroomgebrek in ‘winterslaap’ ging. Zijn meetinstrumenten hebben de aanwezigheid van 16 verschillende organische moleculen kunnen aantonen. Vier daarvan waren nog nooit eerder bij kometen aangetroffen. Sommige van deze moleculen spelen een belangrijke rol bij de vorming van aminozuren en suikers – belangrijke ingrediënten voor het ontstaan van leven. Metingen van de temperatuursensor MUPUS wezen uit dat de temperatuur op de plek waar Philae uiteindelijk terechtkwam in de loop van de dag – die op de komeet ongeveer 12 aardse uren duurt – varieerde tussen 180 en 145 graden onder nul. Het snelle stijgen en dalen van de temperatuur wijst erop dat de korst van de komeet bestaat uit een compact mengsel van stof en ijs, en met een laag stof is bedekt. Als onderdeel van zijn onderzoeksprogramma heeft Philae ook radiogolven dwars door de ‘kop’ van de komeet naar zijn moederschip Rosetta gezonden. Uit de signalen die Rosetta heeft opgevangen, blijkt dat het inwendige van de komeet vrij homogeen is. Het lijkt erop dat de komeet bestaat uit een ‘luchtig’ mengsel van stof en ijs, met een porositeit van minstens 75 procent. Of het meetprogramma van Philae nog een vervolg krijgt, is uiterst onzeker. Weliswaar is de komeetlander half juni uit zijn winterslaap ontwaakt, maar de communicatie – die via moederschip Rosetta gaat – verloopt moeizaam. Op 9 juli jl. is er voor het laatst iets van Philae vernomen. (EE)
→ Science on the surface of a comet
10 juli 2015
Na twee weken van stilte is er op 9 juli weer even verbinding geweest met de Europese komeetlander Philae. Het contact is gebruikt om meetgegevens van een van de instrumenten van Philae over te laten zenden. Er zit dus nog steeds leven in de komeetlander, maar de communicatie – via moederschip Rosetta – verloopt moeizaam. Op 24 juni had Philae voor het laatst iets van zich laten horen. Toch werd op 5 juli bij wijze van test het commando naar hem verzonden om het instrument CONSERT in te schakelen. De lander gaf geen antwoord, maar heeft de opdracht blijkbaar wel uitgevoerd. CONSERT is een detector die radarsignalen van Rosetta opvangt nadat die door de komeetkern heen zijn gegaan. Het is onduidelijk waarom Philae het ene moment wel communiceert en het andere moment niet — aan de omloopbaan van Rosetta is de afgelopen weken niets veranderd namelijk. Maar zeker is dat er nog steeds leven zit in de komeetlander. (EE)
→ New Communication With Philae – Commands Executed Successfully
8 juli 2015
De kans dat planeten die rond andere sterren draaien dezelfde soort mineralen bevatten als onze aarde is veel groter dan gedacht. Sterker nog: de omstandigheden voor de vorming van ‘aards’ bouwmateriaal zijn eigenlijk alomtegenwoordig in de Melkweg. Dat blijkt uit een nieuwe analyse van de chemische evolutie van ons sterrenstelsel, waarvan de resultaten vandaag worden gepresenteerd op de National Astronomy Meeting van de Royal Astronomical Society in Llandudno (Wales). De mineralogische samenstelling van een rotsachtige planeet wordt in belangrijke mate bepaald door de elementen koolstof, zuurstof, magnesium en silicium. Waarnemingen leken erop te wijzen dat de onderlinge verhoudingen van deze elementen van planetenstelsel tot planetenstelsel duidelijke verschillen laten zien. Daaruit leidden wetenschappers af dat er ruwweg drie soorten rotsachtige planeten konden bestaan: die met dezelfde bouwstenen als de aarde, die met een veel hoger koolstofgehalte en die met aanzienlijk meer silicium dan magnesium. Deze verschillen zijn cruciaal voor de ‘leefbaarheid’ van een planeet. Te veel magnesium of te weinig silicium, en de planeet kan niet het soort gesteente vormen dat in de aardkorst wordt aangetroffen. Te veel koolstof, en de rotsplaneet krijgt de eigenschappen van grafiet – het zachte materiaal dat je in een potlood aantreft. Een geavanceerde simulatie van de chemische evolutie van de Melkweg gaf echter te zien dat elk planetenstelsel dezelfde elementaire bouwstenen zou moeten bevatten als de aarde – en niet slechts 1 op de 3. Aanvankelijk dachten de onderzoekers dat er iets mis was met hun model, maar toen ze nog eens goed naar de bestaande waarnemingsgegevens keken, bleek dat deze een aantal gebreken vertoonden. Na ‘opschoning’ bleken de waarnemingen wel degelijk in overeenstemming met de modelberekeningen. Dat betekent overigens niet dat elke rotsachtige planeet op de aarde zal lijken. Daarbij spelen nog veel meer factoren een rol, zoals de temperatuur en de aanwezigheid van water. (EE)
→ Bricks to build an Earth found in every planetary system
6 juli 2015
Volgens astrobiologen van de Universiteit van Cardiff zouden er micro-organismen kunnen leven op komeet 67P/Churyumov-Gerasimenko - de komeet die in detail bestudeerd wordt door de Europese ruimtesonde Rosetta. Max Wallis en Chandra Wickramasinghe presenteren hun speculatieve ideeën hierover vandaag op de National Astronomy Meeting van de Royal Astronomical Society in Llandudno (Wales).
Wickramasinghe is een kleurrijke en door lang niet iedereen serieus genomen astronoom die al tientallen jaren lang (aanvankelijk samen met Fred Hoyle) theorieën over buitenaardse micro-organismen rondstrooit. Tot dusver zijn die nooit door precisiemetingen bevestigd. Of dat nu wél het geval zal zijn, valt zeer te betwijfelen.
Wallis en Wickramasinghe laten in ieder geval zien dat de waargenomen structuren en omstandigheden op de komeet (waarop veel complexe organische verbindingen voorkomen) goed in overeenstemming zijn met de aanwezigheid van micro-organismen. Die zouden zich bijvoorbeeld kunnen bevinden in spleten in het ijs. Ze zouden bovendien van invloed zijn op de acitviteit van de komeet. Wanneer hun cellen - naast water - ook een vorm van antivries bevatten (bijvoorbeeld ammoniak), zouden ze kunnen overleven bij temperaturen tot tientallen graden onder nul. (GS)
→ Do micro-organisms explain features on comets?
1 juli 2015
De diepe gaten die met de Europese ruimtesonde Rosetta in het oppervlak van komeet 67P/Churyumov-Gerasimenko zijn ontdekt, zijn vrijwel zeker zogeheten zinkgaten. Ze zijn mogelijk ontstaan door de sublimatie (‘verdamping’) van ijs onder het komeetoppervlak (Nature, 2 juli). De cirkelvormige gaten zijn ongeveer even diep als breed. De grootste hebben afmetingen van enkele honderden meters en hebben vrijwel verticale wanden. Op beelden die door Rosetta zijn gemaakt is te zien dat er gas en stof door deze wanden wordt uitgestoten. Op aarde ontstaan zinkgaten door ondergronds erosieprocessen waarbij een grote hoeveelheid materiaal wordt afgevoerd. Uiteindelijk leidt dit ertoe dat het ‘dak’ van de holte die achterblijft onder zijn eigen gewicht instort. De onderzoekers zoeken het ontstaan van de zinkgaten bij een warmtebron onder het komeetoppervlak. Die warmte zou afkomstig kunnen zijn van een faseovergang van water (amorf ijs naar kristallijn ijs). Hierdoor stijgt de temperatuur ter plaatse en kunnen de meer vluchtige soorten ijs (zoals koolstofdioxide) sublimeren. Er zijn overigens ook andere scenario's denkbaar. Volgens de onderzoekers zijn de diepere zinkgaten het jongst. Alleen die vertonen tekenen van sublimatie – waarschijnlijk van ijs dat voor het eerst aan zonlicht is blootgesteld. De ondiepere gaten vertonen geen sublimatie en zijn opgevuld met stof en brokken ijs. (EE)
→ Rosetta Spacecraft Sees Sinkholes On Comet
24 juni 2015
Wetenschappers hebben op meer dan honderd plekken op de komeet 67P/Churyumov-Gerasimenko oppervlakte-ijs ontdekt. De slechts enkele meters grote ijsplekken zijn opgespoord op detailrijke opnamen die door de Europese ruimtesonde Rosetta zijn gemaakt. Dat kometen veel ijs bevatten, is algemeen bekend. Bij nadering van de zon stoten deze kleine hemellichamen immers allerlei gassen uit, waaronder waterdamp. Toch zijn kometen allesbehalve wit: hun oppervlakken zijn vrijwel volledig bedekt met donker stof. Het is wetenschappers nu echter gelukt om, met behulp van opnamen die Rosetta in september 2014 heeft gemaakt, 120 gebieden op de komeet ’67P’ op te sporen waar de oppervlaktehelderheid tien keer zo groot is als gemiddeld. In veel gevallen gaat het om grote ‘rotsblokken’ met heldere plekken op hun oppervlak die onderaan steile wanden worden aangetroffen. Die zijn waarschijnlijk het resultaat van recente erosie of het afbrokkelen van de wand. De ijsplekken hebben gemeen dat ze in schaduwrijke gebieden liggen. Bovendien zijn ze blauwer dan hun omgeving – een duidelijke aanwijzing dat het inderdaad ijs betreft. Waarschijnlijk gaat het hierbij om bevroren water. De wetenschappers hebben met behulp van laboratoriumexperimenten laten zien dat een mengsel van waterijs en mineralen onder invloed van zonlicht al snel een donker korstje vormt. Dat korstje hoeft maar een millimeter dik te zijn om het onderliggende ijs aan het zicht te onttrekken – totdat het donkere laagje door welke oorzaak dan ook wordt beschadigd. (EE)
→ Exposed water ice detected on comet’s surface
23 juni 2015
De missie van komeetverkenner Rosetta wordt verlengd tot september 2016. Dat is vandaag besloten door de Science Programme Committee van de Europese ruimtevaartorganisatie ESA. Oorspronkelijk zou de Rosetta-missie eind 2015 worden beëindigd.
Rosetta werd in 2004 gelanceerd en kwam in augustus 2014 aan in een baan rond komeet 67P/Churyumov-Gerasimenko. Op 12 november werd de lander Philae neergelaten op het komeetoppervlak. Rosetta vliegt met de komeet mee in zijn baan rond de zon; op 13 augustus is de afstand van de komeet tot de zon het kleinst en zal de activiteit het grootst zijn. Door de missieverlenging kan Rosetta nu ook gedurende negen extra maanden bestuderen hoe de gas- en stofproductie van de komeet weer zal afnemen.
Wanneer de komeetactiviteit weer is afgenomen, kan Rosetta ook weer dichter bij de komeet gebracht worden. Wie weet is het dan mogelijk om de landingsplaats van Philae definitief vast te stellen. De vluchtleiders zijn van plan om Rosetta in september 2016 zelf óók een landing op de komeet te laten uitvoeren. (GS)
→ Rosetta mission extended
19 juni 2015
Met het MIRO-instrument van de Europese komeetverkenner Rosetta is de verdeling van waterdamp rond de ijzige kern van komeet 67P/Churyumov-Gerasimenko in kaart gebracht. De eerste 'waterkaarten' van de komeet worden gepresenteerd in een artikel dat gepubliceerd zal worden in Astronomy & Astrophysics.
Watermoleculen blijken vooral vlak boven de smalle 'nek' van de komeet voor te komen, dicht bij de noordelijke rotatiepool van 67P/C-G; de concentratie is daar ongeveer honderd maal zo hoog als elders in de coma van de komeet - de ijle gaswolk rond de komeetkern, die ontstaat door het 'uitgassen' onder invloed van de zonnewarmte. De waterdampconcentratie is ook - zoals werd verwacht - hoger aan de dagzijde dan aan de nachtzijde van de komeet.
MIRO detecteert de eigen microgolfstraling van watermoleculen, en ook de absorptie door waterdamp van microgolfstraling afkomstig van het komeetoppervlak. Daarnaast is het instrument in staat om temperatuurmetingen te verrichten op enkele centimeters onder het oppervlak. (GS)
→ MIRO maps water in comet's coma
17 juni 2015
De kleine komeetlander Philae wordt heel voorzichtig weer aan het werk gezet. Dat hebben wetenschappers van het Europese ruimteagentschap ESA woensdagochtend bekendgemaakt tijdens een persconferentie in Parijs. Maar voordat het zover is zal de lander, die afgelopen zaterdag na zeven maanden uit zijn ‘winterslaap’ kwam, grondig worden getest. De eerste tekenen wijzen erop dat Philae in goede toestand verkeert. Maar dat betekent niet dat al zijn wetenschappelijke instrumenten direct aan de slag kunnen. In eerste instantie worden alleen Romap (meet magnetisch veld), Mupus (meet temperatuur) en Sesame (meet structuur komeetoppervlak met behulp van geluid) geactiveerd. Deze instrumenten verbruiken weinig stroom en zijn onbeweeglijk. Dat laatste is van belang, omdat onduidelijk is hoe stabiel Philae momenteel staat. Slechts twee van zijn drie landingspoten maken contact met het oppervlak van komeet 67P/Churyumov-Gerasimenko. Als volgende zijn de camera’s Civa en Rolis aan de beurt, gevolgd door Cosac en Ptolemy, de twee instrumenten die de samenstelling van het gas en stof op de komeet moeten onderzoeken. Pas als allerlaatste komen – mogelijk pas in juli – de röntgenspectrometer APXS en de ‘boor’ SD2 in actie. Om de communicatie met Philae te vergemakkelijken, zal moederschip Rosetta weer wat dichter bij de komeet worden gebracht. Eerder moest Rosetta juist wat afstand nemen, omdat haar navigatiecamera stofdeeltjes van de komeet voor sterren begon aan te zien. Rosetta zal het ijzige hemellichaam nu weer tot op 180 kilometer naderen – ongeveer 40 kilometer dichterbij dan de afgelopen weken. Maar als haar navigatiesysteem dat niet pikt, zal ze weer naar een veiligere hoogte worden gemanoeuvreerd. (EE)
→ Scientists set plan for new tests with Philae comet probe
14 juni 2015
Vluchtleiders van de Europese ruimtevaartorganisatie ESA hebben voor het eerst sinds 15 november 2014 weer radiosignalen opgevangen van de kleine komeetlander Philae, die door de ruimtesonde Rosetta werd afgeleverd op het oppervlak van komeet 67P/Churyumov-Gerasimenko. Philae maakte op 12 november een 'stuiterende' landing op het ijzige komeetoppervlak, waarbij hij onbedoeld in de schaduw van een klif terechtkwam. Er werden verschillende metingen op het komeetoppervlak uitgevoerd en enkele foto's gemaakt, maar in de vroege ochtend van 15 november waren de batterijen uitgeput en begon Philae aan een lange winterslaap.
De komeet is in de afgelopen maanden veel dichter bij de zon gekomen (en ten opzichte van de zon ook van oriëntatie veranderd), en de zonnepanelen van Philae, die nodig zijn om de batterijen weer op te laden, werden daarbij steeds meer en steeds intensiever door de zon beschenen. De hoop was dan ook dat Philae weer uit zijn winterslaap zou ontwaken.
Op zaterdag 13 juni om 22.28 uur Nederlandse tijd werden er gedurende bijna anderhalve minuut weer radiosignalen van de komeetlander ontvangen, doorgeseind door het moederschip Rosetta, en op aarde opgevangen met de antennes van NASA's Deep Space Network. (GS)
→ Rosetta's Lander Philae Wakes Up From Hibernation
11 juni 2015
Terwijl de Europese ruimtesonde Rosetta druk bezig is met het onderzoek van de komeet 67P/Churyumov-Gerasimenko, proberen ESA-wetenschappers nog steeds te achterhalen waar de komeetlander Philae vorig jaar november is terechtgekomen. Op beelden die Rosetta in december van het meest waarschijnlijke landingsgebied heeft gemaakt zijn verschillende witte stippen te zien, maar slechts één daarvan kan Philae zijn. Een nauwkeurige analyse van de Rosetta-opnamen heeft nu laten zien dat één van de stippen een paar weken vóór de landing van Philae nog niet te zien was, en een maand na de landing wel. Het lijkt er dus op dat er ter plaatse iets is veranderd. Is dat de kometlander? Dat is nog allerminst zeker. Tussen de eerste en de laatste opname zijn zeven weken verstreken, en er kan in die tijd ook iets op de komeet zelf gebeurd zijn, waardoor vers ijsachtig materiaal is komen bloot te liggen. Om zekerheid te krijgen zou Rosetta van heel dichtbij foto’s moeten maken. Maar dat zit er voorlopig niet in: daarvoor is de komeet momenteel te actief. Een andere mogelijkheid is dat Philae zich vanzelf weer meldt, zodra zijn zonnepanelen genoeg licht opvangen om hem uit zijn ‘winterslaap’ te halen. Als dat gebeurt, kan zijn positie nauwkeurig genoeg worden gepeild om zijn landingsplek te kunnen vaststellen. (EE)
→ The Quest to find Philae
8 juni 2015
Komeet 67P/Churyumov-Gerasimenko vertoont sinds enige tijd ook geiserachtige activiteit op plaatsen waar de zon net is ondergegaan. Dat blijkt uit nieuwe foto's die gemaakt zijn met de OSIRIS-camera van de Europese komeetverkenner Rosetta. Tot voor kort kwamen zulke stof- en gasfonteinen (zogeheten jets) alleen voor op de dagzijde van de komeet, waar het oppervlak verhit wordt door de zonnestraling. Eind april zijn echter ook jets waargenomen op plaatsen waar de zon net was ondergegaan. Onderzoekers denken dat het komeetmateriaal op enige afstand onder het oppervlak de warmte wat langer kan vasthouden, waardoor de activiteit niet meteen tot stilstand komt op het moment dat de directe instraling van de zon wegvalt.
Komeet 67P bevindt zich nu op ca. 270 miljoen kilometer afstand van de zon; de komende maanden zal hij de zon nog dichter naderen, waarbij de activiteit naar verwachting alleen maar verder toeneemt. (GS)
→ Sunset Jets on Rosetta’s Comet
2 juni 2015
Het Amerikaanse Alice-instrument aan boord van de Europese komeetverkenner Rosetta heeft nieuw licht geworpen op de oorsprong van de atomen in de ijle 'dampkring' van komeet 67P/Churyumov-Gerasimenko. Het ijle gasomhulsel van de komeet bestaat voornamelijk uit waterstof-, zuurstof- en koolstofatomen. Aangezien er op de komeet zelf bevroren water (H2O) en bevroren kooldioxide (CO2) voorkomt, werd altijd aangenomen dat die moleculen in hun samenstellende atomen uiteen zouden vallen onder invloed van ultraviolette straling van de zon. Op basis van ultravioletwaarnemingen van NASA's Alice-instrument is nu echter aangetoond dat het uiteenvallen van de 'moedermoleculen' wordt veroorzaakt door energierijke elektronen, op een afstand van niet veel meer dan één kilometer van het komeetoppervlak. De elektronen zijn op hun beurt door ultraviolette fotonen van de zon losgeslagen uit water- en koolzuurmoleculen. Het uiteenvallen van de moedermoleculen is dus een tweestapsproces. De nieuwe resultaten worden gepubliceerd in het vakblad Astronomy & Astrophysics. (GS)
→ Ultraviolet Study Reveals Surprises in Comet Coma
28 mei 2015
Veel kometen, zoals de Rosetta-komeet 67P/Churyumov-Gerasimenko, vertonen een gelaagde structuur en een tweelobbige vorm. Computersimulaties van wetenschappers van de universiteit van Bern geven daar een verklaring voor. Zulke kometen zouden het resultaat zijn van ‘zachte’ botsingen en samensmeltingen (Science Express, 28 mei). De computersimulaties laten zien wat er gebeurt als twee ijsachtige, bolvormige objecten met een middellijn van ongeveer een kilometer met ‘fietssnelheid’ tegen elkaar botsen. In eerste instantie ketsen ze van elkaar af, waarbij materiaal van de kleinere van de twee op de grotere achterblijft. Maar hun onderlinge zwaartekracht zorgt ervoor dat de twee objecten binnen een dag opnieuw met elkaar in aanraking komen en tot één geheel fuseren. Het resultaat is een object dat opmerkelijke overeenkomsten vertoont met komeet ’67P’. Het computermodel kan ook de geringe dichtheid van zulke kometen goed verklaren. De snelheid waarmee de oorspronkelijke brokstukken tegen elkaar botsen is dermate gering dat het materiaal waaruit ze bestaan niet hard wordt samengedrukt. Volgens de wetenschappers geeft het nagebootste proces een goed beeld van de beginfase van de vorming van planeten. (EE)
→ How Comets Were Assembled
18 mei 2015
Wetenschappers hebben een bijzondere ontdekking gedaan op het oppervlak van komeet 67P/Churyumov-Gerasimenko: een dertig meter grote ‘schommelsteen’. Het wankele brok gesteente maakt deel uit van een opvallende formatie van drie rotsblokken. Soortgelijke geologische formaties worden ook op aarde aangetroffen. Schommelstenen staan met slechts een klein deel van hun oppervlak in contact met de ondergrond en lijken op elk moment om te kunnen vallen. Vaak zijn zulke stenen aangevoerd door gletsjers, in andere gevallen zijn ze gevormd door de eroderende werking van wind en water. Hoe de schommelsteen op komeet ’67P’ is ontstaan, is onduidelijk. Mogelijk is ook op het oppervlak van dit kleine, ijzige hemellichaam sprake van transportprocessen. De activiteit van de komeet kan ervoor zorgen dat rotsblokken in beweging komen en elders terechtkomen. De wetenschappers zullen de wankele steen de komende tijd goed in de gaten houden. (EE)
→ OSIRIS discovers balancing rock on 67P
14 april 2015
Metingen, gedaan door de Europese ruimtesonde Rosetta en haar landingsmodule Philae, laten zien dat de komeet 67P/Churyumov-Gerasimenko geen globaal magnetisch veld heeft (Science, 17 april). Dat is opmerkelijk, omdat verondersteld wordt dat magnetische velden een belangrijke rol hebben gespeeld bij de vorming van ons zonnestelsel. Het zonnestelsel is 4,6 miljard jaar geleden ontstaan uit een draaiende schijf van gas en stof. Het meeste materiaal ging in de zon zitten, maar er bleef nog genoeg over voor acht planeten, tientallen manen en ontelbare kometen en planetoïden. Het stof bevatte een aanzienlijke hoeveelheid ijzer, deels in de vorm van magnetiet, een mineraal met magnetische eigenschappen. Ook in meteorieten – brokstukken van planetoïden – zijn magnetische materialen aangetroffen. Er was dus alle reden om aan te nemen dat magnetische velden ook een rol hebben gespeeld bij de vorming van kometen. Maar komeet 67P lijkt uitgesproken niet-magnetisch. Als er al magnetisch materiaal in de komeet zit, moet het om kleine brokstukken gaan. De onderzoekers komen tot de conclusie dat magnetische krachten waarschijnlijk geen grote rol hebben gespeeld bij het ontstaan van planetaire bouwstenen van meer dan een meter. De vorming van grotere hemellichamen lijkt helemaal het werk te zijn geweest van de zwaartekracht. (EE)
→ Rosetta and Philae find comet not magnetised
19 maart 2015
De Europese ruimtesonde Rosetta heeft voor het eerst moleculaire stikstof gedetecteerd in een komeet (Science, 20 maart). Tot nu toe waren alleen verbindingen van stikstof met andere elementen in kometen waargenomen. Rosetta draait al sinds augustus 2014 om de komeet 67P/Churyumov–Gerasimenko. De detectie van moleculaire stikstof in deze komeet zegt iets over de plek waar hij vandaan komt. Planeetwetenschappers denken dat moleculaire stikstof de meest voorkomende vorm van stikstof was ten tijde van het ontstaan van ons zonnestelsel, 4,6 miljard jaar geleden. In de atmosferen van sommige hemellichamen in de buitengebieden van het zonnestelsel, zoals de Saturnusmaan Titan en de dwergplaneet Pluto, is het nog steeds rijkelijk aanwezig. Vermoed wordt dat ook Rosetta’s komeet uit dit koude buitengebied afkomstig is. Om moleculaire stikstof in ijs op te sluiten zijn namelijk zeer lage temperaturen nodig: 220 tot 250 graden onder nul. (EE)
→ Rosetta makes first detection of molecular nitrogen at a comet
13 maart 2015
Kleurenfoto’s die door de Europese ruimtesonde Rosetta zijn gemaakt, laten zien dat de ’nek’ van de komeet 67P/Churyumov-Gerasimenko blauwer van tint is dan de rest van de komeet. Dit kan erop wijzen dat er in dit gebied, dat officieel ‘Hapi’ heet, nog relatief veel ijs aan de oppervlakte ligt. Hapi ligt tussen de twee lobben van de komeet en is sinds een aantal maanden behoorlijk actief. Het gebied is de bron van een aantal spectaculaire jets (‘fonteinen’) van stof en gas. Een mogelijk verklaring hiervoor is dat Hapi rond het moment dat komeet 67P zijn kleinste afstand tot de zon bereikt in de schaduw ligt. Pas wanneer de komeet zich weer van de zon verwijdert, wordt het gebied weer door de zon beschenen. Maar dan is het er alweer kouder. Hierdoor kan er meer ijs aan de oppervlakte zijn overgebleven. En dat verklaart waarom specifiek dit gebied meer activiteit vertoont dan de rest van de komeet. (EE)
→ Rosetta: OSIRIS detects hints of ice in the comet’s neck
10 maart 2015
Wetenschappers van het Duitse centrum voor lucht- en ruimtevaart DLR doen vanaf donderdag 12 maart pogingen om in contact te komen met de zoekgeraakte komeetlander Philae. Als alles meezit, zal Rosetta – de moedersonde van Philae, die nog steeds om de komeet 67P/Churyumov-Gerasimenko cirkelt – rond 5 uur in de ochtend het eerste signaal opvangen. De kans van slagen lijkt niet zo groot. Philae landde op 12 november 2014 op een nogal schaduwrijke plek op de komeet. Hierdoor vangen zijn zonnepanelen maar heel weinig zonlicht op. Wel genereren ze inmiddels ongeveer twee keer zo veel energie als vier maanden geleden. Om Philae uit zijn winterslaap te laten komen, moet aan twee voorwaarden zijn voldaan. Op de eerste plaats mag de temperatuur in het inwendige van de sonde niet lager zijn dan –45 °C. Daarnaast moeten zijn zonnepanelen een vermogen van minstens 5,5 watt kunnen leveren. Als Philae eenmaal wakker is, zet hij automatisch om het half uur zijn ontvanger aan om naar signalen van Rosetta te luisteren. Als dat nu niks oplevert, volgt er in mei een tweede kans. Dan zijn de komeet en zijn kleine passagier de zon nog wat dichter genaderd. (EE)
→ Waiting for a Signal from Philae
3 maart 2015
Tijdens zijn scheervlucht op 14 februari langs de kern van komeet Churyumov-Gerasimenko heeft de Europese ruimtesonde Rosetta onder andere zijn eigen schaduw op het komeetoppervlak vastgelegd. De foto's die tijdens de manoeuvre (op een afstand van slechts zes kilometer) zijn gemaakt door de OSIRIS-camera van de komeetverkenner zijn nu pas doorgestuurd naar de aarde. Ze tonen details van 11 centimeter groot. Het afgebeelde gebied meet 228 x 228 meter; de schaduw van Rosetta, onderin beeld, heeft een afmeting van ca. 20 bij 50 meter (dubbelklik op de foto om hem helemaal te zien).Het gaat om de zogeheten halfschaduw van de ruimtesonde: gezien vanaf het komeetoppervlak is Rosetta te klein om de zon volledig te bedekken. Op de foto is ook een heldere halo rond de schaduw te zien. Dit zogeheten oppositie-effect is ook bekend van het oppervlak van de maan: zonlicht wordt door een poreus, stoffig oppervlak sterker weerkaatst in de richting waaruit het afkomstig is dan in andere richtingen. (GS)
→ OSIRIS catches glimpse of Rosetta’s shadow
27 februari 2015
Met de 570-megapixel Dark Energy Camera, een mozïek-camera op de 4-meter Blanco-telescoop van de Cerro Tololo-sterrenwacht in Chili, is eind december een spectaculaire opname gemaakt van komeet Lovejoy, die toen op ca. 80 miljoen kilometer afstand langs de aarde vloog. De Dark Energy Camera wordt normaalgesproken gebruikt voor het vastleggen en onderzoeken van ver verwijderde sterrenstelsels, op vele miljarden lichtjaren afstand van de aarde. (GS)
→ Dark Energy Camera catches breathtaking glimpse of comet Lovejoy
24 februari 2015
De afgelopen dagen is er een kleine komeet langs de zon gescheerd. Dat gebeurt wel vaker, maar deze komeet is in twee opzichten bijzonder. Hij behoort niet tot de grootste familie van ‘zonnescheerders’, en hij heeft zijn hachelijke tocht langs de zon overleefd. Elk jaar komen er een stuk of honderd komeetjes dicht in de buurt van de zon. Het overgrote deel ervan behoort tot de zogeheten Kreutz-familie. Hoogstwaarschijnlijk gaat het om kleine brokstukken van een grote komeet die enkele duizenden jaren geleden uit elkaar is gevallen. Het is vooral aan deze Kreutz-kometen te danken dat de Europees/Amerikaanse SOHO-satelliet, die vooral zonne-onderzoek doet, sinds zijn lancering in 1995 maar liefst 2875 kometen heeft ontdekt. Het overgrote deel van die zonnescheerders verdampt in de nabijheid van de zon. ‘SOHO-2875’, die tussen 18 en 21 februari op een afstand van 3,5 miljoen kilometer langs de zon trok, heeft de intense hitte echter overleefd. Hoe het de komeet, die inmiddels is omgedoopt tot C/2015 D1 (SOHO), verder zal vergaan is heel onzeker. Maar er bestaat een redelijke kans dat hij de komende week zal opduiken aan de westelijke avondhemel. (EE)
→ SOHO Sees Something New Near The Sun
16 februari 2015
De Europese komeetverkenner Rosetta is op 14 februari op een afstand van slechts 6 kilometer langs het oppervlak van komeet Churyumov-Gerasimenko gescheerd. De dichtste nadering vond plaats om 13.41 uur Nederlandse tijd, boven een gebied dat Imhotep is genoemd. Op de foto's die gemaakt zijn door de navigatiecamera van Rosetta zijn details van slechts enkele tientallen centimeters groot te onderscheiden, waaronder grote rotsblokken en cirkelvormige structuren die iets hoger liggen dan het omringende terrein.De komende weken zullen meerdere scheervluchten worden uitgevoerd op iets grotere afstand, tussen 15 en 100 kilometer. Komeet Churyumov-Gerasimenko bevindt zich momenteel op 345 miljoen kilometer afstand van de zon. De komeetkern begint langzaam maar zeker steeds actiever te worden: onder invloed van de zonnewarmte ontstaan geisers van gas en stof. Rosetta blijft met de komeet mee vliegen, ook wanneer hij op 13 augustus 2015 de kleinste afstand tot de zon bereikt - 186 miljoen kilometer.Overigens is de exacte locatie van de komeetlander Philae nog steeds niet vastgesteld. Vluchtleiders blijven hopen dat de lander later dit voorjaar weer 'tot leven' zal komen, wanneer hij meer zonlicht opvangt zodat de batterijen opgeladen kunnen worden. (GS)
→ Close encounter
10 februari 2015
Met behulp van een soort diepvrieskist hebben wetenschappers ontdekt waarom kometen zo’n harde buitenkorst hebben. Wanneer zo’n ijzig object de zon nadert, kristalliseert het ijs aan het oppervlak, waardoor het harder wordt. Tijdens dat proces worden koolstofhoudende moleculen naar het oppervlak verdreven. Het resultaat: een knapperige komeetkorst, besprenkeld met organisch stof. Dat kometen een zacht, poreus inwendige hebben en een harde gekristalliseerde korst, is al een tijdje bekend. Dat blijkt onder meer uit onderzoek dat met de ruimtesondes Deep Impact en Rosetta is gedaan. Maar de precieze samenstelling van de komeetkorst, en de wijze waarop deze ontstaat, was nog onduidelijk. Bij het nieuwe onderzoek is het basismateriaal van een komeet – een mengsel van ijs en organische verbindingen – in een laboratorium nagebootst. Eerst werd bij een temperatuur van 243 graden onder nul het poreuze ijs gemaakt, zoals dat in het inwendige van een komeet te vinden is. Vervolgens werd de cryostaat waarin dat gebeurde ‘opgestookt’ tot 123 graden onder nul. Tot verrassing van de onderzoeker klonterden de organische stoffen bij dat proces samen, waarna ze uit het ijs werden gedrukt. Daardoor kregen de watermoleculen meer ruimte om zich aan elkaar te binden, en ontstond een dichte, harde ijslaag. (EE)
→ Why Comets Are Like Deep Fried Ice Cream
4 februari 2015
Binnenkort komt de Europese ruimtesonde Rosetta dichter bij komeet 67P/Churyumov-Gerasimenko dan ooit te voren. Op 14 februari scheert zij op een afstand van slechts zes kilometer langs het oppervlak van het kleine, ijsachtige object. Ter voorbereiding van die scheervlucht wordt Rosetta, die tot nu toe op een afstand van enkele tientallen kilometers om de komeet cirkelde, naar een ‘hoogte’ van 140 kilometer gebracht. Dat verste punt wordt op 7 februari bereikt. Een paar scherpe bochten brengen de ruimtesonde een week later dicht in de buurt van de grootste ‘lob’ van de komeet. De flyby is onder meer bedoeld om detailrijke opnamen van het komeetoppervlak te maken. Ook zullen instrumenten aan boord van Rosetta de ijle atmosfeer van de komeet ‘opsnuiven’. De manoeuvre brengt de ruimtesonde boven de meest actieve delen van de komeet, waar gas en stof de ruimte in wordt geblazen. (EE)
→ Rosetta swoops in for a close encounter
26 januari 2015
De stofdeeltjes die de Europese ruimtesonde Rosetta tot nu toe heeft opgevangen van komeet 67P/Churyumov-Gerasimenko zijn poreus en ‘pluizig’. Ze zijn relatief rijk aan natrium en ze bevatten nauwelijks ijs. Daarmee lijken ze veel op de microscopische interplanetaire stofdeeltjes die continu vanuit de ruimte op het aardoppervlak neerdwarrelen - ook die zijn grotendeels afkomstig van kometen.
Het COSIMA-instrument aan boord van komeetverkenner Rosetta heeft sinds augustus 2014 komeetstof opgevangen en onderzocht. De eerste resultaten van het onderzoek zijn vandaag gepubliceerd in de online editie van het Britse weekblad Nature.
De onderzoekers denken dat de tot nu toe opgevangen deeltjes afkomstig zijn van een buitenste stoflaag die zich in de afgelopen jaren op het oppervlak van de komeet heeft opgebouwd, toen 67P zich op grote afstand van de zon bevond en nauwelijks activiteit vertoonde.
De verwachting is dat het niet lang meer zal duren voordat er deeltjes opgevangen worden met een andere samenstelling, bijvoorbeeld met een hoger ijsgehalte. (GS)
→ Rosetta watches comet shed its dusty coat
22 januari 2015
Gegevens van de om komeet 67P/Churyumov-Gerasimenko cirkelende ruimtesonde Rosetta laten zien dat de atmosfeer of ‘coma’ van dit ijzige hemellichaam veel minder homogeen is dan verwacht. Ook blijkt de gasuitstoot van de komeet aanzienlijke variaties te vertonen. Dat zijn slechts twee van de ontdekkingen die deze week worden gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Science, dat grotendeels aan de Rosetta-missie is gewijd. Wanneer een komeet de zon nadert, warmt hij op en begint het aanwezige ijs te verdampen. Tot nu toe gingen wetenschappers ervan uit dat kometen grotendeels uit bevroren water bestaan. Maar de Rosetta-metingen laten zien dat ’67P’ het ene moment veel waterdamp uitstoot en enkele uren later vooral koolstofdioxide. Die variatie kan simpelweg een gevolg zijn van de veranderende temperatuur van het ijs, maar het is ook denkbaar dat er iets bijzonders aan de hand is met de komeet. Komeet Churyumov-Gerasimenko bestaat uit twee lobben, verbonden door een smalle ‘nek’. Volgens de onderzoekers speelt deze ‘badeend’-vorm een belangrijke rol bij de waargenomen variaties. Door de draaiing van de komeet is nu eens de ene lob naar de zon gericht, dan weer de andere. Als de wisselende samenstelling van de coma een afspiegeling is van de samenstelling van de vaste kern van de komeet, kan dit erop wijzen dat laatstgenoemde is ontstaan bij de botsing tussen twee kleinere hemellichamen die uit verschillende delen van het zonnestelsel afkomstig waren. Gehoopt wordt dat naarmate de komeet dichter bij de zon komt – de kleinste afstand wordt op 13 augustus bereikt – er meer duidelijk wordt over zijn samenstelling. Nu al is te zien dat zijn gasuitstoot flink aan het toenemen is. (EE)
→ Rosetta data reveals more surprises about comet 67P
17 december 2014
Onderzoekers van het Europese ruimteagentschap ESA wachten met spanning op nieuwe opnamen die de ruimtesonde Rosetta heeft gemaakt van het oppervlak van komeet 67P/Churyumov-Gerasimenko. De beelden moeten uitsluitsel geven over de vraag of de landingsmodule Philae genoeg zonlicht opvangt om volgend jaar weer te kunnen ontwaken. Al sinds zijn stuiterende landing op de komeet, in november, is Philae spoorloos. Hij kwam terecht in de schaduw van een steile rotswand, waardoor zijn zonnepanelen te weinig zonlicht opvingen om langer dan zestig uur in bedrijf te blijven. Een nieuwe analyse van de gegevens die Philae verzamelde voordat hij aan zijn winterslaap begon laat zien dat hij waarschijnlijk nét genoeg zonlicht ontvangt om de kou te kunnen doorstaan. De kans dat hij volgend jaar weer ontwaakt is dan ook niet denkbeeldig. De onderzoekers hebben een driedimensionaal model gemaakt van de omgeving waarin Philae terecht is gekomen. Dit model wijst erop dat de lander momenteel vierenhalf uur zonlicht per dag ontvangt. Dat is genoeg om warm te blijven, maar niet genoeg om metingen te doen. Gehoopt wordt dat het model met behulp van de detailrijke beelden van het landingsgebied, die Rosetta binnen enkele dagen naar de aarde zal overseinen, verder kan worden verfijnd. Dan wordt het mogelijk om te voorspellen hoeveel meer zonlicht Philae zal bereiken naarmate komeet 67P dichter bij de zon komt. (EE)
→ Comet lander could wake up next year
10 december 2014
De Europese ruimtesonde Rosetta heeft ontdekt dat de waterdamp van de komeet waar zij omheen cirkelt een andere atomaire samenstelling heeft dan het water op aarde. Dat betekent dat kometen als 67P/Churyumov-Gerasimenko niet de belangrijkste bron van het water op onze planeet kunnen zijn (Science, 12 december). Volgens de meest gangbare hypothese over het ontstaan van de aarde was onze planeet kort na haar geboorte zo heet, dat haar oorspronkelijke watervoorraad verdampte en de ruimte in verdween. Maar nu staat tweederde van het aardoppervlak onder water. Waar komt dat vandaan? Een van de mogelijkheden is dat het water ruwweg vier miljard jaar geleden is meegekomen met inslaande planetoïden en/of kometen. Als kometen de bron zijn geweest, zou hun water dezelfde atomaire samenstelling moeten hebben als het aardse water. Maar dat lijkt bij vrijwel geen enkele komeet het geval te zijn – vooral bij komeet ‘67P’ niet. Normaal gesproken bestaat een watermolecuul uit één zuurstofatoom en twee waterstofatomen. Maar in sommige watermoleculen wordt de plek van een van die waterstofatomen ingenomen door deuterium – een zwaardere variant van waterstof. In aards water komen op elke 10.000 waterstofatomen ongeveer twee deuteriumatomen voor. Rosetta heeft nu vastgesteld dat de waterdamp van komeet ‘67P’ bijna drie keer zo veel deuterium bevat. Dat is de hoogste waarde die ooit in een komeet is gemeten. Daar tegenover staat dat brokstukken van planetoïden uit de gordel tussen Mars en Jupiter die als meteoriet op aarde zijn terechtgekomen wél hetzelfde deuteriumgehalte hebben als aards water. Áls het water van onze oceanen al uit de ruimte afkomstig is, moet het dus haast wel door planetoïden zijn aangevoerd. (EE)
→ Rosetta Fuels Debate On Origin Of Earth’s Oceans
28 november 2014
Gegevens van de magnetometer aan boord van Philae, de sonde die op 12 november op de komeet 67P/Churyumov-Gerasimenko landde, wijzen erop dat deze halverwege de eerste en de tweede touchdown een obstakel heeft geraakt – mogelijk de rand van een kleine krater. Dat blijkt uit een reconstructie van het traject dat de lander heeft gevolgd. Daarbij is gebruik gemaakt van het magnetische veld dat door de elektronica van Philae werd gegenereerd – een irritante ‘ruis’ die de metingen van het magnetische veld van de komeet verstoort, en normaal gesproken wordt ‘weggepoetst’. Die geringe magnetische fluctuaties kunnen echter ook worden gebruikt om de bewegingen van Philae te kunnen reconstrueren. Uit de meetgegevens blijkt dat Philae de komeet om 16.34 uur Nederlandse tijd voor het eerst ‘aantikte’. De tweede touchdown was pas om 18.25 uur, maar ook om 17.20 uur lijkt de lander iets te hebben geraakt – waarschijnlijk met slechts één van zijn drie poten. Daardoor begon Philae te tuimelen. Om 18.31 uur kwam hij uiteindelijk tot stilstand op een plek waarvan de locatie nog steeds niet precies bekend is. (EE)
→ OSIRIS spots Philae drifting across the comet
15 november 2014
Door het leegraken van zijn accu’s, en een gebrek aan zonlicht om deze weer op te laden, is kometenlander Philae vannacht om 1.36 uur stilgevallen. Al zijn instrumenten en de meeste systemen aan boord zijn uitgeschakeld. Er zijn geen wetenschappelijke gegevens verloren gegaan: op het moment dat de verbinding met de lander werd verbroken, waren alle verzamelde data al binnen. Van nu af aan is verder contact met Philae alleen mogelijk als er voldoende zonlicht op zijn zonnepanelen valt om de systemen weer te kunnen opstarten. Of dat ooit nog zal gebeuren, is hoogst onzeker. Wel is op het laatste moment gelukt om de lander een klein beetje te draaien, zodat hij wellicht wat meer zonlicht kan oppikken. Hoe dan ook zal moedersonde Rosetta de komende tijd naar eventuele signalen van Philae blijven ‘luisteren’. (EE)
→ Our lander’s asleep
14 november 2014
Tijdens een ‘ESA Hangout’-sessie zijn vanmiddag de laatste ontwikkelingen rond Philae doorgenomen. Gisteravond is, zoals bekend, het MUPUS-instrument geactiveerd. Daarnaast is ook Alpha Proton X-ray Spectrometer in gebruik genomen. Met dit instrument kan de chemische samenstelling van het materiaal op de landingsplek van Philae worden bepaald. Ook de boor waarmee bodemmonsters kunnen worden genomen is aan het werk gezet. Op dit moment is echter onduidelijk of de boor de bodem überhaupt kan bereiken. Naar verwachting wordt daar pas tegen middernacht, als er weer radioverbinding is met Philae, meer duidelijkheid over verkregen. Een onzekere factor is de hoeveelheid stroom die de accu’s van Philae nog kunnen leveren. In het slechtste geval raken ze al in de loop van vrijdagavond uitgeput, in het gunstigste geval in de loop van zaterdag. Omdat de sonde in een soort kuil ligt, vangen zijn zonnepanelen weinig zonlicht op. Te weinig, om de accu’s te kunnen opladen. Daarom heeft het verzamelen van gegevens momenteel prioriteit. Maar ondertussen wordt ook nagedacht over mogelijkheden om Philae nog een beetje te draaien, zodat hij meer zonlicht ontvangt. Dat zou bijvoorbeeld kunnen door het vliegwiel in de sonde op te starten. De zoektocht naar Philae met de Osiris-camera van Rosetta heeft nog niets opgeleverd. Er bestaat een kans dat de camera het terugkaatsen van Philae na de eerste touchdown heeft vastgelegd. Ook dat kan informatie opleveren over plek waar de sonde terecht is gekomen. (EE)
→ Herhaling van ESA Hangout-sessie
13 november 2014
Kometenlander Philae is niet in het beoogde landingsgebied Agilkia terechtgekomen. Dat hebben wetenschappers van het Europese ruimteagentschap ESA vanmiddag bekendgemaakt. De eerste touchdown was weliswaar precies in de roos, maar doordat de verankering van de sonde mislukte, stuitte deze weer omhoog. Daarbij werd een hoogte van naar schatting één kilometer bereikt. Uiteindelijk kwam Philae, na een tweede sprongetje, een kilometer verderop terecht. Waar de sonde zich nu precies bevindt is onduidelijk. Maar waarschijnlijk is hij terechtgekomen op een andere plek die vooraf als landingsgebied in aanmerking kwam: gebied 'B'. Ook hoe Philae erbij staat is nog onzeker. De panoramafoto’s die de lander heeft gemaakt lijken erop te wijzen dat hij op z’n zij ligt, met één poot in de ‘lucht’. Erger is dat hij op een schaduwrijke plek is terechtgekomen, waardoor zijn zonnepanelen maar een kwart van de gehoopte hoeveelheid zonlicht ontvangen. Dat laatste kan grote gevolgen hebben voor het verdere verloop van de missie. De vooraf opgeladen accu’s van Philae hebben stroom tot zaterdag. Daarna komt het onderzoek op een laag pitje te staan. Of de boring in het oppervlak van de komeet, die eigenlijk voor vandaag op het programma stond, alsnog kan plaatsvinden wordt nog onderzocht. De zorg bestaat dat, omdat de sonde niet verankerd is en schuin staat, de boring ertoe kan leiden dat Philae kantelt of zelfs van het oppervlak wordt geduwd.
Wel heeft ESA donderdagavond besloten om ‘MUPUS’ te activeren. Dit instrument bestaat uit een 35 centimeter lange pen die de bodem in wordt geprikt om de thermische en mechanische eigenschappen ervan te onderzoeken. Berekeningen laten zien dat Philae daardoor in een richting wordt geduwd die ervoor zorgt dat hij meer zonlicht kan opvangen. Na het uitschuiven van MUPUS zal een nieuw panorama worden gemaakt, om te zien of er inderdaad beweging in de sonde zit.
(EE)
→ Webcast van de persconferentie
13 november 2014
Het Europese ruimteagentschap ESA heeft zojuist de eerste foto vrijgegeven die de kleine kometenlander Philae van zijn landingsplek heeft gemaakt. Volgens het begeleidende bericht is Philae veilig aangekomen op het oppervlak van komeet 67P/Churyumov-Gerasimenko. Over dat laatste bestond enige twijfel, omdat gegevens van de magnetometer van Philae erop duidden dat de sonde na de eerste touchdown nog eens twee keer is ‘geland’. Tussen de eerste en de tweede touchdown verstreken bijna twee uur, wat aangeeft dat Philae een honderden meters hoge sprong maakte. Het lijkt er nu echter op dat de sonde uiteindelijk toch op zijn pootjes is terechtgekomen. Het volledige panorama dat hij van zijn omgeving heeft gemaakt, wordt vanmiddag om 14 uur tijdens de volgende persconferentie getoond.
Update: volgens de laatste geruchten is op het panorama geen spoor van een horizon te zien. Dat kan betekenen dat Philae in een kuil of greppel is beland. (EE)
→ Welcome to a comet!
12 november 2014
Het wordt een spannende dag voor het Europese ruimteagentschap ESA. Vanochtend heeft de landingsmissie van de kleine onderzoekssonde Philae groen licht gekregen. Om 9.35 uur onze tijd is hij losgekoppeld van moedersonde Rosetta en begon zijn ongeveer zeven uur durende val naar het oppervlak van komeet 67P/Churyumov–Gerasimenko. Even na tienen vanochtend werd het signaal ontvangen dat de loskoppeling inderdaad gelukt is.
Om even na twaalven werd radiocontact gelegd met Philae: dat betekent dat het verloop van zijn afdaling ‘live’ kan worden gevolgd. Dat wil zeggen: met een vertraging van bijna een half uur. Want zo lang doen de radiosignalen van Rosetta en Philae er over om de afstand naar de aarde te overbruggen. Uit de telemetrische gegevens blijkt dat het landingsgestel van Philae uitgevouwen is en het toestel naar behoren functioneert. Ook heeft Philae kort na zijn vertrek een foto van Rosetta gemaakt. En omgekeerd fotografeerde Rosetta de vertrekkende Philae.
Tijdens de controles van de toestand van Philae is eerder vandaag wel ontdekt dat de kleine raket die bovenop de sonde zit om hem bij de landing tegen het komeetoppervlak aan te drukken niet werkt. De vluchtleiding moet er dus op vertrouwen dat de ijsschroeven en harpoenen waarmee de lander is uitgerust toereikend zijn om hem te verankeren.
17:03 uur: de landing lijkt te zijn gelukt! Het is echter niet helemaal zeker dat de sonde goed verankerd is aan het komeetoppervlak. Het lijkt erop dat Philae na de landing minstens één keer is teruggestuiterd. Nadere berichten daarover worden in de loop van donderdag verwacht.
De gebeurtenissen rond de landingsmissie zijn te volgen via rosetta.esa.int. (EE)
→ Touchdown! Rosetta’s Philae probe lands on comet
10 november 2014
Onderzoek aan komeet C/2013 A1 Siding Spring, uitgevoerd met de Hubble Space Telescope, wijst uit dat het ijs in de komeetkern zich gedraagt als gesteente. Op relatief grote afstand van de zon wordt de activiteit van de komeet bepaald door het uitgassen van koolmonoxide en kooldioxide. Uit spectroscopische metingen met Hubble blijkt dat daarbij niet alleen gruisdeeltjes en stenen losraken en vrijkomen, maar ook kleine en grote brokken ijs. Iets soortgelijks was eerder door Hubble al waargenomen bij komeet C/ISON. Beide kometen bewegen in extreem langgerekte omloopbanen, en vliegen misschien maar eens in de vele miljoenen jaren op kleine afstand langs de zon; mogelijk vertonen alle langperiodieke kometen ditzelfde gedrag.
Komeet Siding Spring vloog op 19 oktober op zeer kleine afstand langs de planeet Mars. Hubble nam de komeet echter al waar toen de afstand tot de zon nog aanzienlijk groter was. De nieuwe metingen worden vandaag gepresenteerd op de 46ste bijeenkomst van de Division for Planetary Sciences van de American Astronomical Society in Tucson, Arizona. Ze zullen gepubliceerd worden in Astrophysical Journal Letters. (GS)
→ New Insights into Comet Siding Spring
10 november 2014
Met de Pan-STARRS telescoop op Hawaii zijn twee bijzondere kometen ontdekt die afkomstig lijken te zijn uit de Oortwolk, maar die nauwelijks activiteit vertonen. De Oortwolk, waarvan het bestaan in 1950 werd gesuggereerd door de Nederlandse astronoom Jan Hendrik Oort, is een grote, min of meer bolvormige wolk van triljoenen kleine komeetkernen op grote afstand rond de zon. Door zwaartekrachtsstoringen kan zo'n Oortwolk-object in een extreem langgerekte baan terechtkomen waarbij hij door de binnendelen van het zonnestelsel beweegt.
De twee kometen, C/2013 P2 en C/2014 S3, vertonen echter niet de activiteit die je van 'verse' kometen zou verwachten. Ook tijdens hun dichtste nadering van de zon ontwikkelde zich in beide gevallen vrijwel geen komeetstaart. Zo'n staart bestaat uit gas- en stofdeeltjes die aan het oppervlak van een komeet vrijkomen wanneer het ijs onder invloed van de zonnewarmte verdampt.
Met de Gemini North-telescoop en de Canada-France-Hawaii Telescope op Mauna Kea zijn de twee ongewone kometen gedetailleerd bestudeerd. C/2013 P2 blijkt een extreem rood oppervlak te hebben, mogelijk doordat de komeetkern bedekt is door een laag van organische bestanddelen, ontstaan onder invloed van miljarden jaren blootstelling aan kosmische straling. Oort voorspelde al dat de objecten in 'zijn' wolk zo'n korst zouden kunnen vertonen, die dan bij de allereerste passage van de zon (deels) zou verdampen.
C/2014 S3 is juisst veel blauwer dan verwacht, en vertoont qua oppervlakte-eigenschappen veel overeenkomsten met rotsachtige planetoïden in de binnendelen van de planetoïdengordel. Vermoedelijk gaat het in beide gevallen om objecten die heel kort na het ontstaan van het zonnestelsel door zwaartekrachtsstoringen in de Oortwolk terecht zijn gekomen. De nieuwe resultaten zijn deze week gepresenteerd op de 46ste bijeenkomst van de Division of Planetary Sciences van de American Astronomical Society in Tucson, Arizona. (GS)
→ First Observations of the Surfaces of Objects from the Oort Cloud
7 november 2014
Gegevens van de ruimtesondes MAVEN, MRO (beide van NASA) en Mars Express (ESA) laten zien dat stof van de komeet die vorige maand vlak lang Mars scheerde een tijdelijke, sterke laag van ionen toevoegde aan de ionosfeer, de elektrisch geladen laag hoog boven het planeetoppervlak. Het is voor het eerst dat een direct verband kon worden gelegd tussen zo’n meteorenregen en het ontstaan van een tijdelijke laag in de ionosfeer van een planeet. Komeet C/2013 A1 naderde Mars op 19 oktober jl. tot op een afstand van 139.500 kilometer. Dat is minder dan de helft van de afstand tussen de aarde en de maan. Bij die scheervlucht kwam stof van de komeet in de Marsatmosfeer terecht, dat verdampte en waarschijnlijk een indrukwekkende meteorenregen veroorzaakte. De ruimtesonde MAVEN, die nog maar enkele maanden om Mars cirkelt, detecteerde na afloop sterk uv-licht van magnesium- en ijzerionen hoog in de Marsatmosfeer. Zelfs bij de hevigste meteorenregens op aarde is nooit zo’n sterk effect gemeten. Het duurde twee dagen voordat het uv-spectrum van Mars weer genormaliseerd was. Elders boven Mars registreerde de Europese Mars Express enkele uren na de passage van de komeet een enorme toename in de elektronendichtheid van de ionosfeer. Deze piek trad op een aanzienlijk lagere hoogte op dan de normale dichtheidspiek. Ook deze toegenomen ionisatie wordt toegeschreven aan stofdeeltjes van de komeet die in de atmosfeer verbrandden. Metingen door de MRO geven aan dat de elektronendichtheid met een factor vijf tot tien toenam. Ook naar de komeet zelf is gekeken. Beelden van de HiRISE-camera van de MRO laten zien dat de kern van de komeet kleiner is dan de verwachte twee kilometer, en eens in de acht uur om zijn as draait. (EE)
→ Spacecraft Find How Comet Flyby Affected Mars Atmosphere
6 november 2014
Wetenschappers hebben voor het eerst een glimp weten op te vangen van de zuidkant van de komeet 67P/Churyumov-Gerasimenko, die al maanden in volledige duisternis is gehuld. Volledige duisternis? Toch niet: stofdeeltjes in de omgeving van de komeet verstrooien het licht van de zon, waardoor ook zijn schaduwkant een beetje wordt verlicht. Sinds de Europese ruimtesonde Rosetta in augustus bij de komeet '67P' aankwam, hebben haar camera's haarscherpe opnamen gemaakt van bijna het hele oppervlak van dit kleine hemellichaam. Alleen van de zuidkant niet: daar is het tot mei 2015 nacht. Tot die tijd zullen wetenschappers het moeten doen met de opnamen die Rosetta de afgelopen maanden van het net-niet-pikdonkere deel van de komeet heeft gemaakt. Dankzij het grote dynamische bereik van de belangrijkste camera van de ruimtesonde – die meer dan 65.000 grijstinten kan onderscheiden – zijn op die opnamen toch wat details te zien. (EE)
→ Rosetta: The dark side of the comet
4 november 2014
De landingsplaats van Philae heeft een naam: Agilkia. Philae is de lander van de Europese komeetverkenner Rosetta die op woensdag 12 november een zachte landing moet gaan uitvoeren op de kern van komeet 67P/Churyumov-Gerasimenko. Tot dusver werd het landingsgebied aangeduid als 'gebied J'. De Europese ruimtevaartorganisatie ESA schreef een wedstrijd uit voor een passende naam, waaraan door duizenden mensen van over de hele wereld is deelgenomen.
Rosetta is genoemd naar de beroemde meertalige Steen van Rosetta die de sleutel vormde tot de ontcijfering van het Egyptische hiërogliefenschrift; Philae naar het eilandje in de Nijl waar aanvullende vertalingen werden aangetroffen, in de tempel van Isis. Die tempel is integraal verplaatst naar het eiland Agilkia, toen Philae - als gevolg van de aanleg van de Aswan-dam - onder water kwam te liggen.
Meer dan 150 deelnemers aan de wedstrijd stelden de naam Agilkia voor. De Fransman Alexandre Brouste is aangewezen als officiële winnaar; hij mag op 12 november de landing van Philae 'live' bijwonen in het Europese vluchtleidingscentrum in Darmstadt. (GS)
→ Farewell "J," Hello "Agilkia" - Philae's Comet Landing Site Gets a Name
23 oktober 2014
Hoe ruikt een komeet? Dankzij een instrument van de Europese kometensonde Rosetta, die sinds enkele maanden om komeet 67P/Churyumov-Gerasimenko cirkelt, weten we het. In de gaswolk die zich rond te komeet heeft gevormd zijn sporen gevonden van waterstofsulfide, ammoniak, formaldehyde, waterstofcyanide, alcohol, zwaveldioxide en koolstofdisulfide. Erg lekker zal deze cocktail niet ruiken, maar de dichtheid van de verschillende gassen is gering. Het gas rond de komeet bestaat voor het overgrote deel uit waterdamp en koolstofmonoxide. De samenstelling van het gas komt als een verrassing. De verwachting was dat de komeet, die nog meer dan 450 miljoen kilometer van de zon verwijderd is, in eerste instantie vooral zeer vluchtige gassen als koolstofdioxide en koolstofmonoxide zou uitwasemen. Overigens laten camerabeelden van Rosetta zien dat de activiteit van komeet 67P duidelijk aan het toenemen is. Speelde de stofuitstoot zich aanvankelijk alleen rond de 'nek' van de komeet af, inmiddels zijn er overal op het oppervlak ‘fonteinen’ van stof te zien. Naar verwachting zal de komeet, die de zon nadert, de komende maanden alleen maar actiever worden. (EE)
→ Der Duft des Kometen «Chury»
21 oktober 2014
De Amerikaanse ruimtesonde Mars Reconnaissance Orbiter (MRO) en het eveneens Amerikaanse Marswagentje Opportunity hebben foto's gemaakt van komeet C/2013 A1 die op 19 oktober 'rakelings' langs Mars vloog. Opportunity had daarbij nog wat last van de nasleep van een stofstorm in de Marsdampkring; de foto's werden enkele uren vóór de dichtste nadering gemaakt. De HiRISE-camera van MRO fotografeerde de kern van de komeet; uit de opnamen blijkt dat die vermoedelijk slechts zo'n 300 meter groot is in plaats van de eerder aangenomen 700 meter. De MRO-foto's (klik op bovenstaand beeld voor een volledig overzicht) tonen de komeet op twee tijdstippen met negen minuten verschil (links en rechts); de bovenste opnamen laten vooral de kern en het heldere binnenste deel van de coma van de komeet zien; op de onderste is het dynamisch bereik zodanig aangepast dat vooral de buitenste delen van de coma goed zichtbaar zijn (het binnenste deel is overbelicht). Het is voor het eerst dat er opnamen zijn gemaakt waarop de kern van een langperiodieke komeet uit de Oortwolk zichtbaar is. (GS)
→ First Resolved Image of a Long-Period Comet's Nucleus
20 oktober 2014
De drie operationele Amerikaanse Marsverkenners die momenteel in een baan rond de rode planeet draaien, hebben zondagavond de scheervlucht van komeet C/2013 A1 Siding Spring probleemloos overleefd. Uit voorzorg waren de ruimtesondes (Mars Odyssey, Mars Reconnaissance Orbiter en MAVEN) op het moment van dichtste nadering naar de 'achterzijde' van de planeet gemanoeuvreerd. De700 meter grote, poreuze kern van komeet Siding Spring, die om 20.27 uur Nederlandse tijd op slechts ca. 140.000 kilometer langs Mars scheerde met een relatieve snelheid van bijna 60 kilometer per seconde, is gehuld in een ijle 'coma' van gas- en stofdeeltjes, die mogelijk schade aan de ruimtesondes zou kunnen veroorzaken.
Tijdens de passage van Siding Spring is de komeet waargenomen door verschillende instrumenten aan boord van de drie ruimtesondes, zoals de infrarode THEMIS-spectrometer van Odyssey en de HiRISE-camera van Mars Reconnaissance Orbiter. De drie ruimtesondes overleefden ook de passage van de staart van de komeet, enkele uren na de dichtste nadering.
De Europese ruimtevaartorganisatie ESA heeft laten weten dat ook de Europese Marsverkenner Mars Express in goede gezondheid verkeert. Een officiële bevestiging van de status van de Indiase Mars Orbiter Mission (Mangalayaan) is nog niet gepubliceerd.
Binnen enkele dagen worden waarschijnlijk de eerste voorlopige meetgegevens bekendgemaakt van de verschillende Marsverkenners, en mogelijk ook van de Amerikaanse Marswagentjes Opportunity en Curiosity, die waarnemingen vanaf het planeetoppervlak hebben verricht. (GS)
→ All Three NASA Mars Orbiters Healthy After Comet Flyby (oorspronkelijk persbericht)
15 oktober 2014
Het Europese ruimteagentschap ESA is nog steeds van plan om de landingsmodule Philae te laten neerkomen in gebied 'J' van de komeet 67P/Churyumov–Gerasimenko. Moedersonde Rosetta, die de komeet inmiddels tot op slechts tien kilometer is genaderd, heeft geen nieuwe obstakels in het gebied ontdekt die grote zorgen baren. Rosetta zal Philae op 12 november om 9.35 uur Nederlandse tijd op een afstand van ongeveer 22,5 kilometer van het centrum van de komeet loslaten. De landing volgt ongeveer zeven uur later, rond 16.30 uur Nederlandse tijd. Maar omdat de radiosignalen van Rosetta er bijna een half uur over doen om de aarde te bereiken, zullen we pas rond 17 uur Nederlandse tijd weten of de landing geslaagd is. Het enige dat nog roet in het eten kan werpen is de kleine koerscorrectie die Rosetta twee uur voor de 'lancering' van Philae moet maken. Kort na deze manoeuvre wordt besloten om de zachte landing op de komeet door te laten gaan (of niet). Al tijdens zijn afdaling zal Philae opnamen maken en meten gaan doen. Zo zullen het stof en de gassen in de naaste omgeving van de komeet worden geanalyseerd. Eenmaal aangekomen op het oppervlak zal Philae een panorama van zijn omgeving maken. Als alles meezit zal de lander tot maart 2015 onderzoek blijven doen. (EE)Update: ESA nodigt iedereen uit om een betere naam te verzinnen voor ‘gebied J’. Inzending zijn welkom tot en met 22 oktober.
→ ESA confirms the primary landing site for Rosetta
13 oktober 2014
In Tsjechië zijn in het voorjaar van 2011 vier kleine meteorieten gevonden die twintig jaar eerder al op aarde terecht waren gekomen. De ontdekking - en de resultaten van de gedetailleerde analyse van de ruimtestenen - is gepubliceerd in Astronomy & Astrophysics.De meteorieten, met een totaal gewicht van twaalf gram, zijn overblijfselen van een kosmisch projectiel met een geschatte middellijn van ca. één meter die op 7 mei 1991 met hoge snelheid de aardse dampkring binnendrong en daar een zeer heldere vuurbol veroorzaakte. Die Benešov-vuurbal werd met automatische allskycamera's van het European Fireball Network vastgelegd. Ondanks vele zoekacties waren er eerder nooit restanten van de meteoriet ontdekt.Begin 2011 zijn de oorspronkelijke vuurbolfoto's opnieuw opgemeten, wat leidde tot een nét iets ander dampkringtraject voor de meteoriet. Een nieuwe zoekactie met metaaldetectoren bracht kort daarna de vier gevonden fragmenten aan het licht, exact in het voorspelde landingsgebied.Het bijzondere aan de Benešov-meteorieten is dat ze een heel verschillende mineralogische samenstelling hebben. Dat doet vermoeden dat het moederlichaam van de meteoriet - waarschijnlijk een kleine planetoïde - ook zeer heterogeen was, mogelijk als gevolg van eerdere botsingen in de planetoïdengordel. Ook bij de eerder gevonden Almahata Sitta-meteorieten werd al zo'n heterogene samenstelling ontdekt. (GS)
→ Persbericht van Astronomy & Astrophysics
9 oktober 2014
Op 19 oktober a.s. raast de komeet Siding Spring dicht langs de planeet Mars. Tot een botsing komt het zeker niet, maar waarschijnlijk zullen wel deeltjes uit de ‘staart’ van de komeet de atmosfeer van de rode planeet binnendringen. Dat biedt de diverse orbiters en ‘rovers’ die Mars momenteel onderzoeken de uitgelezen kans om dit zeldzame schouwspel van heel dichtbij te volgen. Geschat wordt dat de komeet per seconde ongeveer honderd kilogram materiaal in de Marsatmosfeer zal dumpen. Dat is vergelijkbaar met de hoeveelheid deeltjes die de planeet voortdurend de ruimte in stoot. Honderd kilogram lijkt heel wat, maar het zal nog een hele uitdaging zijn om deze ijle stroom deeltjes te detecteren. Een van de instrumenten die daarbij betrokken is, is de deeltjesdetector ASPERA-3 van de Europese ruimtesonde Mars Express. Wetenschappers hopen dat dit instrument in staat zal zijn de kleine veranderingen in de samenstelling van de Marsatmosfeer op het moment van de komeetpassage te detecteren. Daarbij zal vooral worden gelet op eventuele watermoleculen, die normaal gesproken niet in de hoge Marsatmosfeer voorkomen. Anders dan de Mars Express zijn de drie NASA-orbiters die momenteel om Mars cirkelen zodanig gemanoeuvreerd dat de kans op botsingen met snelle stofdeeltjes van de komeet zo klein mogelijk is. Wel zullen hun instrumenten voor, tijdens en na de dichtste nadering gegevens de activiteit van de komeetkern in de gaten houden en gegevens verzamelen over de grootte van de stofdeeltjes in de komeetstaart en de verdeling ervan. Komeet Siding Spring wordt niet alleen van dichtbij gevolgd. Ook de Infrared Telescope Facility op Hawaï, verscheidene ruimtetelescopen (waaronder Hubble) en tal van ruimtesondes (o.a. Swift, SOHO en NeoWISE) zijn bij de grote waarnemingscampagne betrokken. (EE)
→ Die Marssonden bereiten sich auf den Vorbeiflug des Schweifsterns Siding Spring vor
27 september 2014
De eerste zachte landing op het oppervlak van een komeet staat gepland voor woensdag 12 november - een dag later dan oorspronkelijk was aangekondigd. Dat maakt de Europese ruimtevaartorganisatie ESA bekend. Die dag zal de komeetverkenner Rosetta een relatief kleine lander, Philae geheten, afstoten in de richting van het ijzige oppervlak van komeet 67P/Churyumov-Gerasimenko. Na een trage afdaling van enkele uren moet Philae zich verankeren in het poreuze oppervlak van de komeetkern.
De nieuwe datum is bepaald op basis van een gedetailleerd vluchtprogramma. Enige tijd geleden koos ESA gebied 'J' uit als landingsgebied voor Philae: het is relatief vlak, bevat weinig grote rotsblokken, vertoont geen extreme hellingen en wordt voldoende door de zon beschenen. Gebied 'C' is aangemerkt als backup.
Als inderaad voor gebied J wordt gekozen, zal Philae om 09.35 uur Nederlandse tijd worden losgekoppeld, en na een reis van ca. zeven uur rond 17.00 uur op de komeet landen. Wanneer wordt uitgeweken naar gebied C, dan vindt het loskoppelen plaats om 14.04 uur Nederlandse tijd, en landt Philae om 18.30 uur, na een afdaling van ca. 4,5 uur. (GS)
→ Rosetta to deploy lander on 12 november
15 september 2014
De landingsmodule van de ruimtesonde Rosetta zal op 11 november landen op de ‘kop’ van de komeet 67P/Churyumov–Gerasimenko. Dat heeft het Europese ruimteagentschap ESA vanochtend bekendgemaakt. Als alles goed gaat, zal de lander op 11 november zachtjes neerploffen op de komeet. Het beoogde landingsgebied is grotendeels vlak, maar er is ook ruw terrein in de vorm van kloven en grote rotsblokken. Helemaal perfect is ‘locatie J’ dus niet, maar een betere plek lijkt niet voorhanden. Philae is nu nog aan Rosetta gekoppeld. Het tweetal is momenteel ongeveer dertig kilometer van ‘67P’ verwijderd. De komende weken zal die afstand geleidelijk worden teruggebracht tot twintig of misschien zelfs tien kilometer. Vanaf die geringere hoogte zal locatie J nog eens goed onder de loep worden genomen. Als mocht blijken dat hier toch geen veilige landing mogelijk is, kan worden uitgeweken naar een plek op de ‘buik’ van de komeet (‘locatie C’). De definitieve beslissing wordt op 14 oktober genomen. (EE)
→ ‘J’ marks the spot for Rosetta’s lander
8 september 2014
Op het European Planetary Science Congress 2014 in Portugal hebben onderzoekers van het Max-Planck-Institut für Sonnensystemforschung voor het eerst een kaart van de kern van een komeet gepresenteerd. Op basis van gedetaillerde waarnemingen van de Europese komeetverkenner Rosetta, die ruim een maand geleden bij zijn reisdoel aankwam, zijn de verschillende oppervlaktestructuren op komeet 67P/Churyumov-Gerasimenko in kaart gebracht. De Rosetta-foto's zijn extreem gedetailleerd; het oplossend vermogen bedraagt in sommige gevallen slechts enkele tientallen centimeters. Op het komeetoppervlak zijn rotsblokken, onregelmatige kliffen, 'platen' en relatief structuurloze vlaktes te onderscheiden. Sommige 'landschapsvormen' zijn ontstaan onder invloed van uitgassing van de komeet. Op 13 en 14 september zal op basis van de Rosetta-foto's een keuze gemaakt worden voor de landingsplaats van de kleine lander Philae, die op 11 november naar het komeetoppervlak moet afdalen. (GS)
→ A Map of Rosetta's Comet (origineel persbericht)
4 september 2014
Terwijl Rosetta de komeet 67P/Churyumov-Gerasimenko geleidelijk steeds dichter nadert, zijn wetenschappelijke instrumenten aan boord van de ruimtesonde druk bezig met het verzamelen van gegevens. Metingen van het instrument Alice, dat de komeet op ultraviolette golflengten onderzoekt, laten zien dat het oppervlak van de komeet in dat golflengtegebied uitzonderlijk zwart is – zwarter dan houtskool.
Een verrassende ontdekking is ook dat er aan het komeetoppervlak geen grote gebieden van bevroren water te vinden zijn. Dat werd eigenlijk wel verwacht, omdat de komeet zich te ver van de zon bevindt om zijn water in dampvorm te laten gaan.
Rosetta is de komeet inmiddels tot op ongeveer vijftig kilometer genaderd. Op 11 november zal de ruimtesonde de kleine landingsmodule Philae naar het oppervlak laten afdalen. Op maandag 15 september maakt het Europese ruimteagentschap ESA bekend op welk deel van de komeet Philae zal terechtkomen. (EE)
→ NASA Instrument on Rosetta: First Science Results
25 augustus 2014
Op basis van gedetailleerde informatie die door de Europese ruimtesonde Rosetta is verzameld, hebben wetenschappers vijf locaties op de komeet 67P/Churyumov-Gerasimenko geselecteerd waar medio november de landingsmodule Philae zou kunnen neerdalen. Bij het vinden van een landingsplek is enige haast geboden, omdat de komeet geleidelijk dichter bij de zon komt en opwarmt, wat de missie van Philae kan bemoeilijken. Het vinden van een geschikte landingsplek is een ingewikkeld proces, waarbij het beperkte navigatievermogen van Rosetta een belangrijke rol speelt. Waar Philae terechtkomt laat zich simpelweg niet exact voorspellen. Het is dus zaak om gebieden te vinden waar binnen een straal van enkele honderden meters geen grote rotsblokken, diepe kloven of steile hellingen te vinden zijn. Ook moet er ter plaatse genoeg zonlicht zijn om de accu’s van de lander te kunnen opladen. Drie van de vijf locaties die nu zijn uitgekozen liggen op de kleinste van de twee lobben waaruit komeet 67P bestaat, de beide andere op de grootste lob. De komende weken zal Rosetta de kandidaten nog nauwkeuriger onder de loep nemen. De definitieve landingsplek wordt pas medio oktober gekozen. (EE)
→ Rosetta: Landing site search narrows
19 augustus 2014
Bij een inbraak in Sonnenborgh Museum en Sterrenwacht in Utrecht in de nacht van 18 op 19 augustus zijn onder andere enkele meteorieten ontvreemd, waaronder de unieke Serooskerken (zie foto). Deze broze meteoriet viel in 1925 bij de Zeeuwse plaats Serooskerken, tegelijkertijd met een tweede fragment, de Ellemeet (ook genoemd naar de vindplaats); vaak worden beide fragmenten met de naam Ellemeet aangeduid. De ontvreemde meteoriet is uniek: er zijn slechts vijf Nederlandse meteorieten bekend; de Serooskerken en de Ellemeet zijn zo goed als zeker fragmenten van de planetoïde Vesta. (GS)
Aanvulling: Diverse media berichtten op vrijdagochtend 22 augustus dat de meteoriet door Utrechtse tennissers is teruggevonden in de bosjes achter een tennisbaan.
→ Nederlandse meteorieten
15 augustus 2014
Een team van meteorietdeskundigen onder leiding van de Nederlands-Amerikaanse expert Peter Jenniskens van het SETI-instituut heeft de tumultueuze historie achterhaald van de Novato-meteoriet, een grote ruimtesteen die op 17 oktober 2012 op het dak van een huis in Novato, Califonië terechtkwam.
Uit onderzoek aan de baan van de meteoriet, op basis van opnamen van NASA's Cameras for Allsky Meteor Surveillance, en aan de samenstelling van de steen, is vast komen te staan dat de geschiedenis van het 'moederlichaam' van de meteoriet (een planetoïde) al teruggaat tot het moment waarop de maan ontstond, enkele tientallen miljoenen jaren na de vorming van het zonnestelsel.
De botsing tussen de aarde en een andere protoplaneet, die aanleiding gaf tot de vorming van de maan, produceerde zoveel rondvliegend puin dat kleinere hemellichamen erdoor geraakt werden. Het moederlichaam van de Novato-meteoriet ondervond daardoor schokverhitting, waardoor de zwarte kleur ontstond.
Ongeveer 470 miljoen jaar geleden, bij een andere botsing, brak het moederlichaam in kleinere fragmenten uiteen; mogelijk zijn alle zogeheten 'L6 gewone chondrieten' - een bepaald type meteorieten - terug te voeren op deze botsing. Circa 9 miljoen jaar geleden werd de Novato-meteoriet (aanvankelijk misschien nog steeds 'opgeslotenen' in een wat groter brokstuk) uit de planetoïdengordel geslingerd en kwam hij in een excentrischer baan terecht. Minder dan honderdduizend jaar geleden vond mogelijk opnieuw een botsing plaats; in elk geval is er toen opnieuw sprake geweest van verhitting.
De resultaten van het onderzoek aan de Novato-meteoriet zijn gepubliceerd in Meteoritics and Planetary Science. (GS)
→ NASA, Partners Reveal California Meteorite's Rough and Tumble Journey (origineel persbericht)
15 augustus 2014
Op een onlangs vrijgegeven opname van de kern van komeet 67P/Churyumov-Gerasimenko, op 7 augustus gemaakt door de OSIRIS-camera van de Europese komeetverkenner Rosetta vanaf ca. 100 kilometer afstand, zijn opmerkelijke oppervlaktedetails zichtbaar, waaronder lineaire 'kliffen' in de 'kop' van de komeet (bovenaan de foto) en individuele rotsblokken op een gladdere ondergrond in de 'nek'. Het 'lichaam' van de ca. 4 kilometer grote komeetkern (onderaan) vertoont een afwisseling van ruwe en gladdere gebieden, met pieken en valleien. (GS)
→ As Seen by Rosetta: Comet Surface Variations (origineel persbericht)
14 augustus 2014
Dankzij de hulp van 'burgerwetenschappers' (citizen scientists) hebben astronomen voor het eerst microscopisch kleine stofdeeltjes in handen die afkomstig zijn uit de interstellaire ruimte, dus van buiten ons eigen zonnestelsel. De stofjes zijn gevonden in de stofcollectoren van de Amerikaanse komeetverkenner Stardust, die in 1999 werd gelanceerd, in 2004 door de coma (de ijle 'dampkring' van gas en stof) van komeet Wild 2 vloog, en in 2006 capsules met opgevangen stofjes op aarde afleverde.
De snel bewegende stofdeeltjes lieten microscopisch dunne 'inslagsporen' achter in het aerogelmateriaal van de stofdetectoren. Via het citizen science-project Stardust@home hebben enkele tienduizenden vrijwilligers microscoop-opnamen van het aerogel bestudeerd om de sporen te vinden. Een van de twee detectoren van Stardust was zo gericht dat hij komeetstofjes moest opvangen; de andere was precies andersom georiënteerd, en zou mogelijkerwijs stofjes uit de interstellaire ruimte kunnen opvangen.
In Science wordt deze week de ontdekking gepubliceerd van zeven van die interstellaire stofdeeltjes. Twee daarvan (Orion en Hylabrook gedoopt) zijn ontdekt door de 'Dusters' van Stardust@home. Zij vonden ook een derde spoor van een interstellair stofdeeltjes dat echter volledig is verdampt. De vier overige interstellaire stofdeeltjes zijn ontdekt door onderzoekers van het Naval Research Laboratory in het aluminium tussen de afzonderlijke aerogel-tegels.
De interstellaire stofjes zijn buitengewoon poreus, en bevatten onder andere olivijnkristallen. Ze zijn mogelijk afkomstig uit de protoplanetaire schijf rond een andere ster dan de zon. Sommige stofjes blijken ook zwavel te bevatten.
Nog lang niet alle aerogel-tegels van Stardust zijn onderzocht. De verwachting is dat er de komende tijd nog meer interstellaire stofdeeltjes gevonden zullen worden. (GS)
→ Grains Captured by Stardust Likely Interstellar Visitors (origineel persbericht)
6 augustus 2014
Vanochtend om 11 uur is de Europese ruimtesonde Rosetta, met een kleine stoot van haar raketmotor, in een voorlopige baan om de komeet 67P/Churyumov-Gerasimenko gebracht. Stabiel is deze baan nog niet: Rosetta zal vanaf nu een aantal wijde driehoeken om de komeet beschrijven. De scherpe ‘bochten’ bij de punten van de driehoek worden op raketkracht gemaakt. De zijden van deze driehoek, die ongeveer honderd kilometer lang zijn, worden geleidelijk verkleind, totdat de ruimtesonde uiteindelijk wordt ingevangen door het zwakke zwaartekrachtsveld van de komeet. Vanaf dat moment zal Rosetta op een afstand van ongeveer vijftig kilometer om ‘67P’ draaien. Later zal geprobeerd worden om de komeet nog dichter te naderen.Ondertussen verschijnen op het blog van Rosetta steeds detailrijkere foto’s van het kleine ijzige hemellichaam dat – als alles goed blijft gaan – minstens een jaar lang gezelschap heeft. In november zal een kleine landingsmodule afdalen naar het oppervlak van de komeet.
Rosetta is de eerste ruimtesonde die een rendez-vous heeft met een komeet. Haar reis naar komeet ‘67P’ heeft meer dan tien jaar geduurd, maar het echte werk moet nog beginnen. (EE)
→ Rosetta Arrives at Comet Destination
1 augustus 2014
De Europese ruimtesonde Rosetta heeft haar eerste temperatuurmeting gedaan van haar reisdoel, de komeet 67P/Churyumov-Gerasimenko. Uit de meting blijkt dat het oppervlak van de komeet te warm is om met ijs bedekt te zijn. Hij heeft waarschijnlijk een donkere, stofrijke korst. De metingen zijn tussen 13 en 21 juli gedaan, toen Rosetta de komeet naderde van 14.000 tot 5000 kilometer. Vanaf die afstand gezien was de komeet nog erg klein, waardoor het niet mogelijk was om de verschillende delen van het oppervlak te ‘tempen’. Maar afgaande op de infraroodstraling die de komeet als geheel uitzendt, bedraagt zijn gemiddelde oppervlaktetemperatuur ongeveer –70°C. Dat lijkt nogal koud, maar het is twintig tot dertig graden warmer dan op grond van de grote afstand tot de zon (555 miljoen kilometer) wordt verwacht van een object dat helemaal met ijs is bedekt. Blijkbaar is een groot deel van het oppervlak bedekt met donkerder materiaal, dat gemakkelijker opwarmt onder invloed van zonlicht. Heel erg verrassend is dat overigens niet, want ook van andere kometen is bekend dat ze met stof bedekt zijn. (EE)
→ Rosetta takes comet's temperature
31 juli 2014
Minder dan een week voordat de ruimtesonde Rosetta aankomt bij de komeet 67P/Churyumov-Gerasimenko, heeft het Europese ruimteagentschap ESA een opname vrijgegeven waarop duidelijk te zien is dat het kleine hemellichaam is gehuld in een wolk van stofdeeltjes. Zo’n ‘coma’ ontstaat wanneer een komeet opwarmt, waardoor vluchtige stoffen beginnen te verdampen. Bij hun ontsnapping nemen zij stofdeeltjes mee. Paradoxaal genoeg laat zo’n coma zich veel gemakkelijker van ver weg fotograferen dan van dichtbij. Eind april, toen Rosetta nog meer dan twee miljoen kilometer van de komeet verwijderd was, kostte dat dus veel minder moeite. Dat laat zich gemakkelijk verklaren: van grote afstand wordt per beeldpixel het licht van een veel groter aantal stofdeeltjes opgevangen. Daar staat tegenover dat opnamen van dichtbij meer details laten zien. Op de opname is waarschijnlijk alleen het binnenste gedeelte van de coma te zien, waar de deeltjesdichtheid het hoogst is. Wetenschappers gaan ervan uit dat de stofwolk in werkelijkheid veel groter is. ESA heeft ook een nieuwe foto van de komeetkern gepresenteerd. Deze opname, afgelopen dinsdag van een afstand van 1950 kilometer gemaakt, bevestigt dat de smalle ‘hals’ van de kern veel lichter van tint is dan de rest. Waarom dat zo is, is nog onduidelijk. (EE)
→ Rosetta’s comet: Imaging the coma
25 juli 2014
NASA onderneemt stappen om de ruimtesondes die rond de Mars cirkelen te beschermen tegen de deeltjes van komeet Siding Spring, die op 19 oktober dicht langs de planeet zal scheren. Tegelijkertijd worden de sondes voorbereid om wetenschappelijke gegevens te verzamelen over die bijzondere gebeurtenis. De komeet zal Mars naderen tot op een afstand van ongeveer 132.000 kilometer – een kosmisch kattensprongetje. De deeltjes die hij daarbij uitstoot hebben ten opzichte van de Mars-orbiters een snelheid van 56 kilometer per seconde. Bij die snelheid kunnen zelfs deeltjes van een halve millimeter flinke schade veroorzaken. Er draaien momenteel twee NASA-sondes om Mars, en een derde komt in september aan. Hun omloopbanen worden nu zodanig aangepast dat ze zich aan de andere kant van de rode planeet bevinden op het moment dat de komeet voorbij komt. Modelberekeningen laten zien dat de kans dat deeltjes van de komeet schade aanrichten niet erg groot is, maar NASA speelt liever op safe. In de dagen vóór en ná de passage van de komeet zullen verschillende instrumenten van de Mars-orbiters op de komeet worden gericht. Daarbij zal onder meer worden gekeken naar de gassen die de komeetkern tijdens zijn opwarming door de zon uitstoot. Ook zal worden gelet op mogelijke veranderingen in de Marsatmosfeer, zoals temperatuurstijging en wolkenvorming. Opportunity en Curiosity, de twee Marswagentjes die nog in bedrijf zijn, lopen hoogstwaarschijnlijk geen risico. Misschien zullen ze wel deeltjes van de komeet als ‘vallende sterren‘ in de Marsatmosfeer zien verbranden. (EE)
→ NASA Mars Spacecraft Prepare for Close Comet Flyby
24 juli 2014
Op nieuwe opnamen die de Europese ruimtesonde Rosetta van komeet 67P/Churyumov-Gerasimenko heeft gemaakt, zijn de eerste duidelijke oppervlaktestructuren te zien. Een ervan is het gebied dat wel de ‘nek’ van de komeet wordt genoemd: dat is duidelijk lichter van kleur dan de rest van dit vreemd gevormde, ijzige object. Op eerdere beelden was al te zien dat de komeet uit twee delen lijkt te bestaan: een kleinere ‘kop’ en een groter ‘lijf’. Dat heeft hem al de bijnaam ‘badeend’ heeft opgeleverd. En die badeend heeft dus ook een ‘halsband’. Onduidelijk is nog of de lichtere tint wordt veroorzaakt door afwijkend oppervlaktemateriaal of door hoogteverschillen. De opnamen, die van een afstand van 5500 kilometer zijn gemaakt, zijn nog niet scherp genoeg om daar uitsluitsel over te kunnen geven. De lichte hals van de komeet doet echter denken aan de smalle taille van de komeet 103P/Hartley, die in 2010 door een andere ruimtesonde is bezocht. Wetenschappers vermoeden dat zich in die taille materiaal verzamelt dat door de komeet is uitgestoten, maar niet genoeg snelheid had om te ontsnappen. Rosetta zal vanaf 6 augustus in een lage baan om komeet 67P/Churyumov-Gerasimenko cirkelen. (EE)
→ Surface impressions of Rosetta’s comet
22 juli 2014
De nieuwe meteorenzwerm die voor de nacht van 23 op 24 mei jl. werd voorspeld, viel erg tegen. Wetenschappers die het verloop van de zwerm hebben gevolgd, onder wie de Nederlands/Amerikaanse astronoom Peter Jenniskens, zijn tot de conclusie gekomen dat de deeltjes van komeet 209P/LINEAR – de bron van de meteoren – klaarblijkelijk uiteenvielen vóórdat ze een opvallend lichtspoor konden veroorzaken. Waarom dat gebeurde, is nog onduidelijk. Vermoed wordt dat kometendeeltjes simpelweg heel fragiel waren. Zó fragiel zelfs dat ze al verpulverden toen ze door de komeet werden uitgestoten. Een andere mogelijkheid is dat de deeltjes tijdens hun langdurige verblijf in de ruimte zijn gefragmenteerd. De wolk deeltjes waar de aarde in mei doorheen trok was immers al meer dan een eeuw geleden door de komeet uitgestoten. (EE)
→ Nieuwe meteorenzwerm bestond uit fragiele deeltjes
16 juli 2014
Een reconstructie door wetenschappers van het Max-Planck-Institut für Sonnensystemforschung laat zien dat de komeet die eind vorig jaar – onder grote belangstelling – langs de zon scheerde al uren vóór het moment suprême stopte met de uitstoot van stof. Dat blijkt uit gegevens die met een instrument van de ruimtesonde SOHO zijn verzameld. Op 28 november 2013 scheerde komeet ISON op een afstand van slechts 1,8 miljoen kilometer langs de zon. Even leek het erop dat hij de helse tocht had overleefd. Maar het vage overblijfsel van de komeet dat nog dagen na scheervlucht te zien was, loste uiteindelijk geheel op. Achteraf gezien lijkt het al in een vroeg stadium mis te zijn gegaan met de komeet. De SOHO-gegevens laten zien dat de komeet ongeveer 8,5 uur voordat de kleinste afstand tot de zon werd bereikt een forse hoeveelheid stof uitstootte. Daarna viel de stofproductie binnen enkele uren volkomen stil. Wat er precies is gebeurd en of de komeetkern op dat moment al volledig gedesintegreerd was, laat zich niet met zekerheid vaststellen. Maar berekeningen laten zien dat er in korte tijd ongeveer 11.500 ton stof aan de komeet ontsnapte. Dat betekent dat er op het moment van de scheervlucht al niet veel meer over kan zijn geweest van ‘ISON’. (EE)
→ Comet ISON’s final hours
15 juli 2014
De kern van komeet Churyumov-Gerasimenko, het reisdoel van de Europese komeetverkenner Rosetta, bestaat uit twee delen die door de onderlinge zwaartekracht tegen elkaar aan worden gehouden - een zogeheten 'contact binary'. Dat blijkt uit opnamen die Rosetta op 11 juli heeft gemaakt. De ruimtesonde nadert de kleine komeetkern nu snel; rond 6 augustus zal de afstand nog slechts 100 kilometer bedragen. De komeetkern is een paar kilometer groot.
De nieuwe foto's zijn gepubliceerd door Emily Lakdawalla, blogger van de Planetary Society. Ze kwam de opnamen tegen op een webpagina van het Franse ruimtevaartagentschap CNES, maar de link naar die pagina lijkt niet langer te werken. Mogelijk was er sprake van een premature online-publicatie.
Het dubbele karakter van de ijzige komeetkern doet vermoeden dat Churyumov-Gerasimenko mogelijk een zeer poreuze structuur heeft. Sowieso betekent de merkwaardige, onregelmatige vorm een grote uitdaging voor de Philae-lander van Rosetta, die op 11 november een afdaling naar het komeetoppervlak moet maken. (GS)
→ Churyumov-Gerasimenko is a contact binary! (blog van Emily Lakdawalla)
3 juli 2014
De Europese komeetverkenner Rosetta, die op weg is naar een ontmoeting met komeet 67P/Churyumov-Gerasimenko, is nu zo dichtbij (ca. 40.000 kilometer) dat hij de grootte en de vorm van de komeetkern begint te onderscheiden. Zoals zichtbaar is op de fotoreeks (klik op de foto voor de animatie; de opnamen zijn gemaakt met de OSIRIS-camera aan boord van Rosetta) beslaat de komeetkern inmiddels enkele pixels. Erg veel activiteit vertoont de komeet nog niet; hij bevindt zich nog op grote afstand van de zon. Begin augustus moet Rosetta de komeet tot op een afstand van slechts 100 kilometer zijn genaderd. Op 11 november wordt de kleine lander Philae neergelaten op het bevroren oppervlak van de komeet. (GS)
→ Rosetta's comet takes shape (origineel persbericht)
30 juni 2014
Komeet 67P/Churyumov-Gerasimenko, het reisdoel van de Europese ruimtesonde Rosetta, bevindt zich nog op bijna 600 miljoen kilometer afstand van de zon, maar verliest toch al 0,3 liter water (ca. twee glazen) per seconde. Het gaat om komeetijs dat onder invloed van de zonnewarmte verdampt en in de ruimte verdwijnt. Het MIRO-instrument (Microwave Instrument for Rosetta Orbiter) verrichtte de eerste metingen aan waterdamp rond de kleine komeetkern op 6 juni, toen de ruimtesonde zich nog op een afstand van 350.000 kilometer bevond - ongeveer even ver als de afstand van de aarde tot de maan. De komende maanden zal de waterproductie van Rosetta alleen nog maar verder toenemen. De kleinste afstand tot de zon wordt bereikt in augustus 2015, tussen de banen van de aarde en Mars.
Op dit moment bevindt Rosetta zich op een afstand van slechts 72.000 kilometer van de komeet. Op 6 augustus, na een aantal subtiele baanmanoeuvres, zal de ruimtesonde de komeetkern naderen tot op een afstand van niet meer dan 100 kilometer. (GS)
→ Rosetta's comet 'sweats' two glasses of water a second (origineel persbericht)
19 juni 2014
Komeet Siding Spring, die op 19 oktober op een afstand van slechts 140.000 kilometer langs Mars zal scheren, vormt geen bedreiging voor de vijf orbiters die dan om de rode planeet cirkelen. Dat volgt uit recente waarnemingen van de komeet met de satelliet Swift. Volgens komeetdeskundigen van de universiteit van Maryland is de nipte misser vooral een buitenkansje. Swift heeft de komeet tussen 27 en 29 mei waargenomen, toen deze nog ongeveer 368 miljoen kilometer van de zon verwijderd was. Uit de verzamelde gegevens blijkt dat Siding Spring ongeveer 2 miljard miljard miljard watermoleculen per seconde verliest. Dat is het equivalent van 49 liter water – een bescheiden hoeveelheid. Berekeningen laten dan ook zien dat de komeet, die officieel C/2013 A1 heet, betrekkelijk klein moet zijn. Zijn grootte wordt geschat op 700 meter. Hoe de komeet zich verder zal ontwikkelen is wel enigszins onzeker. Siding Spring is een ‘nieuwe komeet’, die voor het eerst in de buurt van de zon komt. Hij is dus miljarden jaren stijf bevroren geweest, en hoe hij op de opwarming zal reageren is onvoorspelbaar.Voor wetenschappers is zo’n ‘verse’ komeet extra interessant, omdat zijn samenstelling meer inzicht kan geven in de omstandigheden in de begintijd van het zonnestelsel. Bovendien kan de interactie tussen de komeetgassen en Mars kennis opleveren over de ijle Marsatmosfeer. (EE)
→ Comet’s Brush With Mars Offers Opportunity, Not Danger
19 juni 2014
Op een opname die begin juni door de Europese ruimtesonde Rosetta is gemaakt, is te zien dat de komeet die zijn bestemming is veel minder activiteit vertoont dan een paar maanden geleden. Daaruit blijkt maar weer hoe wispelturig het gedrag van deze kleine, ijzige hemellichamen kan zijn. De ongeveer vier kilometer grote komeet, die officieel 67P/Churyumov–Gerasimenko heet, is niet meer gehuld in een grote wolk van stof, zoals de eerdere opnamen lieten zien. Daardoor is ook zijn helderheid flink afgenomen. Bij nadering van de zon begint het ijs van een komeet geleidelijk te verdampen. Samen met de waterdamp verdwijnen daarbij ook kleine stofdeeltjes de ruimte in. Dat proces verloopt echter niet zonder horten en stoten. Hoe de komeet zich bij aankomst van Rosetta, op 6 augustus, zal gedragen, laat zich dan ook nauwelijks voorspellen. (EE)
→ Rosetta’s comet: expect the unexpected
20 mei 2014
In de nacht van vrijdag 23 op zaterdag 24 mei vindt mogelijk een uitzonderlijke meteorenregen plaats, wellicht de grootste van dit jaar. Hoewel in Europa het maximum van deze bijzondere 'vallende sterren' plaatsvindt tijdens daglicht, zijn er in onze streken enkele uren eerder mogelijk ook meteoren te zien. Als de voorspellingen kloppen zijn tussen middernacht en 4 uur 's ochtends per uur tussen de 20 en 75 meteoren van de 209P/LINEAR-zwerm zichtbaar. De beste tijd om te kijken is kwart voor drie in de ochtend. De vallende sterren vertonen zich aan de noordelijke hemel, niet ver van de Poolster. De beste plek om de meteorenzwerm te zien is Noord-Amerika. De meteorenzwerm behoort niet tot de jaarlijks terugkerende zwermen, zoals bijvoorbeeld de bekende Perseïden, die ieder jaar in augustus te zien zijn. De deeltjes van deze zwerm zijn in de negentiende en vroege twintigste eeuw verloren door de komeet 209P/LINEAR. In zijn baan om de zon beweegt de aarde door deze stroom deeltjes, waardoor ze in onze atmosfeer terechtkomen en meteoren veroorzaken. Doordat de deeltjes van recente datum zijn, is de wolk nog compact en de meteorenzwerm kort en hevig. De zwerm is bijzonder omdat hij nog nooit is waargenomen, maar dit maakt ook dat het precieze aantal meteoren moeilijk in te schatten is. Daardoor is niet met zekerheid te zeggen of de zwerm ook inderdaad het spektakel zal opleveren dat sommigen voorspellen. Meteoren zijn de flitsjes die af en toe aan de sterrenhemel verschijnen en die in de volksmond ook wel vallende sterren worden genoemd, maar niets met sterren te maken hebben. Ze worden veroorzaakt door ruimtegruis, vaak niet groter dan een zandkorrel, dat circa 100 km boven ons hoofd in de aardatmosfeer terechtkomt. Door de hoge snelheden (typisch meer dan 100.000 km/uur) wordt de lucht vóór het steentje gecomprimeerd, verhit en aan het gloeien gebracht. Dit lichtverschijnsel noemen we een meteoor. Om de meteoren waar te nemen is geen speciale apparatuur nodig; het blote oog en een heldere hemel volstaan. Door een donkere plaats op te zoeken kunnen ook zwakkere meteoren worden waargenomen.
→ Informatie op www.hemel.waarnemen.com
15 mei 2014
Het reisdoel van de Europese ruimtesonde Rosetta, de komeet 67P/Churyumov–Gerasimenko, begint actief te worden. Dat blijkt uit opnamen die de ruimtesonde zelf heeft gemaakt. De afgelopen maanden heeft de komeet een duidelijke ‘coma’ – een omhullende wolk van stofdeeltjes – ontwikkeld. Op het moment van de opnamen was Rosetta nog enkele miljoenen kilometers van de komeet verwijderd, maar daar komt snel verandering in. Al in augustus zal de ruimtesonde het kleine hemellichaam dicht zijn genaderd. En in november zal hij een kleine landingsmodule, Philae geheten, naar het oppervlak ervan laten afdalen. De ontwikkeling van de coma is het gevolg van het feit dat de komeet geleidelijk dichter bij de zon komt. Hoewel hij nog steeds meer dan 600 miljoen kilometer van de zon is verwijderd – meer dan vier keer de afstand zon-aarde – warmt zijn oppervlak al op, waardoor zijn oppervlakte-ijs verdampt en in de vorm van gas ontsnapt. Met het ontsnappende gas verdwijnen ook kleine stofdeeltjes de ruimte in. Onder invloed van de zonnewind zal een deel van dit materiaal uiteindelijk uitwaaieren tot een lange staart. In augustus 2015 bereikt komeet 67P/Churyumov–Gerasimenko, nog steeds begeleid door Rosetta, zijn kleinste afstand tot de zon. Dat betekent dat de ruimtesonde de hele verdere ontwikkeling van de komeet op de voet zal kunnen volgen. Nu al is uit waarnemingen van Rosetta gebleken dat de rotatieduur van de komeet 12,4 uur bedraagt – ongeveer twintig minuten korter dan tot nu toe werd aangenomen. (EE)
→ Rosetta’s target comet is becoming active
19 april 2014
Ruim een jaar nadat er boven de Russische stad Tsjeljabinsk een ca. 17 meter grote meteoriet in de dampkring explodeerde, is in de nacht van vrijdag 18 op zaterdag 19 april een vergelijkbaar verschijnsel waargenomen (en gefilmd) boven de stad Moermansk. Ook hier werd de heldere bolide vastgelegd door verschillende dashboardcamera's. Officiële bevestigingen dat het om een kosmische inslag ging zijn er (nog) niet; er zijn ook geen meldingen van schade of van teruggevonden meteorieten. (GS)
→ Nieuwsbericht van persbureau Russia Today
27 maart 2014
Het Amerikaanse ruimteagentschap NASA heeft een nieuwe opname gepresenteerd van de komeet die op 19 oktober van dit jaar op een afstand van slechts 135.000 kilometer langs de planeet Mars zal scheren – ongeveer een derde van de afstand aarde-maan. De komeet ‘heet’ officieel C/2013 A1, maar wordt ook Siding Spring genoemd, naar de sterrenwacht van waaruit hij is ontdekt. Komeet Siding Spring was op het moment van de opname 570 miljoen kilometer van de aarde verwijderd. Wat de opname, gemaakt met de Hubble-ruimtetelescoop, laat zien is de zogeheten coma: de grote wolk van gas en stof die de komeet ten gevolge van de opwarming door de zon uitstoot. Uit een bewerkte versie van de Hubble-foto blijkt dat de stofuitstoot afkomstig is van twee specifieke plekken op de komeetkern, die zelf zo klein is dat hij niet op de foto te zien is. De waarneming moet astronomen in staat stellen om de stand van de rotatie-as van de komeetkern te bepalen. En die kennis kan weer kunnen worden gebruikt om in te schatten of, en in welke mate, ruimtesondes in de omgeving van Mars door deeltjes van de komeet zullen worden getroffen. (EE)
→ NASA's Hubble Space Telescope Spots Mars-Bound Comet Sprout Multiple Jets
27 maart 2014
Op 20 en 21 maart heeft de Europese ruimtesonde Rosetta, voor het eerst sinds hij in januari uit zijn winterslaap is ontwaakt, een glimp opgevangen van de komeet waarnaar hij op weg is. De opnamen maken deel uit van de activiteiten die bedoeld zijn om de wetenschappelijke instrumenten van de ruimtesonde in gereedheid te brengen voor de naderende ontmoeting. Rosetta is al tien jaar onderweg en zal in augustus arriveren bij de komeet met de bijna onuitspreekbare naam 67P/Churymov-Gerasimenko. Op dit moment is hij nog ongeveer vijf miljoen kilometer van die bestemming verwijderd – veel te ver weg om de komeet gedetailleerd in beeld te brengen. Eenmaal aangekomen bij de komeet zal Rosetta tot eind 2015 meevliegen met de komeet. Rond 11 november zal hij de kleine lander Philae laten neerdalen op het oppervlak van het kleine ijzige hemellichaam. (EE)
→ Rosetta sets sights on destination comet
10 maart 2014
Nadat de Europese ruimtesonde Rosetta enkele weken geleden is ontwaakt uit zijn winterslaap, begint komeet Churyumov-Gerasimenko, Rosetta's reisdoel, nu ook wakker te worden. Op 28 februari zijn nieuwe opnamen van de kleine, ijzige komeetkern gemaakt met de Europese Very Large Telescope in Chili. Op de foto's blijkt de komeetkern, die zich momenteel op een afstand van 740 miljoen kilometer bevindt, vijftig procent helderder te zijn dan in oktober 2013 - een duidelijk bewijs dat het ijs van de komeet begint te verdampen nu hij langzaam maar zeker dichter bij de zon komt. Rosetta zal in augustus bij Churyumov-Gerasimenko aankomen en vervolgens tot eind 2015 met de komeet mee vliegen. Eind dit jaar wordt de kleine lander Philae neergelaten op het bevroren oppervlak. (GS)
→ Rosetta’s comet wakes up (origineel persbericht)
28 februari 2014
Bijna achttien jaar na de spraakmakende vondst van mogelijke microfossielen in Marsmeteoriet ALH84001 komen NASA-onderzoekers opnieuw met aanwijzingen voor sporen van biologische activiteit in een Marsmeteoriet. Teamleider en eerste auteur van een artikel dat in het februarinummer van het tijdschrift Astrobiology is verschenen, is Everett Gibson, die ook bij het onderzoek aan ALH84001 was betrokken. De conclusies die indertijd werden getrokken - er zouden onder andere fossiele resten van Marsbacteriën zijn gevonden - worden door vrijwel niemand meer serieus genomen. Met de nieuwe Marsmeteoriet, Yamato 000593 geheten, zou dat wel eens anders kunnen gaan. Geologisch en radiologisch onderzoek aan de steen heeft uitgewezen dat hij 1,3 miljard jaar geleden gevormd werd in een afkoelende lavastroom op Mars. Twaalf miljoen jaar geleden werd hij bij een zware inslag op het oppervlak van de rode planeet de ruimte in geslingerd, om ca. vijftigduizend jaar geleden als meteoriet terecht te komen op Antarctica. Daar is hij in het jaar 2000 gevonden door Japanse meteorietenjagers. Gibson en zijn collega's hebben in Y000593 kleimineralen, 'microtunnels' en koolstofrijke sferulen (bolletjes van minder dan een micrometer groot) gevonden, die in alle opzichten doen denken aan soortgelijke structuren in aards basalt waarvan algemeen wordt aangenomen dat ze het resultaat zijn van biologische activiteit. Dat zou er op kunnen wijzen dat er honderden miljoenen jaren geleden ook op Mars leven geweest zou kunnen zijn. In Astrobiology houden de auteurs voorzichtigheidshalve een ruime slag om de arm. Er is geen sprake van hard bewijs, en aardse 'verontreiniging' kan ook niet worden uitgesloten. De hoop is dat laboratoriumonderzoek aan Marsstenen die in de toekomst door onbemande ruimtesondes naar de aarde worden gebracht uitsluitsel zal kunnen bieden. (GS)
→ NASA Scientists Find Evidence of Water in Meteorite, Reviving Debate Over Life on Mars (origineel persbericht)
28 februari 2014
De Amerikaanse infraroodmissie NEOWISE (Near-Earth Object Wide-field Infrared Survey Explorer) heeft op 14 februari zijn eerste nieuwe komeet ontdekt: een klein, ijzig hemellichaam op een afstand van 230 miljoen kilometer van de aarde. De komeet, C/2014 C3 (NEOWISE) genoemd, beweegt in een bijzondere 'retrograde' baan: hij draait 'in de verkeerde richting' om de zon. NEOWISE is de reïncarnatie van de infraroodkunstmaan WISE, die in 2011 aan het einde van zijn missie werd uitgeschakeld. In september 2013 werd de ruimtetelescoop weer 'aangezet', om vooral jacht te maken op planetoïden en kometen die de aarde dicht kunnen naderen - de zogeheten Near-Earth Objects. Tijdens de oorspronkelijke missie ontdekte WISE ook al 21 nieuwe kometen. (GS)
→ NEOWISE Spies Its First Comet (oorspronkelijk persbericht)
20 januari 2014
Na een jarenlange reis door de ruimte is ESA's Rosetta-sonde maandag 20 januari volgens schema uit zijn diepe winterslaap ontwaakt. Om 19.18 uur Nederlandse tijd kwam het verlossende eerste signaal binnen bij ESA's Space Operations Centre (ESOC) in het Duitse Darmstadt.De laatste keer dat er radiocontact was tussen Rosetta en de aarde, was dik 31 maanden geleden. Nu de sonde ontwaakt is, kan Rosetta zijn weg vervolgen richting de komeet 67P/Churyumov-Gerasimenko. Eenmaal daar aangekomen (komende zomer) moet de kometenjager de eerste sonde worden die op een komeet landt: de kleine lander Philae zal op 11 november naar het bevroren oppervlak afdalen.Rosetta werd in juni 2011 in een diepe winterslaap gebracht op een afstand van zo'n 800 miljoen kilometer van de zon. Tijdens zijn winterslaap vloog Rosetta weer een stuk dichter naar de zon toe. De afstand tot onze voornaamste warmtebron bedraagt nu 673 miljoen kilometer, een afstand die dichtbij genoeg is om weer energie op te wekken met behulp van zonnepanelen.
→ Rosetta is wakker (volledig persbericht)
19 januari 2014
Op zaterdagavond 18 januari was rond 21.18 uur vanuit vrijwel heel Nederland een extreem heldere vuurbol te zien. Een vuurbol is een zeer heldere meteoor (of 'vallende ster'): een lichtverschijnsel in de dampkring van de aarde, dat ontstaan wanneer een ruimtesteen met hoge snelheid de atmosfeer binnendringt en daar verdampt door de wrijvingswarmte. 'Gewone' meteoren worden veroorzaakt door kosmische gruisdeeltjes van een paar millimeter groot; de vuurbol van zaterdagavond is vermoedelijk geproduceerd door een steen met een afmeting van enkele decimeters.Uit een nog ruwe eerste analyse van de waarnemingen blijkt dat de vuurbol min of meer van zuidoost naar noordwest over Nederland bewoog. Als er al een restant van de ruimtesteen op aarde terecht is gekomen (een zogeheten meteoriet), zal die zeer waarschijnlijk in de Noordzee zijn geplonsd. (GS)
→ Dashcam-filmpje van de vuurbol
20 december 2013
Afgelopen woensdag, 18 december, heeft de Hubble-ruimtetelescoop een vergeefse poging gedaan om de eventuele restanten van komeet ISON op te sporen. Zoals eigenlijk iedereen al verwachtte, is daarbij geen spoor van de komeet gevonden. Komeet ISON bezweek kort voor zijn dichtste nadering van de zon, op 28 november jl., onder de hitte. Weliswaar was er nog enige tijd een zwak restant van het ijzige object te zien, maar het was al vrij snel duidelijk dat er niet veel van de komeet over was. De nieuwe Hubble-beelden tonen aan dat als er al iets van komeet ISON is overgebleven, de eventuele restanten niet groter kunnen zijn dan 160 meter. Het is dus niet helemaal uitgesloten dat er nog iets van de komeet over is, maar waarschijnlijk gaat het dan om diffuus gas, stof en mogelijk nog wat inmiddels sterk verspreide brokstukjes. (EE)
→ Comet ISON Is Still Dead
7 december 2013
Nederland heeft een vijfde meteoriet. Het is een vrij zeldzame koolstofhoudende chondriet, die 140 jaar geleden al is neergekomen op een akker in Diepenveen, vlak bij Deventer. De val, op de middag van 27 oktober 1873, werd waargenomen door twee landarbeiders, die de steen naar de plaatselijke hoofdonderwijzer brachten. Via allerlei omzwervingen kwam hij in handen van een verzamelaar. Amateur-astronoom Henk Nieuwenhuis uit Franeker kreeg de ruimtesteen ruim een jaar geleden onder ogen en schakelde experts in. Komende donderdag wordt de zeldzame meteoriet officieel overgedragen aan Naturalis in Leiden. Tot nu toe waren slechts vier Nederlandse meteorieten met zekerheid bekend: de Uden, de Utrecht, de Ellemeet en de Glanerbrug. Die werden allevier gevonden direct nadat hun val was waargenomen. De Diepenveen is relatief zeldzaam: de broze meteoriet is ouder dan de aarde zelf en bevat organische moleculen, waaronder mogelijk aminozuren. De komende jaren zal de steen uitgebreid verder worden onderzocht. (GS)
→ Nederlandse meteorieten
5 december 2013
Kort voor zijn dichtste nadering van de zon, op 28 november jl., bezweek komeet ISON onder de hitte van de zon, waardoor hij waarschijnlijk grotendeels uit elkaar viel. Nu, ruim een week later, is nog steeds niet helemaal duidelijk of er nog iets tastbaars van de oorspronkelijke komeet over is. NASA hoopt die onduidelijkheid nog dit jaar te kunnen wegnemen. Hoewel komeet ISON door zo’n beetje iedereen is afgeschreven, laten beelden die de STEREO A satelliet de afgelopen dagen heeft gemaakt nog steeds een diffuus restant zien. Vermoed wordt dat het zwakke schijnsel van dit restant voor rekening komt van stof dat in de uren rond de scheervlucht langs de zon door de komeet is uitgestoten. Binnen die stofwolk kunnen zich echter ook grotere brokstukken van komeet ISON verschuilen. Waarschijnlijk zullen die niet groter zijn dan een meter of tien, maar er bestaat een kleine kans dat er fragmenten van meer dan honderd meter tussen zitten. Om daar uitsluitsel over te kunnen geven, zullen de komende weken vele telescopen – op aarde en in de ruimte – op het restant van komeet ISON worden gericht. Als zich binnen de stofwolk nog brokstukken van enige omvang bevinden, zouden deze als mini-komeetjes hun weg kunnen vervolgen. Anders zal de vage schim van de komeet simpelweg steeds meer vervagen en uiteindelijk verdwijnen. Aanvankelijk zal de zoektocht naar restanten van de komeet vooral voor rekening komen van de beide STEREO-satellieten, de Infrared Telescope Facility (IRTF) op Hawaï en verschillende radiotelescopen. Later deze maand, als komeet ISON zich op veilige afstand van de zon bevindt, kunnen ook de ruimtetelescopen Hubble en Spitzer worden ingezet. (EE)
→ NASA begins search for what is left of Comet ISON
29 november 2013
De scheervlucht van komeet ISON langs de zon blijft voor hoofdbrekens zorgen. Op de beelden die door de SOHO-satelliet in het zichtbare deel van het spectrum werden gemaakt was de komeet goed te zien. Maar in het ultraviolet was hij in geen velden of wegen te bekennen. Vandaar dat de camera’s van de Amerikaanse zonnesatelliet SDO en de Europese PROBA2 er niet in slaagden om ISON vast te leggen. De grote vraag is nu waarom dat niet lukte. Eerdere zonnescheerders die een tocht door corona – de ijle atmosfeer van de zon – hebben gemaakt, zoals komeet Lovejoy in 2011, waren namelijk wél waarneembaar in het ultraviolet. Bij het zoeken naar een verklaring is het belangrijk om te weten dat de ultravioletcamera’s van de beide satellieten de komeet zélf hoe dan ook niet rechtstreeks konden zien. De uv-straling die zij moesten registreren ontstaat wanneer zuurstofatomen, afkomstig van de komeet, worden getroffen door energierijke elektronen in de corona van de zon en daardoor zelf elektronen kwijtraken. De hoeveelheid uv-straling die daarbij vrijkomt hangt onder meer af van de samenstelling van de komeet en van de dichtheid van het deel van de corona waar deze doorheen gaat. Het is niet aannemelijk dat de komeet zo weinig zuurstof bevatte dat hij onzichtbaar bleef voor de camera’s van PROBA2 en SDO. Bijna alle bestanddelen van een komeet – water, koolstofdioxide, gesteenten – bevatten immers zuurstofatomen. De oorzaak van de uv-onzichtbaarheid van komeet ISON wordt dan ook vooral gezocht bij de corona. Het lijkt erop dat de komeet, die op een tien keer zo grote afstand langs de zon scheerde als komeet Lovejoy, simpelweg te weinig energierijke elektronen is tegengekomen om veel uv-straling te produceren. Ondertussen is het restant van komeet ISON nog steeds zichtbaar op beelden van de SOHO-satelliet. De helderheid ervan is inmiddels wel sterk afgenomen, waarmee de kans op een heldere komeetverschijning aan onze ochtendhemel verkeken lijkt. (EE)
→ Mysteries Deepen As Comet Ison Fails To Make Long Anticipated Appearance
29 november 2013
Het lijkt erop dat in elk geval een klein deel van komeet ISON, die donderdagavond langs de zon scheerde, de helse tocht door de ijle zonneatmosfeer heeft doorstaan. Aanvankelijk leek het erop dat de komeet volledig uiteen was gevallen. Maar enkele uren na de dichtste nadering van de zon lieten beelden van de SOHO-satelliet alsnog een vaag object zien dat de koers van de oorspronkelijke komeet volgt. De eerste berichten waren dat het een restant van de komeetstaart betrof, maar dat lijkt toch niet zo te zijn. In plaats van verder te vervagen is het object in de loop van de nacht juist helderder geworden. Volgens wetenschappers die betrokken zijn bij de Comet ISON Observing Campaign zou komeet ISON tijdens zijn tocht door de zonnecorona allerlei stukken hebben verloren, inclusief zijn staart, maar is mogelijk toch een gedeelte van zijn kern intact gebleven. En dat restant stoot, in elk geval voorlopig, nog steeds gas en stof uit. Anders gezegd: komeet ISON ontwikkelt een nieuwe staart. Wat dit betekent voor de verdere ontwikkeling van de komeet, is nog volkomen onduidelijk. Het zou om een laatste stuiptrekking kunnen gaan. Maar helemaal van het kosmische toneel verdwenen is komeet ISON nog niet. Wordt vervolgd! (EE)
→ Schrödinger's Comet
28 november 2013
Vandaag scheert komeet ISON, een ongeveer één kilometer groot brok ijs en gesteente, op een afstand van iets meer dan 1 miljoen kilometer langs het hete oppervlak van de zon. Hoe het zal aflopen met de komeet blijft tot op het laatste moment spannend. Op de laatste beelden, gemaakt met de Europees/Amerikaanse zonnesatelliet SOHO, lijkt ISON nog intact te zijn. Wel is hij tijdens zijn nadering van de zon flink helderder geworden, wat op een toename in de uitstoot van gas en stof wijst. Om 19.25 uur Nederlandse tijd bereikt komeet zijn kleinste afstand tot de zon. De kans bestaat dat hij rond die tijd volledig verdampt en als een onbeduidende wolk van gas en stofdeeltjes in de corona (buitenste atmosfeer) van de zon verdwijnt. Maar het is ook denkbaar dat na de scheervlucht een flink deel van de komeet overblijft. Het eventuele overblijfsel van komeet ISON kan dan vanaf midden volgende week opduiken aan onze ochtendhemel. Hoe spectaculair die verschijning wordt, laat zich niet voorspellen. De precieze gang van zaken is te volgen op onderstaande websites. [Update: het lijkt er sterk op dat komeet ISON kort voor of na het bereiken van zijn kleinste afstand tot de zon is verdampt. Update 2: op beelden die in de uren na de scheervlucht zijn gemaakt is een klein restant van de komeet te zien. Waarschijnlijk betreft het een overblijfsel van de staart.] (EE)
→ Beelden van SOHO (1)
→ Beelden van SOHO (2)
→ Beelden van SDO
→ Beelden van STEREO
→ Comet ISON Observing Campaign
25 november 2013
Met de Amerikaanse planeetverkenner Messenger, die in een baan rond de kleine planeet Mercurius beweegt, zijn opnamen gemaakt van de kometen Encke en ISON. Beide kometen bevinden zich momenteel dicht bij de zon; ISON bereikt zijn zogeheten perihelium (het punt in de baan waar de afstand tot de zon het kleinst is) op 28 november. Met een ultravioletspectrograaf aan boord van de planeetverkenner zijn ook metingen aan de twee kometen verricht, waarbij de aanwezigheid van verschillende gassen is aangetoond, waaronder zuurstof, koolstof, zwavel en waterstof. De Messenger-metingen en -foto's zijn van belang omdat ze de twee kometen vanuit een ander perspectief tonen, en omdat ultravioletmetingen vanaf het aardoppervlak niet mogelijk zijn. (GS)
→ A Tale of Two Comets: MESSENGER Captures Images of Encke and ISON (origineel persbericht)
18 november 2013
Volgens onderzoekers van het Max-Planck-Institut für Sonnensystemforschung in Katlenburg-Lindau (Duitsland) en het sterrenkundig instituut van de Ludwig-Maximilians-Universität in München zijn er twee of meer stukken afgebroken van de kern van komeet ISON. Dat leiden zij af uit veranderingen in de coma van de komeet – de wolk van stof en waterdamp rond de komeetkern – die nu twee duidelijke ‘vleugels’ vertoont. De vermeende fragmentatie zou ook de oorzaak kunnen zijn van de opvallende helderheidstoename die de komeet sinds vorige week vertoont. Op de website van de Comet ISON Observing Campaign wordt sceptisch gereageerd op het bericht. Komeetdeskundige Karl Battams wijst erop dat boogvormige structuren in de coma van een komeet weliswaar op fragmentatie kunnen wijzen, maar dat dergelijke vleugels doorgaans niet zo symmetrisch zijn als bij komeet ISON. Volgens hem zouden de structuren ook simpelweg het gevolg kunnen zijn van een lokale toename in de stofuitstoot aan het oppervlak van de komeet. Een andere mogelijkheid is dat de vleugels zijn ontstaan in reactie op een van de recente grote uitbarstingen van de zon. Ondertussen bereiden NASA-wetenschappers die betrokken zijn bij de rond de planeet Mercurius cirkelende ruimtesonde MESSENGER zich voor op de nadering van komeet ISON en zijn soortgenoot Encke. Deze laatste zal Mercurius vandaag (18 november) tot op een afstand van minder dan vier miljoen kilometer naderen. Komeet ISON, die een dag later volgt, komt lang zo dichtbij niet: hij blijft op een afstand van 36 miljoen kilometer. MESSENGER zal opnamen maken van de langskomende kometen en met zijn spectrometers de chemische samenstelling van het tweetal onderzoeken. (EE)
→ Did ISON Fragment?
14 november 2013
Verschillende waarnemers melden dat komeet ISON, die over twee weken op een afstand van slechts 1 miljoen kilometer langs de zon zal scheren, het afgelopen etmaal flink in helderheid is toegenomen. Aan het begin van de week was het object alleen waarneembaar met een verrekijker of telescoop. Maar het moment dat hij zichtbaar wordt met het blote oog nadert nu snel. Bij heldere hemel kan ISON nu vrijwel moeiteloos worden opgespoord met een verrekijker. Hij komt rond 5.00 uur op in het oosten, maar kan beter een uurtje later worden bekeken, als hij wat hoger aan de hemel staat (kaartje). Volgens Peter Bus, waarnemingsleider van de Nederlandse Kometen Vereniging, is de oorzaak van de helderheidsuitbarsting van komeet ISON nog onduidelijk. Er zijn verschillende scenario’s denkbaar. Mogelijk is de opleving veroorzaakt doordat een deel van de komeetkern dat steeds in de schaduw heeft gelegen nu voor het eerst zonlicht opvangt, waardoor het daar aanwezige ijs begint te verdampen. Een andere mogelijkheid is dat de komeet bezig is om in enkele grote stukken uiteen te vallen of zelfs volledig te desintegreren. Als dat laatste gebeurt, is de kans groot dat er na 28 november weinig meer over is van komeet ISON. Maar de beide andere scenario’s kunnen veel gunstiger uitpakken. Met een beetje geluk krijgen we in dat geval begin december een heldere komeet te zien. (EE)
→ C/2012 S1 (ISON) in uitbarsting
17 oktober 2013
Een nieuwe opname van de Hubble-ruimtetelescoop, gemaakt op 9 oktober jl., laat zien dat komeet ISON nog intact is. Eerdere berichten suggereerden dat het kleine, ijzige object op het punt stond uiteen te vallen, maar daar lijkt dus nog geen sprake van te zijn. De kern van komeet ISON is naar schatting minder dan twee kilometer groot – veel te klein om op de Hubble-opname zichtbaar te zijn. Wel te zien is de coma van de komeet, de tienduizenden kilometers grote wolk van gas die de langzaam opwarmende kern inmiddels heeft uitgestoten. Ook heeft de komeet een duidelijke stofstaart ontwikkeld. De symmetrische vorm van de coma wijst erop dat de komeet gelijkmatig verdampt: hij lijkt geen duidelijke ‘jets’ te hebben ontwikkeld – plekken waar aanzienlijk meer gas ontsnapt dan elders. Het ontbreken van zo’n ‘straalaandrijving’ betekent dat ISON waarschijnlijk niet snel om zijn as draait. Het is zelfs denkbaar dat steeds dezelfde kant van de komeet naar de zon toe is gekeerd. Dat laatste zou tot gevolg hebben dat een deel van het oppervlak pas kort vóór de scheervlucht van de komeet langs de zon (28 november) flink wordt opgewarmd. En in dat geval zou ISON wel eens actiever kunnen worden dan het zich tot nu toe laat aanzien. (EE)
→ New Hubble Image of Comet ISON
9 oktober 2013
Komeet ISON, die op 28 november op een afstand van nog geen 1,2 miljoen kilometer langs het zonsoppervlak scheert, maakt een goede kans om die helse ontmoeting te overleven. Tot die conclusie komen Amerikaanse wetenschappers na nieuwe computerberekeningen, waarvan de resultaten vandaag op de 45ste bijeenkomst van de Division for Planetary Sciences van de American Astronomical Society bekend zijn gemaakt. De komeet houdt de gemoederen al sinds zijn ontdekking in september 2012 bezig, vooral nadat de eerste optimistische verwachtingen een nogal spectaculair helderheidsverloop lieten zien. Hoewel dat optimisme inmiddels wat is getemperd, zou ISON kort na zijn scheervlucht nog steeds een opvallende hemelverschijning kunnen worden. Óf dat gebeurt hangt in belangrijke mate ervan af of het kleine ijzige hemellichaam tijdens zijn tocht langs de zon, waarbij hij aan een temperatuur van meer dan 2700 graden wordt blootgesteld, uiteenvalt. Ook het moment waarop die desintegratie zou plaatsvinden speelt een belangrijke rol. Maar volgens onderzoekers van de Lowell-sterrenwacht en het Southwest Research Institute is het nog maar de vraag of komeet ISON uit elkaar valt. Op basis van de (schaarse) beschikbare gegevens over de grootte, dichtheid, samenstelling en rotatie van de komeet komen zij tot de conclusie dat deze de getijkrachten van de zon waarschijnlijk kan weerstaan. Mocht dat zo zijn, dan wordt het nog spannend in de laatste weken van november. Onderzoekers van het Planetary Science Institute hebben namelijk gemeten onder welke hoek de rotatie-as van komeet ISON staat. Uit die meting blijkt dat tot ongeveer één week voor de scheervlucht steeds dezelfde kant van de komeet naar de zon is gericht. Dat betekent dat de schaduwkant, waar zich waarschijnlijk nog veel vluchtige stoffen bevinden, pas vanaf 21 november aan de zonnehitte wordt blootgesteld. Volgens de wetenschappers zou dat tot spectaculaire uitbarstingen kunnen leiden. Een heel ander geluid komt van de Colombiaanse astronoom Ignacio Ferrin, die eerder deze maand juist met de mededeling kwam dat komeet ISON in feite al aan het desintegreren is. Dat leidt hij af uit de helderheidsontwikkeling van de komeet, die vergelijkbaar zou zijn met die van twee eerdere kometen die uiteenvielen vóórdat ze de zon bereikten. Kortom: het kan nog alle kanten op gaan met ISON. (EE)
→ Study Examines Comet ISON's Chances Of Surviving Its Close Brush With The Sun
8 oktober 2013
Zuid-Afrikaanse wetenschappers zeggen het onomstotelijke bewijs te hebben gevonden dat er ongeveer 28 miljoen jaar geleden een komeet is ontploft boven Egypte. De schokgolf van deze explosie deed het woestijnzand smelten waardoor over een groot gebied enorme hoeveelheden glas achterbleven. Over de oorsprong van dit zogeheten Libische woestijnglas wordt al tientallen jaren een hevige wetenschappelijke discussie gevoerd. Dat een komeet de oorzaak is geweest, leiden de wetenschappers af uit onderzoek van een merkwaardige zwarte steen die in het met glas bezaaide gebied is aangetroffen. Een zorgvuldige chemische analyse van deze steen, die Hypatia wordt genoemd, laat onder meer zien dat deze voor 95 procent uit hard koolstofhoudend materiaal bestaat en voor slechts vijf procent uit silicium. Daarmee onderscheidt de steen zich duidelijk van de ‘gewone’ meteorieten – zelfs van de meest koolstofrijke – die op aarde zijn gevonden. Zijn chemische samenstelling wijst erop dat hij van ver buiten de planetoïdengordel tussen Mars en Jupiter – de bron van vrijwel alle meteorieten – afkomstig is. (EE)
→ First ever evidence of a comet striking Earth
2 oktober 2013
De eerste opnamen die de Mars Reconnaissance Orbiter van de naderende komeet ISON heeft gemaakt laten veel aan de verbeelding over. De HiRISE-camera, die uiteraard niet ontworpen is om vanuit een baan om Mars foto’s van een langskomende komeet te maken, heeft niet meer dan plukje pixels weten vast te leggen. Voorlopige conclusie: de coma – de wolk van gas en stof rond de komeetkern – is niet erg helder. Uit een eerste analyse van de beeldgegevens volgt dat de helderheid van komeet ISON zo ongeveer op het niveau van de minst optimistische verwachtingen ligt. Maar dat zegt nog steeds niet veel over zijn verdere helderheidsontwikkeling. ISON is nog 240 miljoen kilometer verwijderd van de zon en begint eigenlijk nu pas goed op te warmen. Op 28 november scheert de komeet op een afstand van iets meer dan een miljoen kilometer langs het oppervlak van de zon. De kans is groot dat hij rond die tijd uiteenvalt. Als dit een paar dagen ná de scheervlucht gebeurt, krijgen we mogelijk een fraai schouwspel te zien in de vorm van een lange, heldere stofstaart die tot ver in december zichtbaar blijft. Maar als de komeet ver vóór de scheervlucht desintegreert, wordt de verschijning veel minder spectaculair. (EE)
→ First HiRISE Images of Comet ISON
23 september 2013
Verschillende Europese ruimtesondes en planeetverkenners maken zich op voor het bestuderen van komeet ISON, die eind dit jaar op zeer kleine afstand langs de zon zal scheren en mogelijk met het blote oog vanaf aarde zichtbaar zal zijn. De komeet werd een jaar geleden ontdekt door Russische astronomen.De waarnemingscampagne van de Europese planeetverkenner Mars Express is in de nacht van 23 op 24 september begonnen. Op 1 oktober bereikt de komeet de kleinste afstand tot Mars: slechts 10,5 miljoen kilometer.De Europees/Amerikaanse SOHO-ruimtesonde, die onderzoek doet aan de zon, zal de komeet eind november in het oog houden, wanneer hij de kleinste afstand tot de zon bereikt. De kans bestaat dat de komeet die nauwe passage niet zal overleven - de poreuze, ijzige komeetkern valt mogelijk geheel uit elkaar onder invloed van de zonnewarmte.In november en december zullen ook de Europese ruimtesondes Venus Express en Proba-2 waarnemingen aan komeet ISON verrichten.Overigens valt de helderheid van de komeet tot nu toe erg tegen; nog steeds is onduidelijk hoe opvallend hij eind dit jaar zal zijn. (GS)
→ Preparing for Comet ISON (origineel persbericht)
20 september 2013
NASA doet geen pogingen meer om het contact met Deep Impact te herstellen. De verbinding met de succesvolle ruimtesonde die vier kometen heeft onderzocht, waarvan twee van dichtbij, werd ruim een maand geleden verbroken. In juli 2005 schoot Deep Impact een klein projectiel af op de komeet Tempel 1, om meer te weten te komen over de samenstelling ervan. Ruim vijf jaar later had de ruimtesonde een ontmoeting met de veel kleinere komeet Hartley 2. En begin 2012, respectievelijk begin 2013 onderzocht hij vanaf grote afstand de kometen Garradd en ISON. Het onderzoek aan de vier kometen heeft geleerd dat deze kleine, ijsachtige overblijfselen van de vorming van ons zonnestelsel veel meer variatie vertonen dan gedacht. Ze verschillen niet alleen van elkaar, ook kan het ene deel van een komeet heel andere kenmerken hebben dan het andere. Bovendien blijken kometen nogal poreus te zijn: ze bestaan voor ongeveer de helft uit lege ruimte. (EE)
→ UMD-Led Deep Impact Ends, Leaves Bright Comet Tale
16 september 2013
Bij de inslag van een komeet op aarde kunnen aminozuren ontstaan - de bouwstenen van eiwitten. Dat blijkt uit laboratoriumproeven die zijn uitgevoerd door Britse onderzoekers. Nir Goldman van het Amerikaanse Lawrence Livermore National Laboratory suggereerde eerder op basis van computersimulaties al dat de energie van een inslag deels gebruikt kan worden voor chemische reacties waarbij koolwaterstoffen in de komeet in complexere moleculen worden omgezet, waaronder aminozuren. Door in een laboratorium ijsmengsels (met dezelfde samenstelling als kometen) te beschieten met kleine projectielen, is nu aangetoond dat zulke reacties inderdaad optreden. De nieuwe bevindingen zijn zondag online gepubliceerd door Nature Geoscience. Volgens de onderzoekers tonen ze aan dat de bouwstenen van het leven hun bestaan mogelijk te danken hebben aan kosmische inslagen op de pasgeboren aarde. (GS)
→ It's a shock: Life on Earth may have come from out of this world (origineel persbericht)
12 september 2013
Europese hemelwaarnemers hebben in de nacht van 9 op 10 september een opleving van de epsilon-Perseïden waargenomen, een kleine meteorenzwerm die zich elk jaar rond deze tijd voordoet, maar doorgaans slechts een handjevol ‘vallende sterren’ per uur produceert. Ditmaal verschenen er gedurende enkele uren tien keer zo veel. Het is niet voor het eerst dat de epsilon-Perseïden een opleving vertonen. In 2008 verschenen vijf keer zoveel meteoren dan normaal. Van welke komeet de deeltjes die deze meteoren veroorzaken afkomstig zijn, is nog onbekend. Ook de komende nachten kunnen er nog epsilon-Perseïden te zien zijn. (EE)
→ Meteor Outburst?
10 september 2013
NASA’s ruimtesonde Deep Impact, vooral bekend van zijn ontmoeting met komeet Tempel 1 in 2005, verkeert in grote problemen. Ergens tussen 11 en 14 augustus is het contact met de ruimtesonde verbroken, en pogingen om de radioverbinding te herstellen hebben tot nu toe niets opgeleverd. Deep Impact tolt nu ongecontroleerd rond. Na zijn bezoek aan komeet Tempel 1, waarbij een klein projectiel op het ijzige hemellichaam werd afgeschoten, heeft Deep Impact een nieuwe missie gekregen. Hij bezocht nog een tweede komeet (Hartley 2) en gebruikte zijn grootste telescoop ondertussen voor waarnemingen van sterren waarbij planeetovergangen te zien zijn. Zijn meest recente opdracht bestond uit het fotograferen van komeet ISON, die momenteel de binnenste regionen van het zonnestelsel nadert. Maar door het communicatieprobleem zijn die opnamen niet aangekomen. Of Deep Impact nog kan worden gered, is onduidelijk. Hij is voor zijn stroomvoorziening afhankelijk van zonnepanelen en de vraag is in hoeverre deze momenteel nog zonlicht opvangen. Als de panelen de meeste tijd van de zon af gericht zijn, is het een kwestie van dagen voordat de accu’s van Deep Impact uitgeput raken. En in dat geval moet de ruimtesonde worden afgeschreven. (EE)
→ Mission Status Reports van EPOXI
4 september 2013
Onderzoekers van het Planetary Science Institute in Arizona (VS) hebben een manier gevonden om veranderingen in de rotatie van kometen te voorspellen (Astrophysical Journal Letters). De methode kan bijvoorbeeld worden gebruikt om meer te weten te komen over de naderende komeet C/2012 S1 (ISON), die over minder dan drie maanden langs de zon scheert. Uit het onderzoek blijkt dat veranderingen in het rotatiegedrag van een komeet worden bepaald door zijn afmetingen, zijn rotatietijd en de hoeveelheid zonlicht die hij ontvangt. Verrassend genoeg lijken aantal en omvang van de ‘fonteinen’ van gas en stof op het komeetoppervlak geen rol van betekenis te spelen. De rotatieveranderingen zijn groter naarmate er meer zonne-energie beschikbaar is. Ze zijn kleiner naarmate de komeet sneller rondwentelt en zijn omvang groter is. Grote, snel roterende kometen hebben dus een veel stabielere rotatie dan hun kleinere, traag roterende soortgenoten. Toegepast op komeet ISON betekent dit dat deze bij het naderen van de zon sneller zal gaan roteren. Dat zal tot gevolg hebben dat er steeds meer materiaal van de komeetkern wordt weggeslingerd. En dat maakt de overlevingskans van de komeet, die het zonsoppervlak tot op ruim een miljoen kilometer zal naderen, er niet groter op. (EE)
→ Changes In Comet Rotation May Be Predicted With Greater Accuracy
27 augustus 2013
De grote meteoriet die op 15 februari neerkwam bij de Russische stad Tsjeljabinsk is lang geleden al eens sterk verhit en deels gesmolten geweest. Dat blijkt uit onderzoek aan de fragmenten die na de inslag zijn verzameld. De donkerste meteorietfragmenten vertonen sporen van smelt die dateren van lang vóór de inslag, zo melden onderzoekers van het Russische Instituut voor Geologie en Mineralogie in Novosibirsk vandaag op de Goldschmidt-conferentie van de European Association of Geochemistry in Florence, Italië.Het oorspronkelijk ca. 17 meter grote rotsblok was een zogeheten LL5-chondriet. Veel andere meteorieten die tot deze klasse behoren vertonen vergelijkbare oude smeltsporen. Dat doet vermoeden dat het brokstukken zijn van een groter hemellichaam dat ooit in botsing is gekomen met een ander rotsblok, of dat ze ooit op zeer kleine afstand langs de zon hebben bewogen. (GS)
→ Chelyabinsk meteorite had previous collision or near miss (oorspronkelijk persbericht)
20 augustus 2013
Op zijn weg richting zon zal de komeet Churyumov-Gerasimenko, die volgend jaar bezoek krijgt van de Europese ruimtesonde Rosetta, eerder gas en stof uitstoten dan tot nu toe werd verwacht. De activiteit van de komeet is waarschijnlijk al in maart 2014 meetbaar – slechts ruim een maand nadat Rosetta uit haar winterslaap is gehaald. De nieuwe verwachting van de ontwikkeling van de komeet is gebaseerd op onderzoek door wetenschappers van het Max-Planck-Institut für Sonnensystemforschung. Deze hebben talrijke beelden van Churyumov-Gerasimenko verzameld die tussen 1995 en 2010 met telescopen op aarde zijn gemaakt. Uit een nauwkeurige analyse van deze beelden blijkt dat kometen al op 650 miljoen kilometer van de zon actief worden, terwijl de bestaande vuistregel uitging van 450 miljoen kilometer. Een komeet bevindt zich het grootste deel van zijn bestaan op grote afstand van de zon en is dan een onveranderlijke homp ijs en gesteente. Maar als hij de zon nadert, begint een metamorfose: vluchtige bestanddelen in zijn kern beginnen te verdampen, waardoor fonteinen van stof aan het oppervlak ontstaan. Omdat de temperaturen op 650 miljoen kilometer van de zon te laag zijn om bevroren water te laten verdampen, moet de eerste activiteit van een komeet dus aan een ander gas te danken zijn. Rosetta zal van heel dichtbij kunnen vaststellen hoe de vork precies in de steel zit. De in maart 2004 gelanceerde ruimtesonde wordt in januari 2014 uit haar winterslaap gehaald en zal vanaf mei om Churyumov-Gerasimenko cirkelen. In het najaar van 2014 zal de kleine landingsmodule Philae zich van Rosetta losmaken, om op het oppervlak van de (nog steeds actieve) komeet te landen. (EE)
→ Rosetta-comet will wake up early
2 augustus 2013
Astronomen van de universiteit van Anitoquia in Medellin (Colombia) hebben ontdekt dat de planetoïdengordel tussen de banen van Mars en Jupiter dienstdoet als ‘begraafplaats’ van duizenden kometen. Sommige van deze objecten worden, na miljoenen jaren van rust, weer actief (Monthly Notices of the Royal Astronomical Society). Met afmetingen van enkele kilometers behoren kometen tot de kleinste objecten in het zonnestelsel. Ze bestaan uit een mengsel van gesteente en ijs. Als zo’n ‘vuile sneeuwbal’ dicht in de buurt van de zon komt, loopt zijn temperatuur op en begint het ijs te verdampen. Hierdoor ontstaat een karakteristieke ‘staart’ van gas en stof. De meeste kometen doorlopen zeer langgerekte banen, wat betekent dat ze met tussenpozen van vele duizenden jaren in de buurt van de zon komen – zelden dus. Daarnaast is er een kleine groep van enkele honderden kometen die omlooptijden van minder dan tweehonderd jaar hebben. De laatste jaren is echter gebleken dat er nóg een populatie van kometen is. Deze houdt zich schuil tussen de ontelbare planetoïden die tussen Mars en Jupiter om de zon cirkelen. Hoe die kometen daar verzeild zijn geraakt was onduidelijk, maar de Colombiaanse astronomen denken nu een verklaring te hebben gevonden. Volgens hen bestond de planetoïdengordel aanvankelijk uit een mengsel van rotsachtige en ijsachtige objecten, en waren hier miljoenen jaren geleden nog duizenden actieve kometen te zien. Mettertijd zijn deze objecten echter een groot deel van hun ijs kwijtgeraakt, waardoor ze steeds meer op planetoïden zijn gaan lijken. Deze sluimerende kometen leven echter weer op wanneer hun banen, onder invloed van de zwaartekracht van Jupiter, zodanig veranderen dat hun afstand tot de zon afneemt. Hierdoor worden deze objecten, die de bijnaam ‘Lazarus-kometen’ hebben gekregen, (iets) warmer en leven ze weer eventjes op. (EE)
→ A cometary graveyard
29 juli 2013
Komeet ISON wordt waarschijnlijk een flop. Dat beweert Ignacio Ferrin, een kometenexpert verbonden aan de Universiteit van Antioquia in Medellín, Colombia. Eerder was ISON aangekondigd als 'de komeet van de eeuw'. Komeet C/2012 S1 ISON werd op 2 september 2012 ontdekt door Russische sterrenkundigen. Al snel bleek dat hij op 28 november 2013 op zeer kleine afstand langs de zon zal bewegen. In de weken daarna zou de komeet een spectaculaire verschijning kunnen vormen aan de sterrenhemel. Kometen zijn kleine hemellichamen van ijs en gruis, die onder invloed van de zonnewarmte gas en stof verliezen, waarbij een indrukwekkende staart ontstaat. Vanaf half januari is de helderheid van komeet ISON echter nauwelijks toegenomen. Dat komt mogelijk doordat de komeet relatief weinig ijs bevat. Komeet C/2002 O4 Hönig vertoonde een vergelijkbaar gedrag, en desintegreerde na verloop van tijd. Iets soortgelijks zou ook met komeet ISON kunnen gebeuren, aldus Ferrin, die zijn bevindingen voor publicatie heeft aangeboden aan Monthly Notices of the Royal Astronomical Society. Zelfs al valt komeet ISON in de komende weken of maanden niet uiteen, dan nog is het volgens Ferrin maar zeer de vraag of hij de nauwe passage van de zon zal overleven. Momenteel bevindt ISON zich (gezien vanaf de aarde) min of meer achter de zon, en kan hij niet waargenomen worden. Alles lijkt er echter op te wijzen dat de komeet komend najaar veel minder spectaculair is dan eerder werd gehoopt. (GS)
→ Persbericht Universiteit van Antioquia
26 juli 2013
Elke heldere nacht zijn wel wat ‘vallende sterren‘ of meteoren te zien. En met een beetje geluk zit daar een exemplaar bij dat zo helder is als de planeet Jupiter: een ‘vuurbol’. Nieuw onderzoek door NASA laat zien wanneer je de grootste kans hebt om zo’n opvallend heldere meteoor te zien: tijdens de Perseïdenzwerm, die rond 12/13 augustus zijn hoogtepunt bereikt. Die conclusie is gebaseerd op de beelden die sinds 2008 zijn vastgelegd met een netwerk van meteorencamera’s in het zuiden van de VS. Met die camera’s zijn meer dan 1500 vuurbollen vastgelegd. Ruim 500 daarvan waren Perseïden. Ook de Geminiden, de rijke meteorenzwerm die in december te zien is, produceren veel vuurbollen (ruim 400), maar die zijn gemiddeld wel een stuk minder helder. De Perseïdenzwerm is afkomstig van de komeet Swift-Tuttle. In augustus van elk jaar trekt de aarde door de wolk stofdeeltjes (meteoroïden) die deze komeet bij het naderen van de zon achter zich laat. Volgens de NASA-onderzoekers zijn de Perseïden rijk aan vuurbollen, omdat hun moederkomeet zo groot is. Een grote komeet laat veel meer stof achter dan een kleine, en daar zitten dan vanzelf ook meer grote meteoroïden bij. (EE)
→ Perseid Fireballs
25 juli 2013
De geheimzinnige centauren, kleine hemellichamen die tussen de banen van Jupiter en Neptunus om de zon cirkelen, zijn grotendeels ontmaskerd. Waarnemingen met de Amerikaanse infraroodsatelliet WISE wijzen erop dat de meeste centauren kometen zijn. Tot nu toe wisten astronomen niet zeker of de centauren planetoïden waren die uit het binnenste deel van het zonnestelsel waren weggeslingerd of kometen die vanuit de verten van het zonnestelsel juist richting zon waren gemigreerd. Duidelijk was wel dat ten minste een aantal van deze objecten ‘komeetgedrag’ vertoont: ze zijn omgeven door stof dat ze zelf hebben uitgestoten. De nieuwe waarnemingen laten nu zien dat twee op de drie centauren een donker blauwgrijs oppervlak hebben. Ook dat is kenmerkend voor komeetachtige objecten: die bestaan grotendeels uit ijs, maar zijn wel met een laagje roet bedekt. Planetoïden zijn doorgaans lichter en/of roder van tint. Helemaal opgelost is het raadsel van de centauren echter nog niet. Want van één op de drie is de oorsprong nog steeds niet helemaal duidelijk. (EE)
→ NASA's WISE Finds Mysterious Centaurs May Be Comets
23 juli 2013
Komeet ISON, die eind dit jaar mogelijk een zeer opvallende verschijning aan de sterrenhemel gaat vormen, heeft inmiddels een 300.000 kilometer lange staart van stof en koolzuurgas. Dat blijkt uit waarnemingen van de komeet die op 13 juni zijn verricht door de Amerikaanse Spitzer Space Telescope. De komeet bevond zich half juni op ca. 500 miljoen kilometer afstand van de aarde. Uit de infraroodfoto's van Spitzer is afgeleid dat de 5 kilometer grote kern van de komeet - een poreuze samenballing van ijs en gruis - per dag ongeveer 55 miljoen kilogram stof en ca. één miljoen kilogram koolzuurgas (CO2) verliest. (GS)
→ NASA's Spitzer Observes Gas Emission From Comet ISON (origineel persbericht)
6 juni 2013
In december 2011 dook komeet Lovejoy diep in de corona – de hete buitenste atmosfeer van de zon. Tijdens zijn tocht peilde hij de omstandigheden van een gebied dat vanwege de grote hitte nooit van dichtbij onderzocht zal worden. Zijn staart van waterdamp blijkt daarbij als 'magnetometer' te hebben gediend (Science, 7 juni). Aan de hand van opnamen van drie NASA-satellieten heeft een team van wetenschappers, onder wie de Nederlandse astronoom Karel Schrijver, het gedrag van de komeetstaart bestudeerd. De waarnemingen laten zien dat de bewegingen in de staart nooit precies van de zon af waren gericht, wat erop wijst dat ze niet volledig aan zonnewind of stralingsdruk konden worden toegeschreven. Ook sleepte de komeet de staart niet simpelweg achter zich aan, zoals je zou verwachten als de zonnewind en het magnetische veld van de zon helemaal geen invloed op de staart zouden hebben. Een nauwkeurige analyse van het gedrag van de staart van Lovejoy laat zien dat daaruit het patroon van het magnetische veld in het onderste deel van de corona kan worden gereconstrueerd. Daarmee is inzicht verkregen in een deel van de zonneatmosfeer waar nog weinig over bekend is. (EE)
→ Sun-Grazing Comet Aids Magnetic-Field Models
30 mei 2013
Vanaf de Gemini-sterrenwacht op Hawaï is een reeks opnamen gemaakt van komeet ISON (officiële aanduiding C/2012 S1), die eind november ongezond dicht langs de zon zal scheren. De Gemini-opnamen tonen de ontwikkeling van de komeet tussen februari en mei van dit jaar. Hoewel zijn afstand tot zon en aarde momenteel nog erg groot is, vertoont komeet ISON al flinke activiteit. Er ontsnapt veel stof en gas van het ongeveer vijf kilometer grote, ijsachtige hemellichaam, dat ook al een duidelijke 'staart' heeft ontwikkeld. Of hij zijn ontmoeting met de zon kan overleven en vervolgens een heldere verschijning aan onze hemel zal worden, is echter nog zeer onzeker. Een eerste analyse van de Gemini-gegevens laat zien dat de komeet, die voor het eerst de binnenste regionen van het zonnestelsel betreedt, de afgelopen maand wat tot rust is gekomen. Dat kan erop wijzen dat zijn eerdere activiteit vooral te danken is geweest aan het in gasvorm overgaan van een dunne 'rijp-laag' van vluchtige stoffen. Het is denkbaar dat het ijs daaronder uit stoffen bestaat die minder snel verdampen. Nu komeet ISON zo langzamerhand het punt begint te bereiken dat ook bevroren water in dampvorm overgaat, zou zijn activiteit weer kunnen toenemen. De meeste kometen ontwikkelen immers pas een staart van betekenis als ze zich ongeveer 450 miljoen kilometer van de zon bevinden. Komeet ISON was dat betreft nogal voorlijk: hij bereikt die afstand pas begin juli, maar heeft allang een staart. (EE)
→ Gemini Observatory Captures Comet ISON Hurtling Toward Uncertain Destiny with the Sun
29 mei 2013
Wetenschappers hebben ontdekt dat een 5000 jaar oude ijzeren kraal uit Egypte een bijzondere oorsprong heeft: hij is gemaakt van een meteoriet. Dit resultaat, dat op 20 mei in Meteoritics & Planetary Science is gepubliceerd, verklaart hoe de oude Egyptenaren aan ijzer kwamen, duizenden jaren voordat het metaal in deze regio uit erts werd gewonnen. De buisvormige kraal is een van de negen die in 1911 op een begraafplaats in Gerzeh, zeventig kilometer ten zuiden van Caïro werden gevonden. De vindplaats dateert uit ongeveer 3300 v.Chr., wat de kralen tot de oudste ijzeren kunstvoorwerpen uit Egypte maakt. In 1928 bleek uit onderzoek al dat het ijzer in de kralen een hoog nikkelgehalte heeft – een aanwijzing dat het om meteorieten kan gaan. Maar pas nu is met behulp een rasterelektronenmicroscoop en computertomografie vast komen te staan dat dit ook echt zo is.Britse onderzoekers hebben vastgesteld dat het oorspronkelijke metaal voor misschien wel dertig procent uit nikkel bestond. Bovendien zijn aanwijzingen gevonden dat het metaal een zogeheten Widmanstättenstructuur vertoonde, een structuur die alleen in ijzermeteorieten wordt aangetroffen. (EE)
→ Iron in Egyptian relics came from space
2 mei 2013
In 1908 vond boven Siberië, in de omgeving van de Toengoeska-rivier, een enorme explosie plaats die verwoestende gevolgen had voor het landschap. Aangenomen wordt dat toen een grote meteoroïde of een brokstuk van een komeet in de atmosfeer is ontploft – net als onlangs bij Tsjeljabinsk, maar dan veel heviger. Ondanks enkele onderzoeksexpedities werden echter nooit brokstukken van de kosmische indringer gevonden. Of toch? De Russische wetenschapper Andrej Zlobin maakte deze week bekend dat hij drie steentjes in het Toengoeska-gebied heeft gevonden die de kenmerken van meteorieten vertonen. De vermeende meteorieten maken deel uit van een verzameling van ongeveer honderd stenen die Zlobin al in 1988 uit de nabijgelegen Choesjmo-rivier heeft opgepikt. Om onduidelijke redenen wachtte hij tot 2008 om de stenencollectie nader te onderzoeken, en vervolgens nog eens vijf jaar om daar ruchtbaarheid aan te geven. De vondst van Zlobin zou, als de echtheid ervan kan worden bevestigd, uitsluitsel kunnen geven over het soort object dat in 1908 boven Siberië is ontploft. Maar daarvoor moeten de meteorieten aan een uitgebreide chemische analyse worden onderworpen, en ook dat is nog niet gebeurd. (EE)
→ First Tunguska Meteorite Fragments Discovered;
23 april 2013
Op 10 april heeft de Hubble Space Telescope een opname gemaakt van komeet ISON, die eind dit jaar de binnendelen van het zonnestelsel doorkruist en naar verwachting erg helder zal worden. De komeet, officieel C/2012 S1 (ISON) geheten, bevond zich op dat moment op 630 miljoen kilometer afstand van de aarde, net iets binnen de baan van de reuzenplaneet Jupiter. Op 28 november 2013 zal hij op een afstand van slechts 1,1 miljoen kilometer langs de zon scheren.Komeet ISON (genoemd naar het International Scientific Optical Network waarmee hij is ontdekt) is een 'nieuwe' komeet, die mogelijk voor het eerst in zijn bestaan in de buurt van de zon komt. Zulke 'verse' kometen vertonen vaak veel activiteit, doordat de kleine, poreuze kern van ijs en gruis begint te verdampen onder invloed van de zonnewarmte.De kleine kern van de komeet, met een middellijn van waarschijnlijk niet meer dan een kilometer of zes, wordt omgeven door de stoffige komeetkop (officieel de coma geheten) - een ijle, in het zonlicht oplichtende wolk van gas- en stofdeeltjes met een middellijn van ruim vijfduizend kilometer. Daarnaast vertoont de komeet inmiddels een stofstaart met een lengte van een kleine honderdduizend kilometer; die bevindt zich voor het overgrote deel buiten beeld op de Hubble-foto.Op basis van dit soort waarnemingen hopen sterrenkundigen een betere inschatting te kunnen maken van de helderheid die de komeet eind dit jaar kan bereiken, wanneer hij in de buurt van de zon en de aarde komt. (GS)
→ Hubble Captures Comet ISON (origineel persbericht)
19 april 2013
In twee verschillende meteorieten zijn kleine silicakorrels gevonden die vermoedelijk afkomstig zijn van een supernova-explosie die plaatsvond vóór het ontstaan van het zonnestelsel. De ontdekking wordt gepubliceerd in Astrophysical Journal Letters. Silicakorrels (siliciumdioxide, SiO2, het belangrijkste minerale bestanddeel van zand) waren al eerder aangetroffen in meteorieten, maar die eerdere vondsten waren relatief rijk aan de zuurstofisotoop O17, wat doet vermoeden dat ze afkomstig zijn van rode reuzensterren. De twee nieuw gevonden silicakorrels zijn echter rijk aan de nog zwaardere isotoop O18, wat erop wijst dat ze waarschijnlijk zijn ontstaan in de nasleep van een nabije supernova-explosie. De onderzoekers suggereren dat de twee zeldzame mineraalkorrels overblijfselen zouden kunnen zijn van de supernova die - via schokgolven in de omringende interstellaire materie - aanleiding gaf tot de vorming van ons eigen zonnestelsel. (GS)
→ Grains of sand from ancient supernova found in meteorites (origineel persbericht)
29 maart 2013
Amerikaanse astronomen hebben met behulp van de satelliet Swift onderzoek gedaan van de komeet C/2012 S1 (ISON). Deze in september 2012 ontdekte komeet zou eind dit jaar wel eens een heldere verschijning aan de hemel kunnen worden. Tijdens de waarnemingen was de komeet nog bijna vijfmaal zover van de zon verwijderd als de aarde. Net als alle kometen is ISON een flinke brok van bevroren gassen, vermengd met stof. Bij nadering van de zon begint het ijs te verdampen en verliest de komeet massa. Als gevolg hiervan vormt zich een grote wolk van stof en waterdamp rond de komeet, de coma, die onder invloed van de zonnestraling kan uitwaaieren tot een vele miljoenen kilometers lange 'staart'. De beelden van de ultraviolet/optische telescoop van Swift hebben de astronomen in staat gesteld om een schatting te maken van de hoeveelheid waterdamp en stof die de komeet momenteel uitstoot. En daaruit kon weer worden afgeleid hoe groot de kern van de komeet ongeveer is. Uit de waarnemingen blijkt dat ISON in januari en februari 50 ton stof per minuut verloor. Het verlies aan water was veel geringer: slechts 60 kilogram per minuut. Dat wijst erop dat de verdamping van het bevroren water in de komeet op het moment van de waarnemingen nog niet goed op gang was gekomen. De waargenomen stofproductie wordt vooral toegeschreven aan de verdamping van vluchtigere stoffen, zoals bevroren koolmonoxide en kooldioxide. Uit de waargenomen uitstoot van waterdamp en stof leiden de astronomen af dat komeet ISON ongeveer vijf kilometer groot is. Dat is een normale omvang voor een komeet. Hoe ISON zich verder zal ontwikkelen, is een kwestie van afwachten. Op 28 november van dit jaar zal hij op een afstand van ruim 1 miljoen kilometer langs de zon scheren. De komeet kan dan zoveel waterdamp en stof verliezen dat hij gemakkelijk te zien zal zijn met het blote oog. Menig komeet kan de optimistische verwachtingen echter niet waarmaken. (EE)
→ NASA's Swift Sizes Up Comet ISON
27 maart 2013
De komeet die in oktober 2014 op Mars zou kunnen inslaan, vormt volgens NASA-wetenschappers geen grote bedreiging voor het onderzoeksprogramma op en rond de planeet. Wel zou zo'n inslag meetbare gevolgen kunnen hebben voor de planeet zelf. Eind februari bleek dat de recent ontdekte komeet C/2013 A1 (Siding Spring) op 19 oktober 2014 op een afstand van ruim 100.000 kilometer langs Mars zal scheren. De onzekerheid in dit getal is echter nog dermate groot, dat een botsing niet helemaal kan worden uitgesloten. De kans daarop wordt geschat op 0,05 procent: het is dus zeer onwaarschijnlijk dat het tot een inslag komt. Komeet C/2013 A1 is waarschijnlijk één tot drie kilometer groot en stormt met een snelheid van ongeveer 56 kilometer per seconde op Mars af. Als het tot een botsing zou komen, zou daarbij een hoeveelheid energie vrijkomen die 80 miljoen keer groter is dan bij de explosie van de meteoriet boven Tsjeljabinsk. Als gevolg hiervan zou veel stof, zand en waterdamp de ijle Marsatmosfeer in worden geblazen, wat tot warmere en vochtigere omstandigheden kan leiden. Voor de Marsvoertuigen Opportunity en Curiosity zouden de gevolgen van een inslag beperkt zijn. Wel zou de energie-opbrengst van de zonnepanelen van Opportunity sterk dalen. Curiosity heeft dat probleem niet: die werkt op kernenergie. Overigens is ook een nipte misser heel interessant. De komeet wordt dan helder genoeg om met de camera's van Marsvoertuigen en -orbiters te kunnen worden vastgelegd. Ook zou de komeetpassage gepaard kunnen gaan met een meteorenregen en poollichtachtige verschijnselen. Voor de nieuwe Marssonde MAVEN, die in november van dit jaar wordt gelanceerd, komt de komeet overigens net een paar weken te vroeg. MAVEN moet weliswaar al eind september 2014 bij Mars aankomen, maar is pas een maand later bedrijfsklaar. (EE)
→ Collision Course? A Comet Heads for Mars
5 maart 2013
Uit een nieuw experiment waarbij de omstandigheden in de ruimte zijn nagebootst, blijkt dat aan de oppervlakken van interplanetaire sneeuwballen ook complexe organische moleculen kunnen ontstaan. Dat betekent dat kometen en meteorieten wellicht een grotere rol hebben gespeeld bij het ontstaan van het leven op aarde dan tot nu toe werd aangenomen. In de vele meteorieten die op aarde zijn gevonden zijn allerlei organische moleculen aangetroffen. Daarbij gaat het echter steeds om relatief kleine moleculen, zoals aminozuren. Bijgevolg zijn wetenschappers er eigenlijk altijd van uitgegaan dat de grotere bouwstenen van het leven pas later in de oceanen op aarde zijn gevormd. Wetenschappers van de universiteiten van Californië (Berkeley) en Hawaï (Manoa) hebben nu echter experimenteel aangetoond dat ook de wat grotere moleculaire bouwstenen in de ruimte kunnen zijn ontstaan. In een vacuümkamer hebben zij bij een temperatuur van tien graden boven het absolute nulpunt een kosmische sneeuwbal nagebootst, bestaande uit kooldioxide, ammoniak en diverse koolwaterstoffen. Toen ze deze met energierijke elektronen bestookten, zoals die ook in de ruimte voorkomen, traden er reacties op waarbij onder meer dipeptiden werden gevormd – moleculen die uit twee aminozuren bestaan. Deze ontdekking toont aan dat kometen en meteorieten deze voor het ontstaan van leven cruciale moleculen naar de aarde kunnen hebben gebracht. Dipeptiden staan aan de basis van nog langere moleculaire ketens zoals eiwitten. (EE)
→ Evidence that comets could have seeded life on Earth
28 februari 2013
Wetenschappers van een Belgisch/Japans onderzoeksteam hebben op 28 januari een nieuwe grote meteoriet gevonden op Antarctica. Het gaat om waarschijnlijk om een gewone chondriet, de meest voorkomende meteorietensoort, van achttien kilogram. De vondst is gedaan in het kader van het zogeheten SAMBA-project, de Belgische bijdrage aan de gerichte zoekcampagne naar meteorieten op Antarctica. Van medio december 2012 tot eind januari 2013 hebben de Belgische wetenschappers en hun Japanse collega's 425 meteorieten opgespoord, met een totaal gewicht van 75 kilogram. De vondsten zijn gedaan op het 2900 meter hoge Nansen IJsplateau, 140 kilometer ten zuiden van het Belgische onderzoeksstation op Antarctica. Het zuidelijke continent staat bekend als een rijke vindplaats van meteorieten. Er worden jaarlijks ongeveer duizend ruimtestenen gevonden, die doorgaans al heel lang, tot wel een miljoen jaar, in het Antarctische ijs liggen. Ze worden voornamelijk aangetroffen op plaatsen waar het langzaam opschuivende ijs op een bergrug stuit. Hierdoor verzamelen zich soms flinke aantallen meteorieten onderaan de bergrug, die door erosie van het ijs aan de oppervlakte komen. De nu gevonden meteoriet is inmiddels overgebracht naar Japan, waar hij voorzichtig wordt ontdooid, om te voorkomen dat er water in het gesteente terechtkomt. Het is overigens niet de grootste meteoriet die ooit op Antarctica is gevonden. Dertig exemplaren wogen meer dan deze. (EE)
→ Antarctic Scientists Discover 18Kg Meteorite
26 februari 2013
De onlangs ontdekte komeet C/2013 A1 (Siding Spring) komt eind 2014 dicht in de buurt van de planeet Mars. De kans dat het daarbij tot een botsing komt is klein, maar niet nul. Komeet C/2013 A1 werd op 3 januari van dit jaar ontdekt door de Australische 'kometenjager' Robert McNaught. Later bleek dat hij al te zien is op opnamen die in december 2012 zijn gemaakt voor de Catalina Sky Survey. Dat maakte het mogelijk om de huidige baan van de komeet redelijk nauwkeurig te bepalen. Recente berekeningen laten zien dat C/2013 A1 op 19 oktober 2014 op een afstand van ongeveer 100.000 kilometer langs Mars scheert. De onzekerheid in deze afstand is groot: de komeet wordt pas enkele maanden gevolgd en zijn positie over twintig maanden laat zich nog niet exact voorspellen. De kans dat het ijsachtige object Mars op ruime afstand mist, lijkt momenteel echter aanzienlijk groter dan de kans dat hij op de planeet inslaat. Hoe dan ook zou komeet C/2013 A1 vanaf Mars gezien wel eens een spectaculaire verschijning kunnen worden – een mooie prooi voor de camera's van Marsvoertuigen en Marssondes. (EE)
→ Is a Comet on a Collision Course with Mars?
17 februari 2013
De grote meteoriet die vrijdagochtend neerkwam boven de Russische stad Tsjeljabinsk, en de aardscheerder 2012 DA14 die zestien uur later op nog geen 28.000 kilometer langs de aarde vloog, hebben - zoals te verwachten was - geleid tot oproepen van onderzoekers, technici en plannenmakers om meer geld te steken in het opsporen en bestuderen van potentieel bedreigende objecten in het heelal.De Universiteit van Hawaii grijpt de gebeurtenissen aan om de aandacht te vestigen op het ATLAS-programma (Asteroid Terrestrial-Impact Last Alert System) - een plan om met een aantal kleine telescopen twee keer per nacht de zichtbare sterrenhemel af te speuren op aanstormende meteorieten.Het commerciële ruimtevaartbedrijf Deep Space Industries, dat in de toekomst mijnbouw wil gaan plegen op planetoïden, grijpt de gelegenheid aan om reclame te maken voor het Firefly-plan: een kleine zwerm van onderzoekssatellieten in een baan om de aarde die op passerende aardscheerders afgestuurd kunnen worden voor detailonderzoek.En de B612 Foundation tenslotte brengt het Sentinel-project onder de aandacht: een ruimtemissie voor het opsporen van kleine planetoïden in de binnendelen van het zonnestelsel. Sentinel zou in 2018 gelanceerd kunnen worden, maar de financiering van het project is nog niet rond. (GS)
→ Persbericht Universiteit van Hawaii
15 februari 2013
De zware meteorietinslag die vrijdagochtend 15 februari om ca. 09.20 uur plaatselijke tijd (04.20 uur Nederlandse tijd) plaatsvond boven de Russische stad Tsjeljabinsk, ca. 1500 kilometer ten oosten van Moskou, was volgens commentatoren van het Amerikaanse weekblad Nature de zwaarste inslag die op aarde heeft plaatsgevonden sinds de Toengoeska-explosie op 30 juni 1908. Bij die explosie, vermoedelijk van een brokstuk van een komeet op enkele kilometers hoogte boven het aardoppervlak, werd ca. 2000 vierkante kilometer naaldwoud met de grond gelijk gemaakt.De Russische inslag is door vele tientallen camera's vastgelegd. De extreem heldere vuurbal, bijna zo helder als de zon, wierp opvallende schaduwen, en vertoonde een indrukwekkende explosie, vermoedelijk veroorzaakt doordat de binnendringende steen op kilometers hoogte uiteenspatte door de opgebouwde luchtdruk. Toen de meteoriet zo sterk was afgeremd door wrijving in de dampkring dat hij de geluidsbarriere doorbrak, was een oorverdovende knal te horen; door de drukgolf van die knal sneuvelden de ruiten in vele honderden gebouwen in Tsjeljabinsk en wijde omgeving. Meer dan duizend mensen liepen - voornamelijk lichte - verwondingen op als gevolg van rondvliegend glas.In het bevroren oppervlak van het Tsjebarkoel-spaarbekken is een gat van zes meter groot gevonden dat mogelijk veroorzaakt is door een van de neerkomende brokstukken. De komende dagen en weken zal intensief gezocht worden naar meteorieten die afkomstig zijn van deze inslag.Voorlopige schattingen wijzen op een beginmassa van 10 tot 50 ton, overeenkomend met een middellijn van enkele meters. De Toengoeska-explosie in 1908 werd veroorzaakt door een kosmisch stuk puin met een middellijn van naar schatting 30 meter.De inslag in Rusland vond 16 uur vóór de scheervlucht van de kleine planetoïde 2012 DA14 plaats. Die passeerde de aarde om 20.25 uur Nederlandse tijd op een kleine 28.000 kilometer afstand zonder enige schade aan te richten. De twee verschijnselen zijn niet aan elkaar gerelateerd; de twee projectielen bewogen in compleet verschillende banen. (GS)
→ Nieuwspagina van Russia Today
5 februari 2013
De op 21 september 2012 ontdekte komeet ISON, die eind dit jaar wel eens een heldere hemelverschijning zou kunnen worden, speelt de hoofdrol in een nieuwe film. Nou ja: filmpje. Wetenschappers volgen de komeet met behulp van de camera van de oude ruimtesonde Deep Impact, die eerder al twee kometen van veel dichterbij heeft bekeken.Komeet ISON, officiële aanduiding C/2012 S1, volgt een zeer langgerekte baan. Dat wijst erop dat hij een nieuwe aankomeling is uit de verre Oortwolk – het kolossale reservoir van ijzige objecten dat ons zonnestelsel omhult. Aangenomen wordt dat het materiaal van de Oortwolk sinds de tijd dat de planeten zijn ontstaan geen grote veranderingen meer heeft ondergaan. Onderzoek van een 'verse' komeet is vanuit wetenschappelijk oogpunt dus heel interessant, zeker als hij – zoals in dit geval – al kan worden waargenomen vanaf het moment dat hij zich buiten de omloopbaan van de planeet Jupiter bevindt.Op 28 november aanstaande zal komeet ISON op een afstand van slechts 1,8 miljoen kilometer langs de zon scheren. Maar nu al begint het ijs van de komeet door de toenemende warmte van de zon te verdampen – een proces dat kan uitmonden in de vorming van een lange 'staart' van stof en waterdamp. Of dat ook een spectaculair hemelverschijnsel oplevert, is een kwestie van afwachten. Maar als alles meezit, worden waarnemers op het noordelijk en zuidelijk halfrond van november 2013 tot januari 2014 getrakteerd op een bijzondere heldere komeet. (EE)
→ Comet Debuting in New Deep Impact Movie Expected to Star this Winter
4 februari 2013
In Marokko is begin 2012 een meteoriet gevonden die mogelijk afkomstig is van Mercurius, de kleine binnenste planeet in het zonnestelsel. Eerder zijn op aarde al vele tientallen meteorieten van de maan en van de planeet Mars gevonden. Bij een kosmische inslag op een ander hemellichaam kunnen brokstukken de ruimte in geslingerd worden die soms pas na lange tijd op aarde terechtkomen als meteoriet.NWA 7325, zoals de steen officieel heet, vertoont qua samenstelling verrassend sterke overeenkomsten met de korst van Mercurius. De samenstelling van het Mercuriusoppervlak is de afgelopen jaren gedetailleerd opgemeten door de Amerikaanse planeetverkenner Messenger. Net als de korst van Mercurius is de meteoriet rijk aan magnesium en bevat hij vrijwel geen ijzer.NWA 7325 bestaat in feite uit ca. 35 fragmenten, samen zo'n 350 gram zwaar, waarvan het grootste brokstukje ruim honderd gram weegt. De smeltkorst van de meteorieten - ontstaan tijdens de val door de aardse dampkring - is opvallend groen, als gevolg van de aanwezigheid van het mineraal diopside. Absolute zekerheid over de herkomst is er nog niet. De meteoriet bevat bijvoorbeeld meer calcium en minder enstatiet (een siliciumrijk mineraal) dan de korst van Mercurius. Dat is misschien te verklaren als de steen op Mercurius op zekere diepte onder het oppervlak heeft gelegen. (GS)
→ The First-Ever Meteorite from Mercury? (origineel nieuwsbericht)
30 januari 2013
De prehistorische Clovis-cultuur in Noord-Amerika, waar 13.000 jaar geleden plotseling een eind aan lijkt te zijn gekomen, was niet het slachtoffer van komeetinslagen. Dat melden Britse en Amerikaanse wetenschappers, die het bestaande bewijsmateriaal nog eens kritisch onder de loep hebben genomen. De wetenschappers wijzen erop dat er geen grote inslagkraters uit die tijd bestaan, en dat er geen gesteenten zijn gevonden die duidelijke sporen van grote schokgolven vertonen. Bovendien zouden bodemmonsters met zogeheten nanodiamantjes, die de komeethypothese wél leken te ondersteunen, verontreinigd zijn geweest met materiaal van recentere datum.Waarom de 9000 jaar oude Clovis-cultuur dan wel van de aardbodem verdween? Volgens Mark Boslough van Sandia National Laboratories is het nog maar de vraag óf dat überhaupt is gebeurd. Dat er geen stenen speerpunten zijn gevonden die jonger zijn dan 13.000 jaar kan volgens hem betekenen dat de leden van de cultuur simpelweg op andersoortige materialen en technieken zijn overgeschakeld. (EE)
→ Study rebuts hypothesis that comet attacks ended 9,000-year-old Clovis culture
20 december 2012
Een meteoriet die dit voorjaar in stukken neerkwam in de Amerikaanse staat Californië behoort tot de snelste en zeldzaamste die ooit op aarde zijn gevonden. Dat blijkt uit een uitgebreide analyse van de brokstukken van de meteoriet, waarvan de resultaten deze week in het tijdschrift Science zijn verschenen.De zeventig wetenschappers die bij het onderzoek betrokken waren, hebben vastgesteld dat de meteoriet een koolstofrijke chondriet is. Hij bestaat uit kosmisch stof en ander oud materiaal dat een belangrijke rol heeft gespeeld bij de vorming van de planeten van ons zonnestelsel. Vermoedelijk is de meteoriet 50.000 jaar geleden van een planetoïde of komeet afgeslagen. Uit zijn snelheid en de richting waaruit hij kwam, kan worden afgeleid dat hij sindsdien een langgerekte baan volgde, waarvan het verste punt in de buurt van de omloopbaan van de planeet Jupiter lag. Op 22 april jl. dook de meteoriet met een recordsnelheid van ongeveer 100.000 kilometer per uur de aardatmosfeer in.De meteoriet kondigde zijn komst zelf aan: hij trok als een heldere vuurbol langs de hemel. Waarnemingen van dat verschijnsel, voor het eerst ook met een buienradarnetwerk, maakten het mogelijk om de restanten van de hoog in de atmosfeer uit elkaar gespatte ruimtesteen snel te vinden. Eén van de brokstukken kwam terecht bij Sutter's Mill, een oude zaagmolen uit de tijd van de Californische gold rush.Alles bij elkaar is iets minder dan een kilogram van de meteoriet teruggevonden. Zijn oorspronkelijke gewicht wordt geschat op 45 ton. (EE)
→ Meteorite triggered scientific gold rush
12 december 2012
Bij heldere hemel zijn in de nacht van 13 op 14 december veel 'vallende sterren' te zien. Het gaat daarbij om de jaarlijks terugkerende Geminidenzwerm. Maar mogelijk is dat niet de enige zwerm die de komende dagen actief is.De Geminiden worden veroorzaakt door deeltjes die zijn achtergelaten door de al geruime tijd 'uitgeputte' komeet Phaethon, die tegenwoordig als planetoïde te boek staat. Steeds als de aarde de baan van dat object doorkruist, worden grote aantallen deeltjes opgeveegd. Deze deeltjes komen vervolgens met hoge snelheid in botsing met moleculen in de lucht, die daardoor eventjes oplichten. Het resultaat is een kortstondig lichtspoor: de vallende ster of meteoor.Volgens berekeningen van de Russische meteorendeskundige Michail Maslov doorkruist de aarde de komende dagen mogelijk ook het spoor van de komeet Wirtanen. Dat zou in een tweede, kleinere 'meteorenregen' resulteren die nog niet eerder is waargenomen. Waar de Geminiden uit de richting van het sterrenbeeld Gemini (Tweelingen) komen, zou de nieuwe meteorenzwerm het sterrenbeeld Pisces (Vissen) als radiant hebben. Deze zwerm zou dus de naam Pisciden kunnen krijgen. Anders dan de Geminiden zouden de vermeende Pisciden al vroeg in de avond verschijnen. De Geminiden bereiken hun hoogtepunt pas in de loop van de nacht. (EE)
→ A New Meteor Shower in December?
15 november 2012
Een kleine fractie van de meteorieten die op aarde worden gevonden, bevatten prachtige olijfgroene kristallen die in een matrix van ijzer en nikkel zijn ingebed. Deze zogeheten pallasieten spreken al eeuwenlang tot de wetenschappelijke verbeelding. Uit nieuw onderzoek blijkt dat ze een gewelddadige oorsprong hebben (Science, 16 november).Met behulp van een laser, een magnetisch veld en geavanceerde opname-apparatuur hebben Amerikaanse geofysici aangetoond dat deze meteorieten waarschijnlijk zijn ontstaan toen een kleine planetoïde zich in een ongeveer 400 kilometer grote soortgenoot boorde. Tot nu toe gingen wetenschappers ervan uit dat de samenstelling van pallasieten erop wees dat ze afkomstig waren uit het overgangsgebied tussen de metaalkern en de gesteentemantel van een planeetachtig hemellichaam. Maar uit het nieuwe onderzoek blijkt dat kleine metaaldeeltjes in het olivijn dezelfde magnetische oriëntatie vertonen en op grotere afstand van de kern zijn gevormd.Volgens de onderzoekers zijn de pallasieten ontstaan doordat gesmolten ijzer uit de kern van een kleine planetoïde in de mantel van een ander hemellichaam werd 'geïnjecteerd'. Dat moet wel een relatief groot object zijn geweest, want anders zou dit geen magnetisch veld hebben gehad. Bovendien kunnen de pallasieten op niet al te grote diepte zijn gevormd, omdat de temperaturen daar te hoog zijn om metaaldeeltjes te magnetiseren. (EE)
→ Rare meteorites created in violent celestial collision
3 november 2012
Komeet Hergenrother, die momenteel het binnenste deel van ons zonnestelsel doorkruist, is bezig om uit elkaar te vallen. Astronomen – beroeps en amateurs – hadden de afgelopen weken al een aantal opvallende uitbarstingen van het kleine ijsobject waargenomen. En nu is duidelijk dat de kern van de komeet in ten minste vier stukken uiteen is gevallen.Door de uitbarstingen en het uiteenvallen is de coma van de komeet – de wolk stof en waterdamp rond de kern – aanzienlijk in omvang toegenomen. Daardoor weerkaatst de coma nu ook meer zonlicht en is de helderheid van de komeet duidelijk toegenomen.Komeet Hergenrother is niet waarneembaar met het blote oog: een telescoop en een donkere hemelachtergrond zijn voorwaarden om hem te kunnen zien. De komeet bevindt zich momenteel in het sterrenbeeld Andromeda. (EE)
→ Scientists Monitor Comet Breakup
10 augustus 2012
Een expeditie naar het uiterste oosten van Rusland versterkt het vermoeden dat de zogeheten quasikristallen die op aarde te vinden zijn, afkomstig zijn van een ingeslagen meteoriet. In de omgeving waar de quasikristallen worden gevonden, zijn de omstandigheden namelijk nooit extreem genoeg geweest voor de vorming ervan. Quasikristallen zijn kristallen waarin de atomen in een schijnbaar regelmatige, maar in werkelijkheid niet volkomen periodieke structuur gerangschikt zijn. Tot dertig jaar geleden was hun bestaan onbekend en de eerste quasikristallen werden niet gevonden, maar in 1982 in een laboratorium geproduceerd door een gesmolten mengsel van aluminium en mangaan extreem snel te laten afkoelen. Pas drie jaar geleden dook in een museum in Florence het eerste natuurlijke quasikristal op, dat volgens de vinder al in 1979 in het oosten van Rusland was gevonden. Onderzoek wees erop dat het quasikristal afkomstig was van een specifiek soort meteoriet: een 4,5 miljard jaar oude koolstofrijke chondriet. Als deze conclusie juist was, zouden in het betreffende gebied nog meer van die quasikristallen te vinden moeten zijn. Vandaar dat een expeditie van wetenschappers onlangs naar het Tsjoekotkagebied is getogen. En met succes, want bij het handmatig 'uitwassen' van anderhalf ton sediment werden inderdaad meerdere quasikristallen gevonden. De laag waarin ze zijn aangetroffen is aan het einde van de laatste ijstijd gevormd. Dat betekent dat de meteoriet waar ze deel van uitmaakten ongeveer 15.000 jaar geleden is neergeploft. Het heeft er dus alle schijn van dat quasikristallen uit de ruimte afkomstig zijn, en in de begindagen van ons zonnestelsel zijn gevormd. Rest alleen nog de vraag: hoe?
Meer informatie:
Evidence further suggests extra-terrestrial origin of quasicrystals
12 juli 2012
Anders dan gedacht, is het water op onze planeet niet afkomstig van kometen uit de buitengebieden van ons zonnestelsel. Volgens wetenschappers uit Groot-Brittannië, Canada en de VS is het natte goedje voornamelijk afkomstig van 'lokale' bronnen. Dat hebben zij vandaag (12 juli) via Science Express bekendgemaakt. De onderzoekers komen tot hun conclusie na onderzoek van een bepaald type meteorieten, zogeheten koolstofrijke chondrieten. Daarbij is onder meer gekeken naar het deuteriumgehalte van het water dat deze brokstukken van planetoïden bevatten. Deuterium, ook wel 'zware waterstof' genoemd, is een isotoop van gewone waterstof. Op theoretische gronden is het zeer aannemelijk dat water dat (in bevroren vorm) uit de buitengebieden van ons zonnestelsel komt, een hoger deuteriumgehalte heeft dan objecten die dichter bij de zon zijn ontstaan. Uit het onderzoek van 86 chondrieten blijkt nu dat deze overblijfselen uit de 'oertijd' van ons zonnestelsel een relatief laag deuteriumgehalte hebben. Dit resultaat is in strijd met het bestaande idee dat de koolstofrijke chondrieten, net als kometen, van voorbij de baan van de planeet Jupiter afkomstig zijn en later richting centrum zijn 'gemigreerd'. Volgens de wetenschappers is het waarschijnlijker dat de chondrieten gewoon afkomstig zijn uit de planetoïdengordel tussen de banen van de planeten Mars en Jupiter. Dat de chondrieten weinig deuterium bevatten wijst er bovendien op dat er niet veel aanvoer was van (deuteriumrijk) water uit de buitengebieden van het zonnestelsel. De bron van het water en andere vluchtige stoffen op aarde moet dus dichter bij huis worden gezocht: waarschijnlijk in de planetoïdengordel zelf.
Meer informatie:
Solar System Ice - Source of Earth's Water
26 juni 2012
Wetenschappers van het California Institute of Technology (Caltech) hebben een nieuw mineraal ontdekt in een meteoriet die in 1969 boven Mexico in duizenden stukjes uit elkaar spatte. Het mineraal dat nu in een brokstuk van deze Allende-meteoriet is opgespoord, behoort waarschijnlijk tot de oudste in het zonnestelsel. Het mineraal, dat panguïet is gedoopt (naar de oude Chinese god Pangu), is een vorm van titaniumoxide. Het panguïet is met behulp van een rasterelektronenmiscroscoop ontdekt in een insluitsel dat in het meteorietgesteente ingebed was. Insluitsels van dit type bevatten mineralen die onder hoge temperatuur en sterk wisselende druk gevormd zijn - omstandigheden zoals die voorkwamen in de wolk van restmaterie rond de nog jonge zon. Waarschijnlijk betreft het materialen die zijn ontstaan voordat de aarde en de overige planeten bestonden. Het is niet voor het eerst dat een nieuw mineraal in de Allende-meteoriet is aangetroffen. Eerdere analyses hebben onder meer de mineralen allendeïet, hexamolybdeen, tistariet en kangiet opgeleverd.
Meer informatie:
Caltech Scientists Find New Primitive Mineral in Meteorite
24 mei 2012
De organische moleculen die in Marsmeteorieten zijn aangetroffen, zijn inderdaad afkomstig van Mars. Maar de stoffen zijn niet van biologische oorsprong. Dat zijn de conclusies van een internationaal onderzoek, waarvan de resultaten deze week in Science worden gepubliceerd. Op aarde zijn tal van meteorieten gevonden, waarvan vrijwel vaststaat dat ze van de planeet Mars afkomstig zijn. Het zijn stukken gesteenten die bij grote inslagen de ruimte in zijn geblazen en na een lange reis op aarde zijn beland. Uit onderzoek is gebleken dat veel van die 'ruimtestenen' koolwaterstoffen bevatten - lange ketens van koolstof en waterstof, die als de bouwstenen van levende organismen worden gezien. Wetenschappers waren het er echter niet over eens hoe deze moleculen zijn ontstaan. Ook werd eraan getwijfeld of zij wel van Mars afkomstig zijn: het zouden ook 'verontreinigingen' kunnen zijn die pas na aankomst op aarde in de meteorieten terechtkwamen. Bij het nieuwe onderzoek zijn monsters van elf Marsmeteorieten van uiteenlopende ouderdom onderzocht. In tien ervan werden grote koolstofhoudende moleculen aangetroffen. Uit nauwkeurige analyse blijkt dat ten minste een deel van de koolstof in de meteorieten niet van aardse oorsprong is en niet door biologische processen kan zijn ontstaan. Volgens de onderzoekers zijn ze waarschijnlijk gevormd bij vulkanische processen in het inwendige van Mars.
Meer informatie:
Organic carbon from Mars, but not biological
Non-Biological Organic Carbon Found to Originate on Mars
NASA Funded Research Shows Existence Of Reduced Carbon On Mars
24 april 2012
De heldere vuurbol die zondag 22 april rond 08.00 uur plaatselijke tijd zichtbaar was boven Noord-Californië en Nevada is veroorzaakt door een reuzenmeteoroïde (of, anders gezegd, door een mini-planetoïde) zo groot als een bestelbusje. De massa van het kosmische projectiel bedroeg ca. 70 ton, volgens schattingen van Bill Cooke van NASA's Marshall Space Flight Center.
Naar schatting komt het ongeveer eens per jaar voor dat een brokstuk van deze afmetingen de aardse dampkring binnendringt. In de meeste gevallen wordt de bijbehorende vuurbol echter niet opgemerkt, omdat hij boven de oceaan of boven onbewoond gebied plaatsvindt.
Vermoedelijk is het brokstuk in de aardse dampkring uiteengespat door wrijving en opgebouwde luchtdruk. De kans is groot dat er meteorieten op aarde zijn neergekomen; dat gebeurde ook in het najaar van 2008 in de woestijn van Soedan, toen daar een mini-planetoïde met vergelijkbare afmetingen de dampkring binnendrong.
Meer informatie:
Fireball Over California/Nevada: How Big Was It?
Dit nieuwsbericht is toegevoegd door Govert Schilling - allesoversterrenkunde.nl
13 april 2012
Waarnemingen met de NASA-satelliet Swift laten zien dat komeet Garradd, die eind vorig jaar een wijde bocht om de zon maakte en op weg terug is naar de buitengebieden van het zonnestelsel, opvallend veel stof uitstoot. De komeet is inmiddels de baan van de planeet Mars gepasseerd. Een komeet is een samenballing van bevroren gassen en stof. Steeds als zo'n 'vuile sneeuwbal' in de buurt van de zon komt, verliest hij veel gas en stof, met name doordat het bevroren water in de komeet rechtstreeks in waterdamp overgaat (sublimatie). Dat proces komt doorgaans op gang zodra de komeet de zon tot op ongeveer 450 miljoen kilometer is genaderd. Komeet Garradd produceerde echter al veel gas en stof voordat hij deze afstand bereikte. Dat wijst erop dat zijn activiteit door iets anders werd veroorzaakt dan door de sublimatie van bevroren water. Vermoed wordt dat de vroege gasuitstoot werd veroorzaakt door de sublimatie van koolmonoxide of kooldioxide. Om daar zekerheid over te krijgen zal Garradd het komende jaar vaker door de Swift-satelliet worden bekeken. Swift is eigenlijk bedoeld voor het detecteren van korte flitsen van gammastraling uit het verre heelal, maar heeft ook een instrument aan boord dat geschikt is om de samenstelling van het door een komeet uitgestoten materiaal te meten. Overigens kan de komeet met een kleine telescoop tot begin mei ook gewoon vanuit elke Nederlandse achtertuin worden waargenomen.
Meer informatie:
NASA's Swift Monitors Departing Comet Garradd
Komeet C/2009P1 (Garradd) in april zeer gunstig aan de avondhemel
30 maart 2012
Sterrenkundigen hebben modellen ontwikkeld waarmee voorspeld kan worden hoe kleine kometen aan hun eind komen wanneer ze de zon te dicht naderen. Sinds de jaren tachtig zijn er duizenden van die kleine kometen ontdekt; in de meeste gevallen worden ze door de zon opgeslokt. Een team onder leiding van de Schotse Astronomer Royal John Brown heeft nu onderzocht hoe de kometen precies desintegreren.
Grote kometen, met ijzige kernen van enkele kilometers, verliezen slechts een deel van hun oppervlaktemateriaal wanneer ze langs de zon scheren. Maar kleine kometen met een middellijn van een meter of tien en een massa van zo'n duizend ton - in feite niet meer dan grote gruizige sneeuwballen - overleven hun ontmoeting met de zon vaak niet. Dat is niet het gevolg van de temperatuur van de zonsatmosfeer, maar van de inwerking van zonnestraling en gasdeeltjes.
Brown en zijn collega's hebben nu achterhaald dat zo'n zonscheerder langzaam verdampt als gevolg van de zonnestraling wanneer hij op meer dan 7000 kilometer afstand van het stralende zonsoppervlak blijft. Dat kan vele minuten tot meer dan een uur duren, afhankelijk van de massa van de komeet. Duikt de komeet echter de lagere dampkring van de zon in, dus onder die 7000 kilometer-grens, dan desintegreert hij binnen een seconde als gevolg van de fysieke wrijving met het zonnegas. Daarbij zou een korte, intense flits van extreem ultraviolette straling geproduceerd moeten worden.
Meer informatie:
Supersonic snowballs in hell: how comets explode, fizzle out, or survive a flight through the Sun's atmosphere
Dit nieuwsbericht is toegevoegd door Govert Schilling - allesoversterrenkunde.nl
27 maart 2012
Nieuw onderzoek dat op 27 maart tijdens de voorjaarsbijeenkomst van de American Chemical Society is gepresenteerd, laat zien dat kometen miljarden jaren geleden inderdaad de bouwstenen van leven op onze planeet kunnen hebben afgeleverd. Daar bestond enige twijfel over, omdat deze ijzige hemellichamen zich bij 'aankomst' met een snelheid van ongeveer 40.000 kilometer per uur in de aardatmosfeer boren en kort daarna te pletter slaan. Kunnen de organische moleculen in een komeet zo'n helse tocht wel doorstaan? Om die vraag te kunnen beantwoorden, hebben de onderzoekers capsules met aminozuren, water en andere stoffen die in kometen zijn aangetroffen met krachtige 'gaspistolen' beschoten. Op die manier bootsten zij de hoge temperaturen en schokgolven na die kometen bij aankomst ondervinden. De experimenten laten zien dat aminozuren de hitte en schokken niet alleen doorstaan, maar zelfs aangespoord worden om onderlinge bindingen aan te gaan die tot de vorming van eiwitten leiden. Klaarblijkelijk compenseert de druk van de schokgolf de intense hitte die het materiaal ondergaat. Er zijn sterke aanwijzingen dat de aarde en haar naaste buren tot ongeveer 3,8 miljard jaar geleden door met grote aantallen kometen en planetoïden zijn bestookt. Niet lang na afloop van dat 'bombardement' ontstond het eerste leven op onze planeet - mogelijk dus dankzij de bouwstenen die kometen hier afleverden.
Meer informatie:
New evidence that comets deposited building blocks of life on primordial Earth
27 maart 2012
Uit onderzoek van stofdeeltjes van komeet Wild2, door wetenschappers van de universiteit van Leicester, blijkt dat dit ijzige hemellichaam duidelijke tekenen van 'ruimte-erosie' vertoont. In de deeltjes is ijzer aangetoond, wat de rode tint van het buitenste oppervlak van de komeet kan verklaren. De stofdeeltjes van Wild2 zijn door de NASA-sonde Stardust verzameld en in 2006 naar de aarde gebracht. Sindsdien zijn wetenschappers druk bezig om de deeltjes chemisch en mineralogisch te analyseren. Dat moet zorgvuldig gebeuren, want alles bij elkaar is het nog geen milligram aan materiaal De analyse laat zien dat de komeet in de loop van zijn 4,5 miljard jaar lange bestaan is bestookt met zonnewind en micrometeorieten. Hierdoor hebben zich ontelbare minuscule korreltjes ijzer in zijn oppervlak geboord.
Meer informatie:
Comet Wild2: First Evidence of Space Weathering
27 maart 2012
Twee keer per jaar is er een meteorenzwerm zichtbaar die veroorzaakt wordt doordat de aarde de stoffige baan van de beroemde komeet Halley doorkruist. Modelberekeningen hebben nu laten zien dat het komeetstof niet gelijkmatig over die baan is verdeeld. Dat komt door baanresonanties van de komeet en de reuzenplaneet Jupiter, waarbij de omlooptijden van de twee hemellichamen zich tot elkaar verhouden als een eenvoudige breuk. Het gevolg van de resulterende zwaartekrachtsstoringen is dat de stofdeeltjes op sommige plaatsen veel sterker geconcentreerd zijn als op andere plaatsen. Op die manier is de grote activiteit van de Orioniden-meteorenzwerm in 1993 goed te verklaren, aldus sterrenkundigen van de Armagh-sterrenwacht in Nood-Ierland. De eerstvolgende verhoogde activiteit van deze 'Halley-meteoren' wordt verwacht in 2070.
Meer informatie:
Jupiter helps Halley's Comet give us more spectacular meteor displays
Dit nieuwsbericht is toegevoegd door Govert Schilling - allesoversterrenkunde.nl
14 maart 2012
Eind 2011 wist de kleine komeet Lovejoy zijn scheervlucht langs de zon op wonderbaarlijke wijze te overleven. Duitse wetenschappers denken te weten hoe dit broze object van ijs en gesteente dat voor elkaar kreeg: de uitstoot van gas hield de rest van de komeet bij elkaar. Als een komeet de zon nadert, zorgt de sterk oplopende temperatuur ervoor dat de bevroren materialen in zijn kern (voornamelijk waterdamp) rechtstreeks in gas veranderen, zonder eerst vloeibaar te worden (sublimatie). Door de uitstoot van dat gas ontstaat een grote dampwolk om de kern, die onder invloed van de zonnewind en -straling tot een staart uitwaaiert. Volgens de Duitse onderzoekers resulteert de sterke uitstoot van gas in een reactiekracht die de komeetkern samendrukt, waardoor deze beter bestand is tegen de sterke getijkracht van de zon. Ook de precieze samenstelling van de komeet speelt daarbij een rol. De wetenschappers hebben berekend dat een komeet zo'n scheervlucht langs de zon kan overleven als hij 200 meter tot 11 kilometer groot is. Kleinere kometen verliezen door de hitte zoveel materiaal dat er niets van overblijft. Bij grotere kometen kunnen de gassen minder gemakkelijk uit het inwendige ontsnappen, waardoor de reactiekracht van de gasuitstoot te gering is om de boel bij elkaar te houden.
Meer informatie:
How Did Comet Lovejoy Survive Its Trip Around The Sun?
13 maart 2012
Een meteoriet heeft het dak van het tuinhuisje van de familie Thomassen in het centrum van Oslo doorboord. Dat meldt het Franse persbureau AFP. Bij de inslag is de ruimtesteen in twee stukken van een paar honderd gram uiteengevallen. Volgens de Noorse sterrenkundige Knut Jørgen Røed Øedegaard gaat het om een vrij zeldzame breccie - een steen die opgebouwd is uit kleinere brokstukjes ouder gesteente. De meteoriet is afgelopen weekend gevonden, en is mogelijk gerelateerd aan een heldere vuurbol die begin deze maand boven Noorwegen werd waargenomen. Het gebeurt niet vaak dat een huis geraakt wordt door een meteoriet. In Nederland werd op 7 april 1990 het dak van een woonhuis in Glanerbrug doorboord door een meteoriet.
Dit nieuwsbericht is toegevoegd door Govert Schilling - allesoversterrenkunde.nl
9 maart 2012
NASA-onderzoekers hebben aminozuren ontdekt in koolstofrijke meteorieten die ooit hoge temperaturen hebben ondergaan - in sommige gevallen hoger dan 1100 graden Celsius. De ontdekking, die beschreven wordt in Meteoritics and Planetary Science, doet vermoeden dat deze bouwstenen van het leven gemakkelijker en vaker in het heelal kunnen ontstaan dan tot nu toe werd aangenomen.
Eerder zijn in koolstofrijke meteorieten wel aminozuren gevonden die onder lage temperaturen zijn ontstaan. Nu blijkt echter dat de complexe koolwaterstofverbindingen in de ruimte ook kunnen ontstaan bij hoge temperaturen, vermoedelijk via zogeheten Fischer-Tropsch-type reacties, die in aardse laboratoria wel worden toegepast.
De onderzoekers opperen dat deze reacties zelfs aan het oppervlak van interstellaire stofdeeltjes kunnen voorkomen. In dat geval zou de vorming van prebiotische moleculen in het pasgeboren zonnestelsel al kunnen zijn begonnen nog vóórdat er sprake was van planetoïden of planeten met vloeibaar water.
Meer informatie:
Meteorites Reveal Another Way to Make Life's Components
Dit nieuwsbericht is toegevoegd door Govert Schilling - allesoversterrenkunde.nl
1 februari 2012
Wegens protesten van de inheemse bevolking en Argentijnse wetenschappers gaat 'El Chaco' - de op één na grootste meteoriet ter wereld - deze maand niet per boot naar Duitsland. Het was de bedoeling dat hij in Kassel de prestigieuze kunsttentoonstelling Documenta zou opluisteren. Het 37 ton wegende gevaarte stortte ongeveer 4500 jaar geleden neer in het noordoosten van Argentinië. Hij was niet in zijn eentje: verspreid over een 320 vierkante kilometer groot gebied, dat bekendstaat als Campo del Cielo, kwamen talrijke ijzermeteorieten terecht. Daarbij zijn zeker 26 inslagkraters gevormd. De eerste meteoriet werd gevonden in 1576, maar is later zoekgeraakt. El Chaco kwam in 1969 boven water en werd in 1980 uitgegraven. Zes jaar geleden werd voor het laatst een groot brokstuk van de Argentijnse 'meteorietenregen' gevonden. El Chaco en zijn soortgenoten spelen een belangrijke rol in de legenden van de Moqoit, een volk dat in de 16de eeuw bijna werd uitgeroeid door de Spaanse veroveraars. In december 2011 tekenden De Moqoit beroep aan tegen de toestemming die de provincie Chaco (!) twee kunstenaars uit Buenos Aires verleende om El Chaco te verschepen. Zij kregen steun van een coalitie van wetenschappers en milieu-activisten. Daarom hebben de organisatoren van Documenta nu besloten om hun leenaanvraag in te trekken. El Chaco blijft waar hij is.
Meer informatie:
Plan to move Argentine meteorite to Germany blocked
20 januari 2012
Een internationaal team van wetenschappers heeft stofdeeltjes die opgesloten zitten in de 4,6 miljard jaar oude Murchison-meteoriet aan chemisch onderzoek onderworpen. De minuscule insluitsels zijn ouder dan ons zonnestelsel en hun samenstelling wijst erop dat ze afkomstig zijn van een supernova - een zware ster die aan het einde van zijn leven is ontploft. Uit de chemische analyse van het 'sterrenstof' blijkt dat deze onder meer verschillende isotopen van de element silicium en zwavel bevatten. De metingen laten zien dat de deeltjes veel zware siliciumisotopen bevatten en relatief weinig zware zwavelisotopen, wat niet goed in overeenstemming te brengen is met de huidige modellen voor de chemische samenstelling van zware sterren. De beide elementen zijn dus waarschijnlijk na de eigenlijke supernova-explosie ontstaan. Supernova-modellen laten zien dat zich enkele maanden na de explosie in de binnenste regionen van de uitgestoten materie bij temperaturen van enkele duizenden graden siliciumsulfidemoleculen vormen. Naderhand raken deze moleculen opgesloten in kristallen van siliciumcarbide. In die vorm kwam het materiaal van de supernova ongeveer 4,6 miljard jaar geleden in de gaswolk terecht waaruit later ons zonnestelsel ontstond. De Murchison-meteoriet werd in 1969 gevonden bij de gelijknamige plaats in Australië. Behalve insluitsels van een supernova zijn in de ruimtesteen ook deeltjes aangetroffen die waarschijnlijk afkomstig zijn uit de sterrenwinden van rode reuzensterren.
Meer informatie:
The chemistry of exploding stars
19 januari 2012
Op 4 juli 2011 werd met de zonnesatelliet SOHO voor de zoveelste keer een kleine komeet ontdekt die op het punt stond de atmosfeer van de zon in te duiken. Zoiets gebeurt om de paar dagen wel een keer, maar anders dan zijn vele voorgangers kon komeet C/2011 N3 met een instrument van een andere zonnesatelliet - het Solar Dynamics Observatory - tot op het laatste moment worden gevolgd. Een internationaal team van astronomen, onder wie de Nederlander Karel Schrijver, was er getuige van en publiceert zijn onderzoeksresultaten deze week in het wetenschappelijke tijdschrift Science. Komeet C/2011 N3 verdampte uiteindelijk op 100.000 kilometer boven het zonsoppervlak. Door zijn emissie en absorptie van zichtbaar licht en extreem-ultraviolette straling te meten, konden de astronomen zijn grootte en massa bepalen. Het is voor het eerst dat de fysieke kenmerken van een komeet op deze manier zijn gemeten. Doorgaans worden grootte en massa van een komeet afgeleid uit de hoeveelheid zonlicht die hij weerkaatst. Uit de metingen van Schrijver en zijn collega's volgt dat het ijzige hemellichaam aanvankelijk vijftig tot honderd meter groot was en een massa van meer dan 60.000 ton had - ruwweg de massa van een vliegdekschip. Bij het betreden van de zonsatmosfeer viel hij in een groot aantal stukken uiteen en vertoonde zijn 15.000 kilometer lange staart een sterk fluctuerende helderheid. Komeet C/2011 N3 behoorde tot de grote familie van Kreutz-kometen, waarvan wordt aangenomen dat het brokstukken zijn van een komeet die ruwweg 2500 jaar geleden uiteenviel. Alleen de grootste leden van de Kreutz-familie, zoals de recente heldere komeet Lovejoy, kunnen een scheervlucht langs de zon doorstaan.
Meer informatie:
Comet's Demise Seen Deep Inside Sun's Atmosphere
Catching a Comet Death on Camera
Comet Corpses in the Solar Wind
24 december 2011
Ook op de Europese Paranal-sterrenwacht in het noorden van Chili, waar zich de Very Large Telescope bevindt, zijn schitterende foto's gemaakt van komeet Lovejoy. De komeet overleefde vorige week verrassend genoeg een scheervlucht langs de zon, en is momenteel een opvallende verschijning aan de ochtendhemel, met een lange staart die bestaat uit gas- en stofdeeltjes. Helaas is het indrukwekkende natuurverschijnsel vrijwel uitsluitend vanaf het zuidelijk halfrond zichtbaar. Op basis van de ESO-foto's zijn ook verscheidene 'time lapse'-filmpjes gemaakt, waarop je de komeet kort voor zonsopkomst boven de horizon ziet verschijnen.
Meer informatie:
Christmas Comet Lovejoy Captured at Paranal
Dit nieuwsbericht is toegevoegd door Govert Schilling - allesoversterrenkunde.nl
23 december 2011
De commandant van de internationale ruimtestation ISS, Dan Burbank, heeft honderden foto's gemaakt van de 'opkomst' van komeet Lovejoy boven de aarde. Van de spectaculaire beelden is een indrukwekkend filmpje gemaakt. Burbank omschreef de komeet als 'het meest verbazingwekkende object dat ik ooit in de ruimte heb gezien'. Komeet Lovejoy scheerde op 15 december op een afstand van slechts 140.000 kilometer langs de zon. Verwacht werd dat de komeet het inferno niet zou overleven, maar dat deed hij wel. Sinds zijn scheervlucht heeft hij een indrukwekkende nieuwe staart ontwikkeld en is hij voor waarnemers op het zuidelijk halfrond van de aarde zelfs waarneembaar met het blote oog. Aan de bewoners van Nederland gaat dit prachtige hemelverschijnsel helaas voorbij. Maar één Nederlander kan er straks volop van genieten: astronaut André Kuipers die vandaag aankomt in het ISS.
Meer informatie:
Video met uitleg
Burbanks foto's van komeet Lovejoy
Nog meer foto's!
20 december 2011
Meteoren ('vallende sterren') ontstaan wanneer kosmische stofdeeltjes (zogeheten meteoroïden) met hoge snelheid de aardse dampkring binnendringen en de luchtmoleculen aan het gloeien brengen. Sommige komen in zwermen voor, zoals de Perseïden in augustus en de Geminiden in november; andere zijn 'sporadisch' - daarbij gaat het om kleine meteoroïden die in het centrale vlak van het zonnestelsel rond de zon bewegenen gezamenlijk de zodiakale stofwolk vormen, die onder gumstige omstandigheden en met speciale apparatuur vanaf het aardoppervlak waarneembaar is.
David Nesvorny van het Soutwest Research Institute in Boulder, Colorado, en Peter Jenniskens van het SETI-instituut in Mountain View, Californië, zijn erin geslaagd om enkele raadsels rond deze sporadische meteoroïden op te lossen. Ze publiceren hun resultaten vandaag in The Astrophysical Journal.
Om te beginnen volgt uit modelberekeningen dat verreweg de meeste sporadische meteoorstofjes met relatief geringe snelheid de dampkring moeten binnendringen, met als gevolg dat ze gewoon naar beneden dwarrelen en geen aanleiding geven tot zichtbare meteoren. Maar radarwaarnemingen laten juist snel bewegende meteoroïden zien. Nesvorny en Jenniskens hebben nu ontdekt waarom de radarwaarnemingen extra gevoelig zijn voor de (relatief zeldzame) snel bewegende sporadische meteoroïden.
Een ander raadsel is dat de radarwaarnemingen nauwelijks verschil zien in het gedrag van stofjes kleiner dan een tiende millimeter en stofdeeltjes van ca. één millimeter in middellijn: beide soorten meteoroïden dringen even ver en met dezelfde snelheid in de dampkring door, terwijl je zou verwachten dat de grotere deeltjes meer wrijving ondervinden en daardoor sneller verdampen.
Volgens de twee astronomen is dat het gevolg van het feit dat de sporadische meteoroïden minder poreus zijn dan de stofdeeltjes die verantwoordelijk zijn voor de jaarlijkse meteorenzwermen. Die laatste zijn afkomstig van kometenm, zijn zeer poreus, en hebben afmetingen tot ca. één centimeter. Ze overleven gemiddeld niet langer dan een paar duizend jaar. De sporadische meteoroïden in de zodiakale stofwolk zijn volgens Nesvorny en Jenniskens kleiner en minder poreus, en hebben een levensduur van bijna honderdduizend jaar. Voor die compactere deeltjes is er niet zo veel verschil in de snelheid waarmee ze tijdens de tocht door de aardatmosfeer verdampen.
SETI-instituut
Dit nieuwsbericht is toegevoegd door Govert Schilling - allesoversterrenkunde.nl;
15 december 2011
Terry Lovejoy, de Australische ontdekker van komeet C/2011 W3 die donderdag langs de zon scheerde, kan nog wat langer van zijn komeet genieten. Tegen de verwachtingen in heeft de kosmische sneeuwbal zijn duik in de zonnecorona namelijk doorstaan. Lovejoy, een van de grootste zonnescheerders van de laatste jaren, naderde het zonsoppervlak tot 140.000 kilometer. Dat gebeurde vanaf de aarde gezien aan de achterkant van de zon, en dus was het afwachten of er nog iets van de komeet over zou zijn. Dat blijkt dus inderdaad het geval te zijn, al lijkt de geroosterde komeet wel zijn staart te zijn kwijtgeraakt. De grote vraag is nu hoe het restant ervoor staat. Het is niet ondenkbaar dat de komeet binnenkort alsnog uiteenvalt.
Meer informatie:
Lovejoy Lives! Comet Survives Solar Encounter
Comet Lovejoy Plunges into the Sun and Survives
Comet Lovejoy Survives
14 december 2011
Sinds gisteren bevindt komeet C/2011 W3 Lovejoy zich in het beeldveld van de zonnesatelliet SOHO. Maar lang zal dat niet meer duren, want in de loop van vandaag (15 december) scheert hij zo dicht langs de zon, dat hij de zonnehitte hoogstwaarschijnlijk niet zal overleven. Het einde van de komeet zal niet waarneembaar zijn vanaf de aarde. Op het moment dat hij zijn kleinste afstand van 140.000 kilometer bereikt, bevindt hij zich van ons uit gezien namelijk aan de achterkant van de zon. Dat er een komeet in de zon duikt, is op zich niet zo bijzonder: dat gebeurt vele malen per jaar. Maar anders dan meeste andere zonnescheerders is deze komeet niet door SOHO ontdekt, maar door een waarnemer van vlees en bloed: de Australiër Terry Lovejoy. Lang heeft Lovejoy overigens niet van 'zijn' komeet mogen genieten, want hij ontdekte deze pas op 27 november jl. Komeet Lovejoy behoort tot de familie van de Kreutz-kometen, waarvan wordt aangenomen dat het brokstukken zijn van een komeet die enkele duizenden jaren geleden uiteenviel.
Meer informatie:
The beginning of the end for comet Lovejoy
Big Comet Plunges Toward The Sun
13 december 2011
Op NASA's Goddard Space Flight Center in Greenbelt, Maryland, worden laboratoriumexperimenten uitgevoerd met een harpoen waarmee wetenschappers in de toekomst onderzoek hopen te kunnen doen aan de samenstelling van kometen. Kometen zijn kleine, poreuze hemellichamen van ijs en gruis die dateren uit de ontstaansperiode van het zonnestelsel. Onderzoek aan komeetmateriaal kan dus veel informatie opleveren over de vorming van het planetenstelsel. Het valt echter niet mee om bodemmonsters van een komeet te nemen: het oppervlak is vaak zeer onregelmatig, waardoor landingen moeilijk uitvoerbaar zijn. Om die reden heeft een team onder leiding van Donald Wegel nu een harpoensysteem ontworpen dat vanaf een rondcirkelende ruimtesonde met grote precisie in een komeetkern geschoten kan worden. Nadat op die manier bodemmateriaal is verzameld, kan de harpoen weer omhoog getrokken worden, waarna het monster voor verder onderzoek teruggebracht kan worden naar de aarde. Momenteel is nog onduidelijk of en zo ja wanneer een komeet daadwerkelijk op die manier bemonsterd zal kunnen worden.
Meer informatie:
NASA Developing Comet Harpoon for Sample Return
Dit nieuwsbericht is toegevoegd door Govert Schilling - allesoversterrenkunde.nl
13 december 2011
Jammer dat er in de nacht van donderdag 15 op vrijdag 16 december geen totale zonsverduistering plaatsvindt. Was dat wél het geval, dan zou er vlak bij de verduisterde zon een spectaculair heldere komeet zichtbaar zijn. Nu wordt het licht van de komeet volledig overstraald door dat van de zon, en zal het spektakel alleen indirect in beeld gebracht kunnen worden door sommige ruimtesondes.
Het gaat om komeet Lovejoy (C/2011 W3), genoemd naar de Australiër Terry Lovejoy, die het kleine, ijzige hemellichaam op 2 december ontdekte. Het is een zogeheten 'zonscheerder' - een komeet die extreem dicht langs het oppervlak van de zon beweegt, en die passage zo goed als zeker niet zal overleven. Veel zonscheerders duiken zelfs regelrecht de zon in.
De meeste zonscheerders zijn brokstukken van de Grote Komeet van 1106. Er zijn er inmiddels ruim duizend bekend; elke paar dagen ziet de Europees-Amerikaanse ruimtesonde SOHO er wel een in de zon vallen. De meeste van die SOHO-kometen hebben afmetingen van slechts een paar meter, maar de bevroren kern van komeet Lovejoy heeft naar schatting een middellijn van ca. 200 meter.
In de nacht van 15 op 16 december vliegt hij op een afstand van slechts 140.000 kilometer langs het zinderende oppervlak van de zon. Tijdens die scheervlucht zal naar verwachting al het ijs van de komeet verdampen, en kan het hemellichaam even helder worden als de planeet Venus. Helaas is daar zonder speciale apparatuur niets van te zien.
Meer informatie:
Science Nugget: Using Many Instruments to Track a Comet
Actuele informatie over komeet Lovejoy
Dit nieuwsbericht is toegevoegd door Govert Schilling - allesoversterrenkunde.nl
12 december 2011
Onderzoekers aan de Washington University in St. Louis gaan met behulp van een NASA-subsidie van 1,38 miljoen dollar op zoek naar tastbare overblijfselen van supernova-uitbarstingen in een meteoriet. De komende jaren zal onderzoek verricht worden aan een ca. 500 gram zwaar brokstuk van de Murchison-meteoriet, die in 1969 in Australië neerkwam en die uit de ontstaansperiode van het zonnestelsel dateert. In de meteoriet hopen geoloog Ernst Zinner en zijn collega's siliciumcarbide-korreltjes van minstens vijf micrometer groot aan te treffen. Het overgrote deel van die korrels is ooit ontstaan in de sterrenwinden van oude rode reuzensterren, maar naar schatting één procent zal afkomstig zijn van supernova-explosies. De verwachting is dat er ca. 10.000 korrels 'gewonnen' kunnen worden, waarvan er dus een stuk of honderd ontstaan zijn in de nasleep van zo'n energierijke sterexplosie. Zinner en zijn collega's hopen dat het onderzoek meer inzicht zal verschaffen in de chemische processen die in de nasleep van supernova-explosies optreden.
Meer informatie:
$1.38 million to pick 'large' pieces of supernova grit out of meteorite
Dit nieuwsbericht is toegevoegd door Govert Schilling - allesoversterrenkunde.nl
8 december 2011
NASA heeft een gratis 'app' voor iPhone en iPad gelanceerd waarmee amateurastronomen hun waarnemingen van meteoren (vallende sterren) beter kunnen bijhouden. De Meteor Counter stelt ook beginnende hemelwaarnemers in staat om de gegevens over waargenomen meteoren in te voeren, zoals het verschijningstijdstip en de helderheid. Na afloop van elke waarnemingssessie worden deze gegevens automatisch doorgestuurd naar NASA. De mobiele applicatie, ontwikkeld door Bill Cook, hoofd van NASA's Meteoroid Environment Office, en Tony Phillips van de website Space.com, kan ook een geluidsspoor opnemen. Daarop kunnen waarnemers commentaar inspreken bij de door hen ingevoerde gegevens. Ook bevat de Meteor Counter een agenda die laat zien wanneer er 'meteorenregens' te verwachten zijn.
Meer informatie:
Eyes on the Sky, iPhone In Hand: New App Helps Skywatchers Count Meteors, Log Data, Aid NASA Research
Informatie over Meteor Counter
Meteor Counter in de iTunes Store
25 oktober 2011
De kleine komeet Elenin, die volgens onheilsprofeten de maand hel en verdoemenis op aarde zou veroorzaken, is niet meer. Nadat de komeet op 10 september zijn kleinste afstand tot de zon had bereikt, was al duidelijk dat het object bezig was uiteen te vallen. De meest recente waarnemingen wijzen erop dat het verval heeft doorgezet en dat de komeet tot een wolk van stofdeeltjes en brokken ijs is gereduceerd. Dat kometen bij hun eerste nadering van de zon verbrokkelen is niet uitzonderlijk: dat overkomt ongeveer één op de vijftig. Kometen zijn nu eenmaal tamelijk losse samenballingen van ijs, gesteenten en stof. De schamele restanten van Elenin blijven nog duizenden jaren hun oorspronkelijke baan volgen. Uiteindelijk zal al het ijs verdampen en het stof zich over het zonnestelsel verspreiden. Komeet Elenin werd in december 2010 ontdekt door de Russische amateurastronoom Leonid Elenin. Om onduidelijke redenen ontwikkelde het komeetje zich al snel tot een internethype: volgens sommigen zou het aardbevingen en andere rampen op aarde veroorzaken. In werkelijkheid kon Elenin nooit dichterbij komen dan 35 miljoen kilometer. En door het uiteenvallen van de komeet is het zo ver dus niet eens gekomen.
Meer informatie:
NASA Says Comet Elenin Gone and Should Be Forgotten
25 oktober 2011
De meteorenzwerm van de Draconiden vertoonde op de avond van zaterdag 8 oktober twee activiteitspieken, precies zoals was voorspeld. De eerste piek vond plaats rond 19.30 uur Nederlandse tijd; de tweede rond 22.05 uur. Dat blijkt onder andere uit metingen die door astronomen van de Europese ruimtevaartorganisatie ESA zijn gedaan vanuit twee onderzoeksvliegtuigen die boven Europa vlogen om de Draconiden waar te nemen.
De Draconiden-meteoren ('vallende sterren') worden veroorzaakt doordat stofjes afkomstig van komeet Gicaoboni-Zinner met hoge snelheid in de aardse dampkring terechtkomen en daar luchtmoleculen doen opgloeien. Dit jaar bewoog de aarde door twee smalle stofbanen met een iets hoger-dan-gemiddelde dichtheid. Het ging daarbij voornamelijk om stof dat in het jaar 1900 door de komeet is uitgestoten, en waarvan de baan door het zonnestelsel vrij nauwkeurig bekend is.
Hoewel er geen sprake was van een ware 'regen' van vallende sterren (er was bovendien veel storend maanlicht) blijkt uit de metingen van Detlef Koschny en zijn collega's toch dat beide voorspelde activiteitspieken optraden. De astronomen hebben één heldere Draconide-vuurbol gefilmd, en ook spectroscopische waarnemingen verricht waaruit de samenstelling van het meteoorstof kan worden afgeleid.
Meer informatie:
Watching the dragon spit fire
Filmpje van een Draconide-vuurbol
Dit nieuwsbericht is toegevoegd door Govert Schilling - allesoversterrenkunde.nl
17 oktober 2011
In augustus 1883 is de aarde misschien ontsnapt aan een catastrofale kosmische ramp. Die uiterst speculatieve conclusie trekken drie Mexicaanse wetenschappers uit een nieuwe analyse van waarnemingen van de Mexicaanse astronoom José y Bonilla. Die zag op 12 en 13 augustus 1883 honderden kleine, 'mistige' objecten voor de zon langs bewegen. Hij publiceerde zijn waarnemingen in 1886 in het Frans tijdschrift L'Astronomie, maar er is nooit een bevredigende verklaring voor gevonden.
Volgens Hector Manterola, Maria Ramos Lara en Guadalupe Cordero heeft Bonilla mogelijk de brokstukken van een gefragmenteerde komeet waargenomen. Die zouden dan op een hoogte van slechts een paar honderd tot een paar duizend kilometer langs de aarde zijn gescheerd. De brokstukken zouden minstens tientallen meters groot zijn geweest; hun totale aantal wordt geschat op meer dan drieduizend. Als ze de aarde hadden geraakt, zouden er binnen twee etmaal dus een paar duizend inslagen hebben plaatsgevonden van het kaliber Tunguska - de inslag van (vermoedelijk) een komeetbrokstuk in 1908 in Siberië.
De conclusies van de drie Mexicanen zijn echter uiterst speculatief. Er zijn geen onafhankelijke aanwijzingen dat het hier om komeetbrokstukken ging; de analyse van de waarnemingen van Bonilla is dus volledig gebaseerd op een aaname. Het suggestieve artikel is ook (nog) niet geaccepteerd voor publicatie in een wetenschappelijk tijdschrift.
Publicatie op arxiv.org
Nieuwsbericht op scientias.nl
Dit nieuwsbericht is toegevoegd door Govert Schilling - allesoversterrenkunde.nl
5 oktober 2011
Niet alleen planetoïden, ook kometen kunnen veel water op aarde hebben afgeleverd. Dat volgt uit metingen met de Europese infraroodsatelliet Herschel, waarvan de resultaten in Nature van 6 oktober verschijnen. De metingen laten zien dat de samenstelling van het water in de komeet Hartley 2 vergelijkbaar is met die van ons water. De meeste watermoleculen bestaan uit twee atomen waterstof en één atoom zuurstof. Maar er zijn ook watermoleculen waarin de waterstofatomen zijn vervangen door deuteriumatomen, die twee keer zo zwaar zijn. In chemisch opzicht heeft dit 'zware' water dezelfde eigenschappen als normaal water. De relatieve hoeveelheid deuterium is niet overal in het zonnestelsel gelijk: hoe verder van de zon, des te hoger is het deuteriumgehalte. Het percentage deuterium geeft dus een indicatie van de oorsprong van stoffen die waterstof bevatten. Onze planeet is niet altijd zo waterrijk geweest. Kort na haar ontstaan was de aarde namelijk dermate heet, dat alle vluchtige stoffen verdampten. Pas honderden miljoenen jaren later, toen zij was afgekoeld, kwam er weer water op aarde terecht. Tot nu toe gingen astronomen ervan uit dat inslaande planetoïden, die naast gesteenten ook ijs bevatten, negentig procent van dat water naar onze planeet hebben gebracht. Maar het onderzoek van komeet Hartley 2 wijst er nu dus op dat de bijdrage van kometen groter is geweest dan tien procent.
Meer informatie:
Kwam ons oceaanwater van komeetinslagen?
First Comet Found With Ocean-Like Water
Did Comets Bring Water To Earth?
Space Observatory Provides Clues to Creation of Earth's Oceans
4 oktober 2011
Op 8 oktober, komende zaterdag dus, doorkruist de aarde een deeltjesspoor van de komeet Giacobini-Zinner. Het resultaat daarvan zou een flinke opleving kunnen zijn van de Draconiden, een jaarlijks terugkerende meteorenzwerm. Bij helder weer kunnen er 's avonds meer dan tien 'vallende sterren' per minuut te zien zijn, waarbij het maanlicht overigens flink kan storen. De komeet Giacobini-Zinner brengt ongeveer eens in de zeven jaar een bezoek aan de binnenste delen van het zonnestelsel. Daarbij laat hij steeds een smal spoor van deeltjes achter. In de loop van de tijd is hierdoor een netwerk van stofsporen ontstaan, waar de aarde elk jaar in oktober doorheen trekt. Doorgaans beweegt onze planeet tussen de grote mazen van het net door, waardoor er niet veel kometendeeltjes in de aardatmosfeer belanden en als 'vallende ster' eindigen. Maar dit jaar lijkt dat anders te zijn: naar verwachting doorkruist de aarde op 8 oktober één of meerdere deeltjessporen van de komeet. Hoeveel meteoren dat gaat opleveren, is onzeker. De meeste worden tussen negen en elf uur 's avonds verwacht.
Meer informatie:
Kans op meteorenshow op 8 oktober
Draconid Meteor Outburst
4 oktober 2011
De kern van komeet Hartley 2 is vermoedelijk ontstaan toen twee kleinere komeetkernen, uit verschillende delen van het zonnestelsel, zachtjes met elkaar in botsing kwamen en vervolgens samen verder door het leven gingen. Dat blijkt uit een gedetailleerde analyse van waarnemingen van de Amerikaanse ruimtesonde Deep Impact, die op 4 november 2010 op korte afstand langs de komeet vloog, in het kader van de EPOXI-missie. De nieuwe waarnemingen zijn vandaag gepresenteerd op een groot internationaal planeetonderzoekscongres in Nantes.
Op de foto's die Deep Impact maakte, is duidelijk te zien dat de ijzige kern van Hartley 2 de vorm van een bowlingkegel heeft, met twee dikke uiteinden en een smaller tussenstuk. Deep Impact fotografeerde ook 'sneeuwballen' in de onmiddellijke omgeving van de komeetkern. Naar nu blijkt wordt de grote activiteit van de komeet niet aangedreven door het verdampen van bevroren water, zoals in de meeste andere kometen het geval is, maar door het verdampen van bevroren kooldioxide (CO2), dat zich op enige afstand onder het oppervlak bevindt. Door het vrijkomen van grote hoeveelheden CO2-gas worden ook poreuze ijsbrokken van de komeet losgeslagen - de 'sneeuwballen' die Deep Impact waarnam.
Ook is nu ontdekt dat het dikkere uiteinde van de komeetkern veel minder CO2 produceert dan het dunnere. Dat doet vermoeden dat de twee helften van de kern een andere samenstelling, en dus vermoedelijk een andere ontstaansgeschiedenis en evolutie hebben.
Meer informatie:
Hyperactive Hartley 2 has a split history
EPOXI-missie
Dit nieuwsbericht is toegevoegd door Govert Schilling - allesoversterrenkunde.nl
16 augustus 2011
De op 10 december 2010 ontdekt komeet Elenin vormt geen bedreiging voor de aarde. Dat heeft het Amerikaanse ruimteagentschap NASA nog maar eens uitgelegd op een van zijn websites. Over de komeet gaan al maandenlang de meest wilde geruchten. Het idee dat kometen brengers van onheil zijn, is niet nieuw. Ook vroeger werden deze kleine, ijzige hemellichamen met hun soms indrukwekkend lange staarten als veroorzakers van rampen en epidemieën gezien. Rampenfilms en het internet hebben voor een nieuwe opleving in deze merkwaardige traditie gezorgd. Net als al haar vele voorgangers is komeet Elenin een ongevaarlijke passant, die op ruime afstand van de aarde blijft. Dichterbij dan 35 miljoen kilometer komt zij niet. Elenin is een nogal klein uitgevallen komeet die op geen enkele manier invloed kan uitoefenen op onze planeet. Ook is zij niet in staat om de zon dagenlang te verduisteren, zoals op internet wel wordt gesuggereerd. Het zelfs nog maar de vraag of de komeet helder genoeg zal worden om met het blote oog waarneembaar te zijn.
Meer informatie:
Comet Elenin Poses No Threat to Earth
8 augustus 2011
Amerikaanse astrobiologen hebben belangrijke bouwstenen van DNA aangetroffen in meteorieten - stenen die afkomstig zijn uit de ruimte. De wetenschappers, onder andere van het Carnegie Institution of Washington en van NASA's Goddard Space Flight Center, publiceren hun bevindingen vandaag in Proceedings of the National Academy of Sciences.
Eerder zijn al organische verbindingen (koolwaterstoffen) en zelfs aminozuren aangetroffen in meteorieten. Ook wordt al tientallen jaren onderzoek gedaan aan nucleobasen in meteorieten - belangrijke bouwstenen van DNA (de vier belangrijkste nucleobasen in het DNA van aardse organismen zijn cytosine, guanine, adenine en thymine). Het was tot nu toe echter niet mogelijk om onomstotelijk vast te stellen dat die daadwerkelijk een buitenaardse oorsprong hadden; het zou ook om aardse verontreinigingen kunnen gaan.
Een team onder leiding van scheikundige Jim Cleaves is daar met behulp van nieuwe analysetechnieken nu echter wél in geslaagd. Bij twaalf verschillende koolstofhoudende meteorieten, waarvan er negen afkomstig zijn van Antarctica, kon worden vastgesteld dat ze nucleobasen bevatten die niet afkomstig zijn uit de omgeving waarin de ruimtestenen werden gevonden. Zo bleek de concentratie van de moleculen in de meteoriet enorm veel hoger te zijn dan in het ijs waarin de ruimtesteen was gevonden. In drie gevallen bleek het zelfs te gaan om bepaalde nucleobase-analogs (purinen) die op aarde relatief zeldzaam zijn.
De ontdekking ondersteunt het vermoeden dat de bouwstenen van het leven op aarde afkomstig zijn uit de kosmos, en dat de allereerste fasen van de 'biogenese' - het ontstaan van leven - in de interstellaire ruimte heeft plaatsgevonden. Dat zou betekenen dat de kans groot is dat ook elders in het heelal leven voorkomt.
Meer informatie:
NASA Researchers: DNA Building Blocks Can Be Made in Space
Artikel op livescience.com
Dit nieuwsbericht is toegevoegd door Govert Schilling - allesoversterrenkunde.nl
28 juli 2011
Op 4 november 2010 maakte NASA-ruimtesonde Deep Impact van een afstand van iets meer dan 700 kilometer fraaie opnamen van de kleine komeet Hartley 2. Maar Deep Impact was niet het enige ruimtevoertuig dat de komeet bespiedde: ook de Solar and Heliospheric Observer (SOHO), die doorgaans op de zon is gericht, deed dat. En niet voor het eerst. De waarnemingen die SOHO in 1997 en 2010 deed, lijken erop te wijzen dat Hartley 2 snel uitgeput raakt. Kometen bestaan uit een mengsel van ijs en gesteenten. Omdat bij elke nadering van de zon een deel van het ijs verdampt, verandert een komeet uiteindelijk in een 'dood' brok gesteente. Bij Hartley 2, die de zon eens in de 6,5 jaar nadert, is het nog niet zo ver. Maar uit de SOHO-metingen blijkt wel dat zijn (sterk fluctuerende) uitstoot van waterdamp in 1997 drie keer zo groot was als in 2010. Het is voor het eerst dat zo'n dramatische afname in de activiteit van een komeet is waargenomen. Over zes jaar zal blijken of deze trend doorzet.
Meer informatie:
SOHO Watches a Comet Fading Away
27 juli 2011
Op 4 februari van dit jaar blijkt de aarde te zijn getroffen door een zwerm stofdeeltjes van een tot nu toe onbekende komeet. Volgens de Nederlands/Amerikaanse astronoom Peter Jenniskens, die de meteoren (lichtsporen) die de zwerm veroorzaakte heeft waargenomen, kruist onze planeet het pad van de kometendeeltjes slechts één of twee keer in de zestig jaar. De meteorenzwerm, die de aanduiding Februari-Èta-Draconiden (FED) heeft gekregen, is toegevoegd aan de lijst van ruim zestig zwermen die door de Internationale Astronomische Unie wordt bijgehouden. Enkele honderden andere meteorenzwermen wachten nog op bevestiging. De deeltjes van de FED-zwerm volgen een zeer langgerekte baan om de zon, wat kenmerkend is voor een komeet met een lange omlooptijd. Zulke langperiodieke kometen komen maar heel af en toe in de buurt van zon en aarde, en verdwijnen dan weer voor lange tijd in de verre duisternis. De komeet die de FED-deeltjes heeft achtergelaten kan ons honderden of duizenden jaren geleden voor het laatst hebben gepasseerd. De grote vraag is nu wanneer hij weer terugkomt. Want als de deeltjes die de komeet achterlaat de aarde kunnen treffen, kan de komeet dat óók - al is de kans op zo'n botsing astronomisch klein.
Meer informatie:
Trail of Crumbs Discovered from Potentially Hazardous Comet
25 juli 2011
In een afgelegen, bergachtig gebied in het noordwesten van China is een mogelijke meteoriet gevonden. Het kolossale brok ijzer heeft een geschat gewicht van 25 tot 30 ton en zou daarmee tot de grootste meteorieten op aarde behoren. In hetzelfde gebied werd in 1898 al een 28 ton wegende ijzermeteoriet gevonden. De meeste ijzermeteorieten zijn vermoedelijk brokstukken van planetoïden - de kleine hemellichamen die in grote aantallen voorkomen tussen de banen van de planeten Mars en Jupiter. Door hun samenstelling zijn ze beter bestand tegen verwering dan hun stenige soortgenoten. Hierdoor zijn op aarde relatief veel ijzermeteorieten gevonden. De tot nu toe grootste meteoriet ter wereld is de Hoba-ijzermeteoriet in Namibië, die ongeveer 60 ton weegt. Verder onderzoek zal moeten uitwijzen of het daadwerkelijk een meteoriet betreft en of er een verband bestaat met het exemplaar dat ruim een eeuw geleden werd gevonden. Zeker is wel dat de 'nieuwe' vondst er al een tijdje ligt: in de loop van de jaren hebben passanten hun naam erin gekrast.
Meer informatie:
Giant Meteorite Discovered in China
14 juli 2011
Nieuwe beelden van de infraroodsatelliet WISE laten zien dat komeet Hartley 2 een spoor van ijsballetjes achterlaat. Uit onderzoek van de ruimtesonde Deep Impact, die op 4 november 2010 dicht langs de komeet vloog, was al gebleken dat Hartley 2 pluizige brokjes ijs van golfbalformaat en groter uitstoot. En nu is dus vastgesteld dat deze 'kruimels' lang genoeg blijven bestaan om een lang spoor achter de komeet te vormen. De WISE-waarnemingen laten verder zien dat de komeet, ondanks zijn toegenomen afstand tot de zon, nog steeds grote hoeveelheden kooldioxidegas uitstoot. Wetenschappers hadden verwacht dat deze activiteit geleidelijk zou afnemen, maar daar lijkt nog geen sprake van te zijn.
Meer informatie:
Comet Hartley 2 Leaves a Bumpy Trail
16 juni 2011
Met de Pan-STARRS-telescoop op de Haleakala-vulkaan op Maui, Hawaii, is buiten de baan van Jupiter een nieuwe komeet ontdekt die begin 2013 waarschijnlijk met het blote oog zichtbaar zal zijn vanaf de aarde. De komeet, officieel aangeduid als C/2011 L4 (PANSTARRS), bevindt zich nu nog op 1,2 miljard kilometer afstand, maar zal de zon tot op 50 miljoen kilometer afstand naderen en in februari of maart 2013 zijn maximale helderheid bereiken. Omdat het zo goed als zeker om een 'nieuwe' komeet gaat, die nooit eerder een bezoek bracht aan de binnendelen van het zonnestelsel, is de precieze helderheid moeilijk te voorspellen. De komende anderhalf jaar zal duidelijk worden hoe sterk de komeet reageert op de toenemende warmte van de zon, en zullen de helderheidsvoorspellingen nauwkeuriger worden.
Meer informatie:
Pan-STARRS Telescope Finds New Distant Comet
Dit nieuwsbericht is toegevoegd door Govert Schilling - allesoversterrenkunde.nl
16 juni 2011
Komeet Hartley 2, die in november vorig jaar bezoek kreeg van de ruimtesonde Deep Impact, behoort tot een bijzondere klasse van kometen. Dat is de conclusie van een internationaal team van wetenschappers dat zijn bevindingen vrijdag in Science publiceert. De gegevens van Deep Impact laten zien dat Hartley 2 veel meer water uitstoot dan andere kometen van deze omvang. Dat komt waarschijnlijk doordat kooldioxide-ijs in het inwendige van de komeet bij opwarming door de zon in gas wordt omgezet, dat vervolgens een uitweg naar buiten zoekt en daarbij waterijs meesleurt. Hartley 2 is niet de enige komeet die zulk hyperactief gedrag vertoont, maar wel de enige die van dichtbij is bekeken. Uit het onderzoek blijkt overigens dat niet alle delen van het oppervlak van de komeet evenveel water en kooldioxide uitstoten. De meeste uitstoot vindt plaats aan de uiteinden van het pindavormige object: daar veroorzaakten de uitgedreven ijsdeeltjes een soort sneeuwstorm. Het smalle middendeel van de komeet is wel een bron van waterdamp, maar niet van kooldioxide. Dat kan erop wijzen dat de taille van de Hartley 2 voor een belangrijk deel bestaat uit materiaal dat eerder aan de uiteinden is uitgestoten.
Meer informatie:
UMD-led EPOXI science team publishes latest comet findings in Science
EPOXI Finds Hartley 2 is a Hyperactive Comet
Science Paper Details NASA Epoxi Flyby of Hyper Comet
8 juni 2011
De Europese ruimtesonde Rosetta heeft, van een afstand van ongeveer 163 miljoen kilometer, opnamen gemaakt van komeet Churyumov-Gerasimenko, zijn bestemming in 2014. De opnamen maakten deel uit van de tests die de vluchtleiding de afgelopen weken heeft uitgevoerd. Na afloop van die tests is Rosetta in zijn spaarstand gezet: om energie te besparen zijn bijna alle systemen voor de komende drie jaar uitgeschakeld. Op de beelden is de komeet slechts te zien als een enkele pixels groot lichtvlekje. Maar dat was voldoende om aan te tonen dat de camera van Rosetta uitstekend functioneert: vooraf was er niet op gerekend dat het verre reisdoel nu al gefotografeerd zou kunnen worden. Om de zwakke komeet zichtbaar te maken, moest overigens wel extreem lang worden belicht: alles bij elkaar dertien uur. Pas in het voorjaar van 2014 zal Rosetta de volgende opnamen van Churyumov-Gerasimenko kunnen maken.
Meer informatie:
Rosetta's first glimpse of the comet
Rosetta comet probe enters hibernation in deep space
3 juni 2011
Volgende week zal de vluchtleiding van het Europese ruimteagentschap ESA de ruimtesonde Rosetta in winterslaap brengen. Rosetta is onderweg naar komeet Churyumov-Gerasimenko of kortweg 67P, om daar een kleine landingsmodule op neer te zetten. De komende 31 maanden heeft de sonde verder weinig te doen, terwijl het rendement van haar zonnepanelen - door de steeds groter worden afstand tot de zon - afneemt. Daarom wordt zij nu in 'spaarstand' gezet. De boordcomputer en de verwarming van Rosetta blijven in bedrijf. Om deze van stroom te blijven voorzien, zullen de zonnepanelen op de zon worden gericht en wordt de sonde ter stabilisatie langzaam aan het draaien gebracht. Hoewel Rosetta pas ongeveer halverwege haar bestemming is, is zij nu al het verste ruimtevoertuig ooit dat volledig op zonne-energie draait. Op 20 januari 2014, om 11 uur Nederlandse tijd gaat Rosetta's wekker af. Zeven uur later zal zij dan hopelijk een signaal naar de aarde sturen, als teken dat ze weer in bedrijf is. Vier maanden later moet Rosetta, na een reis van tien jaar, op haar bestemming aankomen.
Meer informatie:
Rosetta to sleep through loneliest leg of comet mission
17 mei 2011
Komeet Hartley 2 is een betrekkelijk kleine komeet. Zijn langwerpige kern heeft een grootste lengte van slechts 2 km. In 2010 kwam hij betrekkelijk dicht langs de aarde - 18 miljoen km - en was enkele maanden lang vanaf aarde goed waarneembaar. Ook werd de komeet in november 2010 bezocht door de EPOXI-sonde van NASA (die eerder als Deep Impact al een bezoek bracht aan komeet Tempel 1). EPOXI heeft ons mooie foto's van de kern gegeven, maar ook vanaf de aarde kan waardevol onderzoek worden gedaan. Astronomen van het Planetary Science Institute in Arizona en de University of Maryland hebben met de 2,1-meter telescoop van Kitt Peak National Observatory gedurende 20 nachten naar de komeet gekeken tussen 1 september en 15 december 2010. Met een speciaal blauwfilter keken ze naar licht van cyanogeen (CN) om details waar te nemen in de coma van de komeet, de uitgestrekte 'atmosfeer' van de komeet. Met zag variaties op tijdschalen van enkele uren tot dagen, die er niet alleen op wijzen dat de kern roteert, maar dat de rotatietijd ook toenam gedurende de waarneemperiode. Hartley 2 is erg actief voor zijn beperkte omvang. Gasuitbarstingen vanuit de ijsachtige kern zijn waarschijnlijk de oorzaak van de veranderingen in rotatietijd. Astronomen van o.a. NASA's Goddard Space Flight Centerdeden waarnemingen in nabij-infrarood met telescopen in Chili en Hawaï. Zij keken naar straling afkomstig van water, kooldioxide en andere ijsachtige stoffen die verdampen als de komeetkern door de zon wordt verwarmd. Opvallend was dat de uitstoot van waterdamp zeer snel kon variëren. Ook ontdekten zij dat als de uitstoot van water toeneemt, ook de uitstoot van de andere gassen toeneemt. Het is voor het eerst dat dit is waargenomen en het is een belangrijke ontdekking omdat astronomen vaak maar naar één stof tegelijk kijken. Het betekent waarschijnlijk ook dat de betreffende stoffen uniform verdeeld zijn door de komeetkern, wat overigens in tegenspraak is met waarnemingen van EPOXI, die water en kooldioxide vanuit verschillende plaatsen zag wegspuiten. De onderzoekers denken dat in de komeetkern klonten waterijs zitten vastgevroren in kooldioxide-ijs. Als het kooldioxide het eerst verdampt, worden de waterijsklonten naar buiten geblazen, die daar dan vervolgens verdampen. Tot nog toe ging men er op basis van waarnemingen bij andere kometen vanuit dat het water al in de komeetkern zou verdampen. De EPOXI-waarneming dat waterdamp en kooldioxide op verschillende plaatsen kan vrijkomen, kan betekenen dat niet de hele kern zo homogeen is als de infraroodwaarnemingen gedaan vanaf aarde suggereren. Dit wordt ondersteund door de waarneming dat met het waterdamp vooral ook methanol meekomt, en dat deze in alle richtingen worden verspreid. Ethaan, daarentegen werd sterk in één richting uitgestoten, en is waarschijnlijk niet gemengd met het waterijs.
Meer informatie:
Researchers gain new insights into Comet Hartley 2
At the Heart of Hartley-2, a New Breed of Comet?
Dit nieuwsbericht is toegevoegd door Edwin Mathlener - www.dekoepel.nl
4 mei 2011
Dit najaar bezoekt een recent ontdekte komeet de binnenste regionen van ons zonnestelsel. Komeet Elenin (officiële aanduiding C/2010 X1) werd op 10 december vorig jaar ontdekt door de Rus Leonid Elenin, die daarbij gebruik maakte van een op afstand bestuurbare telescoop in New Mexico (VS). Op het moment van ontdekking was de komeet nog ongeveer 647 miljoen kilometer van de aarde verwijderd. Inmiddels is dat teruggelopen tot minder dan 275 miljoen kilometer. De kleine komeet komt uit de ijzige buitengebieden van ons zonnestelsel. Hoe hij zich de komende maanden zal ontwikkelen, is nog onzeker, maar voorlopig ziet het er naar uit dat het geen spectaculaire hemelverschijning wordt. Op 16 oktober passeert Elenin de aarde op een veilige afstand van 35 miljoen kilometer.
Meer informatie:
Comet Elenin: Preview of a Coming Attraction
2 mei 2011
Komeet Hale-Bopp, die in 1997 een schitterende verschijning was aan de avondhemel, lijkt weer stijf bevroren te zijn. Het kleine ijsobject is inmiddels meer dan 4,5 miljard kilometer van ons verwijderd, maar is desondanks nog steeds waarneembaar. Net als de meeste andere kometen volgt Hale-Bopp een langgerekte baan, die hem eens in de zoveel tijd (in dit geval 2500 jaar) in de buurt van de zon brengt. Daarbij verdampt een deel van het ijs van de komeetkern. Hierdoor ontstaat er een grote wolk van waterdamp en stofdeeltjes rond de kern, de zogeheten coma, die onder invloed van de zon uitwaaiert tot een 'staart'. Als de afstand tussen zon en komeet weer toeneemt, neemt de uitstoot van stof en waterdamp af en worden staart en coma geleidelijk kleiner. In 2007 vertoonde komeet Hale-Bopp, die zich toen op een afstand van bijna 4 miljard kilometer van de zon bevond, nog een duidelijke coma. Recente waarnemingen met de 2,2-meter telescoop van de ESO-sterrenwacht in Chili laten echter zien dat het aanzien van de komeet de afgelopen jaren flink veranderd is. Het lijkt erop dat de komeetkern nu zo ver is afgekoeld dat er geen waterdamp meer wordt uitgestoten. Hale-Bopp vertoont weliswaar nog een kleine coma, maar dat is waarschijnlijk maar een restantje.
Meer informatie:
Comet Hale-Bopp 'Frozen To Death'
Hale-Bopp – a comet that refuses to die
5 april 2011
Komeet Wild 2 is ooit warm genoeg geweest om het bestaan van vloeibaar water mogelijk te maken. Dat blijkt uit onderzoek aan microscopische stofdeeltjes van de komeet die in 2004 zijn opgepikt door de Amerikaanse ruimtesonde Stardust en die twee jaar later op aarde werden afgeleverd. Van kometen wordt algemeen aangenomen dat het stijf bevroren klompen van ijs en gruis zijn; komeet Wild 2 heeft het grootste deel van zijn leven in de Kuipergordel doorgebracht, ver buiten de baan van Neptunus.
Uit de ontdekking van het zwavelhoudende mineraal kubaniet in de komeetstofjes blijkt echter dat er op de komeet ooit vloeibaar water moet zijn geweest. Het mineraal kan uitsluitend onder invloed van vloeibaar water ontstaan, bij temperaturen boven 50 graden Celsius. Eén van de twee vormen van kubaniet kan echter weer niet ontstaan als de temperatuur hoger is dan 210 graden. Op die manier biedt het mineralogisch onderzoek aan het komeetstof informatie over de temperatuurgeschiedenis en de mogelijke warmtebronnen van de komeet.
Hoe de bevroren komeet ooit zo warm kan zijn geweest, is niet bekend. Mogelijk is er sprake geweest van plotselinge verhitting als gevolg van een inslag. Ook kan de komeet ooit deel hebben uitgemaakt van een groter hemellichaam dat is opgewarmd door het verval van radiioactieve elementen. De resultaten worden binnenkort online gepubliceerd in het vakblad Geochimica et Cosmochimica Acta.
Meer informatie:
Frozen Comet Had a Watery Past, UA Scientists Find
Dit nieuwsbericht is toegevoegd door Govert Schilling - allesoversterrenkunde.nl
5 april 2011
In een meteoriet die in 1969 gevonden is op Antarctica is door Japanse onderzoekers een tot nu toe onbekend mineraal gevonden, met behulp van een transmissie-elektronenmicroscoop van NASA. Het nano-mineraal, dat uit louter zwavel- en titanium-atomen bestaat, is wassoniet genoemd, naar de Amerikaanse meteorietendeskundige John Wasson. De 4,5 miljard jaar oude meteoriet (Yamato 691 geheten) behoorde tot de eerste die op de zuidpool zijn gevonden. Onderzoek aan meteorieten biedt informatie over de ontstaansperiode van het zonnestelsel. Wassoniet is inmiddels door de International Mineralogical Association toegevoegd aan de officiële lijst van bekende mineralen (ca. 4500 stuks).
Meer informatie:
Scientists Find New Type of Mineral in Historic Meteorite
Dit nieuwsbericht is toegevoegd door Govert Schilling - allesoversterrenkunde.nl
5 april 2011
Fotograferende amateur-astronomen hebben, zonder het te weten, meegedaan aan een bijzonder onderzoekje. En dat allemaal dankzij de meer dan duizend foto's van de in oktober 2007 'ontplofte' komeet Holmes die zij op het internet hebben gezet. Twee jaar geleden lanceerden Amerikaanse astronomen de website Astrometry.net. De zoekmachine van deze website graast het internet af naar foto's van stukjes sterrenhemel en rubriceert deze netjes. Op die manier draagt elke hemelfoto als het ware bij aan een reusachtige hemelsurvey die voor allerlei doeleinden kan worden gebruikt. Op 1 april vorig jaar doorzochten de astronomen de opgebouwde database - min of meer bij wijze van grap - naar opnamen van komeet Holmes, en vonden daarbij 1299 bruikbare foto's. Deze hebben zij gebruikt om de baan van de komeet nauwkeurig vast te leggen. Het resultaat bleek in goede overeenstemming met de professionele baanbepaling van de komeet, zo blijkt uit het verslag dat vorige week - ook op 1 april - online werd gepubliceerd. Wetenschappelijk interessant is deze ontdekking misschien niet, maar volgens de onderzoekers toont het resultaat wel aan dat de ontelbare hemelfoto's op het internet in principe bruikbaar zijn voor serieus onderzoek.
Meer informatie:
Amateur Astrophotographers Unwittingly Help Scientists Track Comet
Astrometry.net
24 maart 2011
Afgelopen donderdag heeft de Amerikaanse ruimtesonde Stardust, van een afstand van 312 miljoen kilometer, zijn laatste signalen naar de aarde gezonden. Kort daarvoor was voor het laatst de raketmotor van de ruimtesonde gestart, om precies te kunnen vaststellen hoeveel brandstof er nog in de tank zat na zijn ontmoeting met komeet Tempel 1, in februari van dit jaar. De vluchtleiding heeft precies gevolgd hoeveel brandstof er bij deze manoeuvre werd verbruikt, en deze meetwaarden vergeleken met het verwachte verbruik. De resultaten van dit afsluitende onderzoekje kunnen worden gebruikt om betere schattingen te kunnen maken van de brandstofbehoefte van toekomstige ruimtevluchten. Stardust heeft een lange, succesvolle missie achter de rug. Na zijn lancering op 7 februari 1999 heeft hij de planetoïde Annefrank gefotografeerd, deeltjes opgevangen in de omgeving van komeet Wild 2, deze deeltjes in een capsule op aarde afgeleverd en ten slotte nog een scheervlucht gemaakt langs komeet Tempel 1. Alles bij elkaar heeft hij daarbij een afstand van bijna zes miljard kilometer afgelegd.
Meer informatie:
NASA's Venerable Comet Hunter Wraps Up Mission
Website Stardust-NExT
7 maart 2011
Afgelopen weekend kwam FoxNews met het bericht dat de Amerikaanse astrobioloog Richard Hoover van NASA's Marshall Space Flight Center buitenaardse bacteriën heeft gevonden in een meteoriet. Een publciatie over Hoovers onderzoek verscheen in het Journal of Cosmology Inmiddels hebben verschillende kranten en websites het nieuws overgenomen.
In werkelijkheid gaat het hier om een extreem controversiële claim (die overigens niet nieuw is), en is er geen sprake van overtuigende 'bewijzen' dat er in de Orgeuil-meteoriet buitenaardse micro-organismen zijn gevonden. Sterker: het staat niet eens voor honderd procent vast dat de microscopische 'bacterie-achtige' structuren die Hoover gevonden heeft, inderdaad (fossiele) micro-organismen zijn. Dat ze geen stikstof bevatten (zoals alle aardse organismen) is volgens Hoover bewijs dat de bacteriën (vergelijkbaar met aardse blauwalgen) buitenaards moeten zijn. In werkelijkheid is de oorzaak wellicht minder prozaïsch: mogelijk zijn het niet eens biologische structuren.
Wetenschappers reageren buitengewoon skeptisch op het artikel, vooral ook omdat het niet aan een gerenommeerd wetenschappelijk tijdschrift is aangeboden, maar gepubliceerd is in de door weinig mensen serieus genomen internetpublicatie Journal of Cosmology, die vooral opgezet lijkt als een spreekbuis voor onderzoekers met controversiële claims op het gebied van kosmologie en buitenaards leven.
Nieuwsbericht van FoxNews
Artikel van Hoover op de website Journal of Cosmology
Reactie van bioloog PZ Myers
Blog van Phil Plait ('The Bad Astronomer')
Dit nieuwsbericht is toegevoegd door Govert Schilling - allesoversterrenkunde.nl
3 maart 2011
Amerikaanse wetenschappers hebben ontdekt dat kleine bolletjes in een meteoriet die in 1969 in Mexico neerplofte, een lange reis dor het zonnestelsel hebben gemaakt (Science, 4 maart). De kleine, ingesloten bolletjes, die officieel calcium-aluminiumrijke insluitsels (CAI's) heten, behoren tot de oudste objecten in ons zonnestelsel. Ze zijn enkele millimeters groot en waarschijnlijk ontstaan in de tijd dat de eerste vaste stoffen condenseerden uit de restanten van de gasnevel waaruit de zon werd geboren. Uit analyse van de verschillende soorten zuurstofatomen die een CAI in de zogeheten Allende-meteoriet bevat, blijkt dat het insluitsel materialen bevat die bij uiteenlopende temperaturen zijn gevormd. Uit de opbouw van het bolletje kan worden afgeleid dat de kern ervan in het binnenste deel van het zonnestelsel is gevormd. Later zou het meer naar buiten zijn verdreven om uiteindelijk weer naar het centrale deel terug te keren. Daaruit kan de conclusie worden getrokken dat het oermateriaal waaruit de planeten van ons zonnestelsel zijn ontstaan flink in beroering was.
Meer informatie:
Oldest objects in solar system indicate a turbulent beginning
Reading the life history of a 4.5 billion-year-old meteorite
15 februari 2011
Erg opvallend is-ie niet, maar wetenschappers van NASA zijn ervan overtuigd dat hij is gevonden: de 150 meter grote krater op het ijzige oppervlak van de kern van komeet Tempel 1, die in juli 2004 werd veroorzaakt door de inslag van een 370 kilogram zwaar projectiel, dat door de ruimtesonde Deep Impact op de komeet was afgeschoten. Hetzelfde gebied van de komeet is dinsdagochtend Nederlandse tijd gefotografeerd door de ruimtesonde Stardust, die rond 05.40 uur met een snelheid van bijna 11 kilometer per seconde op een kleinste afstand van 178 kilometer langs de komeet scheerde.
Op een persconferentie dinsdagavond maakte het Stardust-team bekend dat er op de plaats van de Deep Impact-inslag een flauwe, glooiende krater blijkt te liggen, die zelfs een soort centrale berg heeft, zoals veel maankraters die ook hebben. Uit de vorm en het uiterlijk van de krater blijkt dat het oppervlak van de komeet ter plekke niet bijster stevig en stabiel is.
Overigens vertelden de onderzoekers opgetogen dat de vlucht van Stardust langs komeet Tempel 1 'niet honderd procent succesvol was... maar duizend procent.' De ruimtesonde heeft ook geen blijvende schade opgelopen van de inslagen van tientallen stof- en ijsdeeltjes van de komeet.
Meer informatie:
NASA Releases Images Of Man-Made Crater On Comet
Stardust
Alle komeetfoto's van Stardust
Dit nieuwsbericht is toegevoegd door Govert Schilling - allesoversterrenkunde.nl
15 februari 2011
Rond 18.00 uur Nederlandse tijd gaf NASA de hogeresolutiefoto's van komeet Tempel 1 vrij die vanmorgen gemaakt zijn door de ruimtesonde Stardust, die om 05.40 uur op een kleinste afstand van 181 kilometer langs de ca. 6 kilometer grote komeetkern vloog. Vergelijking met de foto's die vijfenhalf jaar geleden van de komeet zijn gemaakt door de ruimtesonde Deep Impact laat duidelijk zien dat Stardust zeker ook het gebied op de komeet in beeld heeft gebracht waar Deep Impact een projectiel op heeft afgeschoten. Momenteel is nog onduidelijk of de inslagkrater ook zichtbaar is (en hoe groot die dan is).
Foto's van Tempel 1, gemaakt door Stardust
Vergelijking van foto van Deep Impact (boven) en van Stardust (onder)
Weblog van Emily Lakdawalla (Planetary Society)
Dit nieuwsbericht is toegevoegd door Govert Schilling - allesoversterrenkunde.nl
15 februari 2011
De eerste foto's van de kern van komeet Tempel 1, gemaakt door de ruimtesonde Stardust, zijn op aarde binnengekomen. Het gaat om de eerste van in totaal 72 opnamen die tijdens de scheervlucht langs de komeet zijn gemaakt. Het plan was om de hoge-resolutiefoto's als eerste door te sturen, maar om onduidelijke redenen is dat niet gelukt. In plaats daarvan druppelen de opnamen nu binnen in de volgorde waarin ze zijn gemaakt. Bovenstaande foto was een van de eerste, gemaakt vanaf ca. 2460 kilometer afstand. De kleinste afstand tussen ruimtesonde en komeetkern bedroeg 181 kilometer.
Meer informatie:
Origineel persbericht (Engelstalig)
Stardust-NExT
Dit nieuwsbericht is toegevoegd door Govert Schilling - allesoversterrenkunde.nl
15 februari 2011
Om 05.38 uur Nederlandse tijd vanmorgen vloog de Amerikaanse ruimtesonde Stardust op een afstand van slechts 181 kilometer langs de kern van komeet Tempel 1.
Vluchtleiders ontvingen de bevestiging van de zogeheten 'flyby' even voor 06.00 uur; de komeet bevindt zich zo ver van de aarde dat radiosginalen 18 minuten en 41 seconden nodig hebben om de afstand te overbruggen.
Tijdens de dichtste nadering maakte Stardust 72 gedetailleerde foto's van de komeetkern. Die worden rond 09.00 uur op aarde verwacht. Vanavond geeft NASA een persconferentie om de eerste wetenschappelijke resultaten te presenteren.
Komeet Tempel 1 - een klomp ijs van ca. 6 kilometer groot - werd vijfenhalf jaar geleden ook al van nabij bestudeerd, door de ruimtesonde Deep Impact. Die schoot een zwaar projectiel op de komeetkern af om de inwendige opbouw te bestuderen. De hoop is dat Stardust nu foto's van de inslagkrater heeft gemaakt.
Volgens wetenschappelijk projectleider Joe Veverka is het vooral ook van belang dat een komeet nu twee keer is bekeken, met een tussentijd van enkele jaren. 'Kometen veranderen voortdurend, door de inwerking van de zonnewarmte,' aldus Veverka. 'Voor het eerst krijgen we nu inzicht in die veranderingsprocessen: waar, wanneer en hoe snel ze plaatsvinden.'
Stardust-NExT
Persbericht NASA
Dit nieuwsbericht is toegevoegd door Govert Schilling - allesoversterrenkunde.nl
4 februari 2011
Op vrijdagavond 4 februari, om 20.40 uur Nederlandse tijd, vloog de piepkleine planetoïde 2011 CQ1 op een hoogte van slechts 5480 kilometer langs de aarde, boven de Stille Oceaan. Het rotsblok, dat niet veel groter is dan een of hooguit twee meter, was veertien uur eerder ontdekt door de Catalina Sky Survey in Arizona.
De baan van de mini-planetoïde is door de scheervlucht langs de aarde ingrijpend veranderd. Gevaar is er nooit geweest: ook als 2011 CQ1 met de aarde in botsing zou zijn gekomen, was er hooguit sprake geweest van een meteorietenregen.
Meer informatie:
Very Small Asteroid Makes Close Earth Approach on February 4, 2011
Dit nieuwsbericht is toegevoegd door Govert Schilling - allesoversterrenkunde.nl
26 januari 2011
De NASA-ruimtesonde Stardust heeft zijn eerste opnamen gemaakt van Tempel 1, de komeet waar hij op 14 februari langs zal scheren. Nu nog van een afstand van meer dan 25 miljoen kilometer, straks zal dat niet veel meer dan tweehonderd kilometer zijn. Wetenschappers zijn erg benieuwd naar de close-ups die Stardust van Tempel 1 zal maken. Het is namelijk niet voor het eerst dat deze komeet bezoek krijgt van een ruimtesonde. In juli 2005 scheerde al de NASA-sonde Deep Impact langs het kleine, ijzige hemellichaam, en bij die gelegenheid werd een klein projectiel op de komeet afgeschoten. Tijdens zijn scheervlucht zal Stardust 72 gedetailleerde opnamen van het komeetoppervlak maken. Dan zal blijken wat Deep Impact bijna zes jaar geleden heeft aangericht en welke veranderingen er nog meer hebben plaatsgevonden op komeet Tempel 1.
Meer informatie:
NASA Comet Hunter Spots Its Valentine
12 januari 2011
De zon heeft een stormachtige periode achter de rug. Tussen 13 en 22 december vorig jaar zijn maar liefst 25 kleine kometen op haar oppervlak neergestort. Dat er een komeet op de zon ploft, is op zich niet zo bijzonder. Dat gebeurt elke paar dagen wel een keer. Maar 25 kometen in tien dagen was niet eerder vertoond. De betreffende komeetjes waren overigen niet veel groter dan een meter of tien. Volgens astronomen kan de kometenstorm de voorbode zijn van de komst van een veel grotere komeet, die wellicht zelfs met het blote oog te zien is. Iets soortgelijks gebeurde in 1965, toen de komeet Ikeya-Seki uit het niets opdook, vlak langs de zon scheerde en uiteindelijk in drie stukken brak. Ook in 1843, 1882, 1963 en 1970 zijn zulke 'zonnescheerders' waargenomen, maar die waren beduidend minder spectaculair dan Ikeya-Seki.
Meer informatie:
Sundiving Comet Storm
28 december 2010
Op tweede kerstdag heeft de Europees/Amerikaanse Solar and Heliospheric Observatory, beter bekend als SOHO, zijn tweeduizendste komeet ontdekt. Dat resultaat is voor een belangrijk deel te danken aan enkele tientallen amateuronderzoekers die de vele opnamen die SOHO maakt, afspeuren naar mogelijke kometen die dicht langs de zon scheren. Zonnescheerder SOHO-2000 werd opgemerkt door de Poolse sterrenkundestudent Marcin Kusiak. SOHO is al meer dan vijftien jaar in bedrijf, maar is niet specifiek ontworpen om kometen op te sporen. De satelliet doet zonneonderzoek en maakt daartoe met grote regelmaat foto's van de omgeving van de zon. Soms is op zo'n foto een vaag vlekje te zien, dat bij nader onderzoek een kleine komeet blijkt te zijn. Het heeft tien jaar geduurd voordat de duizendste SOHO-komeet werd opgespoord. Dankzij de toegenomen inzet van amateurs kon het tweede duizendtal al in vijf jaar worden volgemaakt. Daarmee is SOHO verreweg de meest succesvolle kometenspeurder aller tijden. De meeste kometen die in de buurt van de zon worden waargenomen, behoren tot de zogeheten Kreutz-familie. Waarschijnlijk zijn het kleine brokstukken van een grote komeet die enkele duizenden jaren geleden uit elkaar is gevallen.
Meer informatie:
SOHO Spots 2000th Comet
15 december 2010
Wetenschappers van over de hele wereld hebben nog eens goed gekeken naar de brokstukken van een kleine planetoïde, die in 2008 boven de woestijn van Noord-Soedan ontplofte. In de maanden na de explosie van het 59 ton wegende gevaarte uit de ruimte zijn bijna duizend meteorieten in het gebied gevonden - alles bij elkaar een kilo of veertig. Vastgesteld is dat planetoïde 2008 TC3 zeker tien verschillende soorten meteorieten heeft afgeleverd. Uit chemisch onderzoek blijkt dat een aantal daarvan zogeheten polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK's) bevatten - een teerachtige substantie. Maar de opmerkelijkste ontdekking is die van aminozuren. Net als PAK's worden deze organische verbindingen beschouwd als bouwstenen van het leven zoals wij dat kennen. Doorgaans gaan wetenschappers ervan uit dat aminozuren alleen onder gematigde temperaturen ontstaan, in een omgeving waar ook water is. Dezelfde meteorieten bevatten echter ook mineralen die alleen onder temperaturen van meer dan 1000 graden worden gevormd. Volgens de onderzoeker kan dit erop wijzen dat er meer manieren zijn waarop aminozuren ontstaan. Mogelijk kunnen zulke moleculen ook ontstaan uit reacties tussen de hete gassen in een planetoïde die met een soortgenoot in botsing is gekomen.
Meer informatie:
NASA Discovers Asteroid Delivered Assortment of Meteorites
Meteorite just one piece of an unknown celestial body
Building Blocks of Life Created in "Impossible" Place
12 december 2010
Ergens begin deze maand is 'planetoïde' 596 Scheila zich als een komeet gaan gedragen. Dat blijkt uit opnamen van de Catalina Sky Survey, die gisteren zijn vrijgegeven. Dat er met Scheila iets bijzonders aan de hand is, bleek pas afgelopen zaterdag. Het 113 kilometer grote hemellichaam, dat deel uitmaakt van de planetoïdengordel tussen de planeten Mars en Jupiter was opeens twee keer zo helder als normaal. Op foto's was te zien dat hij zich had gehuld in een wolk van waterdamp en een kleine 'komeetstaart' had gevormd. Theoretisch is het niet onmogelijk dat de planetoïde in botsing is gekomen met een kleinere soortgenoot. Maar het is waarschijnlijker dat Scheila geen normale planetoïde is - een object dat grotendeels uit gesteente bestaat -, maar een komeet die zich sinds zijn ontdekking in 1906 koest gehouden heeft. Blijkbaar is de zon er pas nu weer eens in geslaagd om een hoeveelheid bevroren water onder het komeetoppervlak voldoende op te warmen om deze te laten verdampen. De afgelopen jaren zijn in de planetoïdengordel meer van die 'verdwaalde' kometen ontdekt. Zo gaat de voormalige planetoïde 1979 OW7 door het leven als komeet 133P/Elst-Pizarro.
Meer informatie:
Asteroid Scheila Sprouts a Tail and Coma
1 december 2010
Volgens astrofysici van de universiteit van Louisiana is een reuzenplaneet in het buitengebied van ons zonnestelsel er de oorzaak van dat er regelmatig nieuwe kometen onze kant op worden geslingerd. De planeet zou zwaarder zijn dan de planeet Jupiter, maar door zijn grote afstand tot de zon tot nu toe niet zijn opgevallen. Het bestaan van deze super-Jupiter, die de voorlopige naam Tyche heeft gekregen, wordt afgeleid uit het feit dat slechts tachtig procent van de kometen die uit het buitenste deel van de zogeheten Oortwolk komen een zetje hebben gehad van het zwaartekrachtsveld van ons Melkwegstelsel. (De Oortwolk is een reusachtig reservoir van biljoenen kometen dat ons complete planetenstelsel omhult en zich uitstrekt tot een afstand van 7500 miljard kilometer van de zon.) De overige twintig procent moet door een andere oorzaak verstoord zijn geraakt. Berekeningen laten zien dat een ver object van één tot vier Jupitermassa's hiertoe in staat is. Tyche zou dus veel bescheidener van omvang zijn dan de mythische dwergster Nemesis, die eerder als grote kometenverstoorder werd geopperd. Een object van die omvang zou echter veel meer kometen onze kant op slingeren dan nu het geval is.
Meer informatie:
Giant Stealth Planet May Explain Rain of Comets from Solar System's Edge
Dark Jupiter May Haunt Edge of Solar System
25 november 2010
Kort na de oerknal was het heelal een extreem dikke, superhete vloeistof. Dat is de verrassende ontdekking die onderzoekers hebben gedaan met de Large Hadron Collider (LHC), de grote deeltjesversneller in Zwitserland. Op 7 november begonnen wetenschappers een nieuw experiment met de LHC, waarbij zij de kernen van loodatomen met enorme snelheden tegen elkaar lieten botsen. Bij die botsingen ontstonden kleine vuurballen van subatomaire deeltjes met een temperatuur van meer dan 10 biljoen graden. Het idee achter dit experiment was om de 'oersoep' van deeltjes te reproduceren, het zogeheten quark-gluonenplasma, zoals die een miljoenste seconde na het ontstaan van het heelal moet hebben bestaan. Quarks en gluonen zijn de bouwstenen van de neutronen en protonen die de atomen vormen. Volgens veel modellen die de deeltjesstroom van dit subatomaire vuurwerk beschrijven, zou deze oersoep zich als een gas moeten gedragen. Maar uit de waarnemingen blijkt nu dat de oersoep, precies zoals de naam al aangeeft, meer weg had van een vloeistof. Ook de dichtheid van de subatomaire deeltjes die bij de botsingen vrijkwamen, verrast de onderzoekers: bij de 'mini-oerknallen' werden veel meer van die deeltjes gevormd dan verwacht. Het is volgende wetenschappers overigens nog te vroeg om uit deze eerste resultaten verregaande conclusies te trekken over de structuur van het jonge heelal.
Meer informatie:
Early universe recreated in LHC was superhot liquid
24 november 2010
Metingen aan verre paren van sterrenstelsels bevestigen dat de geometrie van het heelal vlak is. Bovendien bevestigen zij het bestaan van de 'donkere energie', de raadselachtige kracht die het heelal steeds sneller doet uitdijen (Nature, 25 november). De versnelde uitdijing van het heelal is pas ontdekt in 1998. Astronomen stelden toen vast dat verre supernova-explosies minder licht gaven dan je zou verwachten als het heelal gelijkmatig opzwelt. Dat wees erop dat er een onbekende kracht aan het werk was - al snel donkere energie genoemd - die de zwaartekracht tegenwerkt. Het bestaan van deze kracht is de afgelopen jaren op verschillende manieren bevestigd. Wetenschappers van de universiteit van de Provence in Marseille hebben de donkere energie nu een extra steuntje in de rug gegeven. Ze hebben gekeken naar de oriëntatie van tweetallen sterrenstelsels die om elkaar heen draaien. In een heelal zonder donkere energie zouden de standen van zulke 'dubbelstelsels' volkomen willekeurig verdeeld moeten zijn. Maar de Franse onderzoekers hebben nu vastgesteld dat deze verdeling minder willekeurig is naarmate de stelselparen verder van ons verwijderd zijn. De ontdekte asymmetrie komt overeen met de verdeling die verwacht wordt in een vlak heelal dat ten gevolge van donkere energie uitdijt.
Meer informatie:
Dark energy on firmer footing
18 november 2010
Tijdens zijn recente ontmoeting met komeet Hartley 2 is de Amerikaanse ruimtesonde Deep Impact in een soort sneeuwstorm terechtgekomen. Dat zeggen wetenschappers na analyse van opnamen die de ruimtesonde tijdens zijn scheervlucht langs de komeet heeft gemaakt. Uit het onderzoek blijkt dat de fonteinen of jets aan de uiteinden van de komeet 'pluizige' ballen van bevroren water uitstoten, in grootte variërend van een golfbal tot een basketbal. Tegelijkertijd zorgt een ander proces in het middendeel van de langwerpige komeetkern voor de uitstoot van waterdamp. Het is voor het eerst dat afzonderlijke ijsdeeltjes in de damp- en stofwolk rond een komeet zijn waargenomen. Ook bij komeet Tempel 1, die eerder door Deep Impact werd verkend, zijn ze niet gezien. Blijkbaar bestaan er grote onderlinge verschillen tussen kometen. Alleen het middendeel van komeet Hartley 2 gedraagt zich zoals het oppervlak van komeet Tempel 1. Nader onderzoek zal moeten uitwijzen hoe lang de 'sneeuwstorm' op Tempel 1 al bezig is. Ook moet nog blijken of de verschillen tussen de diverse delen van de komeet altijd al zo groot zijn geweest, of dat ze het resultaat zijn van recente ontwikkelingen.
Meer informatie:
NASA Spacecraft Sees Cosmic Snow Storm During Comet Encounter
Spacecraft Flew Through 'Snowstorm' on Encounter with Comet Hartley 2
Comet Snowstorm Engulfs Hartley 2
10 november 2010
Een van de belangrijkste ontdekkingen die de ruimtesonde Deep Impact vorige week heeft gedaan, toen hij langs komeet Hartley 2 scheerde, is dat de 'fonteinen' of jets van damp en stof die het komeetoppervlak vertoont grotendeels uit kooldioxide bestaan. Dat blijkt uit analyse van het uitgestoten materiaal met de infraroodspectrometer van Deep Impact. Tot nog toe werd aangenomen dat verdampend waterijs de drijvende kracht achter de jets van kometen was. Wetenschappers zijn deze week bijeen bij de universiteit van Maryland om de grote hoeveelheid gegevens te analyseren die de ruimtesonde vorige week heeft verzameld. En die berg wordt nog steeds groter: per dag stuurt Deep Impact ongeveer tweeduizend beelden naar de aarde. In de loop van de komende weken hopen de wetenschappers meer ontdekkingen over de komeet te kunnen presenteren.
Meer informatie:
Primordial Dry Ice Fuels Comet Jets
4 november 2010
De eerste beelden van komeet Hartley 2 die ruimtesonde Deep Impact naar de aarde heeft gezonden, roepen meer vragen op dan dat ze beantwoorden. Dat was de teneur van de persconferentie die NASA-wetenschappers enkele uren na de scheervlucht van de ruimtesonde hielden. Niet alleen is de vorm van de komeet opmerkelijk - je zou hem kunnen omschrijven als een twee kilometer grote pinda - ook de structuur van het oppervlak is bijzonder. Aan de beide uiteinden is het object ruw, maar het middendeel is opmerkelijk egaal. Het lijkt er sterk op dat zich hier fijn materiaal, dat door de komeet zelf is uitgestoten, heeft verzameld. Ook is voor het eerst duidelijk gezien dat niet alleen de door de zon verlichte delen van een komeet stof en (water)damp kunnen uitstoten, maar ook de donkere delen. Geschat wordt dat komeet Hartley bij elke nadering van de zon ruwweg een anderhalve meter dikke laag materie verliest. Dat betekent dat hij bij gelijkblijvende activiteit hooguit nog enkele honderden omlopen van ruim zes jaar voor de boeg heeft. De NASA-onderzoekers verwachten nog jaren bezig te zijn met de verwerking van alle gegevens die Deep Impact heeft verzameld.
Meer informatie:
NASA EPOXI Flyby Reveals New Insights Into Comet Features
Flight of the Comet (video clip)
4 november 2010
Donderdagmiddag rond drie uur Nederlandse tijd scheerde de Amerikaanse ruimtesonde Deep Impact op een afstand van 700 kilometer langs de kern van komeet Hartley 2. De eerste beelden zijn in het uur daarna naar de aarde overgeseind, maar dat uitsluitend opnamen die met de medium resolution-camera zijn gemaakt. Gedetailleerdere beelden worden donderdagavond verwacht. De opnamen tonen een pindavormig object van ongeveer anderhalve kilometer lang. Aan de zonzijde daarvan is duidelijk de invloed van de zonnewarmte te zien: hier blaast de komeet waterdamp en stof de ruimte in. Wordt vervolgd.
Meer informatie:
NASA Mission Successfully Flies by Comet Hartley 2
3 november 2010
Hoewel komeet Hartley 2 zelf geen bijzonder indrukwekkend hemelverschijnsel is, weet hij wel de aandacht te trekken. In de eerste plaats omdat hij de bestemming is van ruimtesonde Deep Impact natuurlijk. Maar ook lijkt het er sterk op dat er opnieuw twee kleine brokstukjes van de komeet in de aardatmosfeer zijn verbrand. Afgelopen nacht is zowel in Californië als in Boston een heldere vuurbol gesignaleerd. Waarschijnlijk zijn de beide heldere meteoren veroorzaakt door twee van de ontelbare gruisdeeltjes die komeet Hartley 2 bij elke nadering van de zon verliest. In dat opzicht onderscheidt hij zich niet van andere kometen zoals Swift-Tuttle en Halley, die ook lange sporen van deeltjes achterlaten en meteorenregens veroorzaken. Astronomen houden er rekening mee dat Hartleys stofspoor ook de komende nachten nog meteoren kan produceren.
Meer informatie:
Did Earth Encounter Pieces Of An Alien Visitor Last Night?
Hartley 2 Spawns Meteor Shower
2 november 2010
Britse wetenschappers die met de Large Hadron Collider (de grote deeltjesversneller van CERN) werken, bereiden een 'mini-oerknal' voor.Later deze week zullen zij atoomkernen van het element lood met enorme snelheid met elkaar in botsing brengen, om de fundamentele deeltjes te kunnen reproduceren die in de eerste fractie van een seconde in het heelal bestonden. Bij de botsingen zullen de hoogste temperaturen en dichtheden optreden die ooit bij een dergelijk experiment zijn opgewekt. Hoewel de piepkleine vuurballetjes die bij de botsingen ontstaan minder dan een biljoenste van een biljoenste van een seconde zullen bestaan, kunnen de temperaturen oplopen tot meer dan tien biljoen graden. Dat is een miljoen keer zo heet als het centrum van de zon. De bereikte temperatuur en druk komen overeen met die tijdens de eerste miljoenste van een seconde na de oerknal. Gewone subatomaire deeltjes, zoals protonen en neutronen, kunnen onder zulke omstandigheden niet bestaan. In plaats daarvan bestond de oermaterie uit een hete, dichte soep van kleinere deeltjes: quarks en gluonen. Door dit quark-gluonenplasma te onderzoeken, hopen de wetenschappers meer te weten te komen over de sterke kernkracht - de natuurkracht die de kernen van atomen bijeenhoudt.
Meer informatie:
Mini Big Bangs: UK Scientists Gear Up For First Lead Particle Collisions At The LHC
Updates CERN
28 oktober 2010
Precies een week voordat de ruimtesonde Deep Impact close-ups van komeet Hartley 2 zal maken, hebben wetenschappers al een tipje van de sluier opgelicht. Opnamen die met de Arecibo Planetary Radar zijn gemaakt, laten een ruim twee kilometer groot, enigszins kegelvormig object zien. De radarbeelden zijn gemaakt vanaf 24 oktober, vier dagen nadat komeet Hartley 2 zijn kleinste afstand tot de aarde bereikte - een slordige 18 miljoen kilometer. Ruimtesonde Deep Impact zal de komeet straks van veel kleinere afstand bekijken (700 kilometer). Het radaronderzoek is bedoeld om een indruk te krijgen van wat de ruimtesonde ongeveer te wachten staat. Nu is al bekend dat de ijskern van de komeet ongeveer 2200 meter lang is en eens in de achttien uur rondwentelt. Daarnaast zijn metingen gedaan van de grootte, snelheid en bewegingsrichting van de deeltjes die de komeet uitstoot. De vluchtleiding van NASA zal deze gegevens gebruiken om Deep Impact zo nodig een laatste koerswijziging te geven.
Meer informatie:
Space Radar Provides a Taste of Comet Hartley 2
Deep Impact/EPOXI
27 oktober 2010
Op 16 oktober verschenen, kort na elkaar, in Canada en het zuiden van de VS twee vuurbollen aan de hemel. Uit analyse van de sporen die deze opvallend heldere meteoren langs de hemel trokken, bleek dat ze zijn veroorzaakt door twee kleine deeltjes uit de ruimte die dezelfde oorsprong lijken te hebben. En dat niet alleen: de baan die zij door de ruimte volgden, vertoont overeenkomsten met die van de komeet Hartley 2, die momenteel aan de nachthemel te zien is. Volgens NASA-wetenschappers zou dat gewoon een kwestie van toeval kunnen zijn. Maar volgens hen bestaat er een kleine kans dat de vuurbollen een vooraankondiging zijn van een op handen zijnde meteorenregen. Deze zou dan worden veroorzaakt door de deeltjes die de komeet de afgelopen duizenden jaren in de ruimte heeft achtergelaten. Als het inderdaad zo ver komt - met de nadruk op 'als' - zou de meteorenzwerm begin november in de uren voor zonsopkomst te zien moeten zijn. De 'vallende sterren' komen in dat geval uit de richting van het sterrenbeeld Zwaan.
Meer informatie:
Scientists Watch for a "Hartley-id" Meteor Shower
21 oktober 2010
Wetenschappers breken zich het hoofd over een verschijnsel dat de ruimtesonde Deep Impact heeft waargenomen bij de komeet Hartley 2. Deep Impact is momenteel onderweg naar dat kleine ijsachtige object, en zal daar op 4 november op een afstand van ongeveer 700 kilometer langs scheren. In de loop van september begon Hartley 2 opeens vijf keer zo veel cyanidegas uit te stoten als voorheen. Normaal gesproken gaan dit soort uitbarstingen gepaard met de uitstoot van aanzienlijke hoeveelheden stof, maar daar is - om onduidelijke redenen - ditmaal geen sprake van. Cyanide is een koolstofhoudende verbinding die vaker bij kometen is waargenomen. Aangenomen wordt dat kometen miljarden jaren geleden belangrijke leveranciers zijn geweest van de koolstofhoudende stoffen die aan de basis staan van het leven op aarde.
Meer informatie:
New Cometary Phenomenon Greets Approaching Spacecraft
5 oktober 2010
Met zowel de Hubble-ruimtetelescoop als de infraroodsatelliet WISE zijn opnamen gemaakt van komeet 103P/Hartley 2. De opnamen zijn bedoeld voor de missie van de ruimtesonde Deep Impact, die begin november op een afstand van slechts 700 kilometer langs de komeet moet scheren. Uit analyse van de Hubble-beelden blijkt dat de kern van de komeet ongeveer anderhalve kilometer groot is, wat in overeenstemming is met eerdere schattingen. Ook is vastgesteld dat de coma, de reusachtige wolk van waterdamp rond de komeetkern, opmerkelijk gelijkvormig is. Het lijkt er op dat er geen specifieke gebieden op de komeetkern zijn waar grote hoeveelheden waterdamp en stof de ruimte in worden geblazen. De verdampingsactiviteit van Hartley 2 lijkt over zijn hele oppervlak verdeeld te zijn. De WISE-opname geeft een goede indruk van de bijna twee miljoen kilometer lange staart die achter de komeet aan sleept. Deze staart bestaat uit de ontelbare stofdeeltjes die de komeet bij nadering van de zon verliest.
Meer informatie:
APL scientists observe comet 103P/Hartley 2 in preparation for DIXI flyby
Icy Visitor from Beyond
Deep Space/EPOXI-missie
23 september 2010
De Europese ruimtemissie Rosetta moet zijn landingsmodule Philae ergens op het zuidelijk halfrond van komeet Churyumov-Gerasimenko afleveren. Dat zeggen wetenschappers die een driedimensionaal computermodel van de komeet hebben gemaakt vandaag op het European Planetary Science Congress in Rome. Ruimtesonde Rosetta zal, na een reis van tien jaar, in mei 2014 op zijn bestemming aankomen en vervolgens in een baan om de slechts enkele kilometers grote komeet gaan draaien. Het is de bedoeling dat Philae in november van dat jaar naar het komeetoppervlak afdaalt om bodemmonsters te nemen en te analyseren. Kometen bestaan uit een poreus mengsel van stof en bevroren gassen, waaronder waterdamp. Bij nadering van de zon beginnen de gassen te verdampen en vormt zich een enorme gaswolk rond de komeet. Volgens de wetenschappers zal in 2014 de meeste verdamping plaatsvinden op het noordelijk deel van de komeet, waardoor het voor Philae veiliger is om op het zuidelijk halfrond te landen. Uit het computermodel blijkt bovendien dat de stofdeeltjes die samen met het verdampende gas vrijkomen, merendeels op de zuidelijke helft van komeet Churyumov-Gerasimenko neerdwarrelen. Daardoor ontstaat een enkele tientallen centimeters dikke stoflaag, die een zachte en stabiele landing mogelijk maakt.
Meer informatie:
Rosetta Should Look South For A Safe Landing Site
23 september 2010
In 2008 ontdekte de Italiaanse mineraloog Vincenzo De Michele via Google Earth een waarschijnlijke inslagkrater in de woestijn van Egypte. Een expeditie naar de plek van het kosmische onheil, die begin dit jaar plaatshad, heeft bevestigd dat de Kamil-krater door een inslag is veroorzaakt. De krater is enkele duizenden jaren geleden ontstaan door het neerploffen van een tien ton wegende ijzermeteoriet met een middellijn van ruwweg anderhalve meter. Het brok ijzer sloeg een 45 meter breed, 16 meter diep gat in het stenige terrein. Door de droge omstandigheden ter plaatse, is de Kamil-krater bijzonder goed bewaard gebleven. In de omgeving van de krater is meer dan duizend kilogram aan metaalfragmenten gevonden, waaronder een brokstuk van 83 kilogram dat mogelijk kort voor de inslag van de meteoriet is afgebroken: het werd namelijk tweehonderd meter verderop gevonden.
Meer informatie:
Egyptian desert expedition confirms spectacular meteorite impact
8 september 2010
Ruim vijf jaar na zijn ontmoeting met komeet Tempel 1 is de Amerikaanse ruimtesonde Deep Impact begonnen met het maken van opnamen van zijn tweede reisdoel: komeet Hartley 2. Daarmee zal hij doorgaan tot na de dichtste nadering van dit kleine, ijsachtige hemellichaam op 4 november. Ditmaal zal er overigens geen projectiel op de komeet worden afgeschoten, zoals eerder bij Tempel 1. De ontmoeting met Hartley 2 is eigenlijk een toegift. Deep Impact heeft zijn bezoek aan Tempel 1 destijds dermate goed doorstaan, dat al snel werd besloten om zijn missie te verlengen. De komende 79 dagen zullen de beide camera's en de spectrometer aan boord van de ruimtesonde vrijwel continu op de komeet gericht zijn. Het onderzoek van Hartley 2 moet meer inzicht geven in de aard van de compacte kern van de komeet. Uit eerder onderzoek is gebleken dat kometen nogal grote onderlinge verschillen vertonen.
Meer informatie:
UMD-Led Team Begins Imaging Comet Hartley 2 with Deep Impact Spacecraft
10 juni 2010
Misschien wel negen van de tien beroemde kometen, zoals Halley en Hale-Bopp, zijn mogelijk immigranten van andere sterren. Dat concludeert een internationaal team van sterrenkundigen uit nieuwe computersimulaties (Science Express, 10 juni).De computersimulaties laten zien dat de zon vroeg in haar bestaan kleine ijsachtige objecten van naburige sterren kan hebben ingevangen. Daarbij wordt ervan uitgegaan dat de zon, zoals eigenlijk alle sterren, is geboren in een stervormingsgebied waarin honderden sterren tegelijk ontstonden. Tussen deze sterren zou een levendige uitwisseling van zogeheten planetesimalen hebben plaatsgebonden - bouwmateriaal uit de materieschijf rond een ster dat door de zwaartekrachtswerking van een al gevormde planeet de ruimte in is geslingerd. Door deze uitwisseling ontstond rond elk van de sterren een uitgestrekte wolk van kometen. Het bewijs voor dit scenario wordt geleverd door de eigenschappen van de uitgestrekte kometenwolk die onze zon omhult. Lang is aangenomen dat het materiaal van deze zogeheten Oortwolk een overblijfsel is van de vorming van ons eigen planetenstelsel. Maar gedetailleerde modelberekeningen laten zien, dat de Oortwolk in dat geval veel minder rijk aan kometen zou moeten zijn dan nu het geval lijkt.
Meer informatie:
Many famous comets originally formed in other solar systems
8 juni 2010
In de uren voor zonsopkomst is de komende weken een komeet te zien. Hoe helder het object gaat worden, is nog onzeker. De opvallend groen gekleurde komeet werd vorig jaar september ontdekt door de Australische sterrenkundige Robert McNaught en draagt ook diens naam. Op het moment van ontdekking was de kosmische ijsbal een uiterst lichtzwak hemelobject, maar daar is de afgelopen weken verandering in gekomen. Hij is nu al te zien met een verrekijker, en als deze ontwikkeling doorzet, zal komeet McNaught over enkele dagen ook met het blote oog waarneembaar zijn. Kometen worden helderder naarmate zij de zon dichter naderen. Dat komt doordat het ijs van de komeet in toenemende mate verdampt en zich een enorme wolk van waterdamp om het kleine hemellichaam vormt, die het zonlicht weerkaatst. Ook kan zich een (soms zeer uitgestrekte) staart ontwikkelen. Komeet McNaught trekt momenteel door het sterrenbeeld Perseus, dat in de loop van de nacht boven de noordoostelijke horizon verrijst. Naar verwachting zal het object tegen het einde van de maand zijn grootste helderheid bereiken. Hij staat dan inmiddels in het sterrenbeeld Voerman.
Meer informatie:
New Comet Visible in Early Morning Sky
Faint Comet in the June Dawn
Zoekkaartje (pdf)
25 mei 2010
Amerikaanse zonnefysici hebben in maart voor het eerst de botsing van een komeet met de zon waargenomen. De laatste 'levensdagen' van het kleine, ijsachtige hemellichaam zijn vastgelegd door de tweeling-satelliet STEREO. En met een zonnetelescoop op de Mauna Loa (Hawaï) was nog net te zien hoe de komeet de hete atmosfeer van de zon in dook. De afgelopen dertien jaar zijn door de zonnesatelliet SOHO een slordige 1600 zonnescheerders - kometen die dicht in de buurt van de zon komen - waargenomen. Maar niet eerder was het gelukt om een komeet tot zo dicht bij het zonsoppervlak te volgen.
Meer informatie:
STEREO, SOHO Spacecraft Catch Comet Diving Into Sun;
15 april 2010
Het zodiakaal schijnsel - een zwakke lichtgloed die vooral vanuit de Tropen soms zichtbaar is aan de avond- of ochtendhemel - wordt veroorzaakt door uiteengevallen kometen. Dat concluderen astronomen David Nesvorny en Peter Jenniskens op basis van computerberekeningen.
Het zwakke zodiakale schijnsel ontstaat doordat zonlicht gereflecteerd wordt door piepkleine stofdeeltjes in het zonnestelsel. Algemeen werd aangenomen dat het hier om planetoïdenstof gaat, afkomstig van botsende steenklompen in de planetoïdengordel tussen de banen van de planeten Mars en Jupiter.
Nesvorny en Jenniskens laten in hun berekeningen echter zien dat planetoïdenstof in een veel dunnere schijf rond de zon cirkelt. De waargenomen dikte van de zodiakale stofschijf kan op die manier dus niet verklaard worden.
In plaats daarvan concluderen ze dat het om komeetstof gaat, afkomstig van kometen die door de getijdenwerking van Jupiter uiteen zijn gerukt, en daarna onder invloed van de zonnewarmte verder uiteenvallen.
Ook de vele micrometeorietjes die in het ijs van Antarctica zijn gevonden, zouden geen planetoïdenstofjes zijn, maar komeetstofjes, aldus de twee onderzoekers.
Meer informatie:
Source of zodiac glow identified
Dit nieuwsbericht is toegevoegd door Govert Schilling - allesoversterrenkunde.nl
13 april 2010
Komeet McNaught, die begin 2007 zeer goed zichtbaar was vanaf het zuidelijk halfrond, was de grootste komeet die ooit is opgemeten. Dat beweert Geraint Jones van University College London op basis van metingen van de Europees-Amerikaanse ruimtesonde Ulysses. Jones presenteert zijn resultaten vandaag op de National Astronomy Meeting 2010 van de Royal Astronomical Society in Glasgow.
Kometen zijn kleine, ijzige hemellichamen in langgerekte banen rond de zon. Door de zonnewarmte verdampen ze langzaam, en ontstaan langgerekte staarten van gas- en stofdeeltjes. De ijzige kern van komeet McNaught was hooguit vijfentwintig kilometer in middellijn, maar uit de Ulysses-metingen blijkt dat de ijle gasstaart minstens 2,25 miljoen kilometer lang was.
Jones en zijn collega's ontdekten echter dat Ulysses er in 2007 achttien dagen voor nodig had om de invloedssfeer van de komeet te doorkruisen - het gebied waar de zonnewind (een stroom van elektrisch geladen deeltjes van de zon) wordt afgebogen en vertraagd door de gasdeeltjes van de komeet. Bij andere kometen, zoals Hyakutake, duurde die passage slechts een dag of twee.
Meer informatie:
The shocking size of Comet McNaught
Dit nieuwsbericht is toegevoegd door Govert Schilling - allesoversterrenkunde.nl
1 april 2010
Het Noord-Amerikaanse continent is dertienduizend jaar geleden getroffen door een regen van komeetbrokstukken. Dat oppert astronoom Bill Napier van de universiteit van Cardiff. In gesteentelagen uit die tijd komen grote hoeveelheden roet voor, waarschijnlijk afkomstig van gigantische bosbranden. Ook zijn er grote concentraties van nanodiamantjes gevonden, die alleen onder extreem hoge druk kunnen ontstaan, en altijd geassocieerd zijn met meteorieten of kometen. Een van de gevolgen van de inslag was een afkoeling van de aarde: gedurende meer dan duizend jaar was de temperatuur een graad of acht lager dan normaal.
Omdat de kosmische 'vingerafdrukken' over een groot gebied zijn verspreid, zijn ze moeilijk te verklaren door één komeet. Die zou dan bovendien een middellijn van vier kilometer gehad moeten hebben, en inslagen van zulke grote hemellichamen zijn dermate zeldzaam dat het onwaarschijnlijk is dat er zo kort geleden een heeft plaatsgevonden. In plaats daarvan komt Napier nu met een model waarin een grote komeet in de binnendelen van het zonnestelsel gedesintegreerd is, waarbij verschillende 'stromen' van brokstukken zijn geproduceerd. Rond 11.000 voor Christus zou de aarde dan door een regen van duizenden kleine brokstukken zijn getroffen. Napiers model is gepubliceerd in Montly Notices of the Royal Astronomical Society.
Meer informatie:
Was a giant comet responsible for a North American catastrophe in 11000 BC?
Dit nieuwsbericht is toegevoegd door Govert Schilling - allesoversterrenkunde.nl
16 maart 2010
Verschillende waarnemers in west- en midden-Nederland hebben dinsdagavond (16 maart) kort na 20 uur een heldere vallende ster gezien. De eerste meldingen bij website Hemelwacht.nl kwamen uit Vlaardingen, Alkmaar, Soest en Amersfoort. Eén waarnemer meldt een meteoor zo helder als volle maan. Een waarnemer uit Castricum meldt helderder dan de planeet Venus (na zon en maan het helderste object aan de hemel). De waarnemer aldaar zag een gele 'kop' en een groenachtige vlammende staart.
Meer informatie:
Hemelwacht.nl
25 februari 2010
Kometen worden tot de oudste, meest maagdelijke hemellichamen in het zonnestelsel gerekend. Maar onderzoek van komeet Wild 2 wijst erop dat deze komeet is 'vervuild' met materiaal dat dichter bij de zon is ontstaan dan het verwachte oermateriaal van een komeet. Dat blijkt uit analyse van de deeltjes van komeet Wild 2, die in 2006 op aarde zijn afgeleverd door de Amerikaanse ruimtesonde Stardust (Science Express, 25 januari). De Stardust-missie was bedoeld om inzicht te krijgen in de oorspronkelijke samenstelling van de ijskoude materie waaruit de planeten zijn ontstaan. De verzamelde deeltjes van komeet Wild 2 bevatten echter insluitsels die rijk zijn aan calcium en aluminium, en die kunnen alleen bij hoge temperaturen - dus dichter bij de zon - zijn gevormd. De aanwezigheid van deze insluitsels, die ruim anderhalf miljoen jaar jonger zijn dan de rest van het komeetmateriaal, wijst erop dat er al heel vroeg materie uit de omgeving van de zon tot ver in het zonnestelsel is doorgedrongen.
Meer informatie:
First measurement of the age of cometary material
18 februari 2010
Ruim een jaar voor zijn aankomst bij komeet Tempel 1, heeft de NASA-ruimtesonde Stardust een geslaagde baanmanoeuvre volbracht die ertoe leidt dat hij ruim acht uur later op zijn bestemming aankomt. Deze kleine vertraging vergroot de kans dat de ruimtesonde interessante opnamen kan maken van het oppervlak van de ongeveer drie kilometer grote kern van de komeet. De verwachte aankomsttijd op 14 februari 2011 is nu 17.42 uur Nederlandse tijd. Het moment waarop Stardust de komeet het dichtst nadert komt nogal nauw. Doordat de komeetkern roteert, worden steeds andere delen van het oppervlak door de zon beschenen. En wetenschappers willen graag dezelfde delen van de komeet zien die in 2005 zijn waargenomen door een andere ruimtesonde: Deep Impact. Dat biedt de mogelijkheid om te onderzoeken hoe snel het oppervlak van een komeet verandert. Tempel 1 is de tweede komeet die Stardust gaat onderzoeken. In 2004 bezocht hij komeet Wild 2, en verzamelde daar ook enkele monsters van, die in 2006 door een kleine capsule op aarde werden afgeleverd.
Meer informatie:
NASA's Stardust Burns for Comet, Less Than a Year Away
21 januari 2010
In de Amerikaanse staat Virginia is met donderend geraas een kleine meteoriet ingeslagen in de behandelkamer van een huisarts. Niemand raakte gewond: er is alleen wat schade aan plafond en vloerbedekking. Bij aankomst brak de meteoriet, die ongeveer zo groot is als een tennisbal en een half pond weegt, in stukken. Volgens een wetenschapper van het Museum of Natural History is het zeker een stuk ruimtesteen. Op de beelden die van de meteoriet zijn gemaakt is duidelijk de donkere smeltkorst te zien die de steen tijdens zijn korte tocht door de aardse dampkring heeft gekregen. Goed gedocumenteerde meteorietinslagen zijn vrij zeldzaam. Voor zover bekend was het (in recente tijden) de vierde meteoriet die in Virginia (bijna drie keer zo groot als Nederland) terechtkwam. Ook in ons land is zeker vier keer een meteoriet neergeploft, voor het laatst in 1990.
Meer informatie:
Lorton Meteorite, The Fourth Observed To Fall In Virginia
Meteorite Smashes Through Roof of Doctor's Office (Video)
Nederlandse meteorieten
31 december 2009
Uit onderzoek van een in 1969 op aarde neergeplofte meteoriet blijkt dat de leeftijd van ons zonnestelsel een beetje lager is dan tot nog toe werd aangenomen. Het verschil is overigens klein: slechts 5 miljoen op de ruwweg 5 miljard jaar (Science Express, 31 december). De ouderdom van het zonnestelsel wordt afgeleid uit radioactieve vervalprocessen zoals die zich in gesteenten afspelen. Met name het verval van twee soorten uranium (238U en 235U) tot twee soorten lood (206Pb en 207Pb) speelt daarbij een cruciale rol. Bij deze dateringsmethode wordt ervan uitgegaan dat de oorspronkelijke verhouding tussen de beide uraniumisotopen voor het hele zonnestelsel gelijk is. Ten onrechte, zoals blijkt uit onderzoek van Greg Brennecka van de Arizona State University. Uit het onderzoek blijkt namelijk dat calcium- en aluminiumrijke insluitsels in de zogeheten Allende-meteoriet verschillende verhoudingen van uraniumisotopen vertonen. De verschillen zijn gering, maar vanuit wetenschappelijk oogpunt toch significant. Een nauwkeurige datering is namelijk van belang voor het in de juiste volgorde plaatsen van de gebeurtenissen in de prille begintijd van het zonnestelsel. Aangenomen wordt dat de variaties in de 238U/235U verhouding worden veroorzaakt door het radioactieve verval van een ander element: curium-247.
Meer informatie:
ASU researchers recalculate age of Solar System
14 december 2009
Onderzoekers van de universiteit van Kansas (VS) hebben een nieuwe methode bedacht om vroegere komeetinslagen op de aarde - of beter gezegd: komeetontploffingen in de aardatmosfeer - op te sporen. Daarbij wordt gezocht naar sporen van nitraten en ammoniak in ijsmonsters die uit dikke, oude ijskappen zijn gehaald. Kometen die op de aarde af komen, slaan doorgaans geen grote kraters in het aardoppervlak. De nogal broze objecten ploffen veelal op grote hoogte in de atmosfeer uiteen en veroorzaken daarbij een enorme drukgolf die een verwoestende uitwerking op het aardoppervlak kan hebben. Daarbij kunnen chemische reacties optreden waarbij zich stikstofverbindingen zoals nitraten en ammoniak vormen, die met neerslag uiteindelijk op het aardoppervlak terechtkomen. In ijskernen die uit het ijs op Groenland zijn geboord, zijn sporen van deze verbindingen gevonden in ijslagen die omstreeks 1908 en 13.000 jaar geleden zijn gevormd. Dat eerste jaartal valt samen met de ontploffing van (waarschijnlijk) een komeet boven het gebied van de Siberische Toengoeska-rivier. De eerdere gebeurtenis zou de oorzaak kunnen zijn geweest van de laatste duidelijke afkoeling van het klimaat op aarde, de zogeheten Jonge Dryas. De onderzoekers hopen door het analyseren van de ijskernen meer inzicht te krijgen in de frequentie waarmee de aarde door kometen wordt getroffen.
Meer informatie:
Kansas scientists probe mysterious possible comet strikes on Earth
11 december 2009
Elk jaar verschijnen er medio december meer vallende sterren dan normaal. Deze meteoren horen bij de Geminiden-meteorenzwerm die in de nacht van zondag op maandag zijn hoogtepunt bereikt. Dit jaar is er 's nachts geen storend maanlicht, waardoor de vallende sterren goed te zien zijn. Bij een heldere donkere hemel verschijnen er tot wel honderd per uur. In de eerste helft van december trekt de aarde door de baan van de uitgedoofde komeet Phaeton. Dan verschijnen er veel meteoren die uit het sterrenbeeld Tweelingen lijken te komen. Deze meteoren heten Geminiden naar de Latijnse naam voor Tweelingen. Geminiden zijn te zien van 7 tot en met 17 december, met het hoogtepunt in de nacht van 13 op 14 december. Dan zijn er bij helder weer vele tientallen meteoren per uur te zien. Dit jaar zijn de omstandigheden van de Geminiden gunstig. Er staat 's nachts namelijk geen maan aan de hemel, waardoor het extra donker is. Ook zwakke meteoren zijn dan goed te zien. De meeste verschijnen na middernacht, maar ook vóór middernacht is het zeker de moeite waard om te kijken. Let wel op de weerberichten!
Meer informatie:
Origineel persbericht (Nederlandstalig)
2 november 2009
Stofjes van komeet Grigg-Skjellerup bevatten miscroscopisch kleine korreltjes materiaal die dateren van ver vóór het ontstaan van het zonnestelsel. Kometen behoren tot de oudste, primitiefste objecten in het zonnestelsel. Algemeen wordt aangenomen dat komeetmateriaal sinds de vorming van de zon en de planeten vrijwel geen veranderingen meer heeft ondergaan, ook al bleek dat niet op te gaan voor stofjes van komeet Wild 2, die enkele jaren geleden verzameld zijn door de Amerikaanse ruimtesonde Stardust.
Onder kometen blijkt echter een grote verscheidenheid te bestaan. Dat blijkt uit onderzoek aan interplanetaire stofdeeltjes die in april 2003 hoog in de stratosfeer van de aarde werden opgepikt door onderzoeksvliegtuigen. De stofjes zijn zo goed als zeker afkomstig van komeet Grigg-Skjellerup: de aarde was dat voorjaar door de extreem ijle staart van de komeet gevlogen.
In de komeetstofjes zijn relatief grote hoeveelheden 'presolar grains' gevonden - kleine korreltjes materiaal met een afwijkende samenstelling. Presolar grains zijn eerder gevonden in meteorieten en in interplanetaire stofdeeltjes, maar in veel geringere hoeveelheden.
De korreltjes zijn ontstaan in het binnenste van een oudere generatie sterren, of tijdens de supernova-explosie van zo'n ster. Pas veel later zijn ze terechtgekomen in de wolk van interstellair materiaal waaruit de zon en de planeten ontstonden.
Onderzoek aan de stofdeeltjes van een zo groot mogelijk aantal kometen biedt sterrenkundigen een beter inzicht in de samenstelling van de wolke waaruit het zonnestelsel is ontstaan, en in de processen die zich in de jeugd van het zonnestelsel afspeelden.
Meer informatie:
'Ultra-Primitive' Particles Found in Comet Dust
Dit nieuwsbericht is toegevoegd door Govert Schilling - allesoversterrenkunde.nl
26 oktober 2009
Nieuwsberichten, foto's en Youtube-filmpjes over een meteorietinslag in Letland zijn fake. Dat wil zeggen: de kuil bestaat echt, en er rookte en brandde van alles op de bodem, maar volgens de Amerikaanse meteorietdeskundige Richard Kowalski gaat het beslist niet om een meteorietinslag. 'We weten allemaal dat meteorieten niet heet zijn wanneer ze op aarde terechtkomen,' aldus Kowalski op een internationale planetoïden-maillijst. De afgelopen jaren duiken steeds meer fake-berichten over kosmische inslagen op.
Youtube-filmpje van de 'meteorietkrater'
AFP-nieuwsbericht over de vermeende inslag (Engelstalig)
Dit nieuwsbericht is toegevoegd door Govert Schilling - allesoversterrenkunde.nl
19 oktober 2009
Op Mars liggen de meteorieten plaatselijk voor het oprapen. Die conclusie mag je wel trekken, nadat het NASA-Marswagentje Opportunity voor de derde keer in evenzovele maanden een meteoriet heeft opgespoord. Net als de voorgaande heeft ook deze een bijnaam gekregen: Mackinac, naar een eiland in de Amerikaanse staat Michigan. De nieuwe meteoriet lijkt qua samenstelling veel op de eerder ontdekte exemplaren. Het zijn zogeheten ijzermeteorieten.
Meer informatie:
Opportunity Discovers Still Another Meteorite!
17 oktober 2009
Op de avond van vrijdag 25 september hoorde Tony Garchinski uit Ontario, Canada, een harde knal. Toen hij de volgende ochtend buitenkwam, zag hij dat de voorruit van de Nissan Pathfinder van zijn moeder een grote barst vertoonde, en op de motorkap lagen wat merkwaardige stenen. Garchinski hield het op vandalisme en deed aangifte bij de politie. Twee weken later hoorde moeder Yvonne Garchinski toevallig dat onderzoekers van de universiteit van West-Ontario in de omgeving op zoek waren naar mogelijke restanten van een meteoriet. Op vrijdag 25 september was namelijk een zeer heldere meteoor (vuurbol) te zien geweest die op video was vastgelegd, zodat zijn baan nauwkeurig kon worden vastgesteld. Toen viel na de meteoriet ook het kwartje: de 'merkwaardige stenen' bleken meteorieten te zijn. Het grootste fragment heeft ongeveer de grootte van een golfbal en weegt 46 gram. Het is overigens niet voor het eerst dat een auto het slachtoffer wordt van een meteorietinslag. In oktober 1992 werd een Chevrolet in de Amerikaanse staat New York door zo'n ruimtesteen getroffen.
Meer informatie:
Recovered meteorite tracked from space
13 oktober 2009
Op de avond van dinsdag 13 oktober, een paar minuten voor 19.00 uur, is vanuit vrijwel heel Nederland een extreem heldere meteoor ('vallende ster') zichtbaar geweest - een zogeheten vuurbol of vuurbal. Het lichtverschijnsel trok in enkele seconden van het zuidwesten naar het noordoosten, en spatte in verschillende brokstukken uiteen. In de omgeving van Groningen zijn ook onweersachtige geluidseffecten gehoord, en trilden de ramen in de sponningen. Ook in België en Duitsland is de vuurbol waargenomen.
Een vuurbol ontstaat wanneer een grote ruimtesteen met hoge snelheid de aardse dampkring binnendringt. Volgens meteorenexpert Koen Miskotte ging het in dit geval om een steen met een middellijn van een centimeter of dertig. Vermoedelijk zijn er geen (grote) meteorieten op aarde neergekomen.
Sterrenkundigen zijn geïnteresseerd in ooggetuigenverslagen en opnamen van de vuurbol, bijvoorbeeld filmopnamen van automatische beveiligingscamera's. Meldingen worden o.a. verzameld door de website hemelwacht.nl.
Dit nieuwsbericht is toegevoegd door Govert Schilling - allesoversterrenkunde.nl
8 oktober 2009
De mini-planetoïde 2008 TC3, die op 7 oktober 2008 boven Noord-Soedan de aardse dampkring binnendrong, had de vorm van een 'tuimelend rozijnenbrood', aldus Tsjechische onderzoekers. Het kleine hemellichaam viel in brokstukken uiteen; een woestijnexpeditie onder leiding van de Nederlandse meteorietendeskundige Peter Jenniskens wist kort na de inslag ca. 300 fragmenten te verzamelen. De Almahata Sitta-meteorieten (genoemd naar de dichtstbijzijnde nederzetting) zijn de eerste die afkomstig zijn van een kosmisch projectiel dat al vóór de inslag in de ruimte is waargenomen.
Uit helderheidsvariaties van de mini-planetoïde, vastgelegd door een ccd-videocamera op een Amerikaanse telescoop, konden de Tsjechische onderzoekers de vorm en de rotatiesnelheid van het kleine hemellichaam afleiden. Uit onderzoek aan de meteorietfragmenten blijkt dat de ruimtesteen tijdens de tocht door de dampkring verhit is geweest tot een temperatuur van 1150 a 1300 graden. Ook blijkt dat de planetoïde tal van grote en kleine mineraalkorrels bevatte.
In de meteorietfragmenten zijn bovendien organische verbindingen aangetroffen, zoals ploycyclische koolwaterstoffen en aminozuren. De resultaten van het onderzoek aan de Almahata Sitta-meteorieten zijn vandaag gepresenteerd tijdens de 41e bijeenkomst van de Division of Planetary Sciences (DPS) van de American Astronomical Society in Fajardo, Puerto Rico.
Meer informatie:
Asteroid 2008 TC3 Revealed
Dit nieuwsbericht is toegevoegd door Govert Schilling - allesoversterrenkunde.nl
16 september 2009
Tijdens de grootste komeetuitbarsting die ooit is waargenomen, schoot de ijzig kern van komeet 17P/Holmes 'mini-komeetjes' de ruimte in met snelheden van zo'n 450 kilometer per uur.
Komeet Holmes is een poreuze bal van ijs en gruis met een middellijn van 3,5 kilometer die elke zes jaar een baan om de zon beschrijft. In het najaar van 2007 werd de zwakke komeet plotseling een miljoen keer zo helder. Zulke komeetuitbarstingen komen wel vaker voor; ze ontstaan doordat onder invloed van de zonnewarmte plotseling veel ijs verdampt, waarna stof- en gasdeeltjes oplichten.
Met de 3,6-meter Canada France Hawaii Telescope op Mauna Kea hebben Amerikaanse sterrenkundigen in november 2007 kleine mini-komeetjes in de gas- en stofwolk rond komeet Holmes ontdekt - fragmenten die met hoge snelheid de ruimte in geblazen werden, mogelijk als gevolg van opgebouwde druk in de bevroren kern. Verrassend genoeg bleef die kern zelf intact bij de mega-uitbarsting.
De ontdekking van de mini-komeetjes wordt vandaag gepresenteerd op het European Planetary Science Congress in Potsdam, Duitsland.
Achtergrondinformatie over de ontdekking
European Planetary Science Congress 2009
Dit nieuwsbericht is toegevoegd door Govert Schilling - allesoversterrenkunde.nl
14 september 2009
Komeet 147P/Kushida-Muramatsu draaide tussen 1949 en 1961 in een baan rond Jupiter. De komeet was in die periode dus tijdelijk een maan van de reuzenplaneet. Dat blijkt uit nauwkeurige positiemetingen van de komeet, waaruit berekend kon worden hoe hij in het verleden door het zonnestelsel bewoog.
Komeet Kushida-Muramatsu behoort tot de zogeheten quasi-Hilda-kometen - een groep hemellichamen die tijdens hun beweging rond de zon tijdelijk in de invloedssfeer van Jupiter terecht kunnen komen. Vermoedelijk behoorde komeet Shoemaker-Levy 9, die in 1994 op Jupiter insloeg, ook tot deze familie, evenals de ongeïdentificeerde komeet die zich afgelopen zomer in de dampkring van de planeet boorde.
Een andere quasi-Hilda-komeet, 111P/Helin-Roman-Crochett, verkeerde tussen 1967 en 1985 al drie keer tijdelijk in de zwaartekrachtsgreep van de reuzenplaneet, en zal tussen 2068 en 2086 opnieuw zes wijde banen rond Jupiter beschrijven, zo blijkt uit nauwkeurige baanberekeningen.
De nieuwe resultaten, die vandaag gepresenteerd worden op het European Planetary Science Congress in Potsdam, Duitsland, doen vermoeden dat er veel vaker kometen met Jupiter in botsing komen dan algemeen is aangenomen.
Meer informatie:
Jupiter captured comet for 12 years in mid-20th century
European Planetary Science Congress 2009
Dit nieuwsbericht is toegevoegd door Govert Schilling - allesoversterrenkunde.nl
17 augustus 2009
NASA-wetenschappers hebben de stof glycine ontdekt in de deeltjes die de ruimtesonde Stardust in 2004 heeft verzameld bij de komeet Wild 2. Glycine is een aminozuur, dat een belangrijke rol speelt bij het leven op aarde. Levende organismen gebruiken het om eiwitten te maken. Het is voor het eerst dat er met zekerheid een aminozuur in een komeet is aangetroffen. De ontdekking onderbouwt de theorie dat een aantal bouwstenen voor het ontstaan van leven in de ruimte zijn gevormd en lang geleden door meteorieten en kometen op aarde zijn afgeleverd. Stardust heeft de door hem verzamelde kometendeeltjes in 2006 op aarde afgeleverd. Sindsdien zijn wetenschappers van over de hele wereld bezig met het analyseren ervan. Het onderzoek kost veel tijd, omdat moet worden uitgesloten dat ontdekte stoffen 'verontreinigingen' van aardse oorsprong zijn.
Meer informatie:
NASA Researchers Make First Discovery of Life's Building Block in Comet
16 augustus 2009
Afgelopen zaterdag (15 augustus) is vanuit Nederland en België rond 22 uur een zeer heldere meteoor te zien geweest. Het object bewoog vrij traag en leek uit de richting van het sterrenbeeld Zwaan te komen. De 'kop' van de vuurbol was groenachtig, de 'staart' oranje. Tijdens de vlucht braken er fragmenten van het grotere object af. Het spectaculaire verschijnsel, waarschijnlijk veroorzaakt door de verbranding van een klein brok gesteente uit de ruimte, duurde naar schatting een seconde of drie. Wie de vuurbol heeft gezien, kan daarvan melding maken bij de website Hemelwacht en de Dutch Meteor Society: koen.miskotte[at]versatel.nl.
Meer informatie:
Vuurbolpagina Hemelwacht
30 juli 2009
Volgens Amerikaanse onderzoekers komen veel langperiodieke kometen (kometen met een omlooptijd van meer dan 200 jaar) ergens anders vandaan dan werd gedacht (Science Express, 30 juni). Tot nog toe gingen de meeste wetenschappers ervan uit dat zulke kometen afkomstig moeten zijn uit het buitenste gedeelte van de zogeheten Oortwolk - een verzameling van vele miljarden ijsachtige objecten die ons planetenstelsel omhult. In dat verre buitengebied zouden zwaartekrachtsverstoringen door bijvoorbeeld passerende sterren ertoe leiden dat een aantal van die objecten naar het binnenste deel van het zonnestelsel toe spiraalt. Alleen deze kometen zouden langs de onzichtbare zwaartekrachtsbarrière kunnen komen die de grote buitenplaneten Saturnus en Jupiter opwerpen. Maar uit de nieuwe computersimulaties blijkt dat ook objecten uit het binnenste deel van de Oortwolk langs de beide planetaire uitsmijters kunnen glippen. Sterker nog: minstens de helft van de ruim 3000 langperiodieke kometen die enigszins in de buurt van de aarde komen, is niet uit het (veel legere) buitenste deel van de Oortwolk afkomstig. En dat maakt het onwaarschijnlijk dat kometen een belangrijke oorzaak zijn van de massa-uitstervingen, waar het leven op aarde zo eens in de 100 miljoen jaar onder te lijden heeft. Uit de simulaties blijkt namelijk dat zelfs bij de hevigste verstoring door een passerende ster slechts twee of drie kometen uit de binnenste Oortwolk de aarde kunnen treffen.
Meer informatie:
Crashing comets not likely the cause of Earth's mass extinctions
24 juni 2009
De geheimzinnige ontploffing die in 1908 het Toengoeska-gebied in Siberië trof, is bijna zeker veroorzaakt door een komeet die de aardatmosfeer binnenkwam en op grote hoogte ontplofte. Dat zeggen wetenschappers van Cornell University op basis van onderzoek van... de uitlaatgassen van spaceshuttles. Het verband tussen de twee is een verschijnsel dat in ons land de laatste weken vaak te zien is: lichtende nachtwolken. Lichtende nachtwolken zijn de hoogste wolken in de aardatmosfeer. Ze ontstaan in de omgeving van de polen op een hoogte van ongeveer 90 kilometer, waar de temperatuur ongeveer 117 graden onder nul is. Volgens de Amerikaanse onderzoekers moet in 1908 heel veel waterdamp hoog in de atmosfeer zijn terechtgekomen. Dat zou blijken uit de lichtende nachtwolken die een dag later tot op grote afstand zijn waargenomen. Hetzelfde is (op veel kleinere schaal) te zien na lanceringen van spaceshuttles, die ongeveer 300 ton waterdamp hoog in de atmosfeer brengen. De daaruit gevormde waterdeeltjes trekken noord- en zuidwaarts en vormen uiteindelijk lichtende nachtwolken. Dat laatste gebeurt geleidelijk, wat een belangrijk verschil is met de Toengoeska-gebeurtenis. De onderzoekers denken daar echter een verklaring voor te hebben: de waterdamp zou zich destijds zo snel hebben kunnen verspreiden dankzij de extreme turbulenties die in de atmosfeer optraden bij de binnenkomst van de komeet.
Meer informatie:
Back To The Future: Space Shuttle Shows How 1908 Tunguska Explosion Was Caused By A Comet
28 april 2009
Kometen vormen een belangrijke bron van edelgassen in de aardse dampkring, zoals argon, krypton en xenon. Dat concludeert Akiva Bar-Nun van Tel Aviv University op basis van laboratoriumonderzoek. Edelgassen gaan geen reacties aan met andere elementen. Ze komen ook in meteorieten voor - de fundamentele bouwstenen van planeten zoals de aarde. De relatieve hoeveelheden argon, krypton en xenon in de aardse dampkring wijkt echter af van die in meteorieten. TIjdens of kort na de vorming van de aarde moet er dus nog een andere bron van edelgassen zijn geweest. Door het gedrag en de chemische samenstelling van komeetijs in een laboratorium te simuleren, heeft Bar-Nun ontdekt dat kometen daar de meest waarschijnlijke kandidaat voor zijn. Dat betekent tevens dat kometen de belangrijke ingrediënten voor de vorming van leven op aarde hebben aangeleverd.
Meer informatie:
We Owe It All to Comets
Dit nieuwsbericht is toegevoegd door Govert Schilling - allesoversterrenkunde.nl
21 april 2009
Met behulp van een NASA-vliegtuig zijn microscopisch kleine stofdeeltjes uit de bovenste lagen van de aardse dampkring opgepikt die dateren van vóór de vorming van het zonnestelsel. Volgens een team van Amerikaanse, Britse en Duitse onderzoekers gaat het om echt 'sterrenstof', deels ontstaan in de nasleep van een supernova-explosie. Uit zulke kleine interstellaire stofdeeltjes zijn de planeten in ons zonnestelsel samengeklonterd. De primitieve stofjes kunnen op aarde en op de andere planeten echter niet meer in hun oorspronkelijke toestand worden teruggevonden. In kometen, die sinds de vorming van het zonnestelsel nauwelijks van structuur en samenstelling zijn veranderd, worden ze echter nog wél aangetroffen. In april 2003 kruiste de aarde de baan van komeet Grigg-Skjellerup, en dwarrelden er microscopisch kleine komeetstofjes neer in de bovenste lagen van de dampkring. Onderzoek aan de opgevangen stofjes, met afmetingen van slechts een paar micrometer, toont overduidelijk aan dat het hier om deeltjes gaat die ouder zijn dan het zonnestelsel. De structuur en samenstelling van sommige stofjes komt zelfs goed overeen met wat je verwacht van deeltjes die gecondenseerd zijn in de afkoelende overblijfselen van een supernova-explosie. Gedetailleerd onderzoek aan dit soort primitieve stofdeeltjes levert informatie op over de ontstaansgeschiedenis van ons eigen zonnestelsel.
Meer informatie:
Primitive dust samples provide pre-solar time-capsules
Dit nieuwsbericht is toegevoegd door Govert Schilling - allesoversterrenkunde.nl
25 maart 2009
Een intensieve zoektocht in de Nubische woestijn in Soedan heeft geleid tot de vondst van enkele tientallen meteorieten, afkomstig van een kleine planetoïde die in oktober 2008 in de aardse dampkring explodeerde. De vier meter grote mini-planetoïde, 2008 TC3 geheten, werd op 6 oktober ontdekt, twintig uur voordat hij met hoge snelheid de aardse dampkring binnendrong, in Noord-Soedan. Het was voor het eerst dat sterrenkundigen een kosmische inslag vooraf zagen aankomen. De Nederlandse meteorietenexpert Peter Jenniskens, verbonden aan het SETI-instituut in Californië, zette samen met de Soedanese natuurkundige Muawia Shaddad een zoektocht naar mogelijke restanten op touw. Die leidde tot de vondst van in totaal 47 meteroieten met een totaal gewicht van vier kilogram. De grootste meteoriet heeft een middellijn van ongeveer tien centimeter. Onderzoek aan de meteorieten wijst uit dat ze uit zeldzaam anomaal ureiliet bestaan, een zeer poreus en koolstofrijk materiaal dat nooit eerder in meteorieten is aangetroffen. Omdat 2008 TC3 een planetoïde uit de zogeheten F-klasse is, kon nu voor het eerst een relatie gelegd worden tussen deze planetoïdenklasse en het poreuze ureiliet. Ook was het voor het eerst mogelijk de herkomst van het meteorietmateriaal zeer nauwkeurig te traceren, omdat de baan van de mini-planetoïde vóór de inslag nauwkeurig is bepaald. Er zijn aanwijzingen dat 2008 TC3 een brokstuk is van de grotere F-klasse planetoïde 1998 KU2. De resultaten van het meteorietonderzoek zijn deze week gepubliceerd in Nature.
Persbericht Carnegie Institution for Science
Persbericht Sandia National Laboratories
Persbericht STFC
Dit nieuwsbericht is toegevoegd door Govert Schilling - allesoversterrenkunde.nl
17 maart 2009
NASA-wetenschappers hebben een nieuwe aanwijzing gevonden dat de bouwstenen van het leven op aarde uit de ruimte afkomstig zijn. Dat leven is gebaseerd op een twintigtal zogeheten aminozuren. Deze organische verbindingen kennen twee verschijningsvormen die elkaars spiegelbeeld zijn. In beginsel zijn zowel 'linksdraaiende' als 'rechtsdraaiende' aminozuren in staat om grotere moleculen, zoals eiwitten, te vormen, maar een mengsel van de twee leidt tot niets. Op aarde heeft het leven om 'gekozen' voor de linksdraaiende variant. Maar waarom eigenlijk? Uit onderzoek van monsters van koolstofchondrieten, meteorieten die rijk zijn aan aminozuren, blijkt nu dat deze meer linksdraaiende dan rechtsdraaiende aminozuren bevatten. Bovendien is vastgesteld dat meteorieten die meer water bevatten ook een groter overschot aan linksdraaiende aminozuren hebben. De keuze voor 'linksdraaiendheid' lijkt dus met de aanwezigheid van water te maken te hebben. Als er ooit leven elders in het zonnestelsel wordt aangetroffen, en meteorieten inderdaad de bron ervan vormen, lijkt de kans groot dat ook dat leven op linksdraaiende aminozuren gebaseerd is.
Meer informatie:
NASA Scientists Find Clues to a Secret of Life
14 maart 2009
Op 17 januari jl. trok een flink brok ruimtegesteente een gloeiend spoor door de aardatmosfeer. De vuurbol zorgde voor een kortstondig lichtspektakel, dat vanuit grote delen van Nederland, het noorden van Duitsland en Scandinavië te zien was en zelfs op video werd vastgelegd. Het heeft er alle schijn van dat er kleine brokstukken van het oorspronkelijke object de aarde hebben bereikt. De Duitse 'meteorietenjager' Thomas Grau heeft op het Deense eiland Lolland namelijk een aantal meteorieten gevonden. Het zou gaan om koolstofchondrieten: een betrekkelijk zeldzame meteorietsoort, die rijk is aan organische verbindingen.
Meer informatie:
Deutscher findet Meteoritenstücke auf dänischer Insel (Duitstalig)
Meteorit-jæger jubler efter sjældent fund (Deenstalig)
24 februari 2009
Komeet Lulin, die in juli 2007 in Taiwan werd ontdekt, bereikt vandaag zijn kleinste afstand tot de aarde: 61 miljoen kilometer. De 'groene komeet' (officieel C/2007 N3 geheten) is vanaf een donkere waarnemingsplaats nét met het blote oog zichtbaar, als je precies weet waar je moet kijken. Het is niet uitgesloten dat de komeet de komende dagen nog wat helderder wordt. Hij beweegt deze week door het zuidelijk deel van het sterrenbeeld Leeuw, ongeveer tussen de heldere planeet Saturnus en de ster Regulus. Met een verrekijker moet het wazige, bleekgroene lichtvlekje zeker zichtbaar zijn, en is misschien ook iets te zien van de dubbele staart van de komeet.
Recente informatie over komeet Lulin op de website van Sky & Telescope
Zoekkaartje voor komeet Lulin
Dit nieuwsbericht is toegevoegd door Govert Schilling - allesoversterrenkunde.nl
20 februari 2009
Sterrenkundigen hebben met de satelliet Swift gekeken naar de komeet Lulin, die op 24 februari zijn 'kleinste' afstand tot de aarde bereikt - altijd nog een kilometer of 60 miljoen. De komeet, die met enige moeite met het blote oog waarneembaar is, vertoont een behoorlijke activiteit. Door de toenemende opwarming van zijn ijzige oppervlak komt er steeds meer waterdamp, gas en stof vrij. Dat maakt de komeet tot een ideaal doelwit voor onderzoek op ultraviolette en röntgengolflengten. Uit de Swift-waarnemingen blijkt dat Lulin momenteel ongeveer 3 kubieke meter water per seconde - een Olympisch zwembad per kwartier. Onder invloed van de ultraviolette straling van de zon wordt de waterdamp afgebroken tot afzonderlijke waterstofatomen en hydroxylmoleculen, waarvan de laatste uiteindelijk weer in zuurstof- en waterstofatomen worden gescheiden. Deze moleculen zijn overigens niet de oorzaak van de opvallend groene kleur van komeet Lulin. Die wordt veroorzaakt door de aanwezige cyanide- en tweeatomige koolstofmoleculen.
Meer informatie:
University of Leicester scientists probe green comet
NASA's Swift Spies Comet Lulin
Opzoekkaartjes komeet Lulin
20 februari 2009
Kort nadat wetenschappers meldden dat ze brokstukken hadden gevonden van de mini-planetoïde die een vuurbol boven Sudan veroorzaakte, is het opnieuw raak. Op 15 februari was ook boven Texas een heldere meteoor te zien. Onderzoekers van de universiteit van Noord-Texas hebben al vier dagen later enkele kleine meteorieten van deze vuurbol gevonden. Aanvankelijk werd nog de mogelijkheid opengelaten dat de meteoor was veroorzaakt door een brokstuk van een van de satelliet die onlangs met elkaar in botsing kwamen. Maar het traject dat de vuurbol volgde was daarmee niet in overeenstemming. De vondst van de meteorieten - ongeveer ter grootte van pecannoten - heeft aan deze onzekerheid een einde gemaakt.
Meer informatie:
UNT astronomers find, study fragments of Feb. 15 meteor;
19 februari 2009
Op 7 oktober vorig jaar ontplofte, ongeveer 37 kilometer boven Sudan, een kleine planetoïde in de aardatmosfeer. Het slechts enkele meters grote kosmische rotsblok, 2008 TC3 geheten, was minder dan een dag eerder ontdekt. Het object veroorzaakte een vuurbol die vanuit de verte werd waargenomen door de bemanning van een KLM passagiersvliegtuig en verscheidene satellieten, waaronder de weersatelliet Meteosat-8. Een team van 'meteorietenjagers', onder wie studenten van de universiteit van Khartoum en de Nederlander Peter Jenniskens van het SETI-instituut in Californië, heeft na lang zoeken een flink aantal brokstukjes van 2008 TC3 gevonden. Vuurbolverschijningen zijn niet echt zeldzaam, maar dat er naderhand meteorieten worden gevonden wél. Dat is tot nog toe slechts een keer of tien gelukt.
Meer informatie:
Found: Pieces of space rock once seen heading for Earth
13 februari 2009
De extreem heldere vuurbol die afgelopen zomer boven Spanje en Portugal zichtbaar was, is mogelijk veroorzaakt door een klein brokstuk van komeet Metcalf. Dat schrijven sterrenkundigen in een artikel in Monthly Notices of the Royal Astronomical Society. De vuurbol, die 150 keer zo helder was als de volle maan, verscheen op 11 juli 2008, om 23.18 uur Nederlandse tijd. Uit foto's van het lichtverschijnsel is berekend dat hij op 98 kilometer hoogte begon op te lichten, en op ca. 21 kilometer hoogte uitdoofde. Vermoedelijk was er sprake van een rotsblok met een middellijn van ongeveer één meter en een massa van iets minder dan twee ton, aldus de astronomen. Uit de foto's kon ook de baan van het rotsblok door het zonnestelsel worden berekend. Die vertoont veel overeenkomsten met de banen van de zogeheten Omicron Draconiden - een onopvallende meteorenzwerm die geassocieerd is met komeet Metcalf, die in 1920 in brokstukken uiteenviel. De Spaanse vuurbol is dus waarschijnlijk veroorzaakt door een rotsblok dat uit de kern van die komeet afkomstig is. Misschien zijn er brokstukken van het projectiel op aarde terechtgekomen. Als die teruggevonden worden, hebben sterrenkundigen dus monsters uit het inwendige van een komeet in handen.
Meer informatie:
How a cometary boulder lit up the Spanish sky
Dit nieuwsbericht is toegevoegd door Govert Schilling - allesoversterrenkunde.nl
4 februari 2009
In juli 2007 werd op een opname die vanaf de Lulin-sterrenwacht in Taiwan was gemaakt, een nieuwe komeet ontdekt. De komeet bevond zich toen nog heel ver weg, maar is inmiddels aangekomen in de binnenste regionen van ons zonnestelsel. Op 24 februari bereikt komeet Lulin, die een opvallend groene kleur vertoont, zijn kleinste afstand tot de aarde, die overigens altijd nog 60 miljoen kilometer bedraagt. De komeet staat dan vlak bij de planeet Saturnus aan de hemel en is daardoor vrijwel de gehele avond en nacht waarneembaar. Het is nog onzeker hoe helder hij wordt, maar het lijkt erop dat Lulin onder donkere omstandigheden (net) met het blote oog te zien zal zijn - met een verrekijker in elk geval. De onzekere factor is het gedrag van de komeet zelf. Het is namelijk voor het eerst dat deze klomp ijs en gesteente zo dicht in de buurt van de zon komt. En het is afwachten welke invloed de zonnewarmte op het kleine hemellichaam zal hebben.
Meer informatie:
Green Comet Approaches Earth
Komeet Lulin in de laatste week van februari
18 januari 2009
Zaterdagavond is om 20.10 uur een zeer heldere vuurbol aan de Nederlandse hemel verschenen. Het lichtspektakel was vooral vanuit het noordoosten goed te zien. De duidelijk groen getinte meteoor trok een enkele seconden durend spoor langs de noordoostelijke hemel. Behalve uit de provincies Groningen en Friesland zijn er ook meldingen gekomen uit onder meer Zeeland, Duitsland en het zuiden van Zweden, waar de vuurbol zelfs op video is vastgelegd. Een vuurbol ontstaat als een flink brokstuk uit de ruimte in de aardatmosfeer verbrandt. Soms belanden daarbij kleinere fragmenten als meteorieten op aarde. Als dat in dit geval ook is gebeurd, zijn deze waarschijnlijk ten noorden van Duitsland in zee geplonsd. Wie een vuurbol heeft gezien, kan daarvan melding maken bij de website Hemelwacht en de Dutch Meteor Society: koen.miskotte[at]versatel.nl.
Meer informatie:
Vuurbolpagina Hemelwacht
29 december 2008
De ruimtesonde Epoxi vloog op 29 december op 43.000 kilometer afstand langs de aarde. Daarbij is de baan van de komeetverkenner zodanig afgebogen dat hij nu op koers ligt voor een ontmoeting met komeet Hartley 2 op 4 november 2010. Epoxi is de nieuwe naam van Deep Impact - de NASA-sonde die op 4 juli 2005 een projectiel afschoot op de kern van komeet Tempel 1. Na het succesvolle onderzoek aan Tempel 1 kreeg de ruimtesonde twee nieuwe taken: het zoeken naar exoplaneten door middel van de overgangstechniek (Extrasolar Planet Observations and Characterization) en onderzoek aan een nieuwe komeetm Hartley 2 (Deep Impact eXtended Investigation). Uit de twee acroniemen is de naam Epoxi samengesteld.
Meer informatie:
Epoxi Spacecraft Soars Past Home
Epoxi-missie
Dit nieuwsbericht is toegevoegd door Govert Schilling - allesoversterrenkunde.nl
12 december 2008
Al tientallen jaren breken wetenschappers zich het hoofd over de minuscule diamantstofjes die zij in sommige meteorieten hebben aangetroffen. Ongeveer drie procent van alle koolstof in die ruimtestenen bestaat uit diamant. En dat zou betekenen dat ook de interstellaire gas- en stofwolken waaruit meteorieten ontstaan rijk aan diamantstof moeten zijn. Zo heel gek is dat niet, want aangenomen wordt dat de 'nanodiamantjes' ontstaan bij supernova-explosies - de ontploffingen van zware sterren, waarbij grote hoeveelheden zware elementen de ruimte in worden geblazen. Maar wat wél heel gek is, is dat zulk stof tot nog toe alleen is waargenomen in de stofschijven rond een drietal jonge sterren, en dan ook nog alleen in de onmiddellijke nabijheid van die sterren. Onderzoekers van het Max-Planck-Instituut voor Astronomie denken dit nu te kunnen verklaren: de diamantjes zijn wel degelijk overal aanwezig, maar zitten normaal gesproken nog in hun 'verpakking'. Ze ontstaan in zogeheten koolstofuien: bolletjes grafiet die bij hoge temperatuur en met hoge snelheid bij een supernova-explosie de ruimte in zijn geblazen. Dat in zulke koolstofuien nanodiamantjes kunnen ontstaan, bleek in 1996 bij onderzoek door het Max-Planck-Instituut voor Metaalonderzoek. Alleen onder bijzondere omstandigheden, bijvoorbeeld in de buurt van een hete ster, zou de grafietverpakking van de diamantjes door straling worden weggevreten.
Meer informatie:
Cosmic diamonds may be hidden in 'carbon onions'
11 december 2008
Ons zonnestelsel is gehuld in een reusachtige wolk van kometen: de Oortwolk. Miljarden ijzige komeetkernen draaien daar, op veilige afstand, in trage banen om de zon. Dat er af en toe kometen onze kant opkomen, duidt erop dat de rust in de Oortwolk soms wordt verstoord. Maar hoe omvangrijk en frequent zijn die verstoringen? Toen Jan Hendrik Oort in de jaren vijftig de theorie van de kometenwolk bedacht, ontstond het idee dat de (relatief) nabije passage van een ster ertoe zou kunnen leiden dat het bij ons vele miljoenen jaren later 'kometen regent'. Maar nieuwe computerberekeningen laten zien dat het waarschijnlijk voortdurend kometen regent: daar zorgen de getijkrachten van ons Melkwegstelsel wel voor. Bij haar beweging om het galactisch centrum gaat de zon voortdurend op en neer door het melkwegvlak. De getijkrachten die daardoor ontstaan, vormen een voortdurende bron van verstoringen voor de Oortwolk. Kometen die in niet al te stabiele banen bewegen, kunnen daardoor net het zetje krijgen dat ze nodig hebben om richting zon te duiken. Maar op een gegeven moment zouden alle kometen in instabiele banen dan 'op' moeten zijn. En daar komen de sterpassages dan weer van pas: deze brengen de Oortwolk zodanig in beroering, dat er een nieuwe voorraad kometen-in-instabiele-banen ontstaat. De getijkrachten van het Melkwegstelsel doen de rest.
Meer informatie:
Constant Comet Threat
7 december 2008
Bij de hoge temperatuur en druk die optreden bij de inslag van een (grote) meteoriet kunnen complexe organische verbindingen ontstaan. Dat schrijven onderzoekers van de Tohoku-universiteit in Sendai, Japan (Nature Geoscience, 7 december). Tot nog toe ging alle aandacht uit naar het vernietigende aspect van zo'n inslag. Maar volgens de onderzoekers hebben meteorietinslagen in water ook gunstige uitwerkingen. Bij experimenten hebben zij kleine capsules gevuld met mengsels van koolstof, ijzer en nikkel - de bestanddelen van meteorieten - én water, ammoniak en stikstof - bestanddelen die in de oceanen en atmosfeer van de jonge aarde aanwezig waren - afgeschoten op een hard doelwit. Daarbij kwam de vulling van de capsules gedurende zeer korte tijd bloot te staan aan temperaturen van tegen de 4700 graden en een druk van 60.000 atmosfeer. Na elke test werd de inhoud van de capsules geanalyseerd, en in twee van de vijf gevallen bleken daarbij vetzuren (organische verbindingen die in celwanden voorkomen) en amines (ingrediënten van aminozuren) te zijn ontstaan. In één geval werden zelfs complete aminozuren (glycine) aangetroffen. Wetenschappers schatten dat er tussen 4,4 en 3,8 miljard jaar geleden ongeveer 4 miljard miljard ton aan meteorieten op aarde is terechtgekomen. Hoewel deze gemiddeld slechts ongeveer 0,1 procent koolstof zullen hebben bevat, zou bij de inslagen zeker honderd miljard ton aan organische bouwstoffen kunnen zijn ontstaan.
Meer informatie:
Meteorites Could Have Thickened Primordial Soup;
4 december 2008
Sterrenkundigen van NASA en het California Institute of Technology voorspellen dat er op 17 november 2009 rond 22.40 uur Nederlandse tijd een spectaculaire meteorenregen zichtbaar zal zijn. Het gaat om de zogeheten Leoniden-zwerm, die ook in 1999 en 2001 een groot aantal zeer heldere meteoren ('vallende sterren') produceerde. De stof- en gruisdeeltjes in de zwerm zijn afkomstig van komeet Tempel-Tuttle, die in het verleden verschillende stofslierten de ruimte in heeft geblazen. Twee weken geleden, op 17 november 2008, bewoog de aarde door zo'n stofspoor dat al uit 1466 dateert; gedurende een paar uur werden ongeveer honderd meteoren per uur waargenomen. Jeremie Vaubaillon van Caltech had deze meteorenpiek tot op een uur nauwkeurig voorspeld. Volgens zijn berekeningen beweegt de aarde volgend jaar opnieuw door hetzelfde stofspoor, maar dan veel dichter langs het centrale deel. Naar verwachting zullen er op 17 november 2009 gedurende enkele uren minstens vijfhonderd 'vallende sterren' per uur zichtbaar zijn.
Meer informatie:
Return of the Leonids
Dit nieuwsbericht is toegevoegd door Govert Schilling - allesoversterrenkunde.nl
3 december 2008
NASA's gammaflits-satelliet Swift blijkt ook uitstekend dienst te doen als kometenobservatorium. Swift werd in 2004 gelanceerd als eerste kunstmaan die speciaal ontworpen is voor onderzoek aan gammaflitsen - catastrofale explosies van extreem zware sterren. Vier jaar geleden deed Swift zijn eerste röntgenmetingen; de satelliet is inmiddels al twee jaar langer in bedrijf dan oorspronkelijk gepland. Swift heeft behalve een kleine vierhonderd gammaflitsen echter ook zes kometen bestudeerd. De ultraviolettelescoop van de kunstmaan heeft onderzoek gedaan aan de samenstelling van komeetgas, onder andere van fragment C van de uiteengevallen komeet Schwassmann-Wachmann 3, terwijl de röntgentelescoop van Swift op komeet Holmes werd gericht tijdens een uitbarsting. Röntgenstraling van kometen is in 1996 voor het eerst ontdekt door de Duitse Rosat-kunstmaan; de röntgenstraling ontstaat wanneer geladen ionen in de zonnewind elektronen oppikken van de neutrale atomen in de ijle dampkring van de komeet. Overigens bleek de röntgenstraling van Holmes te zwak te zijn voor Swift.
Meer informatie:
NASA's Swift Looks to Comets for a Cool View
Swift
Dit nieuwsbericht is toegevoegd door Govert Schilling - allesoversterrenkunde.nl;
2 december 2008
Komeet 96P/Machholz 1 is mogelijk afkomstig van een andere ster. Dat schrijft komeetonderzoeker David Schleicher van de Lowell-sterrenwacht in een artikel in het novembernummer van The Astronomical Journal. Maccholz 1 werd in 1986 ontdekt. Hij beschrijft een langgerekte baan met een omlooptijd van iets meer dan vijf jaar die hem tot binnen de baan van de planeet Mercurius brengt. Schleicher heeft van honderdvijftig kometen de chemische samenstelling bepaald. Van sommige kometen was al bekend dat ze relatief arm zijn aan koolstofketens. Dat geldt in zeer sterke mate ook voor Machholz 1, maar daarnaast blijkt de komeet ruim zeventig keer minder cyanogeen (CN) te bevatten dan andere kometen. Een van de mogelijke verklaringen voor de afwijkende samenstelling is dat de komeet niet in ons eigen zonnestelsel is ontstaan, maar afkomstig is van een andere ster. De gas- en stofschijf rond die andere ster zou dan een afwijkende samenstelling hebben gehad. In principe is het ook denkbaar dat het extreem lage CN-gehalte veroorzaakt is doordat Machholz 1 regelmatig dicht bij de zon komt. Schleicher benadrukt echter dat de enige andere komeet met een relatief laag CN-gehalte nooit zo sterk wordt verhit.
Meer informatie:
Lowell Observatory Astronomer Confirms New Class of Comets
Dit nieuwsbericht is toegevoegd door Govert Schilling - allesoversterrenkunde.nl
25 november 2008
Canada is op donderdagavond 20 november opgeschrikt door een extreem heldere vuurbol - een 'vallende ster' die vele malen helderder was dan de Volle Maan. Het lichtverschijnsel duurde ongeveer vijf seconden, eindigde met zwaar gerommel, is waargenomen door tienduizenden ooggetuigen, en werd vastgelegd door talloze beveiligingscamera's. Alan Hildebrand van de Universiteit van Calgary en zijn collega's hebben uit de talloze waarnemingen inmiddels afgeleid dat er een rotsachtig brokstuk van een planetoïde met een massa van tien ton in de aardse dampkring terecht moet zijn gekomen. In het westen van Saskatchewan zouden honderden meteorieten van vijftig gram of zwaarder neergekomen kunnen zijn. Ook geoloog Chris Herd van de Universiteit van Alberta is in de ban van kosmische projectielen. De ontdekking van een tot nu toe onbekende meteorietkrater zo'n 200 kilometer ten westen van Edmonton werd door Herd aangegrepen om software te ontwikkelen waarmee meteorietkraters in beboste gebieden gemakkelijker te ontdekken zijn op luchtfoto's. Herd verwacht op deze manier talloze nieuwe kraters te kunnen vinden, waarmee de ideeën over de inslagfrequentie op aarde, zowel in het verleden als in de toekomst, mogelijk op losse schroeven komen te staan.
Nieuwsbericht University of Calgary (Engelstalig)
Dit nieuwsbericht is toegevoegd door Govert Schilling - allesoversterrenkunde.nl
10 november 2008
NASA-astronomen hebben bij Huntsville, Alabama (VS), een onderzoeksstation opgezet dat 's nachts uitkijkt naar onverwachte meteorenactiviteit. Al binnen twee maanden heeft dat een verrassend resultaat opgeleverd: forse activiteit van een nogal obscure meteorenzwerm. De opleving van de zwerm, waarvan de radiant in het sterrenbeeld Perseus ligt, werd geregistreerd in de late nachtelijke uren van 9 september. In korte tijd verschenen daarbij enkele tientallen vuurbollen (meteoren helderder dan Venus). Ook in voorgaande jaren zijn die datum wel eens meteoren gezien, maar zo talrijk als dit jaar waren deze 'september-Perseïden' nog nooit. Waarschijnlijk is de aarde dit jaar door een tamelijk dicht stofspoor van een nog onbekende komeet getrokken. Of dat de komende jaren vaker zal gebeuren, is nog de vraag.
Meer informatie:
NASA Begins Hunt for New Meteor Showers
30 oktober 2008
Onderzoek van enkele bijzondere meteorieten heeft nieuwe aanwijzingen opgeleverd over het ontstaan van de planeten van ons zonnestelsel. De oude ruimtestenen hebben informatie daarover als een soort harde schijven opgeslagen in hun eigen magnetische velden (Science, 30 oktober). Een en ander blijkt uit bestudering van drie zogeheten angrieten, een zeldzaam soort steenmeteorieten, door wetenschappers van het Massachusetts Institute of Technology. Uit dat onderzoek blijkt dat tijdens de vorming van het zonnestelsel, toen stof en puin in de schijf rond de jonge zon tot steeds grotere brokstukken samenklonterden, zelfs de kleine voorlopers van de planeten - de ruim honderd kilometer grote planetesimalen - groot genoeg waren om helemaal te smelten. Door dat smeltproces trad een scheiding op van zware materialen zoals ijzer, die naar de kern zakten, en lichtere materialen zoals silicaten, die uiteindelijk de korst zouden vormen. Stromingen in het vloeibare ijzer in de kern zorgden voor een dynamo-effect dat een krachtig magnetisch veld deed ontstaan, net zoals dat ook nu nog bij de aarde gebeurt. Restanten van dat magnetische veld zijn terug te vinden in brokstukken van die planetesimalen: de eerder genoemde angrieten. Tot voor kort gingen wetenschappers er nog van uit dat planetesimalen vaste, homogene hemellichamen waren. En dat maakte het lastig om te verklaren hoe meteorieten magnetisch konden zijn.
Meer informatie:
MIT researchers find clues to planets' birth
13 oktober 2008
Uit radarwaarnemingen met de 300-meter radiotelescoop op Arecibo blijkt dat de kern van de periodieke komeet Tuttle uit twee stukken bestaat, die elkaar raken. Het is voor het eerst dat zo'n dubbele komeetkern is waargenomen; eerder zijn wel vergelijkbare dubbelplanetoïden ontdekt. De twee stukken die de kern van komeet Tuttle vormen, zijn respectievelijk 5,6 en 4,4 kilometer groot. Over het ontstaan van de tweelobbige komeetkern tasten de onderzoekers nog in het duister. Het is mogelijk dat de oorspronkelijke kern bij een van zijn vele naderingen van de zon uiteengevallen is. Maar hoe twee van die brokstukken elkaar dan weer gevonden zouden moeten hebben, is onduidelijk.
Meer informatie:
A Comet Double-Header
13 oktober 2008
Vorig jaar zorgde de komeet Holmes voor een grote verrassing door opeens aanzienlijk in helderheid toe te nemen. De oorzaak van deze uitbarsting was onduidelijk en nader onderzoek met de infraroodsatelliet Spitzer lijkt het raadsel alleen maar groter te maken. Op infraroodgolflengten kan door het bij de uitbarsting vrijgekomen stof rond de komeetkern heen worden gekeken. Kort na de uitbarsting waren bij die komeetkern zogeheten streamers te zien: stofbanen waarvan aangenomen wordt dat ze zijn vrijgekomen bij een explosie op het komeetoppervlak. In november wezen deze streamers nog van de zon af, wat geheel volgens verwachting was, omdat aangenomen werd dat de stofdeeltjes door de zonnestraling worden weggeduwd. Maar op Spitzer-opnamen uit maart 2008 blijken de streamers nog precies dezelfde kant op te wijzen, terwijl de onderlinge positie van komeet en zon veranderd is. Ook het stofomhulsel van de komeet gedraagt zich merkwaardig: de vorm ervan is in de periode november 2007 - maart 2008 vrijwel niet veranderd. De oorzaak daarvan wordt gezocht bij de stofdeeltjes: mogelijk zijn deze relatief groot en daardoor minder gevoelig voor de invloed van het zonlicht.
Meer informatie:
NASA's Spitzer Gets Sneak Peak Inside Comet Holmes
25 september 2008
Experimenten met een kunstmatige meteoriet, ontworpen door het Europese ruimteagentschap ESA, hebben aangetoond dat sporen van leven in een meteoriet van Mars de grote hitte en schokken bij het binnendringen van de aardatmosfeer zouden kunnen doorstaan. De resultaten laten ook zien dat meteorietenjagers maar beter ook naar witte stenen kunnen gaan zoeken als zij sporen van leven in een Marsmeteoriet willen vinden. Het experiment, STONE-6 geheten, werd op 14 september 2007 gelanceerd met een Russische FOTON M3-capsule. Aan het hitteschild van de terugkeercapsule waren twee soorten sedimentair gesteente van de aarde en een stuk basalt bevestigd. Het basalt raakte verloren, maar een monster van 3,5 miljard jaar oud vulkanisch gesteente met koolstofhoudende microfossielen en een 370 miljoen jaar oud stuk moddersteen van de Orkney Eilanden overleefden de tocht, waarbij zich een licht gekleurde korst vormde. Na de landing werden de gesteentemonsters in een laboratoriumruimte van ESTEC in Noordwijk onderzocht op sporen van (voormalig) leven. In beide gevallen was de uitslag positief, al keerden de meeliftende bacteriën geblakerd terug.
Meer informatie:
STONE-6 Artificial Meteorite Shows Martian Impactors Could Carry Traces Of Life
19 september 2008
Nadere analyse van stofdeeltjes van de komeet Wild 2, die in 2004 door de ruimtesonde Stardust zijn verzameld, duidt erop dat de oermaterie waaruit de hemellichamen van het zonnestelsel zijn ontstaan, meer door elkaar geklutst was dan veelal wordt aangenomen. De komeet, die oorspronkelijk uit de buitenste delen van het zonnestelsel afkomstig is, blijkt namelijk kristalletjes te bevatten die veel dichter bij de zon moeten zijn ontstaan. Hun samenstelling lijkt sterk op die van planetoïden en de zon zelf (Science, 19 september). En dat is in strijd met de heersende gedachte dat de materie waaruit het zonnestelsel is ontstaan steeds ongeveer dezelfde afstand tot de zon heeft behouden. Het lijkt er nu echter op dat materie uit de binnendelen van het zonnestelsel in de loop van de miljarden jaren tot op grote afstand van de zon is terechtgekomen. Dat heeft tot gevolg dat het materiaal waaruit kometen bestaan waarschijnlijk minder op de oermaterie van het zonnestelsel lijkt dan gehoopt werd.
Meer informatie:
Comet Dust Reveals Unexpected Mixing Of Solar System
4 september 2008
De precieze chemische samenstelling van de Allende-meteoriet, die bijna veertig jaar geleden neerkwam in Mexico, blijft voorlopig onverklaarbaar, zo melden Californische geochemici deze week in Science . Al langer is bekend dat de relatieve hoeveelheden van verschillende zuurstofisotopen in de meteoriet niet overeenkomen met die in gesteenten op aarde, of elders in het zonnestelsel. Isotopen zijn atomen van hetzelfde scheikundige element, maar met een verschillend aantal neutronen in de kern, en daardoor een verschillende atoommassa. Lange tijd werd aangenomen dat de afwijkende isotopenverhouding zou zijn veroorzaakt door de energierijke ultraviolette straling die de zon kort na de geboorte uitzond. Die theorie blijkt echter niet te kloppen, aldus Mark Thiemens en zijn collega's van de Universiteit van Californië in San Diego en van het Lawrence Berkeley National Laboratory. Laboratoriumproeven tonen volgens de onderzoekers aan dat het veronderstelde mechanisme niet werkt. Het team wil nu de samenstelling van de oorspronkelijke zonnenevel proberen te achterhalen door onderzoek aan de zonnewinddeeltjes die enkele jaren geleden zijn verzameld door de NASA-ruimtesonde Genesis. Het vermoeden bestaat dat de afwijkende isotopenverhouding in de Allende-meteoriet veroorzaakt is door bijzondere eigenschappen van symmetrische moleculen, die stabieler zouden zijn wanneer ze twee zuurstofatomen met verschillend atoomgewicht bevatten.
Meer informatie:
Theory of the Sun's Role in Formation of the Solar System Questioned
Dit nieuwsbericht is toegevoegd door Govert Schilling - allesoversterrenkunde.nl
3 september 2008
Aardscheerders zijn planetoïden die de aarde dicht kunnen naderen. Maar volgens Amerikaanse onderzoekers zijn tussen de vijf en de tien procent van deze objecten geen planetoïden, maar kometen. Het zou dan gaan om kometen die ofwel geen vluchtige stoffen (bevroren water) meer bevatten ofwel 'slapend' zijn, en zich pas weer als kometen gaan gedragen als ze met een ander object in botsing zijn gekomen. Met behulp van een infrarood-telescoop op de Mauna Kea (Hawaï) wordt getracht het kometenkaf van het planetoïdenkoren te scheiden. Mogelijk dat de combinatie van baaneigenschappen en het lichtweerkaatsend vermogen van het oppervlak van een object er uitsluitsel over kan geven of we met een (rotsachtige) planetoïde of een (veel poreuzere) komeet van doen hebben.
Meer informatie:
Research Aims to Unmask Comets Posing as Asteroids
13 augustus 2008
De laatste jaren worstelden astronomen met een probleem: de grote meerderheid van de planetoïden die in de buurt van de aarde komen, zijn van een heel ander type dan de grote meerderheid van de meteorieten die op aarde terechtkomen. En aangezien meteorieten brokstukken van planetoïden zijn, vraagt dat om een verklaring. Europese en Amerikaanse wetenschappers denken die te hebben gevonden: de meeste meteorieten zijn rechtstreeks afkomstig uit de planetoïdengordel tussen de banen van Mars en Jupiter (Nature, 14 augustus). Dat deze objectjes deze grote oversteek in zulke grote aantallen weten maken, blijkt te liggen aan het zogeheten Jarkowski-effect. Bij een klein, ronddraaiend object (zoals een meteoriet) dat door de zon wordt bestraald, is het oppervlak op z'n warmst kort voordat het weer in de schaduw verdwijnt. Het gevolg is dat de 'nachtkant' van een meteoriet net iets meer warmte uitstraalt dan de 'dagkant'. Afhankelijk van de rotatierichting leidt de kleine stralingsdruk die dat oplevert ertoe dat het object geleidelijk naar de zon toe of van de zon weg spiraalt. Hoe kleiner het object, des te groter is het effect. Volgens de onderzoekers zijn planetoïden die de aarde dicht naderen merendeels afkomstig uit de binnendelen van de planetoïdengordel. Het zijn waarschijnlijk brokstukken van één of enkele grote, uiteengevallen planetoïden die bij botsingen betrokken zijn geweest. Meteorieten daarentegen kunnen van overal uit de planetoïdengordel afkomstig zijn.
Meer informatie:
MIT solves puzzle of meteorite-asteroid link
10 juli 2008
Sterrenkundigen uit Brazilië en de VS hebben voor het eerst planetoïden opgespoord met een spectrum dat vergelijkbaar is met dat van de meest voorkomende meteorieten: de zogeheten chondrieten. Al jaren gaan sterrenkundigen ervan uit dat de meeste meteorieten die op aarde worden gevonden brokstukken zijn van planetoïden die in de gordel tussen de banen van Mars en Jupiter om de zon bewegen. Deze brokstukken zouden vrijkomen bij onderlinge botsingen tussen planetoïden. Maar een zwak punt in deze theorie was dat er tot nog toe geen planetoïden waren gevonden met de dezelfde kleureigenschappen als de chondrieten, die 75 procent van alle gevonden meteorieten vertegenwoordigen. Dat vinden valt ook niet mee, omdat de eigenschappen van zowel meteorieten als planetoïden tijdens hun verblijf in de ruimte veranderen. Maar in 2006 werden vier planetoïdenfamilies opgespoord die minder dan een miljoen jaar geleden bij botsingen betrokken moeten zijn geweest en dus nog niet de tijd hebben gehad om sterk te 'verweren'. Uit nauwkeurige analyse van het licht van deze planetoïden blijkt nu dat hun spectra sterke overeenkomsten vertonen met die van gewone chondrieten. Daarmee lijkt het verband tussen meteorieten en planetoïden definitief te zijn aangetoond.
Meer informatie:
Discovery of the source of the most common meteorites
27 juni 2008
De Europees-Amerikaanse satelliet SOHO heeft op 25 juni zijn 1500ste komeet waargenomen en is daarmee succesvoller in het opsporen van kometen dan alle andere kometenjagers in de geschiedenis bij elkaar. Niet gek voor een satelliet die eigenlijk de zon bestudeert. Nu speelt SOHO wel een beetje vals: vanuit zijn positie in de ruimte kan hij ook de hemel dicht in de buurt van de zon afspeuren - iets wat vanaf de aarde zo goed als onmogelijk is. Bovendien zijn acht van de tien kometen die SOHO op zijn naam heeft geschreven in feite brokstukken van een grote komeet die al eeuwen geleden door de getijkrachten van de zon uit elkaar is getrokken. Deze minikomeetjes van de zogeheten Kreutz-familie volgen nu omloopbanen die hen tot op 1,5 miljoen kilometer van de zon brengen. In veel gevallen krijgt SOHO deze 'zonnescheerders' ook maar één keer te zien, omdat ze bij de dichte nadering van de zon letterlijk verdampen. En dan is het ook nog eens niet SOHO zelf die al die kometen ontdekt, maar de grote groep van vrijwilligers die de SOHO-beelden nauwgezet op komeetverschijningen afspeurt.
Meer informatie:
SOHO discovers its 1500th comet
25 juni 2008
Afgelopen weekend is in Sommelsdijk (Zuid-Holland) een vreemd object ingeslagen in een raamkozijn van een boerderij. In eerste instantie werd aan een meteorietinslag gedacht, maar meteorietendeskundige Marco Langbroek heeft bij nader onderzoek vastgesteld dat het metalen voorwerp niet uit de ruimte afkomstig is. Het brokstuk is zwaar verweerd en roestig, terwijl een pas gevallen meteoriet juist een gladde smeltkorst heeft. Wat het dan wel is, is onduidelijk. Het enigszins puntige stuk metaal is ongeveer 12 cm lang en heeft een fors gat veroorzaakt in het kunststof raamkozijn. Nader onderzoek bij de VU Amsterdam moet meer inzicht geven in de herkomst van het vreemde projectiel.
Meer informatie:
Merkwaardige vondst in Sommelsdijk
De Nederlandse meteorieten
12 juni 2008
Onderzoekers uit de VS, Duitsland en Japan hebben een nieuw mineraal ontdekt in materiaal dat mogelijk van een komeet afkomstig is. Het mineraal, een mangaansilicide dat Brownleeïet wordt genoemd, is ontdekt in een microscopisch klein stofdeeltje dat door de periodiek terugkerende komeet Grigg-Skjellerup zou zijn achtergelaten. Speciaal voor het opvangen van stofdeeltjes van deze komeet heeft de NASA in 2003 een ER-2 vliegtuig hoog de atmosfeer in gestuurd.
Meer informatie:
NASA Finds New Type Of Comet Dust Mineral
2 april 2008
De automatische camera's van het Britse SuperWASP-project bewijzen niet alleen hun nut bij het opsporen van exoplaneten. Toen afgelopen oktober de komeet Holmes plotseling sterk in helderheid toenam, is ook dat (toevallig) door SuperWASP geregistreerd. De camera's blijken de helderheidstoename van de komeet al drie uur uur vóór de visuele ontdekking te hebben vastgelegd. SuperWASP heeft het helderheidsverloop twee uur lang nauwkeurig kunnen meten - tot het moment dat de komeet te helder werd voor de gevoelige camera's. In de weken na de helderheidsuitbarsting heeft SuperWASP wel het groter worden van de stofwolk rond de kern van de komeet kunnen volgen. Maar toen waren inmiddels ook al vele andere instrumenten op het bijzondere object gericht.
Meer informatie:
Planet Finder Catches A Comet
26 maart 2008
De Australische geoloog Arthur Hickman heeft achter zijn bureau een 260 meter grote meteorietkrater gevonden, op Google Earth. Dat meldt de Sydney Morning Herald. Hickman kwam de krater afgelopen zomer tegen toen hij met het populaire programma satellietfoto's bekeek van het Hamersley-gebergte in West-Australië. De krater, die ongeveer dertig meter diep is, ligt 35 kilometer ten noorden van het mijnstadje Newman. Samen met een inslagdeskundige heeft Hickman de krater in augustus 2007 bezocht. De enige andere manier waarop de krater kan zijn gevormd is door vulkanisme, maar in de wijde omtrek zijn geen tekenen van vulkanische activiteit te bespeuren. De Hickman-krater is naar schatting enkele tienduizenden jaren oud. Op de hele aarde zijn tot nu toe iets meer dan 170 meteorietkraters geïdentificeerd.
Meer informatie:
Artikel in de Sydney Morning Herald
Dit nieuwsbericht is toegevoegd door Govert Schilling - allesoversterrenkunde.nl
13 maart 2008
In twee meteorieten die in 1992 en 1995 gevonden zijn op Antarctica, hebben Amerikaanse en Britse geofysici extreem hoge concentraties aminozuren aangetroffen. Aminozuren zijn organische moleculen die de bouwstenen vormen van eiwitten. Ze vormden waarschijnlijk een belangrijk ingrediënt voor het ontstaan van de allereerste eencellige organismen op aarde. De ontdekking doet vermoeden dat het leven op aarde mede mogelijk is gemaakt doordat organische bouwstenen vanuit de ruimte zijn aangeleverd. De twee meteorieten dateren uit de ontstaansperiode van het zonnestelsel. Ze bevatten ruim tien keer zo veel aminozuren als eerder in meteorieten is aangetroffen. De onderzoekers weten zeker dat er geen sprake kan zijn van aardse 'verontreinigingen' - dat blijkt uit de verhoudingen van verschillende koolstofisotopen in de organische moleculen. De resultaten worden gepubliceerd in het vakblad Meteoritics and Planetary Science .
Meer informatie:
Meteorites a Rich Source for Primordial Soup
Vakpublicatie over de ontdekking
Dit nieuwsbericht is toegevoegd door Govert Schilling - allesoversterrenkunde.nl
7 maart 2008
Sterrenkundigen van de universiteit van Western Ontario hebben afgelopen woensdag een zeer heldere meteoor (vuurbol) vastgelegd. Het lichtspoor van normale meteoren eindigt doorgaans op een hoogte van een kilometer of zestig, maar deze kon tot op 24 kilometer boven de grond worden gevolgd. En dat kan erop duiden dat er meteorieten op het aardoppervlak terecht zijn gekomen. Er wordt nu in een gebied van ongeveer twaalf vierkante kilometer naar deze buitenaardse indringers gezocht.
Meer informatie:
Canadian astronomers on hunt for meteor
3 januari 2008
Vier jaar geleden verzamelde de Amerikaanse ruimtesonde Stardust stofdeeltjes van de komeet Wild-2. Na analyse van de in de kometenmonsters opgesloten edelgassen helium en neon blijkt dat sommige van de stofdeeltjes niet ver van de nog jonge zon kunnen zijn ontstaan. Ze bestaan uit hetzelfde koolstofachtige materiaal dat ook in meteorieten te vinden is (Science, 4 januari). Dat is opmerkelijk, omdat de komeet zelf juist uit de ijzige Kuipergordel aan de rand van het zonnestelsel komt. Geschat wordt dat de komeet voor ongeveer tien procent uit materiaal bestaat dat uit de binnendelen van het zonnestelsel afkomstig is. De vraag is nu hoe de stofdeeltjes de vele honderden miljoenen kilometers naar de Kuipergordel overbrugd hebben.
Meer informatie:
U of M physicist reads the history of the solar system in grains of comet dust
Stardust formed close to sun
13 december 2007
De ruimtesonde Deep Impact gaat op 11 oktober 2010 een bezoek brengen aan komeet Hartley 2. Een scheervlucht langs de aarde op 31 december 2007 moet de komeetverkenner op de juiste koers brengen. Deep Impact vloog in juli 2005 vlak langs komeet Tempel 1, en vuurde een ruim 300 kilogram zwaar projectiel af op de ijzige komeetkern. Afgelopen jaar is besloten de ruimtesonde in te zetten voor een vervolgmissie, waarbij een andere komeet wordt bezocht. De keuze was oorspronkelijk gevallen op komeet Boethin, maar die bleek nergens meer te vinden te zijn - vermoedelijk is de kleine komeet uiteengevallen en verdampt. Nu gaat de reis dus naar Hartley 2. Tijdens de Epoxi-vervolgmissie (met een prijskaartje van 40 miljoen dollar) wordt overigens ook onderzoek gedaan aan exoplaneten. Epoxi staat voluit voor 'Extrasolar Planet Observation and Characterization and the Deep Impact Extended Investigation'.
Meer informatie:
NASA Sends Spacecraft on Mission to Comet Hartley 2
Epoxi-missie
Persbericht University of Maryland
Persbericht Ball Aerospace
Dit nieuwsbericht is toegevoegd door Govert Schilling - allesoversterrenkunde.nl
15 november 2007
Komeet Holmes, een onopvallend komeetje in een langgerekte baan om de zon, werd in oktober plotseling bijna een miljoen maal zo helder, en is sindsdien met het blote oog of met een eenvoudige verrekijker zichtbaar in het sterrenbeeld Perseus. De oorzaak van de helderheidsuitbarsting is niet met zekerheid bekend. Met de gevoelige Hubble Space Telescope is de kern van komeet Holmes nu bestudeerd. Uit de foto's blijkt dat er veel meer stof voorkomt in de equatorigebieden van de kleine komeetkern dan aan de noord- en zuidpool. De ijzige komeetkern heeft vermoedelijk een middellijn van ca. 3,5 kilometer, maar is op de Hubble-foto's niet zichtbaar - hij wordt door de omringende stofwolken aan het oog onttrokken. Hubble heeft geen kleine komeetbrokstukken in de directe omgeving van de kern van komeet Holmes ontdekt, zoals dat anderhalf jaar geleden wel het geval was bij komeet Schwassmann-Wachmann 3. Misschien zijn er toch wel stukken van de komeetkern losgeraakt, maar zijn die onzichtbaar vanwege de grote afstand van komeet Holmes - 240 miljoen kilometer.
Meer informatie:
zooms in on heart of mystery comet
Dit nieuwsbericht is toegevoegd door Govert Schilling - allesoversterrenkunde.nl
25 oktober 2007
De onopvallende komeet Holmes is in de afgelopen dagen in korte tijd ongeveer een miljoen keer zo helder geworden. Normaalgesproken heb je een forse telescoop nodig om het kleine komeetje te onderscheiden; momenteel is hij gemakkelijk met het blote oog zichtbaar als een enigszins wazige 'ster' in het sterrenbeeld Perseus. Komeet 17P/Holmes werd in 1892 ontdekt (vermoedelijk tijdens een soortgelijke uitbarsting), en beleefde een jaar later opnieuw een helderheidsopleving. Tientallen jaren lang is de komeet daarna onvindbaar gebleven, totdat hij in 1964 werd herontdekt. Hij draait eens in de zeven jaar om de zon, op een gemiddelde afstand van ruim 300 miljoen kilometer. Hoe de enorme helderheidsuitbarsting kan zijn ontstaan, is niet met zekerheid bekend. Mogelijk is de komeet - een kleine, poreuze klomp van ijs en gruis - opengebarsten, waardoor plotseling veel meer ijs verdampt dan normaal. Vanuit Nederland is komeet Holmes bij helder weer vrijwel de gehele nacht zichtbaar.
Meer informatie:
Mystery Comet Explodes into Brightness
Nieuwsbericht op skyantelescope.com
Dit nieuwsbericht is toegevoegd door Govert Schilling - allesoversterrenkunde.nl
3 oktober 2007
De krater die medio september in de Peruaanse Andes is ontstaan, blijkt inderdaad door een meteoriet te zijn veroorzaakt. Op foto's zijn brokstukken te zien die duidelijk meteorieten zijn en een bekende Amerikaanse meteorietenhandelaar die in Peru was neergestreken heeft diverse fragmenten in zijn bezit. De inslagplek wordt inmiddels door de politie bewaakt, om te voorkomen dat meer meteorieten in handen van verzamelaars komen.
Meer informatie:
Meteorite Crater Guarded by Peru's Police after U.S. Citizens Attempt to Traffick it
1 oktober 2007
Met de NASA-satelliet STEREO-A is waargenomen hoe een coronale massa-ejectie (CME) een grote uitbarsting in de buitenste atmosfeer van de zon tot het losraken van een komeetstaart kan leiden. Bij een CME wordt een grote wolk geladen deeltjes met grote snelheid de ruimte in geblazen. Op 20 april kwam zo'n wolk in botsing met de gasstaart van komeet Encke. De waarnemingen laten zien dat de komeetstaart daarbij in helderheid toenam en vervolgens door de zonnedeeltjes werd meegesleurd. Het losraken van een komeetstaart is wel vaker waargenomen, maar niet eerder kon ook een directe oorzaak ervan worden aangewezen. Een voorlopige analyse van de waarnemingen duidt erop dat de magnetische velden rond de komeet door de magnetische velden van de coronale massa-ejectie zijn samengedrukt, waardoor er een soort magnetische kortsluiting ontstond. De energie die daarbij vrijkomt zou de oorzaak van het loslaten van de komeetstaart zijn. Een soortgelijk proces in de magnetosfeer van de aarde leidt tot het ontstaan van poollicht.
Meer informatie:
NASA Satellite Sees Solar Hurricane Tear Comet Tail Off
The Sun Rips Off a Comet's Tail
1 oktober 2007
De toevallige ontmoeting tussen ruimtesonde Ulysses en de gas- of ionenstaart van komeet McNaught, in februari van dit jaar, heeft verrassende resultaten opgeleverd. Een van de instrumenten van Ulysses, primair bedoeld voor het meten van de samenstelling van de zonnewind, heeft de samenstelling en snelheid van de geladen deeltjes in de komeetstaart gemeten en daarbij bijzondere ionen ontdekt. Voor het eerst is bij een komeet driemaal geïoniseerde zuurstof waargenomen: zuurstofatomen die vijf elektronen bevatten in plaats van de gebruikelijke acht. Doorgaans hebben zuurstofionen in de zonnewind nog minder ionen, wat betekent dat de ionen bij hun tocht door de komeetstaart juist elektronen hebben opgepikt. Een andere verrassing is dat de invloed van een komeetstaart op de omringende zonnewind groter is dan verwacht. De Ulysses-metingen duiden erop dat de komeetstaart zelfs op 260 miljoen kilometer van de komeetkern nog in staat is om de zonnewinddeeltjes met een factor twee af te remmen. Merkwaardig genoeg is bij een soortgelijke tocht door de staart van komeet Hyakutake (in 1996) geen afremming geconstateerd.
Meer informatie:
Chance encounter with comet nets surprising results
25 september 2007
De Europees-Amerikaanse ruimtesonde SOHO heeft voor het eerst een periodieke komeet ontdekt. Het gaat om een klein hemellichaam dat eens in de vier jaar een baan om de zon beschrijft. SOHO (Solar and Heliospheric Observatory) is een ruimtesonde voor onderzoek aan de zon. Op de SOHO-foto's die de afgelopen jaren zijn gemaakt, zijn al meer dan 1350 kleine kometen gevonden - ijsklompen die in de buurt van de zon beginnen te verdampen en daardoor een gloeiende staart van gas en stof vertonen. De nieuwe komeet (officieel P/2007 R5 (SOHO) geheten) is de eerste SOHO-komeet die meer dan eens is gezien. Hij werd in september 1999 en september 2003 gefotografeerd. De Duitse sterrenkundestudent Sebastian Hönig voorspelde dat de komeet op 11 september 2007 opnieuw zichtbaar zou zijn op de SOHO-foto's, en die voorspelling kwam zeer nauwkeurig uit. P/2007 R5 (SOHO) heeft een kleine kern met afmetingen van hooguit tweehonderd meter. Alleen op zeer kleine afstand van de zon is de komeetkern zichtbaar, doordat hij dan ongeveer één miljoen keer zo helder is als normaal. Op grotere afstanden is van de komeet echter niets te zien. Hij vertoont ook geen duidelijke staart. Om die reden wordt algemeen aangenomen dat het hier om een 'uitgedoofde' komeet gaat.
Meer informatie:
SOHO's new catch: its first officially periodic comet
SOHO
Dit nieuwsbericht is toegevoegd door Govert Schilling - allesoversterrenkunde.nl
19 september 2007
Een meteorietinslag die afgelopen weekend in het zuiden van Peru zou hebben plaatsgevonden, houdt de gemoederen flink bezig. Volgens de berichten zouden honderden bewoners van het gebied ziek zijn geworden nadat ze in de buurt van een ongeveer zeventien meter grote, vijf meter diepe krater nabij het stadje Carancas waren geweest. Kort daarvoor was aan de hemel een heldere vuurbol waargenomen. Volgens onbevestigde berichten zou een Peruaanse geoloog inmiddels hebben vastgesteld dat hier een steenmeteoriet is ingeslagen. Maar vooralsnog zijn de meeste wetenschappers sceptisch over de berichten. Veelal blijken gaten in de grond een heel andere oorzaak te hebben, zeker in een vulkanisch actief gebied als de Andes.
Meer informatie:
Peruvian Geophysicist Confirms Claim of Meteorite Crash
Scientist Confirms Meteorite in Puno, Peru is a Chondrite
Talrijke nieuwssites (Google)
10 september 2007
Als een meteoroïde, een deeltje uit de ruimte, met hoge snelheid de aardatmosfeer binnenkomt, boort hij als het ware een 'tunnel' in de lucht. Uit onderzoek van Japanse sterrenkundigen blijkt dat deze tunnels doorgaans slechts een paar millimeter breed zijn. Het betreffende onderzoek is gedaan in de periode van 12 tot 15 augustus 2004, toen tijdens het maken van opnamen van het Andromedastelsel enkele meteoren het beeldveld van de camera van de Subaru-telescoop doorkruisten. In negentien uur werden alles bij elkaar dertien meteoorsporen vastgelegd, waarvan er overigens maar één voor rekening kwam van de rond die tijd actieve Perseïdenzwerm. Op basis van de helderheden van de lichtsporen worden de afmetingen van de binnenkomende deeltjes geschat op 0,1 tot 1 millimeter. De breedte van de meteoroïdentunnels is berekend door naar licht te kijken dat atmosferische zuurstof op een golflengte van 558 nanometer uitzendt. Dit specifieke licht ontstaat alleen als een meteoroïde in botsing komt met zuurstofatomen. Door te meten hoeveel van dit licht rond het deeltje ontstaat, kan een schatting worden gemaakt van het aantal botsingen dat heeft plaatsgevonden en worden uitgerekend hoe breed de meteoroïdentunnel moet zijn om dat aantal te bereiken. Dat blijkt dus slechts enkele millimeters te zijn. Doordat de aangeslagen zuurstofatomen zich na de botsing over honderden meters kunnen verspreiden voordat ze (binnen een fractie van een seconde) uitdoven, is het lichtspoor aan de hemel - de meteoor of 'vallende ster' - vele malen breder dan de eigenlijke meteoroïdentunnel.
Meer informatie:
Subaru Astronomers Measure Meteoroid Tunnels in Earth's Atmosphere
21 augustus 2007
Komeet Churyumov-Gerasimenko, het reisdoel van de Europese komeetverkenner Rosetta, heeft een staart die voornamelijk uit grote stofkorrels bestaat. Dat blijkt uit waarnemingen van de komeet die verricht zijn met de Europese Very Large Telescope (VLT) in Chili. Churyumov-Gerasimenko bevindt zich nabij het verste punt in zijn ellipsbaan rond de zon, op bijna 700 miljoen kilometer afstand van de zon, en vertoont daardoor in het geheel geen activiteit. De ontdekking van een staart komt dan ook onverwacht. Vermoedelijk gaat het om stofkorrels die in de loop van de afgelopen decennia van de komeetkern zijn losgeraakt. Uit de VLT-waarnemingen blijkt bovendien dat de kern een onregelmatige vorm heeft met een middellijn van 4,6 kilometer, en een rotatieperiode van 12 uur en 49 minuten. De informatie over vorm en structuur van de komeetkern is van belang voor de kleine Philae-lander van Rosetta, die in 2014 een zachte landing op het komeetoppervlak moet gaan uitvoeren. De resultaten zijn gepresenteerd op het European Planetary Science Congress in Potsdam, Duitsland. Daar werden ook nieuwe modellen van Franse onderzoekers gepresenteerd over de inwendige opbouw van komeetkernen.
Meer informatie:
Lumpy, bumpy, fluffy and layered: A picture of Rosetta's target comet builds up
Rosetta
Dit nieuwsbericht is toegevoegd door Govert Schilling - allesoversterrenkunde.nl
3 juli 2007
Het Amerikaanse ruimteagentschap NASA heeft nieuwe bestemmingen gegeven aan twee ruimtesondes die hun eigenlijke missies al hebben voltooid. Het betreft Stardust en Deep Impact. Stardust bracht eerder een bezoek aan komeet Wild 2, waarvan hij enkele stofmonsters verzamelde en op aarde afleverde; Deep Impact onderzocht komeet Tempel 1 en schoot daar een klein projectiel op af. Deze laatste komeet zal nu juist bezoek krijgen van Stardust, die zal bekijken wat er in de loop van de jaren aan de komeetkern is veranderd. De scheervlucht is gepland voor 14 februari 2011. Ondertussen krijgt Deep Impact een dubbele taak. Hij zal op 5 december 2008 langs komeet Boethin vliegen. Dat is een kleine komeet met een vrij korte omlooptijd die nog niet eerder onderzocht is. Onderweg zullen de camera's van Deep Impact naar iets heel anders kijken: enkele sterren waarvan bekend is dat ze een planeet hebben die bij elke omloop vóór de ster langs beweegt. Ook zal de sonde van een afstand het mid-infraroodspectrum van de aarde meten, zodat er vergelijkingsmateriaal beschikbaar komt voor toekomstige pogingen om de samenstellingen van de atmosferen van exoplaneten te onderzoeken.
Meer informatie:
NASA Gives Two Successful Spacecraft New Assignments
12 januari 2007
De ESA-NASA ruimtetelescoop SOHO begint vandaag met een reeks bijzonde waarnemingen. Vier dagen lang scheert komeet McNaught door het zichtveld van SOHO. Mogelijk wordt het de helderste komeet die de ruimtetelescoop ooit heeft waargenomen. Vandaag bereikt komeet McNaught in zijn baan de kleinste afstand tot de zon. Het felle zonlicht overstraalt de komeet, waardoor hij voor amateur-astronomen niet meer te zien is. SOHO heeft geen last van het zonlicht. Sterker: de telescoop doet niet anders dan naar de zon kijken. Vanaf zijn standplaats tussen de aarde en de zon zal SOHO zien hoe de komeet steeds meer gas en stof loslaat, waardoor zijn 'staart' groeit en hij extreem helder wordt. SOHO projectwetenschapper Bernhard Fleck kijkt uit naar de waarnemingen: 'Dit zou de helderste komeet kunnen zijn die SOHO ooit heeft gezien.' Voor mensen op aarde is de komeet McNaught tussen 12 en 15 januari onzichtbaar. SOHO maakt het mogelijk om de komeet toch te volgen in zijn passage langs de zon. Beelden zijn te zien op http://soho.esac.esa.int/hotshots.
Meer informatie:
Origineel persbericht
SOHO
Dit nieuwsbericht is toegevoegd door Govert Schilling - allesoversterrenkunde.nl
19 december 2006
Een microscopisch klein edelsteentje, dat gevonden is in een meteoriet, blijkt afkomstig te zijn van een ster die ongeveer zes keer zo zwaar is als de zon. De Utrechtse sterrenkundige Maria Lugaro onderzocht het stofdeeltje dat werd gevonden in de Semarkona, Krymka en Bishunpur meteorieten met een internationaal team van wetenschappers. De onderzoeksresultaten worden 19 december gepubliceerd in de online-editie van Astronomy & Astrophysics. Tot nu toe zijn circa 300 sterrenstofdeeltjes met deze samenstelling (magnesium aluminium oxide, dat lijkt op robijn) gevonden in meteorieten. Deze deeltjes zijn ontstaan voor de geboorte van ons zonnestelsel uit de resten van zeer zware geëxplodeerde sterren (supernova's) of in de buurt van rode reuzen (koele rode opgeblazen sterren vlak voor het eind van hun leven). Dit stofdeeltje blijkt afkomstig te zijn van een vrij zware rode reus. Niet eerder werd een dergelijk deeltje aangetroffen.
Meer informatie:
Origineel persbericht
Dit nieuwsbericht is toegevoegd door Govert Schilling - allesoversterrenkunde.nl
14 december 2006
In tegenstelling tot de bestaande wetenschappelijke inzichten, was de materie in het jonge zonnestelsel zodanig vermengd, dat er materiaal uit de omgeving van de zon in de ijzige verten van de kometen terechtkwam. Dat blijkt analyse van de deeltjes die de ruimtesonde Stardust in 2004 bij komeet Wild 2 heeft verzameld (Science, 15 december). Hoe het materietransport precies in zijn werk is gegaan, is nog onduidelijk: het is mogelijk dat er een trage wervelstroom in het jonge zonnestelsel actief was of dat het een meer explosieve oorzaak betrof. Maar het lijkt nu wel duidelijk dat kometen niet in volledige afzondering van de rest van het zonnestelsel zijn ontstaan. Komeet Wild 2 bevat materiaal dat uit de heetste delen van het zonnestelsel ontstaan moet zijn. Volgens de onderzoekers is tot tien procent van de kometenmaterie afkomstig uit de omgeving van de zon.
Meer informatie:
Stardust findings override some commonly held astronomy beliefs
Comets As Toolkits For Jump-Starting Life
Kosmisches Feuer und Eis (Duitstalig)
NASA Study Finds New Kind of Organics in Stardust Mission
Stardust Findings Suggest Comets More Complex Than Thought
4 oktober 2006
Onderzoekers van de universiteit van Illinois denken dat onze zon oorspronkelijk bij een sterrenhoop van honderden of duizenden sterren heeft gehoord. Dat concluderen zij uit onderzoek van kortlevende radioactieve isotopen in meteorieten. Zulke stoffen ontstaan als een zware ster als supernova uit elkaar spat. De vrijgekomen radioactieve elementen vermengen zich vervolgens met het interstellaire gas in de omgeving, het materiaal waaruit sterren en planeten kunnen ontstaan. De oorspronkelijke isotopen van de supernova zijn allang vervallen, maar in oude meteorieten kunnen wel de daarbij ontstane dochterelementen worden aangetoond. Door de hoeveelheden van deze dochterelementen te meten, konden de onderzoekers berekenen hoe ver het zonnestelsel-in-wording van de supernova verwijderd was. De uitkomst is verrassend: de explosie vond plaats op slechts enkele lichtjaren afstand, overigens op een moment dat de vorming van het zonnestelsel nog niet voltooid was. Omdat zware sterren doorgaans deel uitmaken van omvangrijke groepen van kleinere en grotere sterren, is het waarschijnlijk dat onze zon bij zo'n groep heeft gehoord. De sterren die deze groep vormden zijn in de loop van de miljarden jaren uit elkaar gedreven. Volgens de onderzoekers duidt dit alles erop dat planetenstelsels-in-wording wel een stootje kunnen hebben.
Meer informatie:
Supernova radioisotopes show sun was born in star cluster
26 september 2006
De Finse geofysicus Ilya Usoskin en zijn collega’s hebben op bijzondere wijze de toename van de zonneactiviteit van de afgelopen eeuwen vastgesteld. Daartoe hebben zij namelijk negentien meteorieten onderzocht waarvan precies bekend is wanneer ze op aarde zijn neergeploft. Bij dit onderzoek speelt de radioactieve isotoop titanium-44 een cruciale rol. Dat element ontstaat in een meteoriet zolang deze zich buiten de aardatmosfeer bevindt en onderhevig is aan de kosmische straling, die grotendeels voor rekening van de zon komt. Zodra de meteoriet op de aarde is aangekomen, stopt de vorming van titanium-44 en vervalt de isotoop (met een halfwaardetijd van ongeveer zestig jaar) tot andere elementen. Door de relatieve hoeveelheid titanium-44 in de meteorieten te meten, kan worden herleid hoe actief de zon was op het moment dat de meteoriet neerviel. Het voordeel van deze methode is dat zij ongevoelig is voor aardse invloeden. De zonneactiviteit in het verleden wordt ook wel bepaald door isotopenonderzoek van de jaarringen van bomen, maar de resultaten daarvan worden beïnvloed door veranderingen in het magnetische veld van de aarde en het lokale klimaat. Het meteorietenonderzoek bevestigt de conclusies van dat eerdere onderzoek wel: de zon is de afgelopen eeuw, en met name de laatste tientallen jaren, gestaag actiever geworden (Astronomy & Astrophysics Letters, volume 457-3, p. L25).
Meer informatie:
Meteorites record past solar activity
10 augustus 2006
De Poolse amateur-kometenjaher Arkadiusz Kubczak ontdekte onlangs voor de derde keer een komeet op beelden die met de coronagraaf van de zonnesatelliet SOHO waren gemaakt. Wat hij toen nog niet kon weten, was dat het een bijzonder exemplaar betrof: het betrof de duizendste Kreutz-komeet die met SOHO is opgespoord. Kreutz-kometen vormen een grote familie van kleine komeetjes die in soortgelijke banen om de zon draaien. Daarbij naderen ze de zon tot op ongeveer anderhalf miljoen kilometer. Waarschijnlijk betreft het brokstukken van een grote komeet die enkele duizenden jaren geleden uit elkaar is gevallen. Behalve de duizend Kreutz-kometen zijn met SOHO ook nog 185 andere van deze ‘zonnescheerders’ ontdekt.
Meer informatie: 1000th sungrazing comet discovered by SOHO
14 juli 2006
Toen de Amerikaanse ruimtesonde Deep Impact op 4 juli 2005 insloeg op komeet Tempel 1, werden tonnen maagdelijk kometenmateriaal de ruimte in geblazen. Met behulp van de spectrograaf van de infraroodsatelliet Spitzer is onderzocht waar dat materiaal uit bestaat (ScienceXpress, 13 juli). De onderzoekers hebben verscheidene vaste stoffen in Tempel 1 gedetecteerd die nooit eerder in kometen zijn waargenomen. Het betreft onder meer carbonaten (‘kalk’), het kleimineraal smectiet, metaalsulfiden en polycyclische aromatische koolwaterstoffen. Vooral de aanwezigheid van de beide eerste is verrassend, omdat deze verbindingen doorgaans alleen in een omgeving ontstaan waar vloeibaar water aanwezig is' iets waar de stijf bevroren kometen bepaald niet bekend om staan. Merkwaardig genoeg bevat Tempel 1 ook kristallijne silicaten' verbindingen die alleen bij hoge temperaturen ontstaan. Dit kan er op duiden dat de oermaterie waaruit ons zonnestelsel is ontstaan flink in beroering is geweest, waardoor er een voortdurende vermenging van stoffen plaatsvond. Overigens zijn in de deeltjes die de ruimtesonde Stardust bij een andere komeet heeft verzameld (Wild 2) nog geen carbonaten en kleimineralen aangetroffen. Het is dus ook denkbaar dat Tempel 1 een buitenbeentje is.
Meer informatie: Scientists Gaining Clearer Picture of Comet Makeup and Origin
27 april 2006
Met de Hubble Space Telescope zijn extreem gedetailleerde opnamen gemaakt van de uiteenvallende komeet Schwassmann-Wachmann 3. De broze, ijzige komeetkern is inmiddels in ruim veertig afzonderlijke brokstukken uiteengevallen, die als een langgerekte 'trein' hun baan rond de zon vervolgen. Tussen 10 en 14 mei bereiken de mini-komeetjes hun kleinste afstand tot de aarde (altijd nog een kleine twaalf miljoen kilometer). Op 7 juni wordt de kleinste afstand tot de zon bereikt. Sterrenkundigen over de hele wereld houden het desintegratieproces van SW-3 (zoals de komeet kortweg genoemd wordt) nauwlettend in de gaten, met telescopen op de grond en in de ruimte. De hoop is dat op die manier meer inzicht kan worden verkregen in de inwendige opbouw van de komeetkern. Door het uiteenvallen van de komeet komt 'vers' komeetijs aan het oppervlak, wat tot een enorme toename in de activiteit en de helderheid van de komeet kan leiden. De mini-komeetjes in de Hubble-opnamen zijn snel verdampende ijsklompen met afmetingen van enkele tientallen meters.
Meer informatie:
Hubble provides spectacular view of ongoing comet breakup
Komeet Schwassmann-Wachmann 3
Persbericht Space Telescope Science Institute
Dit nieuwsbericht is toegevoegd door Govert Schilling - allesoversterrenkunde.nl
25 april 2006
Met de Europese Very Large Telescope in Chili wordt het uiteenvallen van komeet Schwassmann-Wachmann 3 nauwgezet gevolgd. De komeet beweegt elke 5,4 jaar om de zon, en komt af en toe dicht bij de aarde en bij de planeet Jupiter. Midden jaren negentig viel de broze komeetkern al in verschillende stukken uiteen; dit voorjaar lijkt de fragmentatie verder te gaan. Met de Very Large Telescope is ontdekt dat een groot komeetbrokstuk, dat eerder deze maand losraakte van fragment B, zelf opnieuw in stukken uiteen is gevallen. SW3, zoals de komeet kortweg genoemd wordt, bestaat nu uit ruwweg veertig fragmenten. Rond 12 mei wordt de kleinste afstand tot de aarde bereikt; als de fragmentatie van de komeet doorzet, en er grote hoeveelheden vers ijs worden blootgesteld aan de zonnewarmte, zou de komeet nog aanzienlijk in helderheid kunnen toenemen. Overigens zal geen van de fragmenten de aarde dichter naderen dan tien miljoen kilometer - ruwweg dertig keer de afstand tot de maan.
Meer informatie:
The Comet With a Broken Heart
Komeet Schwassmann-Wachmann 3
Dit nieuwsbericht is toegevoegd door Govert Schilling - allesoversterrenkunde.nl
4 april 2006
Bij de kunstmatige inslag op komeet Tempel 1, vorig jaar zomer, is een kwart miljoen ton water de ruimte in geblazen. Dat blijkt uit een analyse van röntgenwaarnemingen van de inslag, verricht door NASA's Swift-satelliet. De ruimtesonde Deep Impact schoot op 4 juli 2005 een projectiel in de kern van de komeet, en de gevolgen van die inslag zijn door talloze telescopen en satellieten bestudeerd. Swift registreerde twaalf dagen lang een verhoogde röntgenhelderheid, veroorzaakt door botsingen van zonnewinddeeltjes met watermoleculen. Uit de metingen volgt dat Tempel 1 in totaal 250.000 ton water heeft geprocudeerd - veel meer dan aanvankelijk werd aangenomen. Uit dit soort metingen hopen sterrenkundigen meer te weten te komen over de inwendige structuur van de ijzige komeetkern.
Swift
Deep Impact
Dit nieuwsbericht is toegevoegd door Govert Schilling - allesoversterrenkunde.nl
23 maart 2006
Sterrenkundigen van de universiteit van Hawaï hebben een nieuwe klasse van kometen ontdekt die mogelijk de bron vormen van het meeste water op aarde. De kometen bevinden zich in de planetoïdengordel tussen de banen van Mars en Jupiter. Bijna tien jaar geleden werd al zo'n 'planetoïdengordelkomeet' ontdekt door de Belgische astronoom Eric Elst en zijn Italiaanse collega Guido Pizarro. Nu blijkt dat komeet Elst-Pizarro niet uniek is. De gordelkometen bewegen niet in gehelde, langgerekte banen, maar in min of meer cirkelvormige banen in het centrale vlak van het planetenstelsel. Het lijkt waarschijnlijk dat de samenstelling van deze ijzige kometen afwijkt van die van de 'normale' kometen, die in de buitendelen van het zonnestelsel zijn ontstaan. In dat geval vormen de gordelkometen misschien de bron van het grootste deel van het water op aarde, aldus de onderzoekers in een artikel dat vandaag op Science Express verschijnt.
Meer informatie:
New Class of Comets May Be the Source of Earth's Water
Achtergrondinformatie over de gordelkometen
Dit nieuwsbericht is toegevoegd door Govert Schilling - allesoversterrenkunde.nl
13 maart 2006
Onderzoek van de stofmonsters van komeet Wild 2, die door de ruimtesonde Stardust naar de aarde zijn gebracht, duidt erop dat kometen als deze materiaal bevatten dat vroeg in de geschiedenis van het zonnestelsel door de zon is uitgestoten. In het stof zijn namelijk mineralen gevonden waarvan bekend is dat ze alleen bij de hoge temperaturen in de buurt van de zon (en andere sterren) worden gevormd. Omdat kometen juist op grote afstand van de zon, waar het erg koud is, zijn ontstaan, moeten de mineralen (waaronder olivijn) op de een of andere manier aan de kometaire oermaterie zijn toegevoegd. De meest voor de hand liggende verklaring is dat de zon vroeg in haar bestaan materie heeft uitgestoten in de vorm van twee jets, zoals die ook bij andere jonge sterren zijn waargenomen.
Meer informatie:
Origineel persbericht (Engelstalig)
Persbericht University of Washington (Engelstalig)
15 februari 2006
IJzermeteorieten zijn waarschijnlijk overblijfselen van de planetesimalen waaruit ruimt vier miljard jaar geleden de aarde en de overige rotsachtige planeten zijn ontstaan. Dat concluderen Amerikaanse en Franse onderzoekers na computersimulaties van de banen die ijzermeteorieten in de loop van de miljarden jaren gevolgd moeten hebben. Een punt van zorg was altijd dat verreweg de meeste ijzermeteorieten uit de planetoïdengordel tussen Mars en Jupiter afkomstig lijken te zijn, en daardoor niet representatief hoefden te zijn voor de oermaterie waaruit bijvoorbeeld de aarde is ontstaan. Uit de computersimulaties is nu echter gebleken dat de moederlichamen van de ijzermeteorieten oorspronkelijk in kleinere banen om de zon hebben gedraaid. Ze zouden pas in een later in de planetoïdengordel zijn terechtgekomen.
Meer informatie:
http://www.swri.org/9what/releases/2006/French.htmNature, 16 februari 2006
2 februari 2006
Aan het oppervlak van komeet Tempel 1, die vorig jaar door een projectiel van de ruimtesonde Deep Impact werd getroffen, blijken zich kleine hoeveelheden bevroren water te bevinden. Dat blijkt uit analyse van met Deep Impact verzamelde spectraalgegevens door onderzoekers van de universiteit van Maryland. Het zou gaan om kleine hoeveelheden met stof vermengd ijs in drie gebiedjes met een gezamenlijk oppervlak van vijf voetbalvelden. Volgens de onderzoekers hoort het ijs eigenlijk thuis in het inwendige van de komeet en is het door erosie aan het oppervlak gekomen.
Meer informatie:
http://www.brown.edu/Administration/News_Bureau/2005-06/05-072.html
ScienceXpress, 2 februari 2006
12 oktober 2005
De inslag van het projectiel van ruimtesonde Deep Impact op komeet Tempel 1, die op 4 juli jl. plaatsvond, is ook waargenomen met behulp van de Europese sonde Rosetta, die zelf op weg is naar een andere komeet. In het eerste uur na de inslag leidde het bij de inslag opgeworpen stof tot een helderheidstoename van de coma van de komeet. Uit het Rosetta-onderzoek blijkt dat Tempel 1 niet alleen uit vrij los materiaal bestaat, maar ook dat de komeet aanzienlijk meer stof dan water bevat. De onderzoekers stellen daarom dat kometen niet zo zeer ‘vuile sneeuwballen’ zijn als wel ‘ijzige stofballen’. Dat de komeet de dagen na de inslag geen verhoogde activiteit vertoonde, duidt er volgens de onderzoekers op dat de helderheidsuitbarstingen die kometen vaak vertonen niet door de inslagen van meteorieten worden veroorzaakt. Blijkbaar heeft zo’n grote stofbal weinig last van zulke speldenprikjes.
Meer informatie:
http://www.esa.int/SPECIALS/Rosetta/SEMUSK5Y3EE_0.htmlhttp://www.mpg.de [Duitstalig]
Nature, 13 oktober 2005
Science, 14 oktober 2005
27 september 2005
Onderzoek van een bepaald soort meteorieten heeft nieuwe informatie opgeleverd over de omstandigheden waaronder de aarde 4,5 miljard jaar geleden ontstond. De onderzoekers gaan ervan uit dat de meteorieten, zogeheten enstatiet-chondrieten, onder vergelijkbare omstandigheden zijn ontstaan als onze planeet. Het enige (grote) verschil is dat ze niet betrokken zijn geweest bij de grote inslag, kort na het ontstaan van de aarde, die de mineralogische samenstelling van onze planeet veranderde en uiteindelijk tot de vorming van de maan leidde. Uit onderzoek van bepaalde vluchtige stoffen in de meteorieten blijkt dat zij bij hun ontstaan niet warmer kunnen zijn geworden dan 500 graden Celsius.
Meer informatie: http://news.uns.purdue.edu/UNS/html4ever/2005/050927.Lipschutz.meteorites.htm
21 september 2005
Het binnenste van komeet Tempel 1 bevat relatief veel bevroren ethaan, zo blijkt uit waarnemingen van de komeet die kort na de inslag van de ruimtesonde Deep Impact, afgelopen juli, zijn gedaan met de Keck-telescoop op Hawaï. Wat die inwendige samenstelling betreft lijkt Tempel 1 op kometen die afkomstig zijn uit de Oortwolk. Qua baaneigenschappen heeft hij echter meer weg van de kometen uit de meer nabijgelegen Kuipergordel. Volgens onderzoekers van NASA's Goddard Space Flight Center doet dat vermoeden dat de objecten in de Kuipergordel en in de Oortwolk oorspronkelijk uit hetzelfde deel van het zonnestelsel afkomstig zijn. Ingrijpende veranderingen in de banen van de reuzenplaneten Uranus en Neptunus hebben zoveel zwaartekrachtsstoringen veroorzaakt dat de kometen alle kanten op geslingerd werden. Zo lijkt de samenstelling van Tempel 1 indirect een ondersteuning voor de theorie dat het zonnestelsel een zeer chaotische jeugd heeft gehad.
Meer informatie:
http://www.nasa.gov/centers/goddard/news/topstory/2005/deepimpact-090905.html
6 september 2005
Het onderzoek van de komeet Tempel 1, na de inslag van de ‘impactor’ van ruimtesonde Deep Impact, heeft uitgewezen dat de komeet de structuur van poedersneeuw heeft. Het geheel van stof en ijs wordt bijeengehouden door de (zwakke) zwaartekracht van het object. Het poreuze karakter van de komeet zorgt ervoor dat het oppervlak heel gemakkelijk opwarmt en afkoelt in reactie op zonnewarmte, waardoor de temperatuur van het inwendige vrijwel onveranderlijk blijft. Een andere opmerkelijke ontdekking is dat de ejectiepluim die bij de inslag ontstond veel koolstofverbindingen vertoonde, wat erop kan duiden dat de komeet een aanzienlijke hoeveelheid organisch materiaal bevat.
Meer informatie:
http://www.nasa.gov/mission_pages/deepimpact/media/deepimpact-090605.html
http://www.spitzer.caltech.edu/Media/releases/ssc2005-18/release.shtml
Science, 9 september 2005
25 augustus 2005
Australische onderzoekers hebben de stofwolk onderzocht die een ontploffende meteoriet hoog in de dampkring van de aarde achterliet. Uit het onderzoek zou blijken dat de stofdeeltjes duizend keer groter zijn dan verwacht (micrometers in plaats van nanometers), en dat zulke ontploffende meteorieten wel eens de belangrijkste bron zou kunnen zijn van het kosmische stof dat op aarde neerdwarrelt.
Meer informatie:
http://www.aad.gov.au/default.asp?casid=17
Nature, 25 augustus 2005
18 augustus 2005
Een Italiaanse onderwijzer heeft op beelden van de zonnesatelliet SOHO twee kometen ontdekt. Dat zou nauwelijks nieuws zijn, ware het niet dat het de 999ste en 1000ste komeet betreft die op SOHO-beelden te zien zijn. Daarmee is deze Europees-Amerikaanse satelliet de meest succesvolle kometenwaarnemer tot nu toe: bijna de helft van alle kometen waarvan de baan bekend is, is met dit instrument ontdekt. En dan te bedenken dat er vóór SOHO nog maar 16 kometen bekend waren die dicht in de buurt van de zon komen. Aangenomen wordt dat deze ‘zonnescheerders’ brokstukken zijn van grote kometen die bij nadering van de zon uit elkaar zijn gevallen. De meeste SOHO-kometen behoren namelijk tot groepen die dezelfde baan om de zon volgen.
Meer informatie: http://www.nasa.gov/vision/universe/solarsystem/1000comet.html
11 augustus 2005
Uit scheikundige analyse van meteorieten hebben wetenschappers van de Universiteit van Californië in San Diego afgeleid dat de instortende gaswolk waaruit onze zon is ontstaan, ten tijde van het ontstaan van de eerste materie in de schijf restmaterie rond de zon, helder straalde. Dat blijkt uit de aanwezigheid van bepaalde zwavelverbindingen (sulfiden) in deze meteorieten. Uit de vorming van deze sulfiden kan worden afgeleid dat zich in de omgeving van de protozon fotochemische reacties hebben afgespeeld dat wil zeggen: reacties waarbij de (ultraviolette) straling van de jonge zon een rol speelde. De onderzoekers concluderen daaruit dat de zon al vroeg voldoende energie uitstraalde om de vorming van organische verbindingen en water mogelijk te maken.
Meer informatie:
http://ucsdnews.ucsd.edu/newsrel/science/mcmeteorite.aspScience, 12 augustus 2005
14 juli 2005
Uit opnamen die met de Very Large Telescope zijn gemaakt, blijkt dat komeet Tempel 1 alweer bekomen is van de inslag van het projectiel van de ruimtesonde Deep Impact. Het lijkt erop dat de inslag geen nieuwe actieve zone op de komeet heeft laten ontstaan en dus niet veel ‘maagdelijke’ materie van onder het komeetoppervlak heeft losgemaakt.
Meer informatie: http://www.hq.eso.org/outreach/press-rel/pr-2005/pr-19-05.html
9 juli 2005
Uit meetgegevens van de ruimtesonde Deep Impact blijkt dat bij de geplande inslag op komeet Tempel 1 meer stof dan waterdamp is vrijgekomen. Dat duidt erop dat het komeetoppervlak betrekkelijk weinig ijs bevat en met een dikke stoflaag bedekt is. Het stof zou eerder de substantie van talkpoeder hebben dan van zand. Metingen met de NASA satellieten Swift en SWAS en de SubMillimeter Array op Hawaï bevestigen het ‘stoffige’ karakter van de inslag. Hoe groot de krater is die door de inslaande ‘impactor’ is veroorzaakt, staat nog niet vast, maar de vermoedelijke afmetingen liggen tussen de 50 en de 250 meter.
Meer informatie:
http://www.nasa.gov/mission_pages/deepimpact/media/deepimpact-070805.html
http://www.science.psu.edu/alert/Swift-Deep-Impact.htm
http://www.cfa.harvard.edu/press/pr0523.html
6 juli 2005
De Europees/Amerikaanse zonnesatelliet SOHO staat op het punt zijn duizendste komeet te ontdekken. Daarmee staat ongeveer de helft van de alle kometen waarvan de baan bekend is op naam van deze satelliet. Omdat SOHO voortdurend op de zon is gericht, gaat het bij alle ontdekkingen om zogeheten ‘zonnescheerders’' kometen die vlak langs de zon bewegen en daar soms zelfs op neerstorten. Veel van deze kometen zijn overigens door amateurs van overal ter wereld opgespoord op de SOHO-beelden die op het internet te vinden zijn.
Meer informatie: http://www.nasa.gov/vision/universe/solarsystem/1000comet.html
6 juli 2005
De website van de kometensonde Deep Impact is op de dag van de inslag op komeet Tempel 1 maar liefst 80 miljoen keer bekeken' een nieuw NASA-record. Daarbij is maar liefst 25 terabyte aan informatie het internet opgegaan.
Meer informatie: http://www.nasa.gov/home/hqnews/2005/jul/HQ_05174_nasa_portal.html
4/5 juli 2005
De inslag op de komeet ‘Temple One’, beter bekend als Tempel 1, is geslaagd. Uit waarnemingen met de Hubble-ruimtetelescoop blijkt dat dat komeet bij de inslag ongeveer vier keer zo helder werd en dat het bij de inslag opgeworpen materiaal de komeet met een snelheid van 1800 km/uur verliet. Ook vele andere satellieten, ruimtesondes en telescopen hebben het verschijnsel waargenomen. Onderstaande links verwijzen naar sites die de komeet, die 14 bij 4 kilometer groot blijkt te zijn, ook na de inslag nog op de voet zullen volgen.
Meer informatie:
http://deepimpact.jpl.nasa.gov/press/050704a-jpl.html
http://deepimpact.jpl.nasa.gov/home/index.html
http://www.spacetelescope.org/news/html/heic0509.htmlhttp://deepimpact.umd.edu/home/index.html
http://www.esa.int/esaCP/index.html
http://www.noao.edu/news/deep-impact/
http://deepimpact.eso.org/
http://black-hole-net.mit.csu.edu.au/telescope/resources/deepimpact.asp
15 juni 2005
Mogelijk zijn sommige meteorenzwermen die we op aarde te zien krijgen het gevolg van het uiteenvallen van kometen. Onderzoeker Peter Jenniskens van het SETI-instituut heeft aanwijzingen gevonden dat de kleine planetoïde 2003 WY25, die de aarde eind 2003 passeerde, een brokstuk is van de verdwenen komeet 1819 W1, die in 1819 voor het laatst gezien is. Uit de reconstructie van de banen van beide objecten kan worden afgeleid dat het uiteenvallen de komeet de verklaring zou kunnen zijn van een spectaculaire meteorenregen die in 1956 te zien was. Eerder al legde Jenniskens een verband tussen de Quadrantidenzwerm en een komeet die in de vijftiende eeuw is waargenomen. Ook vroeger dacht men dat er een verband was tussen het uiteenvallen van kometen en meteorenzwermen, maar sinds de jaren vijftig won de gedachte dat meteoroïden gelijkmatig door kometen worden achtergelaten terrein. Misschien ten onrechte dus.
Meer informatie: http://www.seti.org
20 april 2005
Onderzoek van een chondriet, een bepaald soort meteoriet, duidt erop dat de zonnenevel' de gaswolk waaruit 4,5 miljard jaar geleden zon en planeten ontstonden' maar vrij kort bestaan heeft. Chondrieten bevatten twee soorten insluitsels, chondrulen en calcium- en aluminiumrijke inclusies (CAI’s), die tot de oudste overblijfselen van de zonnenevel worden gerekend. Uit nieuwe dateringen blijkt dat de chondrulen 2 miljoen jaar jonger zijn dan de CAI’s. Omdat in chondrulen het gehalte van het zuurstofisotoop O-16 lager is dan dat in de CAI’s, duidt dat erop dat de (zuurstof)samenstelling van de zonnenevel in de loop van die 2 miljoen jaar snel veranderde. De planeetvorming was blijkbaar al in volle gang.
Meer informatie:
http://www.llnl.gov/pao/news/news_releases/2005/NR-05-04-02.html
Nature, 21 april 2005
9 maart 2005
Nieuwe wiskundige modellen hebben herziene inzichten opgeleverd over het ontstaan van de 1200 meter grote Arizonakrater. Na eerder onderzoek ging men ervan uit dat de grote meteoriet die hier 30.000 jaar geleden is ingeslagen een snelheid van 15 tot 20 km/sec had. Maar uit nadere analyse blijkt dat deze snelheid wel eens flink lager zou kunnen zijn geweest. Volgens Jay Melosh en Garreth Collins van de Universiteit van Arizona is de naar schatting veertig meter grote meteoriet in de lucht uiteengevallen en vertraagd. Slechts de helft ervan zou als één geheel zijn ingeslagen, en wel met een snelheid van 12 km/sec. Deze geringere snelheid zou verklaren waarom er bij de inslag betrekkelijk weinig gesteente is gesmolten' een raadsel waar de wetenschap al jaren mee worstelde.
Meer informatie:
http://uanews.org/cgi-bin/WebObjects/UANews.woa/5/wa/SciDetails?ArticleID=10766Nature, 10 maart 2005
3 maart 2005
Amerikaanse wetenschappers denken dat de vorming van de planeet Jupiter de cruciale factor is geweest bij het ontstaan van chondrulen, de kleine glasachtige bolletjes die in veel meteorieten worden aangetroffen. Al geruime tijd werd verondersteld dat voor de vorming van chondrulen een krachtige schokgolf nodig was, maar niemand kon verklaren waar die schokgolf vandaan kwam. Het nieuwe onderzoek duidt er in de materieschijf rond de zon, op de plek waar Jupiter ontstond, instabiliteiten optraden die tot het ontstaan van een spiraalstructuur leidden. Zo’n spiraalstructuur is niets anders dan een stelsel van drukgolven dat de aanwezige materie in beroering brengt.
Meer informatie: http://www.carnegieinstitution.org
25 januari 2005
Onderzoek van de Chinese Ningqiang-meteoriet duidt erop dat deze de radioactieve isotoop chloor-36 heeft bevat. Chloor-36 heeft een vrij korte vervaltijd en kan op twee manieren zijn ontstaan: bij een supernova-explosie of door de intense straling van de jonge zon op het omringende gas en stof ten tijde van de geboorte van het planetenstelsel. Deze laatste verklaring wordt onwaarschijnlijk geacht, omdat de mineralen waaruit meteorieten zijn opgebouwd niet zo dicht bij de zon kunnen zijn gevormd. De onderzoekers komen dan ook tot de conclusie dat er niet ver van het zonnestelsel-in-wording een supernova-explosie heeft plaatsgevonden.
Meer informatie: http://www.asu.edu/asunews/research/supernova_012505.htm
19 januari 2005
De Marsrover Opportunity, die inmiddels een afstand van ruim twee kilometer heeft afgelegd, heeft op Mars een meteoriet ter grootte van een basketbal gevonden. Het betreft een ijzermeteoriet, die goed bewaard is gebleven. De vondst heeft de onderzoekers aan het denken gezet: als je tijdens zo’n klein ritje al een ijzermeteoriet vindt, moet het wemelen van de steenmeteorieten. Enkele stenen op de vlakte waar Opportunity rondrijdt zullen nu aan een nader onderzoek worden onderworpen.
Meer informatie: http://www.nasa.gov/vision/universe/solarsystem/mer-011905.html
11 januari 2005
Amerikaanse sterrenkundigen hebben de infraroodsatelliet Spitzer op enkele kometen gericht om hun scheikundige samenstelling nader te onderzoeken. Het stof dat deze objecten tijdens hun tocht om de zon achterlaten bevat allerlei mineralen waarvan er veel ook op aarde voorkomen. Dat is ook niet zo vreemd aangezien kometen worden gezien als overblijfselen van het ontstaan van de planeten. Interessanter is de vraag hoe de stofuitstoot van een komeet in de loop van de duizenden jaren verandert. Onderzoek aan de bekende komeet Encke, die een omlooptijd van ruim drie jaar heeft, lijkt erop te duiden dat deze weinig fijne stofdeeltjes meer achterlaat, maar vooral deeltjes ter grootte van doperwtjes.
Meer informatie: http://www.spitzer.caltech.edu/Media/releases/ssc2005-04/release.shtml
23 december 2004
Als meteorieten door de dampkring van de aarde bewegen, verbranden ze (deels). Daarbij moeten veel rookdeeltjes vrijkomen, die uiteindelijk naar beneden dwarrelen. Maar tot voor kort waren de meeste van deze deeltjes ‘zoek’. Onderzoekers denken nu dat het kosmische materiaal door de heersende winden op grote hoogte in de atmosfeer voornamelijk richting polen worden geblazen. Diepe ijsmonsters van Groenland lijken dit te bevestigen: de afgelopen 10.000 jaar is sprake van een constante aanvoer van meteorietendeeltjes. Alles bij elkaar zou jaarlijks 14.000 ton van dit materiaal op aarde terechtkomen.
Bron: Nature, 23 december 2004
30 september 2004
‘Sterrenstof’ opgespoord in meteoriet' meer informatie.
24 augustus 2004
Amerikaanse onderzoekers hebben vastgesteld dat meteorieten, en met name ijzermeteorieten, mogelijk een cruciale rol hebben gespeeld bij het ontstaan van leven op aarde. Ze zouden namelijk een belangrijke bron van fosfor zijn geweest, een element dat onder meer de ‘ruggengraat’ van DNA-moleculen vormt. Van nature is fosfor tamelijk schaars: in het heelal komt slechts één fosforatoom voor per 2,8 miljoen waterstofatomen. In levende organismen op aarde is de verhouding echter 1:203' tienduizend keer zo groot. Uit laboratoriumonderzoek blijkt nu dat zich aan het oppervlak van ijzermeteorieten gemakkelijk fosforverbindingen vormen.
Meer informatie: http://uanews.org
30 juli 2004
Heldere meteoor vastgelegd door ESO-sterrenwacht.
Meer informatie: http://www.eso.org/outreach/press-rel/pr-2004/pr-19-04.html
29 juli 2004
Herkomst maanmeteoriet Oman bekend.
Meer informatie: http://uanews.org
20 juli 2004
Nieuwe Marsmeteoriet gevonden op Antarctica.
Meer informatie: http://curator.jsc.nasa.gov/curator/antmet/amn/amnjul04/amnjuly2004.pdf
21 mei 2004
Onderzoekers van Arizona State University denken dat de theorie dat de zon en het zonnestelsel in een rustige kleine gaswolk zijn ontstaan, moet worden herzien. Volgens hen duidt veel erop dat de protozon deel uitmaakte van een groot, turbulent stervormingsgebied waarin ook veel zware, hete sterren aanwezig waren. Dat zou vooral blijken uit de isotopensamenstelling van meteorieten, die erop duidt dat deze oorspronkelijk veel ijzer-60 hebben bevat. Het betreffende radioactieve ijzerisotoop heeft een halfwaardetijd van slechts anderhalf miljoen jaar en kan alleen door zware sterren zijn gevormd.
Meer informatie: http://www.asu.edu/asunews/research/sun_earth_creation.htm
22 april 2004
Een meteoriet die in 1980 in de buurt van een Russische basis in Jemen terechtkwam, is mogelijk afkomstig van een van de manen van Mars' waarschijnlijk Phobos. Volgens de geochemicus Andrej Ivanov bevat de meteoriet stukjes vulkanisch gesteente dat alleen op grote, planeetachtige objecten wordt aangetroffen, maar óók het koolstofrijke materiaal dat zo kenmerkend is voor planetoïden. Volgens Ivanov is het denkbaar dat het vulkanische gesteente door meteorietinslagen op Mars op het maantje terecht is gekomen. De theorie wordt echter als zeer speculatief beschouwd, omdat de exacte samenstelling van Phobos zo goed als onbekend is.
Meer informatie: http://www.newscientist.com/news/news.jsp?id=ns99994902
12 september 2003
Europese sterrenkundigen hebben met behulp van een UV-spectrograaf van de VLT gedetailleerd onderzoek gedaan van de komeet LINEAR (2000 WM1). Daarbij zijn onder meer spectra verkregen die erop wijzen dat de stikstof-15 die de komeet bevat opgesloten zit in grotere moleculen, die op hun beurt aan stofdeeltjes vastkleven. Uit eerder onderzoek was al gebleken dat kometen, net als interplanetaire stofdeeltjes, relatief veel stikstof-15 bevatten.
Meer informatie:
http://www.eso.org/outreach/press-rel/pr-2003/pr-25-03.html
1 september 2003
Zeventien jaar nadat hij voor het laatst in de buurt van de aarde kwam, hebben Europese sterrenkundigen een nieuwe opname gemaakt van de komeet Halley. Het is voor het eerst dat een komeet op zo’n grote afstand' ruim 4 miljard kilometer' is gefotografeerd. Op de foto is de komeet niet meer dan een zwak stipje van magnitude 28.
Meer informatie: http://www.eso.org/outreach/press-rel/pr-2003/phot-27-03.html
8 mei 2003
Uit onderzoek van fossiele meteorieten en kalksteenafzettingen in het zuiden van Zweden leiden Amerikaanse geologen af dat er 500 miljoen jaar geleden een grote botsing heeft plaatsgevonden in de planetoïdengordel. Deze botsing zou tot hevige meteorietenregens op aarde hebben geleid, waarbij honderd maal zo veel meteorieten neerkwamen als normaal. De normale meteorietenactiviteit op aarde bedraagt ongeveer één meteorietval per 12.500 km per jaar.
Meer informatie: http://riceinfo.rice.edu/projects/reno/Newsrel/2003/20030508_meteorite.shtml
20 februari 2003
Op 19 februari zijn boven Nederland twee heldere meteoren (‘vuurbollen’) gezien. De eerste verscheen rond 19.13 uur, de tweede rond 21.53 uur. Zulke heldere ‘vallende sterren’, die door kleine brokstukjes van planetoïden worden veroorzaakt, zijn vrij zeldzaam.
Meer informatie:
http://www.knmi.nl/~evers/infrasound/events/030219/lichtspoor030219.htmlhttp://www.meteoren.net/
18 februari 2003
Met het SOHO-zonnesatelliet is de afgelopen dagen een komeet waargenomen die vlak langs de zon scheerde. Bij de ontmoeting lijkt de komeet zelfs te zijn getroffen door een grote uitbarsting op de zon (een CME). Inmiddels heeft de komeet het beeldveld van de SOHO-camera verlaten, maar op de SOHO-website zijn nog alle opnamen van de spectaculaire scheervlucht te zien.
Meer informatie: http://space.com/scienceastronomy/neat_soho_030218.html
14 februari 2003
Volgens berekeningen van Doug ReVelle van de atmosfeeronderzoeksgroep van het Los Alamos National Laboratory worden sommige van de ‘valse alarmen’ bij internationale ‘luisterposten’ die naar illegale nucleaire tests luisteren veroorzaakt door meteoren. De luisterposten detecteren zeer laagfrequente (infrasone) geluidsgolven in de aardatmosfeer; ook binnenkomende meteoren veroorzaken deze geluidsgolven. Uit de metingen heeft ReVelle afgeleid dat er jaarlijks ongeveer vijf meteoren door de nucleaire luisterposten worden geregistreerd. Het zou daarbij gaan om binnenkomende objecten van niet meer dan een paar meter.
Meer informatie: http://www.eurekalert.org/pub_releases/2003-02/danl-lar021203.php
17 januari 2003
Amerikaanse wetenschappers denken aanwijzingen gevonden te hebben dat de grote inslagen van kometen en meteorieten die in het verleden op aarde hebben plaatsgevonden verhoogde vulkanische activite
it hebben veroorzaakt. Tot deze conclusie komt men na het nauwkeurig inventariseren en dateren van de grote inslagen die de afgelopen vier miljard jaar kraters hebben veroorzaakt. Daarbij bleek dat er tien perioden van grote inslagactiviteit lijken te zijn geweest, die in negen gevallen ook nog eens samenvallen met perioden van verhevigd vulkanisme.
Meer informatie: http://www.earthinstitute.columbia.edu/news/2003/story01-17-03.html
21 november 2002
Waarnemingen met satellieten van het Amerikaanse ministerie van defensie hebben opgeleverd dat de aardatmosfeer de afgelopen acht jaar bijna 300 keer is geteisterd met de explosie van een enkele meters grote meteoriet. Uit het waargenomen aantal explosies hoog in de atmosfeer is nu een nieuwe schatting gemaakt voor het aantal objecten van de verschillende grootteklassen dat onze planeet in de loop der eeuwen bestookt. Het resultaat is geruststellend: grote explosies zoals die van Toengoeska in 1908 zijn mogelijk vijf keer zo zeldzaam als eerdere schattingen aangaven: ze komen slechts eens per duizend jaar voor.
Meer informatie: http://www.lanl.gov/worldview/news/releases/archive/02-127.shtml
19 november 2002
In de afgelopen nacht (18/19 november) heeft een grote uitbarsting van de meteorenregen Leoniden plaatsgevonden, die overal in Europa, waar het niet bewolkt was, kon worden gezien. Vijf leden van de Werkgroep Meteoren van de Koninklijke Nederlandse Vereniging voor Weer- en Sterrenkunde hebben de sterrenregen de gehele nacht waargenomen vanuit L'Estartit aan de Costa Brava in Noord-Spanje. De eerste Leoniden verschenen rond 23 uur, doch pas omstreeks 3.25 uur nam het aantal meteoren sterk toe tot het maximum, overeenkomstig de voorspellingen, om 5.05 uur werd bereikt. Toen werden 87 meteoren per vijf minuten geteld. De Leonidenregen bevatte verscheidene zeer heldere meteoren of vuurbollen, die in enkele gevallen nalichtende sporen vertoonden die minutenlang zichtbaar bleven. Bewolking heeft vrijwel heel Nederland het zicht op de Leoniden ontnomen.
Meer informatie: http://www.knmi.nl/voorl
8 oktober 2002
Wetenschappers onderzoeken een mogelijke meteorietinslag die op 25 september in een afgelegen gebied in Bodaibo (Siberië) zou hebben plaatsgevonden. Volgens plaatselijke jagers zou er een grote krater zijn geslagen en het omringende bos vlam hebben gevat. Andere berichten spreken het bestaan van een inslagkrater echter tegen (ook de datum van inslag wisselt bijna per bericht). Veel mensen zijn getuige geweest van de vuurbol die aan de hemel te zien was.
Meer informatie:
http://www.space.com/scienceastronomy/siberian_meteor_021014.htmlhttp://news.bbc.co.uk/1/hi/sci/tech/2309117.stm
http://www.spaceref.com/news/viewpr.html?pid=9430
http://groups.yahoo.com/group/meteorobs/messages/
5 september 2002
Tot nog toe werd aangenomen dat het uiteenvallen van kometen meestal in de buurt van de zon gebeurt. Maar het lijkt er nu op dat kometen ook op grote afstand van de zon fragmenteren. Dat blijkt uit onderzoek aan kometen die vlak langs de zon ‘scheren’. Veel van deze komeetjes zijn slechts enkele tientallen meters groot en volgen min of meer dezelfde banen. Omdat ze zo klein zijn, kunnen ze niet eerder in de buurt van de zon zijn geweest, wat betekent dat de moederobjecten van deze mini-komeetjes uiteen zijn gevallen na een vorige passage van de zon en daar vervolgens mee door zijn gegaan.
Meer informatie: http://www.jpl.nasa.gov/releases/2002/release_2002_170.html
22 augustus 2002
Geologen hebben opnieuw de leeftijd bepaald van wat, voor zover bekend, de oudst bekende inslag op aarde is. De inslag moet 3,47 miljard jaar geleden hebben plaatsgevonden, maar van het ingeslagen object is geen spoor terug te vinden: geen materiaal en geen krater. Toch weet men vrij zeker dat een ongeveer 20 kilometer groot object op onze planeet is neergeploft. Bij de inslag is namelijk veel gesteente opgeworpen, dat onder meer in Zuid-Afrika en Australië terecht is gekomen. Daar zijn nu oude gesteentelagen te vinden, waarin talrijke ‘sferules’ zijn aangetroffen' deze bolvormige deeltjes zijn een bekend nevenproduct van meteorietinslagen, die ontstaan doordat bij de inslag druppeltjes gesmolten gesteente worden opgeworpen, die afkoelen en vervolgens weer omlaag vallen. De sferule-lagen in Zuid-Afrika en Australië zijn dermate dik, dat het aannemelijk is dat de inslag groter was dan die van 65 miljoen jaar geleden.
Meer informatie: http://news-service.stanford.edu/news/september11/impactor-911.html
14 augustus 2002
Op 12 augustus jl. heeft de zonnesatelliet SOHO zijn 500ste komeet ontdekt: C/2002 P3. Gemiddeld ontdekt SOHO ruim zeventig kometen per jaar' allemaal op het moment dat ze vlak langs de zon scheren. Het vijfhonderdste exemplaar was extra bijzonder, omdat de ESA een wedstrijd had uitgeschreven: deelnemers moesten voorspellen wanneer nummer 500 ontdekt zou worden. De winnares zat er minder dan twee uur naast. Driekwart van de SOHO-kometen is overigens ontdekt door amateur-astronomen die recente beelden van SOHO op de aanwezigheid van kometen bestuderen. Veel van deze kometen zijn erg klein (10 meter!), en bewegen groepsgewijs in vergelijkbare banen. Aangenomen wordt dat het brokstukken van uiteengevallen kometen betreft.
Meer informatie: http://www.gsfc.nasa.gov/topstory/20020815comet500.html
30 juli 2002
In het zuiden van Duitsland is na een uitgebreide zoekactie een 1,7 kilo wegende meteoriet gevonden, die naar aller waarschijnlijkheid op 6 april van dit jaar op aarde is gevallen. Op die dag was aan de hemel namelijk een zeer heldere vuurbol te zien, die vermoedelijk door een ongeveer 600 kilo wegend object werd veroorzaakt. Het gevonden exemplaar is dus slechts een klein stukje van de oorspronkelijke meteoroïde. Aangenomen wordt dat in het gebied, zes kilometer van het slot Neuschwanstein, nog meer meteorieten te vinden zijn. Het is voor het eerst dat in Duitsland een meteoriet is gevonden na uitvoerige analyse van waarnemingen van een vuurbol.
Meer informatie: http://berlinadmin.dlr.de/HofW/2002/145/
24 juli 2002
Waarnemingen met de 2,2-meter telescoop van de universiteit van Hawaï hebben uitgewezen dat de komeet 57P/duToit-Neujmin-Delporte uiteengevallen is. Het object vormt nu een lange trein van mini-komeetjes, die zich over een afstand van ongeveer ene miljoen kilometer uitstrekt. De brokstukken zijn waarschijnlijk enkele tientallen tot honderden meters groot.
De vrij onbekende komeet is in 1941 ontdekt en beweegt met een omlooptijd van ruim zes jaar om de zon. Sinds zijn ontdekking is hij tweemaal (in 1954 en 1966) tamelijk dicht langs Jupiter gescheerd, waardoor zijn baan flink veranderd is. Mogelijk heeft dat de structuur van de komeet' in feite niets anders dan een mengsel van ijs en gesteenten' doen verzwakken. De temperatuurverschillen door de opeenvolgende passages van de zon deden de rest.
Meer informatie: http://www.ifa.hawaii.edu/ifa/site.htm
20 juni 2002
Verreweg de meeste kometen die uit de Oortwolk komen vallen uiteen nadat ze een paar keer in de binnenste regionen van ons zonnestelsel zijn geweest. Dat blijkt uit computersimulaties van het Southwest Research Institute. De simulaties volgden de belevenissen van duizenden fictieve kometen tijdens hun bewegingen door het zonnestelsel. Daaruit bleek dat sommige het zonnestelsel uit worden geslingerd of neerstorten op een planeet of de zon. Maar de meeste zouden in banen om de zon blijven bewegen, ook lang nadat hun ijs verdampt is en ze geen komeetactiviteit meer vertonen. Maar.... zulke ‘uitgedoofde’ kometen worden vrijwel niet waargenomen, hetgeen maar één ding kan betekenen: ze moeten uiteengevallen zijn.
De levensloop van kometen uit de (nabijere) Kuipergordel eindigt minder vaak in het uiteenvallen van de komeet. Aangenomen wordt dat dit komt doordat kometen uit de Kuipergordel vaak geleidelijker naar de binnenste delen van het zonnestelsel bewegen en minder snel worden opgewarmd.
Meer informatie: http://www.swri.edu/9what/releases/relhome.htm
5 april 2002
Kometen worden soms wel ‘vuile sneeuwballen’ genoemd, omdat ze voor een groot deel uit een mengsel van ijs en organische stoffen bestaan. Uit onderzoek aan de komeet Borrelly, dat vorig jaar met de Amerikaanse ruimtesonde Deep Space 1 is verricht, is nu gebleken dat het oppervlak van een komeet in de buurt van de zon zo goed als ‘ijsvrij’ is. Het donkere oppervlak is warm en droog: de temperatuur kan er oplopen tot 71 graden' bij zulk hoge temperaturen verdampt eventueel oppervlakte-ijs, onder achterlating van een donkere korst van teerachtige materialen.
Meer informatie:
http://www.jpl.nasa.gov/releases/2002/release_2002_80.html
25 maart 2002
Veel meteorieten bevatten bolletjes ter grootte van een millimeter die chondrulen worden genoemd. Voor het ontstaan van deze bolletjes hebben Amerikaanse onderzoekers een nieuw verklaringsmodel ontwikkeld. De chondrulen zijn duidelijk het resultaat van een smeltproces en volgens de onderzoekers zijn ze gesmolten ten gevolge van schokgolven in de gaswolk die 4,5 miljard jaar geleden de pas geboren zon omhulde. Door deze schokgolven, die mogelijk door gravitationele instabiliteiten in de protoplanetaire schijf rond de zon zijn veroorzaakt, zouden de fijne stofdeeltjes in de gaswolk zijn samengesmolten tot chondrulen, die op hun beurt weer tot grotere klontjes samenpakten. Volgens dit scenario is het ontstaan van chondrulen dus van cruciaal belang voor het ontstaan van planeten.
Meer informatie:
http://astrobiology.arc.nasa.gov/intro.html
http://www.strw.LeidenUniv.nl/~lab/